e(
van neusden en
dc Lamstraal
en de
éommcl
FEUILLETON»
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
Ai? 1619.
WOENSDAG 25 AUG.
1897.
Brieven uit een Visschersdorp,
in.
O
CM!
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsyeihooging. AfxoruJ er Ijjke
nummers 5 cent.
Advertentiën yan 1regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
EEN ZEEREISJE.
Het was een heerlijke avond en tegen
gewoonte nog zeer druk aan het strand.
De zee was effen als of 't een meer was,
geen branding was waar te nemen, alleen
met zachte beweging wiegde het nooit rus
tende water tegen het zand, waar het een
vuurstreep vormde van pbosforische gloed.
De zee lichtte.
Dit verschijnsel is een verrukkelijk schoon
gezicht, vooral wanneer er veel deining in
zee is en de brekende brandinggolven als
één groote vonkenmassa uiteen spatten. Het
is of de zee in een gloeiende massa is
veranderd. Wie het voor 't eerst ziet, kan
zijn blik niet losmaken van de eenige,
de grootsche aanblik. Elke stap in het
vochtige zand doet vonken schieten waar
men gaat en men behoeft slechts in het
water te scheppen, om een gloed over de
handen te zien loopen. Het zeewater be
houdt zjjn lichtende eigenschap zelfs als
men het in een kan of emmer meeneemt
naar huis.
Het is hier niet de plaats om een ge
leerde beschouwing over dit punt te houden.
Alleen dit: Als oorzaak wordt algemeen
aangenomen het phosforiseeren van ontel
bare infusiediertjes op gezette tijden meest
bjj warm weder, waarschijnlijk in den brons
tijd geven deze uiterst kleine diettjes een
gloed als men bij vermold hout kan waar
nemen.
Op den avond, waarvan ik spreek, had
het strand echter nog eene andere aan
trekkelijkheid, op nog geen 1000 M. van
de kust lag het sierlijke stoomschip van
de Rijkswaterstaat, de «Cruqius,® voor anker
en leverde met zjjn talrijke lichten aan dek
en in den mast, waardoor het vaartuig
helder afstak tegen den donkeren horizon,
een verrassend schoon gezicht op.
Dat de verschjjning van eene stoomboot
tot dicht onder den wal eene zeldzaamheid
is, kan ieder gemakkelijk nagaan, als men
weet dat de bodem zoo zacht glooiend
afloopt, dat men op 3 a 4 mijlen van de
kust eerst een diepte van 15 M. aantreft.
De «Cruqius® en zijne bemanning was
voor ons geen onbekende. Een oude bekende
EEN NOVELLE VAN HET STRAND.
11)
Hjj stond van de bank op, waar hij met
den heer Raad had gezeten, ging naar de
jonge lieden en gaf tiina een bevel, dat haar
verwjjderde, maar ook in de nabjjheid van
Jan bracht. Jan kwam haar tegemoet en
sprak eenige woorden met haar, welke zij
met afgewend gelaat aanhoorde; toen hij
nog nader kwam en haar iets toefluisterde,
werd zjj donkerrood, zag snel om en ant
woordde toen eenige woorden, Jan vast en
toornig aanziende.
De heer Raad had de kleine scène aan
gezien, en zou Sina als het langer had ge
duurd, te hulp zjjn gekomen, nu ging hij
onaangenaam aangedaan langs het planken
pad naar de duinen, verstrooid de konijntjes
beschouwende, die snel als de wind heen
en weer liepen. Hij was nu niet in eene
stemming, om met den kapitein verder te
praten, en sprak hem in gedachten aan,
zjjne woorden vooraf beantwoordende en
weerleggende.
>Arm!« zeide hjj, hevig met de armen
gesticnleerende. «Arm, met zooveel jeugd,
gezondheid en liefeljjkheidWat heeft eene
vrouw hier dan meer noodig? Wordt dan
ook hier, zooals op het vasteland, de dans
om het gouden kalf uitgevoerd, zooals ook
voor drieduizend jaren? Ik had gehoopt,
in het midden van den oceaan, ver van de
eischen, de verdorvenheid van het moderne
leven, ver van de verfijnde weelde van onze
stedelingen r dat hier nog geen jong vroo-
was het ook niet, want de kennismaking
dagteekeude eerst van den vorigen dag,
toen we het voor anker liggen !e stoom
schip niet een roeiboot opzochten en van
den kapitein welwillend verlof kregen het
vaartuig te bezichtigen, Deze deelde ons
mede, dat de «Craqius® en zijne bemanning
ter beschikking was gesteld van de heeren
Van Panbujjs en Knjjff, ingenieurs, aan
wie de peilingen en zandschcppir.gen langs
de Noordzeekust waren opgedragen. We
hadden bet genoegen met deze heeren kennis
te maken en eene uitnoodigiug te ontvangen
eenigen tjjd aan boord te bljjven. Alzoo
maakten we een genoeglijk tochtje,langs de
kust, welk tochtje den volgenden dag her
haald werd. Hoe interessant dit kruisen
op zee voor een nieuweling ook was, zullen
we eene beschrjjving achterwege laten om
meer in 't bijzonder te spreken van de
nachteljjke zeereis van hier naar IJmuiden.
