lirt Land van
en
Langstraat
en de Bommelervvaard.
Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden.
M 1623.
WOENSDAG 8 SEPT.
1897.
Brieven uit een Visschersdorp.
•EXJJLLETONo
O
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prgsverhooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Advertentien van 16 regels 50 ct. Elke
meer 71/, et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
IV.
V I S S C H E R IJ.
De tjjden mogen voorbjj zjjn, waarin de
haringviïfcherjj de goadmjjn heette van
Nederland, toch vleien w<? ons, dat het
onderwerp nog genoeg belangstelling zal
inboezemen om er eenige oogenblikken de
aandacht der lezers voor te vragen. In de
dagen toen ook de walvischvangstin Holland
een middel van bestaan was, werd de haring-
visscherjj de groote visscherrj genoemd. Het
springt ieder duideljjk in 't oog, dat zjj
dezen naam te danken had aan het buiten
gewoon groot aantal schepen, die voor dit
doel uitgerust werden.
Hoewel tegenwoordig en vooral dit
jaar de haringvangst verre van een goud-
mjjn is, is het aantal vaartuigen, die er
voor gebruikt worden, nog zeer groot. We
behosven in het voorjaar maar even een
kijkje te nemen in de voornaamste visscbers-
havens, om ons te overtuigen van de be
langrijke plaats, die deze tak van bestaan
inneemt.
De in ons land meest gebruikelijke vaar
tuigen die ter haringvangst worden uitge
zonden zjjn loggers en bomschuiten. De
eersten zullen echter na verloop van tjjd
de laats' .m wel hebben verdrongen. De
bommen, meer bekend onder den naam van
schuiten, hebben platte bodems, en zijn in
gericht om op strand te kunnen staan, in
tegenstelling van de loggers, die kielvaar-
tuigen zgn en dus alleen in havenplaatsen
aan wal kunnen komen. Zg hebben meer'
dan het dubbele aantal manschappen en
zeilen veel sneller dan de bommea, die
echter bijna evenveel laadruimte hebben.
Het voordeel van de logger zit hem voor
na mei ijk in de snellere beweging en de
veel hoogere ouderdom, die zij kunnen be
reiken. Dit laatste is gemakkelijk na te
gaan als men gezien heeft, wat op strand
staande bomschuiten bij hevigen wind van
de golven hebben te verduren en welke
stooten ze vaak bij de aankomst krjjgen.
In den winter en vroeg in het voorjaar
wordtn de manschappen gemonsterd. De
vissehers melden zich aan bjj de reeders
of wat in het dorp, waarover wjj spreken
veel gebeurt reeders of gevolmachtigden
komen hier, waar de burgemeester tevens
waterschout de lui op de monsterrol
plaatst. Op deze monsterrol staan de voor-
EEN NOVELLE VAN HET STRAND.
15)
Geertje lag op haar bed en luisterde naar
het gebruisch der zee, dat van verre at tot
hare voor andere geluiden nauwelijks vat
bare ooren dooidrong. De koperen ketel
zong niet meerhg hiDg aan zijne ketting
boven den uitgedoofden haard, doch Geertje
had geen kracht meer, het vuur weder aan
te maken.
Hare schitterende oogen waren gesloten,
hare uitgeteerde handen grepen en plakten
koortsachtig aan het dek, en hevige koude
deed de oude vrouw beven, die zeer goed
wist, dat dit geen gewone koude was, maar
een voorbode des doods, die zijne schaduwen
reeds over haar gelaat verspreid had. Trot-
seerend en wederstrevend ging hare wil de
onzekere duisternis tegemoet, en de booze
driften haars levens kampten vol vertwijfe
ling tegen haren angst en tegen het nieuwe
gevoel welk haar dreef Sina te roepen. Het
scheen, alsof de last, die zij zoo lang ge
dragen had, haar wil verlamde en zg nu
van Sina verlichting kon verwachten.
Huiverend trok zij het dek hooger over
de schouders, sloeg de moede oogleden op,
en zag naar Sina, die toevend aan de deur
stond.
>Eindeljjk«, zeide zij met eene zwakke
waarden, waarop de vissehers worden aan
genomen en de verplichtingen, waaraan zij
zich te houden hebben.
