üel Land van [lensden en Allena, de Langstraat en de Boinnielervvaard.
Iets over lot eo MoitpÉs
s.
FEUILLETON.
Het teeken der Vier.
M 1660.
ZATERDAG 15 JAN.
1898
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
!iET LAND VAN altena
VOOB
Dit blad verschynt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjs vex hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7% ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Het papierengeld is natuurlijk een middel
om de moeite van verzending van geld
stukken te ontgaan. Dit is dan ook de
reden waarom wjj, op zeer bescheiden schaal,
de zoogenaamde muntbiljetten bezitten, van
f 10,en van f 50,op last der regee
ring vervaardigd en in omloop gebracht.
Wilde men werkelijk en ten volle aan de
behoefte in de geldcirculatie voldoen, dan
moest het muntbiljettenstelsel zeer worden
uitgebreid, wat de soort van stukken betreft.
Het muntbiljet, ofschoon als papier waar
deloos, is wettig betaalmiddel. Niemand
mag de aanneming weigeren, omdat de
regeering verplicht is de biljetten steeds
tot de volle waarde aan zilvergeld in te
wisselen. Wanneer de regeering muntbil
jetten laat vervaardigen en in omloop brengt,
gaat zjj als het ware eene rentelooze en
gedwongene gelileening aan; want ieder
is verplicht het papier aan te nemen en
iedere houder heeft van den Staat het
daarin uitgedrukte bedrag te vorderen. De
wet geeft aan de regeering het recht om
voor vgftien millioen gulden aan zulk papier
in omloop te brengen.
De omstandigheid, dat de muntbiljetten
wettig betaalmiddel zijn, heeft wel eens
tot eene bedenking aanleiding gegeven.
Men zegter is geen voldoende waarborg,
dat de biljetten steeds tegen gereed geld
kunnen worden ingewisseld. De mogelijk
heid bestaat, dat men ze, om eene bjjzon-
dere reden, bjj groote hoeveelheden tegcljjk
ter inwisseling aanbood. Men legt geen
geld afzonderlijk neer om voor dat geval
te dienen.
Het bezwaar is, dunkt ons, tameljjk
denkbeeldig. Het zou aanwezig kunnen zijn,
wanneer er geldnood was en eene wet ge
maakt werd, waarbjj aan de regeering werd
toegestaan om een zeer veel grooter bedrag
aan papieren geld uit tö geven. Immers,
eene staking van betaling in standaard-
geld, door de regeering, bij aanbod van
muntpapier, zou voor den handel een
grooten overlast opleveren, het crediet
schokken, den rentevoet doen stijgen en
dus de loonen doen dalen. Het 'eene is een
noodzakelijk gevolg van het andere.
Ten einde zooveel mogelijk te voorkomen,
dat iets dergelijks zich ooit voordoet, heeft
men bjj de wet op de Nederlandsehe bank
de bepaling gemaakt, dat de Staat, die
door A. Conan Doyle.
•Gjj moet mijne angstigheid vergeven,
miss Morstan,* merkte bjj op, »ik ljjd zeer
veel en vreesde altjjd voor een hartader-
breuk. Ik ben zeer verheugd te hooren, dat
daar geen gevaar voor bestaat. Indien uw
vader meer op zjjn hart gelet had, miss
Morstan, dan ware hjj misschien thans nog
in leven.
Ik zou den man wel in het gelaat hebben
knnnen slaan, zoozeer verdroot mij deze
onhandige opmerking.
Miss Morstan zette zich neder en haar
gelaat werd wit, tot zelfs hare lippen toe.
>Ik gevoelde in mjjn hart dat hjj over
leden was,« zeide zij.
Ik kan u alle mogelijke inlichtingen
verschaffen,* vervolgde hij, >en dat wil ik
ook, wat myn broeder Bartholomeus ook
moge zeggen. Ik ben zoo blijde dat gjj
vrienden bjj u hebt, niet alleen als een ge
leide voor u, maar tevens als getuigen bjj
hetgeen ik voornemens ben te doen en te
zeggen. Wjj kunnen met ons drieën broeder
Bartholomeus beter te woord staan. DoGh
laat ons er noch politie noch andere ambte
naren in mengen. Wjj kunnen alles vol
doende onderling regelen, zonder eenige
tusschenkomst van anderen. Niets zou broeder
Bartholomeus meer hinderen dan publiciteit.*
ook een deel van de winsten der Bank
geniet (de reden daarvan zullen wjj hierna
mededeelen), dat voordeel zal verliezen,
wanneer er ooit meer dan vgftien millioen
aan muntbiljetten mocht worden uitge
geven. Van veel beteekenis schgnt ons die
bepaling niet toewant wanneer regeering
en volksvertegenwoordiging het eens waren
over de noodzakeljjkheid om meer papieren
geld uit te geven, dan zou men zich zeker
door die winstderving niet van den maat
regel laten terughouden.
