Hel Land van flensden en Allen,i. de
Langstraat en de Bommelerwaard.
Kinderbescherming.
M 1612.
FEUILLETON
vooB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjs vei hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Uitg9ver: L. J, YJ3ERMAN, Heusden.
ZA.TERD\3 31 JULI.
1897.
Advertentiën van 16 regels SO et. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
IV (Slot).
Van dat doel, dat de Staat met kinder
bescherming behoort te hebben, moet men
zich in de allereerste plaats een juist be
grip vormen. Kinderen te redden van zede
lijke en stoffelijke ellende is zeker schoon
om hun zelfs wil, maar de Staat moet
vooral het oog gevestigd houden op het
openbaar belang, op de bevordering van
zedelijke en stoffelijke welvaart in bet alge
meen, en de redding van en de bestrijding
van het kwade in bet kind moeten dat
doel op den langen duur doen bereiken.
De Staat berust vooral op den bodem
van het familieleven, van het huisgezin.
Het is al treurig genoeg, wanneer het kind
de ware zegening van een goed ouderhuis
mist. Wat zal het dan wezen, wanneer het
door de ouders geleerd wordt wreed te zijn,
oneerlijk, onzedelijk, lui, onmatiggeleerd,
omdat zij geen ander voorbeeld geven?
Den invloed van het te huis op een kind,
schetst miss Tuckwell ons in het volgende
ware verhaaltje, even aandoenlijk als
eenvoudig, door haar uit een verslag der
vereeniging tot voorkoming van wreedheid
tegen kinderen overgenomen.
»Daar het toevluchtsoord van de ver
eeniging te klein was, had men de woning
er naast aangekocht. Vóór men dat huis
had betrokken, ging de »raoeder« het be
zichtigen met een der kleine slachtoffers
van vaderlijke wreedheid. In de keuken
vonden zjj een arme poes, gedoken in de
asch. Het ventje zag haar liggen, ging er
naar toe, streek haar met zijn handje en
ontdekte toen, dat het diertje een wond in
den rug had. »0, moedertje,* riep hjj,
»kjjk poes eens.* En daarop heel ernstig
»Toe moedertje, stuur poes niet naar zijn
vader terug.*
»Het helpt niets, of wij de oogen slui
ten voor feiten. Ook bij ons worden dage-
Ijjks kinderen gemarteld en gedoemd althans
tot den zedeljjken dood. In Engeland is
de vereeniging reeds tusschenbeide getreden
ten behoeve van een en zeventig duizend
kinderenen ze zoekt wetteljjke macht om
zich in meer gevallen te mengen. Zij heeft
een voorstel gedaan, wat de misdaden be
treft door dronkaards, gepleegl tegen kin
deren. .Zjj wenscht eene beschrijving te
doen maken van alle personen, die tegen
geld kinderen in huis nemen, hen onder
o
EEN NOVELLE VAN HET STRAND.
4)
Het leven op het eiland was niet een-
toonig, er was immers altijd iets nieuws, en
hier zooals overal heerschte vreugde en leed,
en deze bewogen de harten der menschen.
Hoe inniger Hendrik en Sina zich bjj
elkander aansloten, zooveel te troostloozer
werd voor Sina het uitzicht om alleen te
bljjven, als Hendrik naar zee ging. En toch
overtrof de werkelijkheid, toen die daar was,
hare ergste voorstellingen. Zjj gevoelde zich
zoo grenzeloos verlaten, dat zjj zelfs Jan niet
geheel terugwees, als hjj haar wilde troosten.
Maar het middel bleek spoedig erger dan
de kwaal, want Jan gebruikte de stemming
van Sina alleen, om haar t§ beklagen, dat
zjj Hendrik waarschijnlijk nooit zou terug
zien en om al de goede eigenschappen van
Hendrik belucheljjk en verachtelijk te ma
ken. Daar Sina hem eens vriendelijk had toe
gesproken, liet hjj zich niet meer afwjjzen,
en zoo was het voor haar een groote vreugde,
die Sina's hart vervulde, toen Jan ook ein-
deljjk uitzeilde en zjj zich tenminste onge
stoord aan hare gedachten kon overgeven.
