Het Land van flensden en Altena, de Langstraat en de flomnielerwaard. De Fransche Banneling. FEUILLETON. Bet teeken der Vier. •Uitgever: L. J. YEERMAN, Heusden. WOENSDAG 2 FEBR. VOOR Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagarocd ingewacht. (12 Buitenland. Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO. Franco per post zonder prgsveihooging. Afzonderlijke nummer» 5 cent. Jtë 1665. 1898. Advertentiën ran 16 regels 50 ct. Elke regt] meer 7% ct. Groote letters naar plaateruimte. »Dreyfus« zegt ieder die dit opschrift leest. Dreyfus naam «weeft op alle lippen, met Dreyfus lot is ieders hart bewogen. Ge moet het zien in de stad hoe werklui van karwei komende, met den neus tegen de ruiten der boekwinkels gedrukt staan, om gratis te genieten van Zola's beschuldiging en hoe overal de mond spreekt, waarvan 't hart vol is: zal men of zal mea niet? Welzeker zal men Zola veroordeelen Liever dan van een generaal te erkennen dat deze een fout begaan heeft, zal men een half dozijn schrijvers in de kast stoppen. Ondertusschen is 't opmerkelijk hoe wei nigen op de hoogte zijn van de ware ge schiedenis, den aanvang van het drama, 't Is dan ook al meer dan drie jaren ge leden, 't heeft wel in alle bladen gestaan en de geïllustreerde hebben er plaatjes bjj laten teekenen, maar wie kan in onze dagen drie en een half jaar lang onthouden onder welke omstandigheden een Fransch officier gedegradeerd en verbannen werd Daar komt bg, dat van deze omstandigheid toen ter t|jd bedroefd weinig bekend was en het publiek plotseling zonder eenige voorberei ding geplaatst werd voor het naakte tuit: deze Dreyfus is een landverrader, alzoo weg met hem Willen we ons geheugen wat opfrisschen We zullen dan zooveel te beter begrijpen wat thans te Parjjs geschiedt en hetgeen nog volgen zal. Want dat we de heele staart der muis nog niet gezien hebben, is zeker. Op den 31sten October van het jaar 1894 werd door de Parjjsche bladen de gevangen neming meegedeeld van kapitein Alfred Dreyfus, gedetacheerd aan het Ministerie van Oorlog, beschuldigd van ja, dat was een diep geheim en het is dit nog. Er ging al spoedig een gerucht dat bedoelde kapitein belangrjjke stukken aan het buiten land uitgeleverd had. Men noemde Duitsch- land en dit vond gereed geloof. In Frankrjjk acht men Duitschknd tot alles in staat en 't stond al dadelijk vast dat door kapitein Dreyfus voor grof geld aan den Duitschen barbaar kostbare inlichtingen verschaft waren. Men houde hierbjj in 't oog, dat Dreyfus een rjjk man was en door zijn door A. Conan Doyle. »Dit is alles zeer goed,< zeide ik, »maar de zaak wordt mjj al meer en meer onbe- (.rjjpeljjk. Hoe dan met dien geheimziDnigen medeplichtige? Op welke wjjze kwam hij in de kamer »Ja do medeplichtige herhaalde Holmes nadenkend, »datschjjnt niet van belang ont bloot te zjjn Ik veronderstel dat deze een nieuweling is in de lijfstraffelijke geschie denis van Engelandhoewel dusdanige gevallen zich wel in Indië hebben voorge daan en indien mijn geheugen mg niet bedriegt, in het bizonder op Senegambië.* »Hoe kwam hjj dan binnen?» hernam ik, >de deur is gesloten en het raam is on toegankelijk. Wat denkt gij van den schoor steen »De opening is te klein,antwoordde hjj, »aan deze mogelijkheid had ik reeds ge dacht.* »Zeg dan op?