!lel Land van flensden en Allena, de Lanrslraal en ile Bommelervvaard.
o
M 165-4.
FEUILLETON.
Het teeken der Vier.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden,
VRIJDAG 24 DECEMBER.
1897.
Brieven uit een Visschersdorp.
x.
UND van altena.
VOOB
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjisveihooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege]
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Adrertentiën worden tot Dinsdag- en Vrpdagarond
ingewacht.
In het Nummer dat
op 1 Januari a.s. ver
spreid wordt, zal weder gelegenheid
gegeven worden de gebruikelijke
NIEUWJAARSGROET te plaatsen.
Voor tijdige toezending beveelt
zich beleefd aan
DE UITGEVER.
BEHOUDEN TEELT.
De vi8schers zjjn thuis. De teelt is afge-
loopen voor dit jaar. Andere visschers.
plaatsen zjjn niet zoo gelukkig, als ons
dorp. Velen zjjn daar nog niet terug en
verscheidene zullen nimmer dit geluksmaken.
In alle nieuwsbladen heeft men kunnen
zien, dat de haringvisscherjj weder tal van
zeelieden het leven heeft gekost. De stormen
in de laatste weken hebben het hunne
gedaan om het aantal offers groot te maken.
Ohs dorp echter heeft geen enkel menschen-
leven te betreuren. Yelen waren er, die
slechts lnttel loon medebrachten, maar allen
keerden weer. Meer dan vjjfhonderd zeilden
uit, en de meesten van dezen waren met
stormweer nog in zee. Yelen ervan zagen
andere vaartuigen vergaan, de opvarenden
verdrinken, zonder dat iets ter redding kon
gedaan worden. Anderen hadden het voor
recht minder gelukkige lotgenooten op te
nemen en weer anderen kwamen met ont
redderde bodems een vreemde haven binnen.
Het moeilijkste voor den visscher is het
najaar, 't Gure weder maakt den arbeid
zwaarder, daarbjj worden de gevaren grooter,
de verdiensten vaak minder. Verschrikkelijk
is het lot van den visscherman als storm
en golven zjjn vaartuig ontredderen, tot
een wrak maken, als hun speelbal omhoog
slingeren en in den afgrond werpen, en
eindeljjk doen zinken of verbroeien. Wjj
kunnen ons onmogelijk indenken in hun
toestand, wjj hebben ge,*n begrip van de
kracht van het water, van de woede van
h t kokende sop, tenzjj we zelve getuige
zjjn geweest van zoo vreeseljjkeenschouwspel.
Voor zoover ik zelve door verhalen van
ooggetuigen me een voorstelling heb kun
nen maken van een schipbreuk op volle
zee, wil ik trachten er den lezers eenigszins
eene besehrjjTing van te geven. Geven we
door A. Conan Doyle.
(1
De kennis der gevolgtrekking.
De detective Sherlock Holmes nam een
ff scbje van den schoorsteenmantel, en zjjn
werktuig vcor onderhnidscbe inspuitingen
uit zjjn marokjjnen fond raai. Met zjjn lange,
witte, zenuwachtige vingers bracht hij de
fijne naald in orde en schoof de linkermouw
van zjjn overhemd omhoog. Gedurende
eenigen tjjd bleven zjjne oogen nadenkend
op den gespierden voorarm en pols gericht,
die met ontelbare teekenen en inprikkingen
als bezaaid waren. Eindeljjk trok hjj de
scherpe punt terug, drukte den kleinen
piston omlaag en zonk met een lange zucht
van voldoening in den fluweelen armstoel
terug.
Driemaal per dag was ik reeds gedurende
verscheidene maanden getuige geweest van
deze verrichting, maar de gewoonte was bjj
mij in dit opzicht geen tweede natuur ge
wordt n. Integendeel, van dag tot dag stond
mjj het gezicht ervan meer tegen, en eiken
avond vtrweet ik mjj mjjn gebrek aan moed,
cm mg er tegen te verzetten. Herhaaldeljjk
had ik mjj reeds ten stelligste voorgenomen
om mjj daaromtrent de noodige opheldering
te verschaffen, maar er lag zooveel koele
onverschilligheid in het voorkomen van mgn
daartoe een vLschsr het woord, die op een
schuit (bom) in d; verte aanschouwde, wat
hier beschreven wordt.