De vissehers verhuren zich op tweeërlei
voorwaarden, te weten op vast geld en op
avontuur, cp geluk of op zegen. De vast-
gelders krggen meestal 9 gld. per week
gedurende den tjjd, dat de teelt duurt en
dat is onder gunstige omstandigheden van
Pinkster tot Kerstmis. Diö op avontuur
varen, krggen 36 gld. van de 1000 gld.,
die het vaartuig besomt. Op deze wjjze
kunnen de verdiensten mee maar ook zeer
tegenvallen en is de visscherman afhankelijk
van vangst en marktprijs. De vangst loopt
natuurljjk niet alleen het eene jaar en het
andere, maar ook voor elk vaartuig zeer
uiteen. Terwjjl o.a. verleden jaar, toen de
vangst overvloedig was, sommige schuiten
wel 2025 last enkele 30 last en loggers
soms nog meer meebrachten, zgn er nu
verscheidene, die met 3 a 4 last en ook
minder thuis komen. Verleden week kwamen
de 2 schuiten, die ons dorp weder uitzendt
jaren is het geweest, dat geen enkele ter
haringvangst zeilde binnende een met
5 last en een gebroken mast in IJmuiden,
de andere met 7 last hier aan 't strand.
Een last haring is 17 kantjes of 14 tonnen.
Het verschil tusschen een kantje en een
ton bestaat hierin, dat een kantje aan boord
wordt gevuld en dichtgemaakt, terwjjl de
tonnen dezelfde vaten zijn, die echter later
opengemaakt en als de inhoud wat is weg
gezakt (weggesmolten), bijgevuld zgn ge
worden. Het aantal haringen in een kantje
wisselt af van 6 tot 8 honderd, naar gelang
ze mooi van stuk of kleiner zijn. De prjjs is
natuurlijk ook zeer verschillend. Het vorige
jaar werd voor een kantje 8 a 9 gld. ge
maakt, terwijl op 't oogenblik de prijs van
18 tot 20 gld. loopt. Waar dus de vangst
gering is, wordt dit eenigermate vergoed
door de hoogere markt. Dit neemt echter
niet weg, dat de teelt tot heden slecht is.
De meeste schuiten zgn echter pas voor
de eerste keer thuis geweest. Als men nu
weet, dat vele vaartuigen drie keer de reis
doen, heel enkelen 4 keer, maar dat
gebeurt zelden, kan men nagaan, dat er
nog heel wat verandering mogeljjk is.
Zooals ik reeds opmerkte, worden de
bodems tegen Pinkster voor de afvaart
gereed gemaakt. De netten, die in den
winter in gereedheid worden gebraeht, de
zeilen, touwwerk, drinkwater en proviand,
dwaas ding? Ge zjjt nog altjjd een bloode,
en ik weet niet wat Jan aan u vindt.*
Sina was naderbij gekomen, maar bij de
laatste woorden schrikte zjj.
Heeft Jan u gezonden, zjjt gij alleen,
hebt gij hem gesproken?* vroeg Geertje,
de doffe oogon op Sina vestigende.
Jan had het voor beter, voor zgn plannen
doelmatiger geheuden, de oude in het on
zekere over den uitslag zjjner pogingen te
laten. Hij had ze in 't geheel niet opgegeven
en kottsterde altjjd nog hoop, dat Geertje
hem zou toevertrouwen, wat eigenljjk voor
Sina bestemd was.
Angstig keek Sina om, als vreesde zij,
dat Jan in hare nabijheid konde zgn, doch
Geertje hare zoekende blikken bemerkende,
ging voort:
»Kjjkt gjj reeds naar hem uit? Kunt gij
niet een half uur zonder hem zgn? Hij
komt niet zeg ik u. Ik heb met u alleen
te spreken. Kom hier!*
Sina kwam aarzelend naderbjj, boog zich
over Geertje heen en vroeg of zjj ook
helpen kon.
»Mjj helpen?* riep Geerye iets luider met
een henend lachen. »Gij wilt mjj bjj het
sterven helpenDaarvoor heb ik u niet
noodig, uw gezicht is te bleek! Verheugt
gjj u ook evenals alle anderen wanneer ik
dood zal zijn Ik kan nu niemand meer
kwaad doen. Ja ik was altjjd de eerste,
Cassen had wel geljjk, ik wist het beste
wanneer men toegrjjpen kon* hare stem
werd zwakker >het heeft mjj weinig
voordeel gebrachtWie stond ook een arme
vaten en zout worden aan boord gebracht en
elk op de bestemde plaats opgeborgen.
