[let Land van Heusden en Altena, de Langslraal en dc Bommelerwaard.
FEUILLETON,
MADELEINE.
Uitgever: L. J. YEEBMAH, Heusden.
M 1635. WOENSDAG 20 OCTOBER.
1897.
land van alt en a..
leis over „vaderlijke macht
en voogdij."
VOOE
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prijsveikcoging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels SO et. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
De plicht van den Staat, om de bescher
mende hand op afdoende wjjze uit te strek
ken over mishandelde, verwaarloosde en
verlaten kinderen, strekt zich veel verder uit
dan het door ons beiproken wetsontwerp
thans wil gaan. Dit ontwerp laat juist het
voornaamste deel der taak onaangeroerd.
Er zijn een aantal kinderen, ja hun aan
tal is waarschijnlijk het grootst, die gered
moeten worden, onverschillig of er tégen
de ouders geprocedeerd wordt tot ontzet
ting uit de vaderlijke macht of de voogdij,
en geheel afgescheiden van de vraag, hoe
dat proces eindigt.
Ze moeten van de straat, ze moeten van
levenswijs veranderen, ze moeten onderwijs
genieten, ze moeten onttrokken worden
aan den verderfeljjken invloed der hen om
ringende wereld, ze moeten bewaard en ver
zorgd worden.
Al die arme bedelaartjes en zwervertjes,
al die in het wild opgroeiende kleinen,
moeten althans voorloopig ergens geplaatst
worden, in afwachting van hetgeen er verder
gebeuren zal
Volgens de Fransche wet kunnen alle
zwervende kinderen, alle kleine bedelaars,
licifersventers, bloemenverkoopstertjes en
anderen, van wie het volstrekt niet vast
staat, dat de ouders ze mishandelen, zich
onttrekken aan alle zorg of een ander feit
plegen, als het ware van de straat worden
genomen en in gestichten verpleegd en
opgevoed, en het is aan deze kinderbescher
ming, dat de maatschappij, ook by ons, de
meeste behoefte heeft.
Of kennen wij ook niet de openbare
kinderverwaarloozing, die volstrekt niet valt
in de termen der strafwet, en die zelfs in
vele gevallen moeiljjk tot ontzetting uit
de ouderlijke macht zal kunnen leiden en
in elk geval den kinderen eerst ten goede
kan komen wanneer het proces tegen de
ouders is afgeloopen?
Er zijn zoovele kleinen, die in kennelijk
verlaten toestand worden aangetroffen, zwer
vende in de straten onzer groote steden
of langs de dorpen, zonder bestaansmiddel,
dan alleen het bedelen en, by noodzaak,
hst stelen. Zoovelen, niet direct verlaten,
worden aangetroffen in bijzjjn van personen
die in denzelfden toestand verkeeren. Hun
geheel bestaan is één doorgaande verwaar-
loozing en van zelf eene opleiding tot het
O
De zee bruiste en spatte over en tegen
de scherpe steenen, donkere wolken trokken
aan den hemel samen en ik liet mjjn hoofd
in mjjne handen rusten en zonk neer op
den steenachtigen oever. »Dcod! Zjj waren
dood
Myn smart over hun dood was onbe-
schrjjfeljjk; de met bloedvlekken bedekte
dolk brandde in mjjne ijskoude band en
Fatima's glansloos sieraad ontviel aan myne
koude vingers. Daarna echter herkreeg ik
myn volle kracht en myn ijzeren wil, ik
ontdeed my van myn mantel, wikkelde dien
vast om dolk en diadeem en slingerde beide
ver weg in de oneindige zeenog eenmaal
schitterde de kling in de zon, toen zonk
zy naar de diepte in het eindelooze graf.
Ik echter hief myne handen biddend naar
den hemel en riep myn vaderland een laatst
vaarwel toe, ik moest nu scheiden oua het
nooit terug te zien!*
Hier zweeg Kaïri-Jaffta, en haalde diep
adem, drukte zijn hand tegen voorhoofd en
oogen en bleef eenige oogenblikken onbe
weeglijk zittentoen vervolgde hjj zacht
en kalmer:
«Langen tijd heb ik rondgezworven,
zonder doel, aan de noordkust van Afrika;
kwad3. Waarom deze kinderen niet opge
nomen in een gesticht? Waarom aldus het
kwaad niet in den wortel aangetast?