»We waren op de terugreis en kond.n
zonder ongelukken in een paar dagen aau
wal wezen. De wind was hevig, toen we
de terugtocht aanvaard len en nam gaande
weg toe. Eindeljjk was het een vliegende
noord wester. Onze schuit was slechts een
paar jaar oud en hecht en sterkwe waren
behalve de jongen met ons zessen en al
zeg ik het zelf, allen flinke kerels en goede
zeelui ook. Voor een beekje wind behoefden
we dus geen vrees te hebbende storm werd
ten laatste zoo hevig, dat we toch ook ver
van gerust waren. Tjjd om te denken hadden
we echter weiniger is wat noodig om met
zulk weer de schuit te besturen en 't is
dubbel zwaar werk. De jongen lag in 't
vooronder te bidden. Een hevige rukwind
draaide de schuit finaal om en toen we juist
voor de zooveelste maal zeil minderden riep
de schipper: >zeil aan bakboord. Een schuit?
Neen een logger, 'k geloof een Engelsch-
mnn.« Allen richtten de oogen naar de aan-
geduidde richting en omhoog geworpen door
een hooge golf zagen we niet alleen een
Engelsche logger, maar ook een onttakelde
Hollandsche bomwe dachten e8n Sche-
veninger, maar het zeil was zeker met den
mast overboord geslagen, we konden het
dus niet vast onderscheiden (enkele letters
op het groote zeil duiden den naam aan
van de plaats, waar 't vaartuig thuishoort,
b.v. T x., Sc h., E g m.) We znllen zoo
wat een kleine 1000 M. van deze vaartuigen
verwjjderd zjjn geweest en konden bjj tus-
schenpoozen alles dnideljjk onderscheiden.
De Engelschman lag niet ver van de schuit.
Hooren konden we natuurlijk niets van 't
gebulder van den wind, duidelijk konden
we echter zien, dat ze op de schuit om hulp
riepen. Nu, die kouden wjj niet verleenen
al hadden we er den hemel mee kunnen
verdienen. We hadden slechts ons zeiven
in 't verderf kunnen storten, want als we
in de richting van de schuit hadden ge
stuurd, zouden we er óf veel te ver af ge
bleven zijn, dat ze toch niet over konden
springen öf we waren er tegen geslingerd
en dan waren we beiden aan splinters ge
weest. Bovendien was de schuit op punt
van zinken en dan waren we mee naar de
kelder gegaan. De boeg was ingedrukt en
het roer scheen er ook af te wezen, ze
konden tenminste niet sturen.
De Engelschman had echter een sloep
metgezel, dat elkeen zich wel in acht zou
nemen zich eene onbescheidenheid tegenover
hem te veroorloven. Zjjn kracht, zijn ge
biedend uiterljjk en de ondervinding die ik
bezat omtrent zjjne vele buitengewone
eigenschappen, dit alles hield mjj ervan terug
en maakte mjj besluiteloos om hem in den
weg te treden.
Maar, op bovenvermelden achtermiddag
was mjjne zelfbeheersching ten einde en
gevoelde ik, dat ik mjj niet langer kon
bedwingen.
»Wat is het vandaag,* vroeg ik, mor
phine of cocaïne?* Hij hief zjjne oogen
langzaam op van het notitieboek dat hjj
geopend h&d.
»Het is cocaïne,* zeide hjj, »een oplos
sing van zeven percent. Zoudt gjj het soms
eens willen beproeven?*
»In geen geval,* antwoordde ik haastig,
»mjjn gestel is de campagne in Afghanistan
nog niet te boven. Ik kan het nog niet
wagen om mjj buitengewoon in te spannen.*
Hjj glimlachte om mjjne voorgewende
zwakte. Wellicht hebt gjj geljjk, Watson,*
ze:de hjj, »ik veronderstel dat haar invloed
physiek slecht is. Ik voor mij vind het
echter zoo uiterst prikkelend en opklarend
voor den geest, dat de latere werking slechts
van zser korten duur is.«
Bedenk echter,* hernam ik ernstig, »wat
er de gevolgen van zijnUw brein moge,
zooals gjj zegt opgewekt en verhelderd
worden, maar het is een ziekeljjk proces,
dat ten zeerste op de longen werkt en ten
laatste een permanente zwakte kan teweeg
brengen. Gjj wett zelf, welk een onaange
name reactie gjj ondervindt. Waarlgk: het
aan boord en werkelijk was bjj mensch-
lievend genoeg om zjjn leven te wagen. De
sloep zagea we neerlaten, maar toen we na
eenig -' oogenblikken hem weer konden zien,
lag de sloep onderst hoven. We dachten
eerst, dat de boot verloren was, maar
weldra zagen we, dat ze met het donki werd
opgeheschen (een z.g. donki is een stoom
machine locomobile die bjj grootere
vaartuigen voor het iahalen der netten
wordt gebezigd, een ljjn wordt opgewonden
en zoo werd ook nu de sloep ingehaald).