Vooral netten moeten in groote voorraad
aan boord zgn. Meermalen verliest een
vaartuig een gedeelte, of, als het touw
breekt dicht bij het schip, alle netten, die
het uit heeft staan in dit geval is er een
waarde van ong. 600 gld. verloren. De
netten zijn allen met een lijn van 4 vaam
lengte aan een lange, sterke lijn bevestigd,
Deze ligt ongeveer 4 vaam onder de water
spiegel en wordt gedragen door touwen,
die aan drijvende tonnen zijn vastgemaakt.
Het aantal van die dwarsbangende netten
is verschillend, gewoonljjk 1216.
De levensmiddelen zijn hoofdzakelijk
kazen (cakes soort scheepsbeschuit) erwten,
boonen, spek, en bier. Elke schuit krjjgt
ong. 10 kan jenever mee; aardappelen
worden weinig gebruikt, wegens het spoedig
rotten. Het eten aan boord zon een fijn
proever niet altjjd bevallen; uitgezonderd
de verscbe visch en eerste nieuwe, nieuwe,*
zullen onze magen zich niet altjjd met rijst
in bier gekookt en andere vreemdsoortige
mengsels kunnen vereenigen.
De eerste reis komt men gewoonljjk in
de omstreken van de Shetlandsche eilanden,
waarvan de hoofdstad Lerwick bij alle
vissehers welbekend is. Dit oude stadje
heeft 3500 inwoners en heeft 's zomers
veel vertier van eigen schepen en tal van
vreemde visschersvaartuigen van vele natiën,
die het aandoen. Zelf heeft het behalve
haring- ook walvisehvisscherjj. De afstand
van hier naar de bestemming wordt door
een logger bjj zeer gunstige wind afgelegd
in li/* a 2 dagen, door een bomschot in
ruim 3 dagen. Meestal duurt het echter
langer, bjj tegenwind vaak meer dan het
dubbele van dien tijd. De bemanning van
een bomschuit bestaat in den regel uit 6
vissehers en 2 jongens, de schipper op een
bomschuit heeft het dubbele van de gage,
doch is buiten zjjn verantwoordelijkheid in
niets van het andere volk te onderscheiden
hg werkt even hard mee.
Op de heenreis hebben de manschappen
weinig meer te doen dan hun pjjpje te
rooken en een ^borreltje* drinken. Zijn ze
eenmaal in het vischwater gearriveerd dan
neemt hun moeilijk werk een aanvang.
Het vissehen gebeurt 's nachts. In den
avond wordt de lijn overboord geworpen
om dan in den vroegen morgen opgehaald
te worden. Begint men om 4 uur dan is
weggeven Gjj zulthethebben.*
Bare stem stierf weg, eene rilling overviel
haar.
Sina riep geene buurvrouw, er zou toch
niemand gekomen zijn, noch uit liefde tot
Sina, noch uit medelijden met Geertje.
Snel maakte zij het vuur aan, spoedig
zong het water in den ketel en zocht Sina
de th*e onder de voorwerpen rondom haar.
Bevend en steunend lag de oude vrouw ter
neder, onrustig het hoofd heen en we?r
draaiende, doch nauweljjks bad Sina eene
kleine ronde bus gegrepen of zjj richtte zich
met een gil overeind.
»Wat wilt gg? Wilt gij mjj berooven?
Laat bet staan
»Ik zoek de thee,* zeide Sina snel om
baar gerust te stellen. »Gjj bevriest hier, de
warme thee zal u goed doen.*
»Voort, voort,* sprak Geertje met zwakke
stem, de handen afwerend uitstrekkende.
»Ga weg, gjj daar. Niemand zal het hebben.
Ik heb het zoo lang, zoo goed verborgeB
gehouden en geef het niet weg. Of heeft
men het mij reeds afgenomen Dat portret
aan het venster had het om den hals hangen
waar is het, waar is het?*
Zjj greep met sidderende hand naar het
kleine voorwerp, dat Sina haar overreikte,
zonder dat zjj op het meisje achtsioeg.
>Ha, dat is het,* mompelde zjj toen.