Maar gedachten zjjn een gevaarlijk gezel
schap voor een jeugdig gemoed, en het was
een geluk voor Sina, dat haar pleegvader,
kapitein Gassen, haar tjjd bijna geheel in
nam. iieeds in den eersten winter na Hen
drik's afreis, werd hij ongesteld, en dit
toezicht te houden en een einde te maken
aan het schandelijk stelsel van het zoo
genaamd verpachten van kinderen, die door
de pachters voor hun eigen misdadig doel
worden aangewend,
Gesteund door de wet kan men au reeds
zjju eischen zoo hoog stellen, terwjjl er in
Nederland eerst aan gedacht wordt eene
wet te maken tot nieuwe regeling van de
bepalingen omtrent de vaderljjke macht.
Zal die wet onze arme zwervers redden
van de straten, waar ze het medeljjden op
wekken om geld te bekomen, om de zonde
der ouders te voeden En welk een mede
lijden is het soms! De sohrjjfster van het
Engelsche werkje bezocht een gesticht. Daar
zag zjj op de speelplaats een kind rond
kruipen met verlamde ledematen en daar
naast een frisch gezond kind, dat echter
blind was. Toen ze nog in de armen der
moeder lagen hebben ook die kinderen het
medeljjden opgewekt van licbtgeloovige
voorbijgangers. Bjj het eene kind had de
moeder met naalden de oogen uitgestoken
en bjj het andere waren de beentjes ge
broken om het later met des te beter gevolg
te laten bedelen.
Maar, meent men, zoo iets gebeurt niet
in Nederland, in Amsterdam of elders.
En, als het gebeurt, dan is de liefdadigheid
er nog. O ja, jammer maar, dat die lief
dadigheid dan vooral bestaat in centen
geven; want, dat is de groote waarheid,
de wetgever en het publiek zjjn de een te
zwak en de ander te flauw ^m door te
tasten. Men houdt het vreeseljjk maat
schappelijk kwaad der openbare vermomde
bedelarjj in stand, die bron van zedeljjke
volksrampen.
Het mag waar zijn, dat men de menschen
niet dwingen kan tot braafheid, tot ze-
deljjkheid, wel degeljjk kunnen we ze dwin
gen hun verkeerde handelingen na te laten.
Als niemand centen uitdeelt aan de deur,
op straat, dan wordt er niet meer gebedeld.
Als de wetgever dat door alle geoorloofde
middelen verhindert, dan zal er voor een
groot deel een eind komen aan het africhten
van kinderen tot bedelen, aan hun mishan
deling, verminking, verwaarloozing, met het
doel om ze tot opwekking van het mede
ljjden der lichtgeloovigen te bezigen. Wet
geving, bestuur en maatschappij gaan immer
uit van het standpunt, dat men medeljjden
behoort te hebben met de slachtoflers der
zonde, nooit met de zonde zelve.
dwong hem tot stilzitten, terwjjl het Sina
een grootere ongerustheid bracht, dan haar
lief was. Men noemde zjjn ongesteldheid »den
vloed* en daar geen geneesheer op het
eiland woonde, hield men het voor een
noodzakeljjke kwaal van den ouderdom en
wist, dat als die dikwjjls terugkeerde, en de
krachten snel verdwenen, de dood niet ver
meer was.
In hoeverre hunne levenswjjze deze kwaal
begunstigde, dat wisten de lieden daar niet
ieder leed er onder en meende dat het zoo
behoorde. Men zag den dood hier ook zeer
kalm tegemoet, men onderwierp er zich aan,
als aan elke gebeurtenis in de natuur.
Kapitein Ca3sen gevoelde, dat de kwaal
voor hem de voorbode van den dood nog
niet waszijne krachten noch zjjn levens
lust werden minder. Hjj lachte om de zorgen
van deelnemende buren, die hier, zooals
overal in de wereld, onder bet voorwendsel
van vriendschap, angst en bezorgdheid, de
wacht wisten te houden.
Ongeluk voor Hendrik kwam hem even
zoo ongeloofdljjk voor, als dat deze hem niet
meer zou vinden. Ik bid eiken dag twee
maal voor mijn jongen en ons wederzien,
zeide bjj, geheel overtuigd, dat de buiten
gewone daadzaak van zjjn bidden, op zich
zelf voldoende voor alles was.
