Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. M 1680. WERKKRACHT. FEUILLETON» Bet teeken der Vier Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 26 MAART 1898. Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsveihooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 80 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Yrjjdagavofid ingewacht. Er is misschien geen tjjd geweest, waarin ieder het zoo druk heeft als in den tegen- woordigen. Men begeert, dat een kennis of vriend eens een gezellig uurtje bjj u komt praten, maar hg kan niet, hg heeft hst te druk, nu eens met deze vergadering, dan eens met gene; hg heeft een commissie te vervullen hier en daar, en van het aange name samenzjjn komt in den regel niets. En toch heeft zoo iemand dikwjjls niets of weinig te doen en voert heel weinig uit, terwjjl het den schjjn heeft alsof de wereld niet bestaan kon, als hg er niet was met zjjne drokte en bedrijvigheid. Yan den anderen kant zjjn er ook men- schen, wien men het niet kan aanzien, dat zjj zooveel om handen hebben en die inder daad verbazend veel afwerken. Alles wat zg doen, doen zg goed. Zg zgn secretaris van verschillende vereenigingen en genoot schappen, voorzitter van andere, hebben hnnne dageljjksche bezigheden, waaruit hun hoofdbestaan voortvloeit, spreken in het pnbliek hier en daar, schrjjven in couran ten nebts en links cn hebben nog den tjjd, om ieder, die hen om raad vraagt, behoor lijk te woord staau, voeren een nitgebrei le correspondentie, wijden nog eenigen tgd aan hun huishoudeljjken kring en schijnen een raadsel voor hen, die hen van nabjj kennen en weten, hoe ontzettend veel door hen wordt afgedaan. Waarin bestaat toeh wel het geheim van dezulken, waardoor zjj in staat zgn zoo veel tot stand t« brengen in den korten en in ieder geval voor ieder geljjken tgd van den dag? In de eerste plaats is dit geheim gelegen in hun werkkracht, die door niets wordt afgeleid of gebroken. Doch daar komen wjj straks nog even op terug. In de tweede plaats in hun stelregel: datgene, wat xjj te doen hebben, zoo snel mogelijk af te doen. Brieven beantwoorden zg onmiddellijk, dan is dit weer afgedaan, door A. Conan Doylb. (27 »Dat is zeer erg voor u, Small,zeide de detective, >indien gjj de justitie behulpzaam waart geweest, in plaats van haar te dwars- boomen, zou dit bepaald van gunstigen invloed op uw vonnis geweest zijn.* Justitie,* grjjnsde de ex-banneling. »Een fraaie Justitie! Wien anders dan ons be hoorde deze rjjkdom? Welke Justitie kan mg dwingen om hem af te staan aan hen die er geen voet voor verzet hebben? Luistert, wat ik er voor gedaan heb l Twintig lange jaren in dat koortsverspreidende moe ras, eiken dag aan den arbeid in de mjjn- greeve, eiken nacht geketend in de vol gepropte hokken, gebeten door de muskieten, geslagen met de zweep, en behandeld als een hond door eiken verwenschten zwarten bewaker, die zich vol vreugde aan een blanke te goed deed. Zóó verkreeg ik dien Agra-schat en gg spreekt tot mg van Jastitie en rechtvaardigheid omdat ik de gedachte niet kon verdragen dat ik er dezen prjjs voor betaald heb, epdat een ander hem zoude bezitten 1 Ik zou liever een poos hangen, of een van Tonga's doornen in mjjn huid hebben dan in de gevangenis te zitten trut de gedachte, dat een ander met het geld dat mg toebehoort in een paleis woont Small had zgn masker van onverschil ligheid afgelegd, en dit alles sprak hg op Wg hoorden onlangs nit den mond van een geleerd en werkzaam man deze woorden die wel waard zgn opgeteekend te worden »Wie alles op zgn tgd doet, heeft tjjd voor alles. Dat is het. Alles op zgn tgd te doen: eerst het dringendst noodige, das wat daarop volgt en zoo voort. Dan komt alles aan de beurt en alias terecht. Gg