« drong ik aan. »Gjj wilt mjjn voorschrift niet opvolgen,* zeide hjj zgn hoofd schuddende; »hoe dik- wjjls heb ik niet gezegd, dat, wanneer gij de onmogelijkheid van iets hebt vastgesteld, hetgeen er alsdan overbljjft, hoe onwaar- scbjjnljjk ook, de waarheid moet wezen? Wij weten dat hjj noch door de deur, noch door den schoorsteen, noch door het raam is binnengekomen. Tevens weten wjj dat hjj niet in de kamer verborgen kan zgn ge weest, omdat daartoe geen gelegenheid be- buwelijk zgn rjjkdom nog aanmerkelijk had zien toenemen. Ofschoon bedoeld bericht eerst den laatstcn October verscheen, had de gevangenneming reeds twee weken te voren plaats gehad. Geljjk alles, wat met deze historie in ver band staat, in nevelen gehuld is, is ook die hechtenis geheimzinnig in zgn werk gegaan. Den 15ien October, toen Dreyfu9 op zgn bureau gezeten was, werd hjj op 't onver wachtst gearresteerd en onmiddelljjk naar de gevangenis overgebracht, welker cipier den vorigen dag order gekregen had een cel gereed te maken. Bij de overbrenging kreeg de cipier tevens de boodschap te zorgen dat niemand iets van 't geval te hooren kreeg en dat de gevangene volkomen van de buitenwereld bleef afgesloten. Overste Paty du Clam wiens naam dezer dagen in de bladen telkens voorkomt begaf zich denzelfden morgen naar mevr. Dreyfus, aan wie hg het gebeurde mee deelde. Geen enkele reden werd opgegeven en aan de beangste dame het strengste stilzwijgen opgelegd, zelfs tegenover haar naaste verwanten. Een onverzichtige uit lating harerzjjds zou den dood van haar man tengevolge hebben. Alzoo zweeg de ongelukkige vrouw en verbeidde in duizend angsten de toekomst. Het huweljjk van Dreyfus met mej. Hadamard was zeer ge lukkig. Ofschoon men getracht heeft een vlek te zoeken op zjjn zedeljjk leven, is het gebleken dat daarop geen vlek rust. Man en vrouw leefden voor elkaar. Dreyfus zaak kwam voor den krijgsraad, uit negen personen bestaande. Buiten deze werd het proces bg gewoond door overste Piquart, den politie-commissaris Lepine en den advocaat Demange. Het proces werd behandeld met gesloten deuren, 21 officieren en eenige burgers, waaronder drie schriftkundigen werden als getuigen gehoord en 't vonnis luidde: de gradatie en levenslange verbanning. Zeer spoedig werd de gevangene opgesloten, in een jjzeren kooi vervoerd en naar Duivels eiland overgebracht, waar alles in 't werk gesteld wordt om hem buiten aanraking met de buitenwereld te houden. Een klein eiland in Cayenne, verbanningsoord ran Frankrijk in Zuid-Amerika. staat. Waar kwam hij van laan?* »Door de opening in het plafond?* riep ik. Wel zeker, dat moetIndien gij zoo goed wilt wezen om de lamp voor mg vast te houden, dan zullen wjj nu ons onderzoek voortzetten in het geheim vertrek hierboven, waar de schat gevonden werd.* Hjj liep de treden op en met elke hand een lat grjjpende, haalde hij zich door de opening omhoog. Toen legde hij zich voor over, waarop ik hem de lamp overreikte en hem volgde. De kamer waai in wjj ons thans bevonden, was omstreeks tieu voet lang en zes voet breed. De vloer bestond uit latten van het plafond met een dunne laag pleister er tus- schenin, zoodat men als men liep, van den eenen balk op den andere moest over stappen. De zoldering liep driehoekig omhoog en was bljjkbaar de binnenzjjde van het dak. Er stond niet het minst meubilair, en het 8tof lag zeer dik op den vloer. »Hier ziet gjj,< zei Sherlock Holmes, ter- wjjl hg zgn hand tegen den schuinoploo- penden muur bracht, »een trapdeur die naar de vliering voert. Ik kan haar openduwen. En bier is de vliering zelve. Dit is dus de weg dien nommer Een genomen heeft om binnen te komen. Laat ons zien of wij eenig spoor omtrent zjjne persoonlijkheid kunnen vinden.