Hoewel ook Sina deze vaste overtuiging
koesterde, dacht zjj toch aan het ongeluk
kige schip, waarvan zjj naar het scheen
alleen was overgebleven, en zjj kon niet
gelooven, dat voor de velen verongelukten,
toenmaals en later, ook geen innige gebeden
ten hemel waren gezonden. Had zjj dan
aifttpaad-. lm,
Zie, terwijl de wetgevers zich kalm op
maken om eens een wet samen to stellen
op de vaderljjke macht en de voogdij, zij a
de kermissen weer in 't land gekomen. Zie
daar zjjn ze weer, die rjjdende holen der
ongerechtigheid, zooals een sohryver ze ge
noemd heeft, de kermiswagens met hun
treurigen last. Nu worden we weer eens
vergast op heerljjke tafereelen, uitgemergelde,
mishandelde, afgebeulde, uitgehongerde die
ren de dronken voerman die vloekt en
ranselt, die gillende stemmen van de wezens
daar binnende naakte voetjes op de
gloeiende steenen, de vuile dan3ertjes, half
kooplui, half bedelaars, volleerd in het stelen,
schaamteloos en ruw j een walgelijk meng
sel van onreiuhei.1, onwetendheid eu onze
delijkheid.
Wat ze wel proflteeren zullen van die
deftige wet, die over een paar jaar in het
Staatsblad zal staan
En oadertusschen klinkt maar altjjd
droevig door, het klagend lied; Tot hoe
lang nog?
Buitenland.
Aan den Westelijken hoek van de open
ruimte vóór het Postdammer Station te
Berljjn is Dinsdagvoormiddag om kwart
over elf een postpakket ontploft.
Door de ontploffing, die gepnard ging
met een hevige rookontwikkeling en sterken
knal, is een post-employÓ'gelukkig niet
levensgevaarlijk gewond. Een aantal
andere postpakketten zjjn vernield.
Volgens een dagblad-verslaggever, die
juist op het oogenblik van de ontploffing
voorbjjkwam, geleek zjj op een kanonschot
in de onmiddelljjke nabjjheid. De voorbij
gangers ontstelden hevig en ieder richtte
den blik naar een postpakket wagen, die
steeds aan den Westeljjken hoek van het
station te vinden is en waarboven thans
een dichte wolk van kruitdamp zweefde.
Weldra kwamen uit deze wolk twee post
beambten te voorschjjn, die een schijnbaar
bewustelonzen collega in hun armen droegen.
De van alle zjj den toeschietende politie
agenten deden hun best het publiek, dat
onmiddelljjk in groote menigte kwam op
dringen, op een afstand te houden, steeds
wjjzende op het gevaar dat een mogeljjke
tweede ontploffing teweeg kon brengen.
Ook de brandweer was in allerjjl ter
plaatse gekomen om zoo noodig hulp te
verleenen.
gedacht in gebeden?
De roode zonneschjjf raakte juist den
horizont, en in diep gloeiend rood maakte
de zee zich gereed tot den ontvangst van
den stralenden lichtgod.
Een van die dikbuikige vormlooze sloepen,
welke het verkeer met het vaste land onder
hielden, scheen de nacht in de nabijheid
van het eiland door te willen doorbrengen,
want zij wierp het anker uit, en liet eene
boot neer, waarin twee personen aan land
werden gebracht.
Vroeger moesten de bootslieden levende
vracht door het water naar het strand
dragen, nn landde de boot aan deu golf
breker, die nieuw gebouwd was.
De eerste die de breede, glibberige steenen
betrad, wai een jonge matroos, wiens heldere
bruine oogen een vroolijke blik sloegen over
het strand en de duinen, en eindelijk op
den zeebreker bleef rusten.
Hjj schudde het hoofd toen hjj zag dat
de onophoudeljjk woelende golven reeds de
voegen had uitgewasschen en vlakke water
reservoirs had gemaakt voor de bewoners
der diepte.
Kleine zeesterren, krabben en doorzichtige
garnalen drijven er in rond, en ook de
kwallen wachten geduldig op hetterugkeeren
van den vloed, in plaats van zooals anders
tot onoogeljjk taai slijm ineen te krimpen.
Onder de groote steenen komen lange
buigzame takjes nit, waaraan kleine zee
diertjes zich wiegelen.
DAi&naa-ja&trofls ziet er n<WM\ aLsolkn
De bewustelooze postbeambte, Sparmann
genaamd, bleek na geneeskundig onderzocht
te zjjn slechts lioht gekwetst. Het verlies
van zjjn bewustzjjn wordt hoofdzakeljjk aan
den schrik toegeschreven. Na het aanleggen
van een noodverband werd hjj naar een
>Unfallstation« in de nabjjheid vervoerd.