De vraag is in zeker opzicht gemakke
lijk te beantwoorden. Dat kan alleeD, wan
neer voor voldoende plaatsen gezorgd wordt,
wanneer de particuliere liefdadigheid door
de wet wordt gesteund, de inrichtingen
geldelijk geschraagd en voldoende gecon
troleerd.
Ook volgens het ontwerp door de vorige
regeering ingediend moet voor kinderen,
die aan de macht hunner ouders worden
onttrokken, gezorgd worden. Besturen van
vereenigingen, stichtingen of instellingen
van weldadigheid kunnen met de voogdij
worden belast, en dit is op zich zelf zeer
goed, maar de voogdjj van particuliere
personen zal wel hoofdzaak bljjven, en ten
opzichte van verwaarloosde kinderen komt
ons dit zeer bedenkelijk voor. Zulke kin
deren moeten in eene andere en betere
omgeving komen en worden opgenomen
in gestichten, welke daartoe opzettelyk zjjn
ingericht en in staat zijn om te redden
wat op de gewone wijze niet te redden is,
want een particulier persoon uit de om
geving van een totaal verwaarloosd kind,
zal nooit of hoogst zelden tact en leiding
genoeg voor zulk een zware taak bezitten.
Intusschen helpt het niets, de betreffende
gestichten van weldadigheid met kinder-
voogdjj te belasten, wanneer die gestichten
niet behoorlyk geldelyk worden ondersteund
en daarentegen onder voldoend toezicht van
regeeringswege worden geplaatst.
Men moet niet vergeten dat, zullen de
gestichten goed aan hun doel beantwoorden,
zy daartoe toch moeten worden in staat
gesteld, en dat de particuliere liefdadigheid
volstrekt niet eindeloos i3. Trouwens, er is
hier sprake van Staatsbelang of Staatsplicht,
want dit is hier volmaakt hetzelfde. Het is
geen zank van liefdadigheid alleen en de
Staat meet niet afhankelijk zjjn van het
goedvinden van de gestichtsbesturen. In
tegendeel moet de rechter kunnen gelasten,
dat zeker kind in zeker gesticht zal worden
opgenomen. Hjj moet dus volkomen op de
hoogte zjjn van de instelling, haar aard en
wijze van handelen.
Wat het toezicht betreft, heeft het ont
werp van den Minister van der Kaay wel
getracht iets dergeljjks in het leven te
roepen, door de bepaling dat de Officieren
van Justitie en de gemeentebesturen de
kindergestichten moeten bezoeken.
Zal zulk een voorschrift echter wel van
practisch nut zjjn?
eerst trok ik naar Tripolis en moest verder,
zag Tunis en vond ook daar geen rust.
Eindelijk kwam ik vermoeid en onverschil
lig in Algiersdaar stonden vjjge- en dadel-
boomen, daar wilde ik myn tent opslaan.
Het ging mjj goed, ik verdiende ruim
myn brood, maar tevreden was ik niet,
gelukkig voelde ik mjj ook niethet ver
leden wilde mjj niet uit de gedachte, ik
kon mjjn vaderland niet vergeten en of
schoon ik menig schoon en bevallig meisje
zag, kon ik toch geen enkele beminnen
Het was mjjn innigste wensch te sterven,
ik wilde echter den dood niet met geweld
zoeken, en zoo klonk mjj dus de tjjding
als muziek in de ooren dat Frankrjjk oorlog
wilde voeren en zjjne troepen in Afrika bij
het leger zouden ingedeeld worden. Ik be
sloot mjj als soldaat aan te geven en myn
handel aan kant te doen. Ik wilde mee
naar Frankrjjk trekken en daar, in den
oorlog tegen den onbekenden vyand, een
roemvollen dood zoeken. Met een opgeruimd
hart liet ik mjj inly ven bjj de Zoaaven,
werd ingescheept en landde aan de Fransche
kust. Daar aangekomen trokken wjj naar
het noorden, door mij geheel vreemde
streken, maar ik lette nauwelyks op alles
wat mjj omringde, ik had daarvoor geen
oog en verwachtte vol ongeduld den eersten
slag. Hij kwam ook Het was een bloedige
dag die voor ons aanbrak. De vyand was
dapper, de Franschen waren door de ver
twijfeling half razend en het gewoel van
den strjjd was hevig en bloediger dan ooit.