Bjj eene beschouwing der muntbiljetten,
behoort eigenaardig die der bankbiljetten.
Beiden stemmen overeen in de hoedanig
heid, dat zij gemund geld vertegenwoordigen
en dus strekken ten gemakke van het verkeer.
Doch zg verschillen ook onderling, want
bankpapier is geen wettig betaalmiddel.
Niemand is verplicht het aan te nemen,
ofschoon niemand er aan denkt het te
weigeren.
Van waar dit verschjjnsel?
De bankbiljetten zijn h«t papieren geld,
dat uitgegeven wordt, door het handelsli
chaam de Nederlandsche Bank te Amsterdam.
De verrichtingen van dit lichaam, dat
een naamlooze vennootschap van koophandel
is, zjjn tweeledig. Vooreerst verstrekt de
bank voorschotten op wissels en koopmans
goederen. Men noemt dat: beleenen en dis-
conteeren. Het disconto van de bank is de
rente, die by vooruitbetaling wordt berekend,
wanneer men voor nog niet verschenen
wissels het bedrag opneemt.
De bank betaalt dus zeer veel geldmaar
zg doet die betaling grootendeels met haar
eigen papier, de bri<sfjQs van f 25.f 40.
f 60.f 100.enz. Zg is daarom eene
zoogenaamde circulatiebank, dat wil zeggen,
zjj brengt, ten gemakke van handel en
verkeer, papier in omloop.
Zulk eene circulatiebank is bg de tegen
woordige inrichting der maatschappij vol
strekt onmisbaar, en wanneer zjj niet door
particuliere krachten was opgericht, dan
zou de Staat er toe moeten overgaan.
Juist omdat hier eenvoudig sprake is van
eene particuliere onderneming, is het bank
papier geen wettig betaalmiddel. De Staat
zorgt er intusschen voor, dat men het papier
der bank veilig in betaling kan aannemen,
en dat de zekerheid bestaat, dat men het
steeds tegen standaardgell of muntbiljetten
kan inwisselen.
Voor ongeveer twee honderd millioen
gulden aan biljetten is in omloop. Niet minder
ons onderzoekend aan met zijn doffe, waterige,
blauwe oogen.
Wat mjj betreft,* zei Holmes, »ik zal
al wat gg ook mocht willen spreken voor
mjj houden.*
Ik boog mijn hoofd ten teeken van in
stemming.
Dat is goed! dat is goed!* zei hij, »mag
ik u een glas Chianti aanbieden, miss
morstan? Of Tokayer? Andere wjjnen houd
ik er niet op na. Zal ik een flesch open
trekken? Neen? Welnu dan, ik vertrouw
dat gjj geen hinder zult hebben van tabaks
rook, vooral niet van den balsamieken geur
van Oostersche tobacco? Ik ben een weiuig
zenuwachtig en daarvoor is mjjne pjjp een
onschatbaar geneesmiddel.*
Hg hechtte een mondstuk aan den grooten
bol, en de rook dwarrelde onmiddellgk door
het rozenwater. Wjj zaten met ons drieën
in een halven cirkel, met onze kinnen in
de handen geleund, terwjjl de vreemdsoortige,
dwergachtige snaak, met zijn groot, glim
mend hoofd, in het midden zat te dampen.
Toen ik het eerst het besluit nam om u
deze mededeeling te doen,* sprak hg, »zou
ik gaarne mgu adres gegeven hebben; ik
vreesde echter dat gg myn verzoek niet
zoadt vertrouwen en vreemd volk met u
zoudt brengen. Deswege nam ik de vrgheid
de zaak zoodanig te regelen, dat mgn be
diende Williams u het eerst zoude zien. Ik
stel het volste vertrouwen in zgne discretie,
en hg had in last om, zoo hg onvoldaan
mocht zjjn, de zaak niet voort te zetten.