De Engelschen waren brutaal hoor, want
ze probeerden 't weer en nu ging het beter.
Ik verzeker u, dat we respect hadden voor
de 8 Ini, die in de boot gingen. Zoo goed
en zoo kwaad het ging roeiden ze naar
het wrak, waar ze in doodsangst om hulp
bleven schreeuwen. We telden er zes man
op. Toen ze er vlak bjj waren werd de
boot op eens opgenomen en kwam boven
op de schuit terecht. Zou ze nu mee naar
de haaien gaan of zou ze er weer afge
slagen worden. Een paar minnten zagen
we niets, want we kregen een klap water,
dat we genoeg met ons zeiven te doen
hadden en toen we weer konden zien, dreef
de boot nu met 6 man dicht bij de schuit.
>Goddank< riepen we, »dat zjjn nog eens
kerels!* Maar we hadden te vroeg ge
roepen, want meteen slaat de sloep om en
alle 6 waren verloren. Een zwom nog tot
dicht bjj de schnit. Toen kwam er een
zee en ook hjj ging naar de diepte. Als
het onze broeders waren geweest, konden
we niet meer schrikken, we waren er
ontdaan van.
Een paar van ons wilden er nog heen,
maar de schipper was wjjzer. 't Helpt toch
niet jongens, schreeuwde hjj ons toe door
't gedruisch van 't water en den wind. Ze
zijn verloren en als we niet te laat komen,
zijn we zelf ook weg. Hjj had gelijk, want
al spoedig zonk de schuit weg, onderwjjl
de Engelschman ook zjjn best deed er zoo
ver mogeljjk vandaan te komen. Biddend
met de handen ten hemel, zagen we de drie
overigen 't laatst op 't achterdek. En wjj
allen, we baden in gedachte mee, maar niet
voor redding, menschelijke macht kon geen
hulp meer bieden we baden, als zij
zei ven, tot heil hunner ziel. En toen zagen
we niets meer9 zeelieden voiaden hun
graf in de golven, waaronder de Engelsehe
schipper zelf, zoo we later hoorden.
God geve hun vredeAmen.*
Is het te verwonderen, waarde lezer, dat
sop is de kool niet waard. Waarom zoudt
gjj, voor een kort voorbijgaand genoegen,
het verlies riskeeren van de groote gaven
waarmede gjj bedeelt zjjt? Herinner u, dat
ik niet alleen tot u spreek als kameraad,
maar tevens als geneeskundige die eenigs
zins voor uw gestel aansprakeljjk kan geacht
worden.*
Hij scheen geenszins beleedigd te zijn.
Integendeel; hjj voegde zjjn vingertoppen
te zamen, en steunde zjjne ellebogen op de
leuningen van zijn stoel, als iemand die
gaarne wenschte te redeneeren.
>Mjjn geest verzet zich tegen al wat
>8tilstand< heet,* zeide hij. »Geef mij pro-
blema's, geef mjj werk, geef mjj het inge
wikkeldste geheimschrift, of de meest raadsel
achtige analyse, dan ben ik in de mjj eigene
atmosfeer. Dan heb ik over wonderbaarlijke
middelen te beschikken. Maar ik verafschuw
de onbeduidende »sleur« van het menscheljjk
bestaan. Ik smacht naar geesteljjke ver
heffing. Dat is het ook waarom ik mjjn
eigen bijzonder beroep gekozen, of beter
gözegd: geschapen heb, want ik ben de
eenige op dat gebied in de wereld.*
»De eenige particuliere detective?* vroeg
ik, groote oogen opzettende.
>De eenige particuliere, consulteerende
detective,* herhaalde hij: »ik ben het laatste
en hoogste Hof van appèl voor onthullingen.
Als Gregson, Lestrade of Athelney Jones
ten einde raad zjjn iets wat dikwjjls
voorkomt dan wordt de zaak aaE mij
voorgelegd. Ik onderzoek den data gelijk
een gezworene, en spreek dan een oordeel
uit gsljjk een specialiteit. Ik verlang geen
lof bjj dusdanige gevallen. Mjjn naam figu-
een zeeman godsdienstig is A. C. B.