Welwillend hiertoe uitgenoodigd, maakte
ik volgaarne gebruik van het aanbod om
mee te stoomen naar bovengenoemde haven,
nadat de heeren tot laat in den avond onze
gasten aan wal waren geweest.
Zooals ik reeds opmerkte was de zee
spiegelglad. De sierljjke sloep voerde ons
zacht gljjdend over het lichtende, zilte nat
en liet een vurige streep achter. Vour-
droppels spatten van de riemen. Een gon-
deltocht in Venetië kon niet rustiger, niet
heerljjker wezen. Nauwelijks aau boord go-
komen, had reeds een der heeren de boot
met enkele lampions a la giorno verlicht.
Van wal moet btet een prachtig gezicht
hebben opgeleverd. Weldra werd de sloep
opgeheschen. Het «ahoi« der hijschende
matrozen en het geknars der katrollen
verstoort de nachtelijke stilte. Het anker
wordt gelicht en in de machinekamer wordt
alles voor het vertrek in gereedheid gebracht.
Als een attentie aan de badplaats wordt
het toestel voor vuurpijlen gereed gemaakt,
en achtereenvolgens sissen 3 pjjlen tot hoog
in de lucht en spatten daar met een vuur
regen uiteen. Met een donderend hoera
wordt elke pijl van den wal begroet. Het
geluid plant zich voort over de wjjde water
vlakte. Gedempt door den afstand bereikt
het onze ooren. De kr.pitein komt inmid
dels vragen of die verwenschte dingen (de
lampions) haast weggenomen worden. Zoo
spook ten offer zou worden gebracht. Hoe
kan die oude man voor zijn zoon, voor dat
meisje beslissen in deze gewichtige levens
vraag Is er dan geen plek op de geheele
wereld, waar niet het vooroordeel heerscht,
dat slechts de ouderen weten, wat goed voor
de jongeren is?t
Hij bleef aan het strand staan, en sprak
tegen het bruischen der golven in, altijd
luider, en meer opgewonden wordende.
«Is het geen waanzin, dat de oude man,
die lang vergeten heeft, hoe hij in zijne
jeugd heeft gevoeld, aan hen die eerst be-
ginnen te leven, voorschrijft, hoe zjj hunne
toekomst zullen inrichten? Hunne toekomst,
die hjj niet eens beleven zalDat mag slechts
hij, die zich zelf in hart en gemoed nog
jong gevoelt. Neen, neen,® ging hij voort,
de zwevende meeuwen naziende, «slechts
hjj heeft nog een recht om te bestaan, die
de na hem komenden niet de levenslust af-
snjjdt. Wie hun handen en voeten wil
binden, en de voorwaarden van hun bestaan
niet erkennen, die moet wijken voor het
dringen en drjjven, dat anders over hem
heen zal bruischen als de golven der zee.®
«Goeden dag rujjnheer Roept gjj iemand?
Kan ik u behulpzaam zijn?® vroeg plotseling
eene stem dicht bjj hem. Hij schrikte zeer
onaangenaam aangedaan door deze ont
moeting en dubbeld getroffen, toen hjj Jan
herkende, die hem met een spotachtigen
glimlach aanzag.
Jan was met riemen en touwen beladen,
welke hij naar zijne boot droeg, en de
heer Raai moest erkennen, dat Jan er
flinker, slanker, netter uitzag, dan Hendrik.
Maar hem ontbrak den trouwen open blik,
de vrooljjke vertrouwen wekkende uitdruk
king van den jongen Gassen, en de heer Raad
zag hem zeer wantrouwend aan, en dankte
als algemeen bekend is mag elk vaartuig
niet m°er lantaarns aan dek of in het w»nt
hebben dan volgens wet'elijk v< orschrift
is bepaald. Aan 's kapiteins wsnsoh is
weldra voldaan en het schip gaat onder
stoom, van het strand van verre nog tos
gejuicht.