De plaats van de ontploffing had een
woest aanzien gekregen. Een gele perron
wagen, die voor het transport van postpak
ketten dient, lag daar geheel en al uit elkaar
geslagen. De inhoud der pakketten was over
den grond verspreid en meerendeels aan flar
den. Overal zag men houtsplinters, stukken
ijzer en papieren.
De conducteur van den pakkettenwagen
van kantoor no. 20, die de gevaarljjke zen
ding ouder zijne pakketten had, doet aan
zjjn chef het volgende rapport
Hjj had aan Sparmann de colli aange
geven, die naar het perron gebracht moesten
worden en deze had ze in ontvangst genomen
en in den perronwagen geplaatst. Een der
colli, een houten kistje, naar hjj vermoedde
voor Magdeburg bestemd, was eenklaps
ontploft, juist op het oogenblik dat Spar
mann het in den wagen gelegd had. De
zjjwanden sloegen uit elkaar en een daar
van kwam op de voeten van S. terecht,
die ruggelings tegen den wageu geslingerd
werd en daar bewusteloos ineenzakte.
Terwijl de conducteur dit verhaalde zocht
men ijverig naar de overbljjfselen van het
kistje en uit het vinden van verscheidene
verbrande kurken, zooals voor het afsluiten
van patronen gebruikt worden, leidde men
af, dat het pakket (tegen het voorschrift)
vuurwerk bevatte, doch later vond men de
overblijfselen van twee houten kistjes met
betrekke]jjk dunne deksels, waarop de waar
schuwing: voorzichtig, zeer breekbaar.*
Het onvolledige adres van de eene kist,
noemde eene firma te Magdeburg, dat van
de andere een blikslager te Ilsenburg in
den Harz. Beide waren afgezonden door de
European Weston Electrical Instr. Co., te
Berljjn. Esn electriciteitsmes, dat het stem
pel van dezelfde firma droeg, werd gevonden
op het dak van een postwagen in de nabjj
heid, alwaar het door de ontploffing heen-
geslingerd was.
De European Weston* verklaart even
wel, dat zjj volstrekt geen ontplofbare stof
fen vervaardigt en dat de kisten, die zjj
over het Potsdammer station gezonden had,
slechts Ampère-meters en instrumenten tot
het meten van electrische stroomen en span-
niet aan den langen duur van dit bouwwerk
gelooft, en de zee te goed kent om de proef,
om zich tegen hare macht te verzetten, te
verdragen.
Daar hjj door deze gedachten is big ven
stilstaan, herinnert hem zjjn geleider er aan,
door hem op den schouder te kloppen, en
voorzichtig loopen zjj op de met glibberig
mos bedekte steenen aan het strand, van
daar nog eens naar de zee terugziende.
De boot is weer naar de sloep terugge
keerd. Over de in het zonlicht flonkerende
diepte, zweven eene menigte sehepen met
volle zeilen, als reusachtige vogels, die vol
verlangen de zinkende zon willen najjlen.
Als een oude, afgewerkte arbeider, steunt
een stoomboot daartnsschen, en trekt met
haar rook een leeljjke zwarte streep door
het 8choone geheel.
De witborstige zeezwaluw schiet pjjlsnel
heen en weder, en in de verte hoort men
het roepen van de menschenschuwe strand-
looper.
»God zjj dank! Eindeljjk hebben wjj weer
vasten grond onder de voeten,* zegt de
ondste der beiie mannen. >Ik gevoel mjj
toch niet geheel zeker en behageljjk op deze
verraderljjk groene vlakte. Over het groen
zjjn de geleerden het nog niet eens, en tot
mijne schade ondervind ik gedurig opnieuw,
dat van eene vlakte geen sprake kan zjjn.
Ik kan mjj ook van de gedachte niet
losmaken, dat dit bedriegeljjk element naar
nijjn armzalig lichaam een speciaal verlangen
heeft. Neen, zegt niets, beste Hendrik*,
ging hij snel voort, toen de jonge man hem
iets wilde antwoorden. Alles wat gjj van
nw eilandachtig standpunt kunt aanvoeren,
ningen bevat hadden.
Men tast alzoo nog in het duister.
Een militaire patrouille te Dantzig heeft
Dinsdag in het drukste gedeelte der stad
den 21-jarigen arbeider Albert Zarewski
doodgeschoten,dienaar de hoofdwacht moest
worden overgebracht, doch ontvluchtte.