Ik vocht met de grootste doodsverachting,
Daaraan twyfelen wjj ernstig, wanr.eer
wjj in overweging nemen, dat die autori
teiten daar zullen komen zonder eenig
bijzonder gezag, en vooral dat de besturen
der instellingen geene bepaalds voorschriften
zullen hebben na te komen, van overheids
wege gegeven. Alles gaat zoo op goed
geloof af, en dat is hier, dunkt ons, mis
platst. Wjj zonden wel degelijk waarborgen
verlangen, dat de moeieljjke taak der kinder
voogd jj door gestichten, met groote zorg
en nauwkeurigheid plaats vond, en dat
meent men wel te verkrijgen door ook over
de bedoelde kinderen een toezienden voogd
aan te stellen, maar dat zal niets dan last
geven voor de besturen. Zy zullen, zeer
tegen hun zin, met een groot aantal ver
schillende personen van allerlei slag te
maken hebben, en dat zal de taak bemoeie-
ljjken, zonder wezenlijke waarborgen te
geven.
Tot nu toe schjjnt de Brusselsche ten
toonstelling fr. 300,000 tekort op te leveren,
maar de regeering heeft een subsidie van
van het dnbbele toegezegd en er zal dus
geen eigenljjk tekort zjjn.
De groote vraag naar kolen en cokes in
Westphalen blijft voortdurend aanhouden.
De industrie zoowel als de handelaren drin
gen aan op zeer groote afzendingen. Van
Ruhrort wordt nog veel verscheept, door
goeden waterstand.
De verzendingen per spoorweg zjjn grooter
dan ooit te voren. Tusschen 14 en 15000
wagens worden dagelyks verlangd, en da
gelijks schieten de spoorweg-maatschappijen
te kort in het verschaffen van het noodige
materieeldeze week worden tot over de
2000 wagens te min per dag gesteld.
Dat hierdoor groote moeilijkheden ont
staan en de handel Z9er lijdt, is te be
grijpen, vooral daar in de eerste maanden
geen betere toestand wordt verwacht. Het
wordt voor de leveranciers ondoenlijk aan
alle aanvragen te voldoen.
De werkstaking te Luzern breidt zich
thans over alle metselaars uit, er wordt aan
geen enkel gebouw meer gewerkt. De stakers
zijn zeer rumoerig. De infanterie en cavalerie
zjjn geconsigneerd. Men vreest dat alle leden
van het Werkliedenverbond zich bjj de strike
zullen aansluiten.
Het bericht, dat de Carlisten wapenen in
Spanje invoeren, wordt tegengesproken. Een
Carlistisch afgevaardigde moet zelfs ver-
begaf mjj zonder vrees tusschen de gelederen
der vijanden en bracht die dappere mannen
dooi en verderf; zjj behaalden de over
winning eindelijk door da overmachtTal-
looze dooden bedekten het bloedige slagveld,
menig dappere bruine kameraad sliep voor
eeuwig, ik leefde echter.
Het verdere van mjjne geschiedenis kent
gjj, schoone leermeesteres, maar hadt gij
ooit de hooge palmen van myn vaderland
hooren fluisteren, hadt gij ooit uwe blanke
leden laten rasten op het gele zand der
woestjjn en uwe dorstige lippen bevochtigd
aan de bron van de weelderige oase, dan
eerst zoudt gjj mjjn verlangen kunnen be-
grjjpen, dat mij zoo sterk naar myn ge
liefd vaderland trekt, mjjn vaderland, dat
nu zoo ver van mjj is in het zuiden, zoo
onbereikbaar met zijn zonnehitte, zjjn pracht,
zjjn woestjjnen en oasen!*
Kaïri Jaffta liet zjjn hoofd rasten op zjjn
gebruinde hand en staarde in de vroolijk
brandende vlammen van het haardvuur.
Eensklaps echter richtte hjj zich levendig
op en keek met stralende oogen in het
bloeiende gezichtje van Madeleine.
»En al heeft het vaderland ook alles wat
schoon is* vervolgde hjj met vuur, «er is
toch iets wat men er niet vindt, en dat
zjjn vrouwen met goudblond haar!*
De molenaarsdochter keek hem met de
grootste verbazing aan en vroeg ongeloovig
lachend: «Goudblond haar? Heeft men bjj
u dan in het geheel geen blonde meisjes,
Kaïri Jaffta.*
Hij schudde ontkennend het hoofd en
klaard hebben, dat de Carlisten nimmer
de wapenen zouden opvatten, zoolang de
Cabaansche opstand duurt.