Een vunratreep van de boeg langs beide
zjjden van het, schip loopt uit in het schu'm
van de schroef en zet zich flanw voort in
het zog. De dooisehe stilte wordt alleen
gestoord door de sehroefslagen. Van verre
zien we nog de lichten van het badhotel
en de roole lantaarn van den vuurtoren.
Eindelijk zinkt alles weg in de diepe duister
nis, ook de vuurbaak is ten laatste onzicht
baar. Om ons is alles zee on dikke duisternis,
maar zoel en stil, doodstil. Heel in de verte
vergrooten zich de vuurtorens van IJ muiden.
Eindelijk zien we de roole en groene lan
taarns op de uiteinden van elke pier. Snel
naderen we de haven. De lichten worden
grooter in aantal, ten laatste ontelbaar.
Spoedig varen we in de raailijn van beide
groote vuurtorens, een doordringend gefluit,
nog eens en nog eens en weldra is het
roode licht in een groen, het groene in
een rood licht veranderd; we zjjn binnen
da pieren. Geleid door lichtende bakens
wordt het schip door de haven gestuurd,
het meesterwerk van Hollandsche water
bouwkunde. Zacht glijdend langs tal van
visschersvaartuigen. varen we verder tot we
weldra in de visschershaven aan wal liggen.
Het volk vertrekt en weldra hebben wjj
onze hut opgezocht. De tocht is ten einde.
Alleen de zachte beweging van het schip
bljjft me nog bjj in den slaap.
A. C. B.
Buitenland.
Uit St. Petersburg wordt dd. 23 Aug.
gemeld Om half negen weerklonk het eerste
saluut van de Pransche oorlogschepen vóór
Kroonstad. De «Pothuau® liet dicht bij het
keizerlijk jacht «Sjtandart® het anker vallen.
Faure stond in rok, met het lint van de
Andreas-orde om, op een in 't oog vallende
plek. Grootvorst Alexis ging van de
«Alexandria®, die den breedem wimpel van
den Czaar had geheschen, aan boord van
de »Pothuau«, om den President af te halen
»Als mijnheer eens iemand noodig heeft,
om te varen of in de duinen konjjnen of
meeuwen te zoeken of misschien iets
van het eiland wil weten, dan wil ik hem
gaarne van dienst zjjn, en denk, dat ik het
even zoo goed kan als de jonge Cassen,
misschien beter. Tot uw dienst mijnheer!
Daarmede groette hij en ging verder.
Zjjn horenden glimlach bjj het noemen
van Hendriks naam ontging den heer Raad
niet en toen hjj zag, hoe boos de uit
drukking van Jan's gezicht werd, zjjne
zijne spitse scherpe tar.den zichtbaar werden,
verwonderde hij er zich over dat hij hem
voor flinker dan Hendrik had gehouden.
«De kerel ziet er als een roofdier uit«
zeide hij zacht, toen Jan weg was. «Maar
vriendje, vóórdat ik mij aan u op het water
of tusschen de eenzame duinen toever
trouwde, zou ik liever een lekke boot
kiezen. Een woeste knaapHij staat mjj
zeer tegen. Hij heeft de oogen van een
tijger. Wee het meisje, dat haar lot aan
het zjjne verbindt! Ach ar ue Sina! welke
toekomst wacht u nog eens? Hoe mg deze
gedachte pjjnigt, welke ik niet weet te
onderdrukken !c
Het beeld van het liefeljjke meisje ver
volgde hem als het ware en te vergeefs
beproefde hjj die vluchtige herinnering vast
te houden, als hjj meende deze te hebben
gegrepen, ontvlood zjj hem weder. Hg liet
alle gestalten uit vroegere gelukkiger tg den
zjjn geest voorbjjgaan, totdat hg het doel
vergat, en weder lang voorbjjgegaan geluk
en leed doorleefde. O, die uren van hoogste
zaligheid, waarin hjj had gevoeld, dat hg
niet alleen zelf gelukkig was, maar dat hij
ook geluk gaf, gelukkig maakte. Plotseling
schrikte hjj hevig. De zware vleugelslag van
een grauwe meeuw ruisehte dicht boven
a*
en aan boord van de Alexandria® te ge
leiden. Toen de grootvorst met Faure het
keizer! jjk jac'it "betrad, verrezen daar de
Russische keizerlijke standaard en de Fran-
sche driekleur. Keizer Nikola&s begroette
den President, en de Alexandria* stoomde
naar Peterhof.