vervalt uwe be loften, aanstonds en stipt; gg helpt, aan stonds en onmiddelljjk, waar hulp noodig is en de uwe gevraagd wordt. Het Latjjn- sche spreekwoord zegt terecht: Qui cito dat bis dat, wie snel geeft, geeft tweemaal. Gjj zjjt altoos op uw tgd, altijd gereed, men ken met u opschieten, dat zgn de menschen die wat uitrichten, die vrede met en geluk in zich zeiven hebben en waaraan de maat schappij wat heeft. Derhalve alles op zgn tgd doen, snel af doen wat men te doen heeft en alles goed af te werken dat is het grootste geheim van die menschen, die de wereld verbazen door hun grootschen en veelomvattenden arbeid. Laten wg nog even hierbjj in herinnering brengen een raad van den grooten Romein- schen dichter Horatins, die aldns luidt: »Durf te beginnen; wie begint, heeft reeds de helft van zjjne taak afgedaan. Die raad heeft ontzettend veel waarde. Er zgn vele menschen, die tegen hun arbeid als tegen een berg op zienzjj kunnen er maar niet toe komen om er een aanvang woesten toon, terwgl zjjne oogen vlammen schoten en de boeien tegen elkaar ram melden, door de heftige beweging zjjner handen. Toen ik de woede van den man gade sloeg, begreep ik dat het geen ongegronle of onnatuurlijke angst geweest was die Majoor Sholto bevangen had, toen hg voor de eerste maal vernam dat de getergde galei boef zijn spoor gevonden had. »Gij vergeet dat wij niets van dit alles weten,* zei Holmes kalm, »wjj hebben uwe geschiedenis niet gehoord, en kunnen dus niet oordeelen in hoeverre het recht aan owe zjjde is geweest.* Welnu, sir, hoewel ik het aan u te danken heb, dat ik deze armbanden weder om mjjn polsen draag, toch hebt gjj mjj steeds fatsoenlijk toegesproken, en draag ik u geen wrok toe. Indien gg mjjne ge schiedenis wenscht te vernemen, verlang ik u die niet te onthouden. Elk woord dat ik tot u spreek is volkomen waar. Dank n, gg. knnt het glas hier naast mjj zetten, dan kan ik er als mjjn lippen droog worden met mjjn mond bjj komen. »Ik ben geboortig uit Worcestershire, in den omtrek van Pershore. Indien gjj daar een onderzoek zoudt instellen, zou it gg er nog een menigte Smalls vinden. Ik heb er dikwgls aan gedacht om er weder eens heen te gaan, maar de waarheid is, dat ik nooit erg bjj mjjn familie in gnnst stond, en ik betwjjfelde het of men ginds wel zoo buitengewoon verheugd zoude zgn, mg te zien. Het waren allen rustige, welvarende men schen; kleine boeren, wjjd en zjjd geacht mede te mak*n. WelnuDurf te beginnen maak er een aanvang mede en vanzelf vlot het werk, en weldra is het afgedaan. Dat woord van Horatins is een gulden woord, aller behartiging overwaardig. Neem er de proef van en gjj zult de waarde er van ondervinden. Ook verzuime men vooral niet gebruik te maken van de zoogenaamde «verloren uurtjes*, die zooveel in het leven voorkomen. Deze goed te benuttigen is ook een kunst, wier beoefening wel de moeite loont. En nu ten slotte nog een enkel woord, zooals wjj aankondigden, over de arbeids kracht zelve. Deze wordt vooral bepaald door het hebben van een levensdoel, waarvoor het de moeite waard is zich in te spannen. Dat is het heilige moeten* dat de mensch voortdrjjft, hem bezielt en iederen morgen weer met nieuwen moed en opgewektheid zjjne taak doet aaavaarden. Lendenlam, arm aan ener gie, slap van handen en knieën zgn zjj, die niet gedreven worden door een heilige macht in hen, die hen oproept om te arbeiden zoo lang het dag is. Dat houdt hen staande, dat geeft hen kracht; want naar waarheid is het gezegd>Hoe hooger taak de mensch zich stelt, hoe hooger hg zgn idealen op wekt, zoo hooger wordt de leeftjjd, waarin hg over zjjne krachten de beschikking houdt. Wie innig met het leven is verbonden door taak en doel en streven, die heeft in den regel tegen ziekten grooter weerstandsver mogen en kans lang jong te bljjven en friech. Wie opgaat in den arbeid voor een doel, vergeet zich zelf, vergeet kleine ergernissen, kleine kwalen, vergeet de behoefte aan prik kels.