Gg zult deze voorzorgsmaatregelen wel willen
exeuseeren, maar ik ben een eenigszins
achterdochtig man, en ik durf er bg voegen,
daa 40 percent van dat bedrag most bg
de bank in standaardgel] of andere waarde
(ongemunt gelof staven goud) aanwezig
zjjn, voor het haast ondenkbare geval, dat
al de houders van briefjes hun geld tegeljjk
of bjjna tegelgk kwamen opvragen.
In de kelders der bank is in den regel
veel meer aanwezig dan waartos men ver
plicht is.
Da zekerheid waarvan wjj boven spraken,
is vooreerst een gevolg daarvan, dat, bjj de
wet, aan de Bank octrooi is verleend, dat
met andere woorden, de Bank een uitsluitend
recht bezit en concurrentie is uitgesloten,
wel te verstaan wat betreft het in omloop
brengen van papieren geld.
Tengevolge van die wettelijke regeling
staat het bestuur der Bank met de regeering
in betrekking. De Bank bataalt dan ook
aan den Staat een deel der winsten, die zjj
maakt. Zij bewaart ook, kosteloos, de Rijks
kas of Schatkist, en staat de regeering bij
in de vervaardiging en verspreiding der
muntbiljetten.
Dat de Nederlandsche Bank een naam
looze vennootschap van koophandel is,
hebben wij boven reeds opgemerkt. De re
glementen of statuten der instelling zjjn
dan ook volgens de wet goedgekeard. In
1889 is bet octrooi voor de tweede maal
verleend, voor een tjjdvak van 25 jaren.
Het was bg die gelegenheid, dat men de
bepaling gemaakt heeft, waarvan wjj boven
spraken, dat het Rjjk de hem komende
winst zal derven, zoodra tot een hooger
bedrag aan muntbiljetten worlt uitgegeven,
dan thans volgens de wet geoorloofd is.
Buitenland.
Uit Parijs wordt gemeld
De »Aurore« publiceert een brief van
Emile Zola aan den president van de repu
bliek, welk stuk aldus eindigt.
•Ik beschuldig den luitenant-kolonel Paty
de Clam, de onbewuste maar helsche be
werker te zijn van ongerijmde en misdadige
kuipergen.
Ik beschuldig generaal Mercie, dat hjj
zich door zwakheid medeplichtig gemaakt
heeft aan een der grootste onrechtvaardig
heden van de eeuw.
Ik beschuldig generaal Billot de zekere
bewjjzen van de ODschuld van Dreyfus in
handen gehad te hebben en die te hebben
achtergehouden, zich te hebben schuldig
gemaakt aan beleediging van de mensche-
lijkheid, aan schending van het recht met
politieke bedoelingen en om den staf te
redden.
Ik beschuldig generaal Boisdeffre en ge
neraal Gonse zich tot medeplichtigen van
die misdaad gemaakt te hebben, de een
door clericalen hartstocht, de ander door
een esprit de corpsdi8 van het ministerio
van oorlog een te onaantastbaar heilig
hnisje gemaakt hebben.
Ik beschuldig generaal Pellieux en den
commandant Ravary een schurkachtige en
quête te hebben ingesteld vau monsterljjke
partydigheid.
Ik beschuldig het ministerie van Oorlog
een afschuwelijke perscampagne te hebben
geleid, om de publieke meening op een
dwaalspoor te leiden.
Ik beschullig den eersten krggsraad het
recht geschonden te hebban door een ver
dachte op een geheim gehouden stuk te
vonnissen.*
Ook de meeste buitenlandsche bladen
spreken hunne afkeuring uit over de be
handeling van deze zaak.
Yan de Engelsche dagbladen zegt de
»Times« o. a.
Men had gehoopt, dat door dit onderzoek
de ongerustheid zou worden verminderd en
omtrent den schrijver van het borderel iets
openbaar zou worden gemaakt, doch deze
verwachtingen zjjn geheel teleurgesteld. Hst
werkelijke onderzoek heeft in het geheim
plaats gehad en hot resultaat daarvan moet
zjjn, dat de ontevredenheid nog grooter zal
worden, een resultaat, waarmede Frankrijk
niet kan worden geluk gewenscht.
Daily Chronicle*: het eenige effect van
dit geding is geweest, de buitenlanders te
overtuigen, niet alleen dat Dreyfus on
schuldig was, maar dat de regeering zulks
weet. Het eerste geding had den schjjn van
een beraamde veroordeeling, het andere van
een beraamde vrgspraak.