Eitje weet niet eens dat ik het heb, zij
had het mij anders niet gelaten, en toen
durf ik het niet weggeven. Ik begroef het
in de duinen en haalde het zoo menigmaal
er weer uit. Toen glinsterde het als enkel
tegen zessen de baring aan boord. Een
paar man winden met een handspaak de
Ijjn op, de overigen halen de netten binnen,
terwijl de jongen één heeft de wacht
de boel opbergt.
Is de vangst groot, dan neemt het kaken
zouten en inpakkm den dag tot laat in
den avond in beslag. Bjj geringe vangst is
het werk minder moeiljjk, maar ook de
verdiens'e minder groot.
De tijd, die de vaartuigen wegblijven is
al heel verschillend. Bjj goeden wind, slecht
water (slecht van eenvoudig vlak
gunstig) en veel visch is een schuit wel
eens binnen 2 of 3 weken terug. Gewoonljjk
duurt het langer, tot 12 weken toe. Dit jaar
heeft de visscherjj veel nadeel van de z.g.
zeekatten, die de haring in menigte ver
slinden en verjagen. De zeekat is de ge-
meene inktvisch, een koppootig weekdier,
dat in een vleezigen zak een naar inkt-
gelgkend sap heeft, hetwelk de schilders
onder den naam van Sepia gebruikenop
den rug heeft het een harde, witte schaal,
aan het strand bekend onder den naam van
zeeschuim, ook wit balein of meerschuim
het wordt gebruikt om mee te poetsen.
Na de laatste reis verdeelt de schipper
het overgebleven voedsel onder de beman
ning, die ook na elke reis samen 2 ton
haring krggen. De moeite van den visscher
wordt echter karig beloond. Groot zgn de
gevaren, moeilijk en zwaar zgn arbeid. Als
hg in den nazomer en herfst bij guur weder
in 't N. van de Noordzee rondzwerft, vaak
met stormen te kampen heeft en arbeidt
steeds met de handen in 't kille nat en als
hem 't water en schuim in 't aangezicht
jaagt, is zgn lot weinig benjjdenswaardig.
Maar de winter is de tjjd van rust, doch
ook vanarmoe en ontbering.
A. C. B.
Buitenland.
De groot-rabbjju van België heeft, evenals
die van Duitschland en Engeland en jood-
sche bladen in Frankrijk, verzet aange-
teekend tegen het congres van de sionisten
te Bazel. Hg stelt voorop dat het streven
van de congressisten van Bazel, hun be
ginselen, hun verklaringen en wenschen ver
af staan van die van het jodendom, en zegt
dat het sionisme eigenlijk alleen aanhangers
telt in landen waar de wet den jood als
vreemdeling behandelt, zooals in Rusland
en Roemenië. Voor de joden is Sion een
het kind en zij moet het hebben, maar
eerst moet zjj onderzoeken, of het portret
het nog omheeft. Waarom komt zg niet?
Zij moet dadelijk komen, ik moet het haar
nog geven.*
»Ik ben hier,* zeide Sina, tevergeefs hare
stem tot bedaren trachtende te brengen.
Welk een afgrond vertoonde zich aan haar!
»Ja, daar zjjt gjj, ja!« antwoordde Geertje,
haar strak aanziende, om hare gedachten
te verzamelen. >Geef mij te drinken, daar
bovenop staat de fDsch, het kop:e daar
naast! Zoo o, dat doet goed!* Zjj
ledigde het kopje en ging toen voort»Zet
u daar neer. Zie, dit zal het uwe zjjn. Ik
schenk het u en gij kunt met Jan naar den
vreemde gaan, het maakt u rijk. Zieis
het niet schoon?
Zij haalde uit het kleine busje eene lange
gouden ketting te voorschjjn, aan welks
eind een groot kruis met witte en groene
steenen flonkerde, die bjj het schijnsel van
het vuur flikkerende stralen schoten. Sina
herkende het terstond en hield met moeite
een uitroep van verbazing en verrassing
terug.
»Het is hetzelfde kruis,* fluisterde Geertje,
en de wilde uitdrukking verscheen weer in
hare oogen. »Het was die bleeke vrouw,
die bg Casseu's huis stond en mjj toelonkte
en zeide het spoedig aan Sina te geven.*
Sina boog zich met haar ontsteld gelaat
voorover om Geertje beter te kunnen ver
staan; daarbjj viel een harer zware haar
vlechten over hare schouders en gleed over
Geertjes hand, die zjj met een woeste kreet
godsdienstige banier, geljjk Rome voor de
roomschen, maar dat doet geen afbreuk aan
hun vaderlandsliefde.