* Wie dus wil arbeiden tot geluk voor zich zeiven en de menschheid, hg ontwikkele die energie waarvan wg gesproken hebben hg volvoere zijne taak met snelheid en juist heid, met ongebroken werkkracht, een hoog ideaal vóór zich, met de schoone regelen van onzen geliefden dichter tot reisleuze: Geen rustloos zwerven en smachten Is 't leven een doel licht ons voor; En worstelende winnen wg krachten, En dwalende vinden wg 't spoor. Buitenland. In de Italiaansche Kamer wordt thans de zaak Crispi behandeld. De feiten, welke Crispi ten laste worden gelegd, komen hierop neer: en bemind, terwjjl ik altjjd meer op een roover geleek. Ten laatste echter, toen ik omstreeks achttien jaar oud was, veroor zaakte ik hun geen last meer, want ik kwam in ongelegenheid wegens een meisje en kon mij nog juist bjjtjjds er uit redden door het handgeld der Koningin op te strijken en dienst te nemen naar Indië. Ik was echter niet voor het soldaten leven geboren. Ik had pas den pas leeren houden en mjjn geweer behandelen, toen ik dwaas genoeg was om in de Ganges te gaan zwemmen. Gelukkig voor mjj was de sergeant van mijn compagnie tegel jjkertjjd in het water en een der beste zwemmers van het leger. Jnist toen ik het midden der rivier bereikt had greep mg een kro kodil en hapte mjj het rechterbeen boven de knie zoo glad af, dat het hem geen dokter kon verbeteren. Door schrik en bloed verlies verloor ik mjjn bewustzijn, en zon gewis verdronken zgn, indien Holder mg niet gegrepen had en met mg naar den oever ware gezwommen. Ik lag er vijf weken door in het hospitaal en toen ik er eindeljjk met een houten plaatsvervanger kon uit8trompelen, was ik ongeschikt voor den dienst evenals voor andere werkzaam heden. »Gjj kunt u licht voorstellen hoe onge lukkig ik mg gevoelde als een gebrekkig en nutteloos schepsel op nog geen twintig jarigen leef tgd. Maar mjjn ongeluk nam spoedig een gnnstigen keer. Een man met name Abel White, die zich als indigo- planter gevestigd had, verlangde een op zichter over den arbeid zjjner koelies. Hg was toevallig een vriend van onzen kolonel, die mg sedert het ongeval zjjne belang- Den 18n Maart 1893 maakte de Rappel* bekend, dat in de Panama-papieren van Reinach dcz9 aanteekening was gevonden: >Aan Crispi voor de zaak-Herz 50,000 frs.< Deze aanteekening opende de campagne, want de radicalen beweerden, dat Crispi dit geld had ontvangen, om aan Herz een groot cordon te verschaffen. Intusschen was het ministerie-Giolitti gevallen en kwam Crispi weer aan het bewindeen jaar lang werd nu een strjjd gevoerd over de moraliteit van den premier. Het ministerie-Giolitti was gevallen ten gevolge van de Banca Romana-catastrophe, waaromtrent de gewezen premier zjjn do cumenten op 15 December 1894 aan de Kamer overlegde er bleek nit deze stukken, dat Crispi vrjj zonderling met de Banca- Romana had omgesprongendoch den Kamerleden werd voorloopig de mond ge- sloten, omdat Crispi de Kamer ontbond en tegen Mei nienwe verkiezingen uitschreef. De oppositie rustte evenwel niet; 26 Dec. 1894 verscheen in de »Secolo« te Milaan een open brief van Cavallotti aan den minister-president, waarin hjj dezen uit maakte voor een afperser, een dief en een vervalscher. In Mei 1895 herhaalde Cavallotti zjjn beschuldigingen en in Juni dwong hg de pas gekozen Kamer, zich met de zaak bezig te houden. De vertegenwoordigers stonden evenwel nog zoo onder den invloed van den minister-president, dat de behandeling der ingebrachte beschuldigingen op zes maanden werd verdaagd. Cavallotti rustte evenwel niet, klaagde