Grootvorst A'exis liep, nadat hjj Faure
begroet had, de eerewacht langs, onder
geestdriftige hoera's. Op een boot met toi-
schouwers werd de Marseillaise gespeeld, de
kapel vaa de «Pothuau® speelle het Rus
sische volkslied. Faure bedankte het publjek
herhaaldelijk door den hoed af te nemen en
te buigen. De geestdrift bereikte het top
punt. De Keizer wachtte Faure aan de val
reep vau de «Alexandria® op. De Keizer en
Faure kusten elkander tweemaal. De Keizer
geleidde Faure naar het dek en stelde hem
het gevolg en de marine-autoriteiten voor.
De «Alexandria® heesch den keizerljjken
standaard en de vlag van Faure. Alle oor
logschepen en forten gaven een kanonsaluut.
De moordenaar Augiolillo heeft een
langen brief aau zjjne familie gescheven.
De Dominicanermonniken hebben den ver
oordeelde in zjjne cel opgezocht en de monnik
die aan Canovas het laatste oliesel gegeven
had, heeft hem de vergiffenis van de gemalin
van den vermoorde overgebracht.
Vrijdagvoormiddag te 11 uur is Angio-
lillo ter dood gebracht. Het was te begrjjpen,
dat Angiolillo trouwens zich geen enkele
illussie maakte over het lot, dat hem wachtte;
en sedert het vonnis was uitgesproken,
verwachtte hjj elk oogenblik zjjn overbren
ging naar da gevangeniskapel een zeker
teeken, dat hg binnen vier-en-twintig uur
zou worden ter dood gebracht.
Geestelijken bijstand heeft hg tot op het
laatste oogenblik geweigerd. Hjj heeft zelfs
bjj den directeur der gevangenis gepro
testeerd tegen de moreele pressie, welke op
hem werd uitgeoefendhjj verlangde met
rust gelaten te worden tot het oogenblik
der executie toe. Hg heeft zich al den tijd
bezig gehouden met het verkondigen van
anarchistische theoriën aan de bewakers
het was verkeerd, verklaarde hjj, wanneer
men beweerde, dat hjj medeplichtigen had
hjj had op eigen aandrift gehandeld, ver
klaarde hg, uit eigen beweging, en lang
onder het dikke veeren bed van den kapi
tein, en kwelde hem de nachtmerrie? Neen,
het was de verschrikkelijke werkeljjkhei 1.
Hij stond op eene hooger gelegen nog drooge
zijndbank, rondom hem was water en
daarachter lag het eiland. Hij had zich
altijd dicht bjj de zee gehouden, daar waar
het zand vochtig en zoo veerkrachtig is
om te gaan, en overgegeven aan zjjne ge
dachten had hjj niet op den weg gelet.
Eergisteren had hij met groote belangstel
ling het stjjgen van den vloed beschouwd,
hoe zich de groote zandvlakte langzamer
hand verkleinde, hoe de enkele drooge
punten geringer werden, hoe de zee in de
dieper gelegen deelen stroomde, en hoe
eindeljjk alles tot zee werd, wat slechts
korten tijd geleden nog een schoone wandel
weg was. Hoe snel was dat toegegaan, en
de kapitein had er bij verteld dat de vloed
dikwjjls nog sneller kwam, en ook hooger
steeg, wat Sina bevestigde.
«Zou Jan niet nog ia de nabjjheid zijn?
Hg zag niemand meer, maar het was ook
reeds lang geledenook het straüd verdween
meer en meer. Misschien zou Jan of iemand
anders zjjn signaal zien. Haastig trok hg
zijn zakdoek uit den zak, bond die ixet
bevende handen aan zjjn stok en hield die
zoo in de hoogte, terwjjl hjj een luiden
kreet uitstiet.
Kleiners en grootere schepen zweefden
over den waterspiegel ook naar deze
riep en wenkte hg. Tevergeefs rustig
onbekommerd gingen zjj hunaen weg. Nu
bleef hem geen anderen uitweg, dan badende
de naastbijzijnde zandbank te bereiken, van
waar hjj zjjn weg even zoo, verder moest
zoeken. Reeds liep de eerste golf over de
eerste zandbank, hjj mocht dus niet langer
wachten. Dapper liep hg door de zee heen.