* Hij hield de lamp omlaag en toen hij den vloer ermede verlichtte, zag ik wederom dien van verbazing getuigenden blik in zijne oogen. Doch toen ik dien blik volgde, werd ik koud tot op mjjn gebeente toe. De vloer vertoonde overal het spoor van een naakten voet, zeer duideljjk afgedrukt, van volmaak ten vorm, doch nauweljjks de halve afmeting In het voorjaar van '95 was deze zaak aan kant en 't stond te verwachten dat ze zou blijven rustan. Doch er waren teekenen, die deden voorspellen dat dit niet gebeuren zou. Zoo werd b.v. Dreyfus eerste cipier gestraft, omdat hij zich uitgelaten had in Dr. een slachtoffer eener rechterlijke dwaling te zien. Mevr. Dr. kon niet gelooven aan de schuld van haar man en diende bij de vertegenwoordiging een stuk in, waarin ze een beroep deed op haar tusschenkomst. Veel werkte dit niet uit, maar ondertusschen werd bekend dat verpletterende bewijzen voor Dreyfus schuld waren te berde gebracht eerst nadat de krjjgsraad zich in de raad kamer had teruggetrokken, zoodat zjjn advocaat daar geheel buiten gehouden was. Deze bewijzen konden niet publiek gemaakt worden omdat de regeering ze op extra ordinaire wjjze gekregen had. Ze waren nl. naar het blad de Eclair* mededeelde ont stolen aan de Duitsche ambassade. Ofschoon nu van Duitsche zjjde officieel verzekerd is, dat tusschen Duitschland en Dreyfus volstrekt geen betrekkingen bestaan hebben, weet toch niemand of »Eclair« recht had of niet. Dat is zeker, het blad is niet vervolgd, hoewel Ministerie en krjjgsraad van wetsverkrachting beschuldigd werden. Daarop volgde in 't najaar van 1896 een afschrift van het stuk, waarop Dreyfu9 veroordeeld werd, gepubliceerd door het blad »Matin.< Ook dit blad werd niet ver volgd. Ofschoon het een geheim docu ment was. Intusschen had de overste Picquart aan het ministrieel bureau van inlichtingen waaraan ook Dreyfus geplaatst was geweest, stukken in banden gekregen, die hem op het vermoeden brachten dat niet Dreyfus, maar Esterhazy de schuldige was. Hij deelde dit mee aan zgn chef, den generaal Gonse. Deze, is 't eerst met Picqart meegaande, gaf plotseling bevel het onderzoek te staken en overste Picquart werd verplaatst, eerst naar de grenzen, later naar Tunis. Daarop volgde de beschuldiging van Esterhazy door Matthieu Dreyfus, broeder van Alfred, en huiszoeking bjj Picquart, die ter elfder ure als getuige gedagvaard werd. De huiszoeking had ten doel de corres pondentie tusschen Picquard en Gonze in handen der justitie te bretagen, doch leverde niets op. Esterhazy's schrift werd onderzocht door hebbende van dien van een gewoon man. Holmes,* fluisterde ik, »een kind heeft deze afschuweljjke daad verricht.* In een oogenblik had hjj zijne zelfbe- heersching herwonnen. »Ik was voor een oogenblik in de war,* zei hjj, »maar de zaak is zeer natuurlijk. Mjjn geheugen liet mij in den steek, anders zou ik het terstond begrepen hebben. Hier valt voor ons niets meer te leeren. Laat ons omlaag gaan.* »Welke is dan uwe theorie omtrent deze voetstappen?* vroeg ik nieuwsgierig toen wjj weder in de benedenkamer waren. »Mjjn beste Watson, tracht uw eigen analyse te maken,* antwoordde hjj onge duldig, »gjj kent mjjne methode. Breng ze in toepassing, en het zal leerzaam voor u zjjn om de uitkomsten te vergelijken.* »Il£ kan geen veronderstelling maken, die de feiten met elkander in verband brengt,* zeide ik. »Het zal u weldra duideljjk genoeg zjjn,« sprak hjj ontwijkend. »Ik denk dat hier niets belangrjjks meer te vinden is; doch ik zal nog eens rondzien.