Daily Telegraph*: het proces levert een
schouwspel op, dat weinig strekt tot eer
van Frankrijk.
Daily News*: de vrgspraak van Ester-
hazy komt te voorschijn uit de duisternis
eener geheime zitting, evenals de veroor
deeling van Dreyfus, maar de noodzakelgke
plicht, het herzien van het proces, is geheel
over het hoofd gezien.
Yan de Duitsche bladen heeft vooral de
Köln. Ztg.« par tg gekozen in deze zaak
in een artikel hierover wordt geschreven:
van verfijnden smaak, en er bestaat niets
dat meer in stryd is met de aesthetica dan
een politieman. Ik heb een natuurlijken
afkeer van alle vormen van het ruwe mate
rialisme. Ik kom dau ook zelden in aan
raking met de ruwe menigte. Ik leef, zooals
gij ziet, in een eenigszins elegante atmos
feer. Ik mag mij een beschermer der kunst
noemen. Dat is nn eenmaal mgn zwak. Dit
landschap is een zeldzaam Corot, en hoewel
een kenner wellicht eenigen twjjfel mocht
opperen omtrent deze Salvator Rosa, zoo
kan dit bij deze Bouguereau geenszins het
geval zjjn. Ik behoor gedeelteljjk tot de
moderne Fransehe school.*
Gg zult mjj exeuseeren, mr. Sholto,*
zeide nu miss Morstan, »maar ik ben hier
op uw verzoek om iets te vernemen wat
gg mij wenscht mede te deelen. Het is reeds
zeer laat, en ik wenschte ons onderhond zoo
min mogelijk te rekken.*
Er zal toch nog eenijen tjjd toe noodig
zijn,* antwoordde hij, >want wij zullen ge
wis naar N xrwood moeten gaan en broeder
Bartholomeus bezoeken. Wy zullen er ge
zamenlijk heengaan en zien wat wjj uit
broeder Bartholomeus kunnen krggen. Hjj
is zeer boos op mg wegens den weg diea
ik gekozen heb, doch die mg rechtvaardig
toesebgnt. Ik had nog gisteravond zeer hooge
woorden met hem. O, gg kunt n niet voor
stellen wat een verschrikkelyke jongen hjj
is, als bg boos is.<
Indien wjj nog naar Norwood moeten,
was het wellicht beter als wjj ons onmid
dellgk op weg begaven,* waagde ik op te
merken.
Hg lachte totdat zelfs zjjn ooren vuurrood
waren.
Dat zou bezwaarljjk gaan,* riep hg, »ik
weet niet wat hjj zou zeggen als ik u zoo
plotseling bg hem bracht. Neen, ik moet
u voorbereiden door u te toonen op welken
voet wjj met elkander staan. In de eerste
plaats moet ik u zeggen dat er verscheidene
punten in de geschiedenis zyn, die mjj zelf
onbekend zjjn. Ik kan n dus de feiten slechts
mededeelen voor zooverre ik ermede ver
trouwd ben:
Mgn vader was, zooals gg zeker reeds
gegist hebt, majoor John Sholto, vroeger
in Indischen dienst. Hjj nam ongeveer elf
jaar geleden zgn ontslag en vestigde zich
op Pondicherry Lodge te Upper Norwood.
Hg had fortuin gemaakt in Indië en bracht
een aanzienlgke som gelds, een groote ver
zameling kostbare zeldzaamheden en een
gansch gevolg van Inlandsche bedienden
mede. Onder deze omstandigheden kocht hg
zich een huis en leefde in groote weelde.
Mgn tweeling-broeder Bartholomeus en ik
waren zgne eenige kinderen. Ik herinner
mij nog zeer goed de sensatie die de ver-
dwjjning van kapitein Morstan veroorzaakte.
Wg lazen de bizonderheden ervan in de
bladen, en wetende dat hg een vriend van
onzen vader was geweest, bespraken wij het
geval openlgk iH zgne tegenwoordigheid.
Dan was hjj gewoon met ons over hetgeen
gebeurd kon zjjn, te redeneeren. Nooit ver
onderstelden wg voor één oogenblik dat hjj
het geheele geheim in zgn eigen hart ver
borgen hield, dat van alle menschen, hem
alléén het lot van Arthnr Morstan bekend
was. Wel wisten wjj, dat eenig geheim,
eenig bepaald gevaar onzen vader bezwaarde.