Koningin Margherita van Italië hai een
boerenmeisje, dat een paar handschoenen
voor haar gebreid had, een ander paar
teruggespoordéén handschoen was gevuld
met geld, de andere met bonbons. Het kind
moest haar schrijven, welke handschoen
haar 't best bevallen was. AntwoordLieve
Koningin Uw geschenk heeft me veel tranen
gekost: «vader heeft me't geld afgenomen
en mjjn broeder de bonbons*.
In 1896 hebben 200,000 Italiaansche land
verhuizers de haven van Genua verlaten.
Een groot plan is aan den Russischen
Minister van Verkeer voorgelegd. Het is
ontworpen door den heer Ragorin en be
treft het graven van een renzenkanaal van
de Dnjepr naar de Dwina, dat een recht-
streeksche verbinding zou maken tusschen
de Zwarte Zee en de Oostzee.
Uit Petersburg wordt gemeld, dat het
proces tegen Koroeloff, die in Ternowka
zoovele menschen aanspoorde om zich in
een vlaag van godsdienstwaanzin te laten
inmetselen en zich levend te laten begraven,
in de doofpot gestopt en Koroeloff zelf in
een klooster gezet is. Misschien meende men,
dat Ruslands aanzien door het proces in
gevaar gebracht zou worden. Men heeft dan
echter, zooals een bnitenlandsch berichtgever
opmerkt, ongeljjk gehad, want «voor der-
geljjke monumenten van menschelyke dwaas
heid, als de zelfbegraving der boeren in
Ternowka, is niet Rusland alleen, maar
veeleer de gansche menschheid verantwoor-
deljjk te stellen.*
Het Russische pantserschip «Hangoudd,*
dat dezen zomer op de Finsche kust ter
hoogte van Viborg gezonken is, zal gelicht
worden door eene Zweedsche maatscbappjj.
Zoo gauw de winter ingetreden is, begint
men op het jjs woningen te bouwen voor
de arbeiders en loodsen voor de werktuigen.
Duikers zullen nauwkeurig de plaats bepalen
waar het schip ligt en de noodige voorbe
reidingen treffen om in 't voorjaar, zoodra
het jjs smelt, tot het lichten te kunnen
overgaan. Het lichten geschiedt door middel
van drjjvende bokken, opzetteljjk daarvoor
in Zweden gebouwd.
De mohammedaansche en Joodsche koop
lieden en notabelen te Chania hebben aan
de vreemde vlootvoogden een verzoekschrift
gericht, waarin zjj hun verlangen uitdrukken
antwoordde: «Fatima was de schoonste van
alle meisjes en vrouwen, maar zij was zwart
evenals de anderen, zwart als ebbenhout.*
«Dus schijnt de zon bjj u alleen aan den
hemel?* schertste Madeleine. «Bjj ons strooit
zjj haar goud op het hoofd van hare lieve
lingskinderen, dat zijn de blonde meisjes en
in hare oogen vindt men het blauw van
den hemel!*
De zoon van de woestjjn keek haar langen
tjjd zwjjgend aan en sprak toen op treu-
rigen, zwaarmoedigen toon: «Dus gjj zjjt
een gelukskind, Madeleine, met uw goud
blond haar en blauwe oogen, de zon schonk
u geluk, mjj betastte zij hoofd en hart met
den donkeren nacht en schonk mjj slechts
de hoop om eens dien glans van den hemel
te veroveren in het leven of in den dood!*
Zoo verliepen de dagen en de dagen
werden weken. Kaïri-Jaffta was nog steeds
als gast in de molen. Maar hjj was een
aangename gast. Hjj sprak en vertelde van
vela wonderbaarlyke, belangrjjke zaken uit
vreemde landen waar vader Pierre of Ma
deleine nooit van gehoord hadden. Geen
van beiden werd dan ooit moede naar
hem te luisteren. Vader Pierre wandelde
dik wjj ls met zjjn gast het eenzame tuintje
op en neer. Dan vertelde Kaïri-Jaffta van
de wilde jachten in Arabië, zjjn vaderland,
ook wel van woeste oorlogen en de molenaar
bleef van verbazing staan en zjjne oogen
hingen letterljjk aan de lippen van den
vurigen Beduïn van het Zuidenen als zjj
in de huiskamer aan de vierkante tafel
zaten en de zoon der steppen met hart-
dat het plaatseljjk bestuur op Kreta geld
zal leenen om hen schadeloos te stellen
voor de verliezen, door de troebelen in den
laatsten tijd door hen geledenanders zonden,
zjj niet aan hnn verplichtingen kunnen
voldoen, en de belangen van de Euro-
peesche schuldeischers zonden daarby zeer
benadeeld worden.