* Hjj nam zjjn lens en een maatstok, en kroop op zijn knieën de kamer rond, al metende, vergelijken 'e en onderzoekende, met zgn langen smallen neus slechts een paar duim van de planken verwjjderd, ter- wjjl zjjne oogen er met buitengewone scherpte op gevestigd waren, als die van een vogel die naar voedsel zoekt. Zijne bewegingen waren zoo vlug en onhoorbaar, en geleken zoozeer op die van een afgerichten bloedhond die een spoor moet ontdekken, dat ik on willekeurig de gedachte in mjj voelde op komen, wat een verschrikkeljjk misdadiger hjj zou hebben kunnen worden, indien hjj deskundigen en vergeleken met het geheime stuk, waarop Dreyfus veroordeeld werd, en drie hunner herkenden daarin diens schrift, terwjjl twee dit voor onzeker hielden. Toch was de geljjkenis tusschen dit stuk het bestaande borderel en Esterhazy's schrift treffend, zoodat van bevoegde zijde de vraag gedaan is of de heeren graphologen wel inderdaad E.'s schrift onder de oogen ge steld hebben. Hoe 't zjj, Esterhazy is vrijgesproken en D. bljjft veroordeeld. Dat thans Zola zich de zaak van D. heeft aangetrokken en tracht ze voor den bur- gerljjken rechter te brengen, is van alge- meene bekendheid. Zola vertrouwt, dat nu de betrokken officieren genoodzaakt zullen worden, het geheim van het borderel op te heffen, maar hjj zal buiten den waard rekenen. De minis ter van Oorlog heeft ze verboden getuigenis af te leggen en zoo vre^zen we, dat Zola's aanklacht geen nut, doch alleen voor den aanklager nadeelige gevolgen hebben zal. De zaak Dreyfus is en blijft een duistere zaak, waarin zeer zek^r de regeering van nabjj betrokken is, waarom ze de meest halsbrekende toeren verrioht om buiten schot te bigven. In het Duitsche Huis van Afgevaardigden verklaarde de minister van Landbouw, dat het Pruisische Staatsministerie onlangs bjj den Bondsraad een voorstel heeft ingediend, strekkende om aan alle in quarantaine-in richtingen voor inenting met tuberkuline verbljjvende dieren de toelating in Pruisen te weigerenom voorts te besluiten dat alle niet geobserveerde dieren in openbare slacht huizen geslacht moeten worden, en dat de invoer langs de landwegen over Ilvitting beperkt worde tot magere ossen, niet ouder dan vier jaar. Verder werd verklaard dat de toestand in Holland nog niet van dien aard is, dat aan de opheffing der grens- sluiting te denken is. Aan de Berljjnsche »Lokal-Anzeiger« wordt uit China geseind, dat een matroos van den Duitschen kruiser »Kaiser«, terwjjl hjj op een uitersten voorpost, Tsimo, aan de baai van Kiantschau, op wacht stond, door een hoop Chineezen vermoord werd. zgn geestkracht en moed tegen de Wet gekeerd had, inplaats van ze ter harer ver dediging aan te wenden. Terwjjl hjj zoo voortwipte, prevelde hjj gestadig in zieh zeiven en slaakte ten slotte een bigden uitroep. »Wjj hebben waarljjk geluk,* zeide hjj, »wjj zullen nu zeer weinig moeite hebben. Nummer een heeft het ongeluk gehad om in da creosoot te stappen. Gjj kunt hier den uitersten omtrek van zgn kleinen voet zien, ter zijde van dit kwaljjk riekend vocht. De kruik is gebarsten, en leeg gelekt. »En wat dan?* vroeg ik. »Wel, wjj hebben hem, dat is alles,* zeide hjj, »ik ken een hond die dezen reuk zou volgen tot aan het einde der wereld. Indien een haringvisscher den haring op een afstand kan ruiken, hoe ver kan dan een bizonder afgerichte hond een zoo door dringenden reuk als dezen volgen Het ljjkt wel wat op een som uit den regel van drieën. Het antwoord zou ons de Maar, hallo daar zgn de vertegenwoordigers der Wet.* Zware voetstappen en de klank van luide stemmen werden van beneden vernomen en de buitendeur werd met een zwaren slag dichtgeworpen. »Voor zjj bovenkomen,* zei Holmes, »kunt gjj nog even met uw hand den arm en het been van dezen armen kerel aan raken.