Het spel is uit, de majoor en ridder van
het Legioen van Eer Esterhazy is met al-
gemeene stemmen vrijgesproken van de be
schuldiging van hoogverraad; dezelfde man,
wiens innigste wensch het eens is geweest,
om aan het hoofd van Pruisische Uhlanen
in Frankrjjk in te vallen en zooveel Fran-
schen als mogeljjk was, neer te sabelen,
werd gister door het Pargsche volk toege
juicht Fransehe officieren stonden, hem ter
eere, in het gelid, en namen hua mutsen
voor hem af.
De eer van het leger is gered,* klinkt
ons thans met klinkende woorden te gemoet,
juist uit dat deel der pers, die reeds jaren
lang leeft van het te kort doen van die eer.
Tevens bljjkt uit de onderzoekingen tegen
Esterhazy, en uit de onthullingen van het
rapport van majoor Ravary, dat in het
proces-Dreyfus geheime stukkenwelke den
beschuldigde en dien3 verdediger onthouden
zgn, den doorslag hebben gegeven om
Dreyfus te veroordeelen, het recht op schan-
delgke wjjze is verkracht. Dat is de tastbare
uitkomst van het proces-Esterhazy
Bg de bespreking van den uitslag van
het Esterhazy-proces maken de »National
ztg* en de »Yos3ische Ztg.« gewag van het te
Brussel loopende gerucht, dat in de zaak vau
het verraad, door Dreyfus al of niet gepleegd,
niet Dnitschland voldoende van Duitsche
zijde gezegd maar Rusland zou betrokken
zjjn. Terwjjl de »Nationalztg.« er slechts even
melding van maakt, gaat de »Yossische« op
dit gerucht in. Rusland zou precies hebben
willen weten of het Fransehe leger werkeljjk
klaar was, enz. Juist uit dat partjj-zyn van
Rusland zou de onbegrjjpeljjke geheimzin
nigheid van de Fransehe regeering verklaard
moeten worden.
Tengevolge van aan den dag gekomen
feiten bjj de instructie en de debatten in
de zaak Esterhazy, is aan den luitenant
kolonel Picquart vesting-arrest opgelegd,
totdat een beslissing zal zgn genomen om
trent zgn terechtstelling voor den Krggs
raad. Picquart is in het fort Mont Yalérien
geïnterneerd.
Met Zola, Anatole, France, Duclaux van
het instituut Pasteur, en Ajalbert voorop,
verscheen in de »Aurore« de eerste ljjst
van protesteerenden tegen de wjjze, waarop
het proces van '94 is gevoerd en de ge
heimzinnigheid waarmede Esterhazy is om
ringd; zg bevat 103 namen van letter-
Hg was steeds zeer beangst om alleen uit
te gaan, en hield altjjd twee prjjs-vechters
als portiers van Pondicherry Lodge, Wil
liams, die u hedenavond gereden heeft, was
een hunner. Hjj was eens de kampioen
athleet van Engeland. Onze vader wilde ons
nimmer zeggen wat het was dat hem zoo
beangstigde, maar hjj legde altyd een groote
afkeer aan den dag voor mannen met hou
ten beenen. Bg zekere gelegenheid vuurde
hg eens zgn revolver op zulk een gebrek
kige af, die niets anders bleek te zgn dan
een rustig besteller die een boodschap kwam
verrichten. Het kostte ons een aanzienlgke
som, om de zaak te sussen. Mgn broeder
en ik beschouwden dit enkel als een gril
van mgn vader, maar latere voorvallen
hebben ons oordeel daaromtrent ten zeerste
gewgzigd.
In het begin van 1882 ontving mgn
vader een brief uit Indië, waardoor
hjj zwaar geschokt werd. Hg bezwgmde
bgna aan de ontbgttafel toen hjj hem
opende en vanaf dien dag bleef hg sak-
kelend tot aan zgn dood. Wat die brief
behelsde werden wjj nimmer gewaar, maar
toen hjj hem in de hand hield merkte ik
op dat hjj kort, en met krabbelend schrift
geschreven was. Hg had reeds sedert jaren
aan toenemende »spleen« geleden, maar na
werd hjj snel minder en tegen het einde
van April werd ons meegedeeld dat hjj
hopeloos was en hjj een laatste onderhond
met ons wenschte te hebben.
(Wordt vervolgd,)
mui
(7
Hë zette zich op een lagen zetel en keek
mmnmnninwiiiriin i 'if
«tWIMil» ■- WWWMEI 1 SW—B—W»