P.S. Volgens latere lezing zjjn de laatste
3 nog door de Engelsche logger gered.
Dit moet echter gebenrd zjjn, toen de ver
teller al uit 't gezicht was.
Buitenland,
De toestand in China is verre van roos
kleurig, en veel zal bjjgelegd mosten worden,
willen de dreigende wolken die zich thans
vertoonen, geheel weggetrokken zjjn. Lezen
wjj verschillende bladen, dan kunnen we
hieruit het volgende mededeelen
Onmiddelljjk nadat in Japan het bezetten
van Port Arthur door de Rossen bekend
werd, is een sterk escader in zee gegaan
klaarblijkelijk dus een bewijs, dat de Ja-
panneezen zich niet bjjzonder op hun ge
mak gevoelen. De Japansche pers echter
bewaart een kalme houding, het volk toont
zich min of meer onverschillig en er is
geen sprake van het nemen van krachtige
maatregelen tot het beschermen der Ja
pansche belangen in de Chineesche wateren.
»De berichten over de groote opgewon
denheid, welke in Japan moet heerschen
wegens de jongste gebeurtenissen aan de
Chineesche kust, komen waarschjjnljjk meer
overeen met den wensch dan met de wer
kelijkheid. Na het eerste bericht over de
Duitsche bezetting zijn de Japanneezen in
elk geval zeer rustig gebleven en is er
door hen zelfs op gewezen, dat Duitsch-
land, nadat Frankrijk en Rusland reeds de
belooning voor bun inmenging ten gunste
van China tegen Japan hebben gehaald,
nu ook wel mag nemen waarop het aan
spraak maakt. Daar de bocht van Kiaot-
schau ligt in de nabjjheid der zone van
den Russischen invloed, mag worden aan
genomen, dat Duitschland het vooraf met
Rusland eens is geweest. Zoo spreken de
Japansche bladen en in deze rustige opvat
ting zou een totale wijziging moeten zjjn
gekomen, wanneer men zich thans zoo op
gewonden toonde. Ook het vertrekken van
een sterk escader bewjjst nog geenszins, dat
Japan denkt aan een waaghalzige politiek.
Het houdt de haven van Wei-Hai-Wei vol
gens recht bezet en het is verklaarbaar, dat
het thans schepen daarheen zendt, waar
inderdaad gebeurtenissen van politieke be-
teekenis worden afgespeeld.*
Wanneer werkeljjk Japan doet, zooals
b.v.b. door de »Kölnische Zeitung* ver
ondersteld wordt: het kruit droog houdt
reert in geen Nieuwsblad, Het werk zelve,
het genoegen een veld te vinden voor mjjne
eigen zeldzame gaven, is mjjn hoogste be
looning. Maar gjj hebt zelf eenige onder
vinding opgedaan omtrent mijne methode
van werken in het geval van Jefferson
Hope.*
»Inderdaad,« zeide ik, »ik was over niets
in mjjn leven ooit meer getroffen. Ik heb
er zelfs een werk over uitgegeven.*
Hjj schudde ontstemd het hoofd.
»Ik heb het doorgebladerd,* zeide hjj;
>eerlijk gesproken kan ik u er niet mee
féliciteeren. >Onthnllen« is, of moest zjjn
een bepaalde wetenschap, en behoorde op
de zelfde ongevoelige wijze behandeld te
worden. Gjj hebt getracht er een roman
tische tint aan te geven, iets wat dezelfde
uitwerking beeft, alsof gjj een liefdes-historie
zoudt bewerken.*
»Maar de roman was er,« antwoordde
ik, »ik mocht de feiten toch niet veranderen.*
iHet eenige feit in het geval dat eene
vermelding waardig was, was de zeldzame
analytische redeneering van oorzaken tot
gevolgen, waardoor het mg gelukte het
kluwen te ontwarren.*
Het verdroot mjj een werk, dat ik alleen
had uitgegeven met het doel om hem ge
noegen te doen, aldus door hem hoorde
critiseeren. Bovendien bek|n ik, dat ik ver
stoord was wegens zjjn egoïsme, waardoor
hij scheen te verlangen, dat elke regel van
mjjn vlugschrift aan zjjne bizondere werk
zaamheden had moeten zjjn gewjjd. Ik had
gedurende de jaren dat ik met hem had
samen gewoond, meermalen opgemerkt, dat
aan het kalm en meesterachtig uiterljjk
en met een scherp oog den loop der gebeur
tenissen gade slaat, volgt het ongeveer
dezelfde politiek, welke door de »Times«
der Engelsche regeering wordt aangeraden.