Vrjjdagnacht loste een anarchist te Barce
lona twee schoten op den heer Portas, chef
van de gerechtelijke politie, die zwaar in
de borst werd verwond.
De moordenaar trachtte de vlucht te
nemen. Plantada, chef van de politie, ver
volgde den aanvaller, die verscheidene re
volverschoten op Plantada loste.
Plantada schoot op den anarchist, die ten
slotte in hechtenis werd genomen.
De moordenaar heet Ramon Sempan Bar-
ril. De saamgestroomde menigte was ver
ontwaardigd en trachtte op den moordenaar
de lynchwet toe te passen.
De lieer Portas verzekert, dat zgn aan
valler medeplichtig is aan den moord op
wijlen den heer Canovas.
De moordenaar zal door een krijgsraad
gevonnisd worden. Men heeft op hem zeer
compromitteerende stukken gevonden. Twee
jaar geleden was hjj door den heer Portas
in hechtenis genomen wegens het uitfluiten
der Spaansche vlag in een schouwburg. Hjj
was medewerker aan verschillende revolu-
tionnaire bladen.
Maandag werd gemeld, dat de krjjgsraad
Sampan tot 40 jaar dwangarbeid had ver-
ooroordeeld.
Dinsdag kwam uit Madrid het officieel be
richt, dat de krjjgsraad nitspraak gedaan
heeft tegen den eisch van het openbaar
ministerie en Sampan ter dood veroordeeld.
De admiraals hebben besloten 12 dizer
de blokkade te Kanea op te heffen.
Tengevolge van telkens tegen de Turk-
sche regeering geuite bedreigingen heeft
deze, op des Sultans verjaardag alle ver
dachte Armeniërs (ongeveer 300) in Kon-
stantinopel doen aanhouden, waaronder een
der hoofden, Sekiz genaamd.
Zeven Armenische anarchisten, die bg de
laatste aanslagen gevat zgn, werden ter
dood veroordeeld.
Het zgnBorghos, die de bom te Galata
Serai wierp; Karlet, die de Ottomaansche
bank met een bom in de hand binnendrong;
Ardachesse, een medeplichtige van Borghos;
Serais, chef van het revolutionnair comité
te Galata, en vier andere leden; Mora, Ar-
menak, Muburdar en Abraham.
De beide mannen, die beschuldigd waren
'JBnaSHaHflaaMKSHMKBnBHMHHHHMKMMMMnMMNHHMMBMWI
op eens? zoo lag het ook op mjjne hand,
toen ik het kruis afnam. Wat wilt gjj hier
met uw bleeke gezicht? Neem het zeegras
weg Eitje het is een kind aan hare borst
werp het in zee! Waarom houdt zjj het
zoo vast? Wat had het daar om den hals?
Dit kruis, deze kotting, dat moet ik hebben
dan ben ik in eens rijk. Wat zegt gij
Eitje? Ja, neem het kind, breng het achter
de duinen, opdat het hier niet sterft het
had niets gehinderd, wanneer de golven het
medenamen. Zoo, nu is zg heen. Spoedig,
die ketting hier en dat kruis Wie komt
daar? Het zgn slechts de meeuwen
Spoedig zoo nu is zjj stil. Waarom
gaf zg het niet aanstonds nu mag het
voort drijven. Ja Eitje, de golven nemen
haar mede, ik kon ze niet terug houden, ik
was te zwak en gjj bleef te lang weg. Wat
wilt gij toch bleeke vrouw? Ik heb uw kind
laten leven uw kruis ja zjj zal het
hebben ik zal het haar geven wat
komt gjj steeds nader neem uwe han len
weg, ik stik, hulp hulp!*
Rochelend stierf de stem weg, de handen
zonken neder, een stuiptrekking ging door
al hare leden. Het gezicht verduisterde ouder
de vleugelen des doods en met een laatste
zucht ontvlood de met schuld beladene ziel
het lichaam. Nog eens flikkerde het vuur
helder op, het schjjnsel danste in den haard,
fluitend gierde de wind door de schoorsteen,
strooide de turfasch in het rond en nog eens
het uitgeteerde gelaat der do ode langs strjj-
kende ontvlood hg door de deur achter Sina
heen, die van ontzetting bevende naar de