* De spieren zgn zoo hard als jjzer,* ant woordde ik. «Juist. Zij zgn in een staat der zwaarste verst jj ving, veel erger dan de gewone rigor mortis. Wanneer gjj daarbij let op de vreemdsoortige verwrongenheid van het gelaat en dezen Hippocratischen glimlach of: >risus sardonicus,* zooals de oude Volgens Reuter is het gebeurde officieel bevestigd. Duitschland verlangt meer spoorwegcon- cessiën in Shantung, als schadeloosstelling voor het vermoorden van dezen post. De voorzitter van het assiz^nhof van het departement der Seine, voor de eerste helft van Februari, Delegorgue, heeft bepaald dat drie dagen be-cbikbaar gesteld zullen worden aan de behandeling van Zola's tj proces 7, 8 en 9 Februari. Zaterdagnacht heeft voor de woning van den heer Brioude te Parjjs een dynamiet- aanslag plaats gehader werd alleen stof- feljjke schade veroorzaakt. Men houdt den aanslag voor een wraakoefening van per- soonljjken aard. Volgens den correspondent van de »Fran- furter Zeitung* te Boedapest worden de berichten over een oproerige beweging onder de Roemenen in Hongarjje, die uit Boekarest aangestookt zou worden, bevestigd. De po litie moet in Kronstadt in de laatste dagen 50,000 exemplaren van een opruiende pro clamatie in beslag genomen hebben. Uit Bombay wordt gemeld Te Sinnar, in het district Nassiok, Imeft een ernstige opstand plaats gehad wagens de maatregelen tegen de epidemie. De menigte doodde een hospitaal-bediende, verbrandde het isoleer-kamp, verwoestte het postkantoor en sneed de telegraafdraden d oor. De politie vuurde, waardoor sommige op roerlingen gewond werden. In Rusland is een ernstig mjjnongeluk te betreuren, dat plaats had in de steen- kolenmjjnen van Nokeievna (prov. Khar- kow), door ontploffing van mjjngas. Bjj deze catastrophe verloren 50 werklieden het leven, negentien werden zwaar gewond, wsarvan drie doodeljjk. Er is een juridisch onderzoek ingesteld. Ex-koning Milan van Servië heeft het opperbevel over het leger aanvaard en een bezoek van den geheelen ministerraad ont vangen. Bjj die gelegenheid bracht de mi nisterpresident hulde aan den Koning, omdat deze het opperbevelhebberschap weer had ingesteld en aan Milan toevertrouwd. De ministerraad zou dezen krachtig steunen. Milan bedankte de regeering, met wier hulp schrjj vers dien noemen, welke gevolgtrekking zoudt gjj dan uit deze verschjjnselen maken?* »Ge8torven tengevolge van een uiterst vergiftige plant,* antwoordde ik, >ean of andere op strychnine geljjkende stof die »tetanos« (doodskramp) veroorzaakt.* Dit was het eerste idéé dat bjj mjj opkwam, zoodra ik de verwrongen gelaats spieren zag. Toen ik de kamer binnenkwam, keek ik onmiddellijk naar het lijk, om te zien op welke wijze hem het vergif was toegediend. Gjj zaagt mg immers een doorn van achter zgn oor ver wjj deren. Onderzoek nu dezen doorn.* Ik nam hem voorzichtig op en beschouwde hem bg het licht der lantaarn. Hg was lang, scherp en zwart en glasachtig aan de punt, alsof er eene gomachtige zelfstan digheid op gedroogd was. Het stompe einde was met een mes afgerond. »Is dit een Engelsche doorn?* vroeg hjj. »In geen geval.* >Met al deze gegevens zoudt gjj instaat zgn een juist oordeel omtrent de zaak te vellen. Maar, daar zgn de bevoegde machten, dus moeten de onbevoegden het veld ruimen.* Terwjjl hjj dit zeide klonken zware voet stappen in den gang, en terstond daarop stapte een zeer zwaar gebouwd man, met trotsch uiterljjk, in een grjjs kostuum ge kleed het vertrek binnen. Hjj had een hoogrood, vet en volbloedig gelaat, met een paar zeer kleine, beweegljjke oogen. Hjj werd op den voet gevolgd door een inspec teur in uniform en door den nog bevenden Thaddeüs Sholto. (Wordt vervolgd,/

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1898 | | pagina 1