Onmiddelljjk optreden van onze zijde,
zegt het blad, is noch noodzakeljjk, noch
wenscheljjk. »Er zal tijd genoeg zijn om
materieele stappen van een bepaalden aard
te nemen, wanneer wjj wat duidelijker zien
wat de Russen en de Dnitschers voornemens
zjjn te doen en wat de onmiddellijke ge
volgen van tnn gedrag zullen zjjn. Maar
gem tjjd moet worden verloren ora ons
voor te bereiden tot het aannemen eener
vastberaden houding, wanneer de ontwik
keling der gebeurtenissen zon toonen dat
onze commercieele en politieke belangen in
het Verre Oosten zouden kunnen worden
getroffen door den nieuwen stand van zaken
in de Golf van Petcbilli.
Voor dit oogenblik kannen wjj niets
beters doen dan dnideljjk ons voornemen
te kennen te geven, dat wjj geen verzwak
king onzer positie in de Chineesche wateren
zullen dulden.*
Er zjjn dus twee mogendheden, die wan
trouwend gade slaan, wat Duitschland en
Rusland bsoogen: Japan en Engeland. En
beide mogendheden beschikken over een
geduehte vloot. Wel is waar acht de »Köl-
nische Zeitung* de sterkte der Japansche
vloot niet zóó, dat zjj zou opgewassen zjjn
tegen die van Duitschland, Rusland en
Frankrjjk samen zooals van Engelsche
zjjde beweerd is maar toch erkent dit
blad, »dat Japan een zeer sterke vloot bezit
en met patriotische opoffering groote geld
middelen heeft toegestaan om talrjjke oor
logsschepen van de nieuwste en grootste
soort, evenals een vloot van torpedo-booten
en torpedo-jagers te doen bouwen.*
En dat Engeland niet te licht moet worden
geacht, zegt het volgende staatje betreffende
de tegenwoordige Engelsche vloot in de
Chineesche wateren, welke binnenkort zal
staan onder bevel van vice-admiraal sir
Edward Hobart Seymour.
Engeland beschikt overéén pantserschip
met 41 kanonnen9 kruisers, te zamen met
272 kanonnen 7 kanonneerbooten3 kor
vetten en 4 torpedojagers.
Te Shanghai heerscht de meening, dat
Japan en Engeland gezamenlijk zullen op
treden. Mocht dit werkeljjk het geval zjjn,
dan krjjgen de vloten der Russen en Duit-
schers te kampen met een geduchten vjjand
Er is en er wordt hard gewerkt aan de
van mjjn metgezel een weinig jjdelheid ten
grondslag lag. Ik maakte echter geen tegen
werping, maar zat zwjjgend mjjn gewond
been te wrjjven. Ik had eenigen tjjd ge
leden er een kogel door ontvangen, en hoe
wel ik er weder op gaan kon, kondigde
het op pjjnljjke wjjze elke weersveran
dering aan.
>Kort geleden heeft mjjn praktijk zich
zelfs uitgestrekt tot het Vaste land,* zei
Holmes na een poos, terwjjl hg zjjn oude
pijp van rozenboomenhout stopte»ik werd
in de laatste week nameljjk geraadpleegd
door Francis le Villard, die, zooals je
waarschjjnljjk bekend is, in den laatsten
tijd op den voorgrond is getreden in dienst
van de Fransche detectiven. Hjj bezit al de
kracht van snelle waarneming, maar hjj
schiet te kort in de juiste beoordeeling der
feiten en de algemeene kennis die onmisbaar
is voor de hoogere ontwikkeling van zjjn
kunst. Het geval stond in verband met een
testament en scheen eenigszins ingewikkeld.
Ik was in staat hem op de hoogte te stellen
van twee geljjksoortige gevallen, het een te
Riga in 1857 en het ander te St. Louis in
1871, waardoor hg tot de juiste oplossing
gekomen is. Hier is de brief van dankbe
tuiging voor mjjne hulp, dien ik heden
morgen ontving.*
Terwjjl hjj dit zeide, wierp hjj mjj een
verfrommeld vel bnitenlandsch papier toe.
Ik wierp er een haastigen blik overheen,
waarbjj ik niets dan betuigingen van be
wondering van den Franschman voor »den
eenigen Sherlock Holmes* opmerkte.
Wordt vervolgd,/