Onder de burgerij heerschte deswege groote
opgewondenheid.
Dageljjks neemt het aantal menschen,
dat in Griekenland door de directe en in
directe gevolgen van den noodlottigen oor
log van alle hulpmiddelen beroofd is, schrik
barend toe.
Uit Chalcis wordt gemeld, dat daar thans
8000 vluchtelingen zjjn, waarvan 6450 ge
heel en al van de liefdadigheid afhangen.
De meesten van hen, die uit Larissa of
Tirnovo kwamen, hebben absoluut niets
mee kannen nemen.
De Vesuvius schjjnt kwade plannen te
hebben. Er is een aanmerkeljjke beweging
van de lavamassa's waargenomen, de krater
heeft groote hoeveelheden asch uiige worpen.
De werkstaking in de machinevakken in
Engeland dreigt thans zeer ernstig te wor
den. Keir Hardie en Tom Mann van de
onafhankelijke werkliedenpartjj hebben zich
aan het hoofd gesteld van een beweging
om finantieelen steun voor de stakers en
tot het algemeen maken van de beweging
voor den achturendag. Alle Engelsche werk
lieden worden tot medewerking opgeroepen.
De Times* weet mede te deelen, dat de
radicale afdeeling van de liberale partjj (in
Engeland) besloten heeft, tjjdens het komende
reces een krachtige propaganda voor te be
reiden voor zelfbestuur voor alle deelen van
het Vereenigde Koninkrjjk. In Gladstone's
»Zelfregeering« voor Ierland alleen zien de
radicalen geen heil, en om tegen de eerst
volgende verkiezing een leus te hebben die
kans heeft aan de liberale partjj de meer
derheid te bezorgen, willen zjj dan met het
beginsel van algemeene decentralisatie van
bestuur, met behulp van de Ieren, de re
geering voor zich opeischen.
Men is nu reeds bezig met het uitrusten
van twee of drie expedities uit Engeland
van den kant der astronomische instel
lingen om zoowel in Indië als in Ame
rika opnemingen te doen bjj de totale zons
verduistering van 22 Jan. 1898, die te
Greenwich niet zal zjjn waar te nemen.
ja alles wat het verstand er tegen kan doen
gelden, heb ik mjj duizendmaal zelf gezegd.
Men zegt wel, men moet niet vreezen voor
de zee 't is goed gezegd maar als
men dadeljjk moet gevoelen, dat hart en
maag te dicht bjj elkander liggen, en zoo
dit tegenstrjjdigste gevoel veroorzaken, dan
kan men het lastige wezen niet liefhebben,
en er zich met zulk wisselend gevoel niet
aangenaam op gevoelen. En waarom zou ik
een voorliefde hebben voor die onzalige
slok-op, waaraan gjj mjj zelf, eerst korten
tjjd geleden, hebt ontrukt mjjn goede Hen
drik. Ik zon zeker nog niet eens met zulk
eene jammerljjk gebrekkige vaar^elegenheid
over deze schitterende ellende zjjn gegaan,
als mg niet de dankbaarheid aan u bond,
en ook de hoop, hier de rust voor lichaam
en geest te vinden, die ik noodig heb. Zee
Neen, ik gevoel niets dan een diepe weerzin
voor u, en weet hoe gegrond die is. Maar,
hier sta ik en spreek en vergeet, dat uw
gevoel u machtig naar uw verouderden
opvoeder dringt. Andiamo, vriend Hendrik
Maar neen, gaat voor, en als gij haar be
groet hebt en de ontspanning is gekomen,
die op bewogen oogenblikken volgt, dan zal
ik als eene pasjende afleiding verschgnen.
Die planken beteekenen vermoedelijk het
voetpad naar nw heerljjk dorp, en schijnen
hoogst noodig om niet reddingloos te vor-
zinken. Vaartwel Hendrik! Moge mij een
goedig lot onder nw vaderljjk dak geleiden;
gaat nn eindeljjk, groet nwen vader, in een
half nar ben ik bg u.«
f Wordt vervolgd J
h£T UND VAM ALTENA.
Wil BM1
•arresMHMii'«rji
wrnmmuistomMtwrmiÊÊÊiimtÉÊÊamÊÊitmmHÊÊmÊtmiÊÊÊiÊnmiÊÊiÊmiéÊËÊUËiiÊÊÊÊÊimamjm