Het koude water drong in zijne laarzen, zgn
reeds had hij over het vermoorden van
senor Oanovas nagedacht.
«Ik sterfc, verklaarde hjj, «omdat ik
mjjn broeders gewroken heb, maar op mjja
beurt zal ook ik door anderen gewroken
worden.®
Toen Angiolillo met zjjn doodvonnis in
kennis werd gesteld, soheen hjj aanvahkeljjk
iets opgewonden te zgn; maar spoedig her
stelde hjj zich en met enkele woorden be
dankte hjj zjjn advocaat, die tegenwoordig
was, Eenige minuten later werd zgn cel
waer geopend en traden de oppassers binnen,
vergezeld van geestelijken, om hem te ver
voeren naar de kapel.
De moordenaar proteste rde te,en deze
overbrenging, zeggende, dat hjj zich in de
eel voldoende op zjjn gemak bevond, dat
hg niet behoefde te bidden en dus niet naar
de kapel behoefde te gaan. Er werd hem
gezegd, dat zgn overbrenging noodzakeljjk
was en dat het hem vrjj stond de godsdienst
oefeningen, welke in de kapel te zjjnen
behoeve werden gedaan, te volgen of niet.
Toen een der geestelijken bjj hem op
boetedoening aandrong, antwoordde de ge*
vangenej «Als gjj niet de macht hebt om
mg uit de gevangenis te verlossen, laat uajj
dan alleen. Ik zal het zelf wel met Goi
klaar spelen.®
Terwjjl de missen werden opgedragen,
schreef de gevangene, die aan de ganscha
plechtigheid niet de minste aandacht wjjdde,
aan zjjn familie en maakte een anarchisti
sche verklaring op, waarin hjj voorspelde,
dat nog verscheiden staatslieden in de ver
schillende landen zullen worden geëxecuteerd.
Des namiddags arriveerde do beul uit
Bourgas en begon onmiddellgk het schavot
op te richten.
Vrjjdagmorgen elf uur aam de beul den
gevangene van de bewaarders over en weinige
minuten later verscheen Angiolillo, gekleed
in een ruw gewaad, met een koord dicht
gesnoerdeen kap met een kruis op het
hoofd jjzers aan zgn voeten en de handen
op den rug gebonden. Hjj werd vergezeld
door geestelijken, die gebeden opzegden.
Slechts enkele personen waren bjj de
executie tegenwoordig. Er wordt verzekerd,
dat de veroordeelde, toen de beuls da handen
aan hem sloegen, nogmaals anarchistische
theorieën verkondigde. Doch de kap werd
broek, tot aan de knieën reeds bjj de
eerst volgende stap steeg bet water hem
tot de heupen, en tegelijkertijd pakte hem
een sterke s room; hij geraakte er nog
dieper in, het stjjgende water benam hem
den adem, een oogenblik streed hij half
zinneloos tegen den stroom, om zich op
de beenen te houden, toen kon hjj weder
vrjjer ademen, en toen hjj zich orienteerde,
stond hij op denzdfde zandbank, van welke
hg was uitge aau. Wat nu? Zwemmen
kon hjj niet. Weder liet hij zgn vlag waaien,
beproefde te rospen, maar zgn stem ging
verloren op de wijde watervlakte alles»
bleef stil, niemand antwoordde, alleen de
golven kwamen sneller van alle zjjden aan.
De eerste golf platste over zjjne voeten, die
diep wegzonken toen vertwijfelde hg.
Een oogenblik hield zgn hart op te slaan,
ééa oogenblik stond hjj als verdoofd, toen
gevoelde hij, hoe verschrikkelijk het was
om hier zoo hulpeloos te staan, zoo zonder
zich zelf te kunnen helpen, onder te gaan.
Zoo nabjj de hulp en die niet te kunnen
ber iken, daar lag het eiland en hg kon er
niet heen. Slechts zoo niet stervenNog
vloeide het warme bloed in zjjne aderen,
nog was zgn oog helder nog zjjne kracht
niet uitgebluscht. Het verlangen om te leven,
naar het onbelemmerd inademen van de
lucht, naar dat, wat elk dier gegund is,
wat zoo kosteljjk is, naar het leven, pakte
hem zoo geweldig aan, dat hjj nogmaals
een luiden schreeuw uitstiet. Altjjd sneller
kwamen de golven nader, reeds steeg het
water ver boven zgn heupengeen drooge
plek was te zien, alles was een golvende
watervlakte was hg verloren?
Wordt vervolgd.
V WJS
nw».