Met Kreta is mon nog lang niet in 't
reine! 't Wordt ondertusschen steeds ernsti
ger op het eiland. Volgens berichten nit
Kandia zjjn de bezittingen der Christenen
voor 't grootste deel verwoest en worden de
noodlijdende Turken met dnbbele hoeveel
heden meel voorzien van Konstantinopel uit,
terwjjl ook in 't binnenland honger wordt
geleden.
Gesproken wordt nu van de mogeljjkheid,
dat Kreta wordt afgestaan aan een der
groote mogendheden, ter voorkoming van
alle moeielykheden en dan wordt maar
schalk Kamphövener-pacha genoemd als
opperbevelhebber over de Turksche en Enro-
peesche troepen met de ontwapening van
Christenen en mahommedanen tot taak 1
een ondernemen, dat feitelyk niet is uit te
voeren in verband met den toestand van
Kreta's binnenland.
De Konstantinopelsche correspondent der
«Standard* beweert, dat Turkye voortdurend
voortgaat met het nemen van oorlogstoe
rustingen. En hjj baseert zjjn oordeel op
vjjf Irade's, welke de a veertien
dagen zijn uitgevas De Irad:
beveelt de mobilisatie van vjjftig bataillons
in Anataliëfle tweede geeft den opper
bevelhebber van het derde leg '.rcor bevel
onmiddellyk twintig tai'lons geregelde
troepen naar Thessaüe 1 i
vanging van de twintigduizend Redifs, die
sterk onder den in ot d van het Klimaat
moeten lijden.
Deze Redifs zullen noch naar de Bul-
gaarsche, noch naar de Montenegrijnsche
grens worden gezonden, doch gereed worden
gehouden om op het eerste bericht met
gezegelde orders te kunnen vertrekken.
Bjj de derde Irade wordt bevolen, dat
de opperbevelhebber van het vierde leger
corps te Erzinghain veertig bataillons mo-
biliseere in haar volle st9rkte, opdat dit
legercorps zal bestaan uit acht divisies.
Vermoedeljjk zullen nog vier reserve-divisiss
voor dit legercorps gevormd worden.
De vierde Irade bepaalt, dat de Hamidieh
cavalerie voortdurend op voet van oorlog
moet worden gehouden, terwjjl bij de vjjfda
Irade de benoeming wordt gelast van een
stochteljjke gebaren zjjn rjjke avonturen
schilderde, dan kon de oude man zich niet
weerhouden zjjn glas op te nemen en het
den verteller aan te bieden met: «Op nw
gezondheid dappere Kaïri-Jaffta.*
Zoo liet hij hen in gedachten leven in de
pracht en de heerlykheden van zjjn vader
land, zoo wist hij steeds van nieuwe won
derdingen te verhalen. Madeleine meende
in eene andere wereld te leven, zjj had soms
moeite hem met hare gedachten te volgen.
«Hoe kondt gjj echter dat heerljjke vader
land zoo snel verlaten Kaïri Jaffta?* vroeg
Madeleine, met van opgewondenheid gloei
ende wangen. «Was het vaderland dan niet
groot genoeg om u een schuilplaats te bieden
voor den toorn van uw vader?*
«Ik moest myn vaderland verlaten, er
was my geen keus meer gelaten,* sprak
Kaïri-Jaffta op doffen toon.
«Eu zjjt gjj dan nooit te weten gekomen
op welke wijze uw zuster gestorven is?«
Toen schoten zjjne zwarte oogen vlam
men en zjjne handen balden zich als in een
plotselinge weede: «Ja zeker weet ik
dat!* klonk het bitter uit zjjn mond.
«Wilt gjj het niet zeggen, Kaïri-Jaffca?
Waarom niet?*
«Het is beter, dat ik het u niet zeg!*
antwoordde hjj zacht.
«En den koopman hebt gjj nooit meer
gezien?* vervolgde het meisje hardnekkig.
«Wat is er vau hem geworden na Fatima's
vlacht?*
III (Slot).
Buitenland.
Wordt vervolgd.