in Juli '95 Crispi bjj den rechter aan en maakte tegeljjkertijd zgn aanklacht openbaar in de »Don Chisciotte* een stuk, dat 13 kolommen besloeg; de gewone rechter verklaarde zich evenwel onbe voegd om van deze zaak kennis te nemen. Intusschen was Crispi ten gevolge van den ongelukkigen afloop der expeditie tegen de Abessiniërs, gevallen. Zgn opvolger, di Rudini, gaf voor, dat hjj licht in de zaak- Crispi wilde brengen, doch spoedig ver flauwde zgn jjver. Hjj kon echter niet be letten, dat bjj een enquête omtrent de Staatsbanken de bom ontplofte. De directeur van het Bologneser filiaal der Banco di Napoli werd gevangen genomen en op zgn aanwgzingen werd in Maart 1897 ook Crispi voor den rechter van instrnetie gedaagd. De gewezen premier verzette zich met kracht tegen de tegen hem uitgebrachte beschul- stelling betoond had. Kortom: mjjn kolonel beval mg ten zeerste voor de betrekkking aan, en daar het werk veelal te paard moest geschieden, was mjjn houten been geen bezwaar, omdat ik mjj goed in het zadel kon houden. Mjjn werkzaamheid bestond in het rondrjjden der plantage, om te zien of de slaven wel aan het werk bleven. Het loon was goed, ik had een goed verbljjf en alles tezaam genomen was ik tevreden met het voornizicht om mjjn gansche leven op deze indigo-plantage door te brengen. Mr. Abel White was een vrien- deljjk man, en dikwgls kwam hg in mjjn kleine hut een pjjp met mij rooken, want in de Oost of West zgn de blanken veel eigener met elkander dat dit in Europa het geval zonde zgn. >Maar mjjn gelnk was nooit van langen dunr. Plotseling en zonder de minste waar schuwing brak de groote opstand uit. De eene maand was Indië niterljjk zoo stil en vreedzaam als Surrey of Kent; en de vol gende braken er twee maal honderdduizend zwarte duivels los en geleek het geheele land een hel. Gjj weet daar zeker alles van, heerengewis zelfs meer dan ik, omdat ik geen liefhebber van lezen ben. Ik weet slechts wat ik met mjjn eigen oogen gezien heb. Onze plantage lag op een plaats Mattra genaamd, dicht bg de noord-westeljjke pro vinciën. Nacht op nacht was het gansche uitspansel verlicht door de brandende bun galows, en dag op dag trokken er kleine gezelschappen Europeanen door onze plaats met hunne vrouwen en kinderen op weg naar Agra, waar onze troepen in garnizoen lagen. Mr. Abel White was een onverzet- teljjk man. Hjj had zich in het hoofd gezet digingen en eischte ten slotte een onderzoek ran de Kamer. Aan dezen eisch werd in December 1897 voldaan en de president Zanardelli benoemde tot leden der commissie van onderzoek de heeren della Roccoa, Grippo, Diepolo, Pal- berti en Gararetti. De beide eerstgenoemde heeren waren aanhangers van Crispide laatste behoorde tot de partjj van Cavallotti. Deze commissie heeft, zooals bekend is, thans haar rapport bjj de Kamer ingediend. Uit dat rapport bljjkt, dat Crispi in een zeer moeieljjke financieele positie heeft ver keerd dat hjj herhaalde malen geld heeft opgenomen bjj enkele banken; doch hem met beslistheid fraude ten laste te leggen, of misbruik van zgn macht als minister, heeft de commissie niet aangedurfd. Waar misbruiken aan het daglicht zgn gekomen, legt men deze bjjna geheel ten laste van de tusschenpersonen, welke door Crispi ge bruikt werden, sn die hem onbekend lieten met hun wjjze van optreden. Ook aan het verdwgnen van 336 brieven, welke in het bezit waren van Favilla en zeer in het nadeel van Crispi moeten zgn geweest, wordt de gewezen premier onschul dig genoemd. Wel legt men hem evenwsl ten laste, dat hjj elke inspectie der Bank ran Napels te Bologna heeft weten te ver hinderen en aldus onrechtmatig heeft inge grepen in den werkkring van den minister der schatkist. Dientengevolge heeft de commissie geen termen gevonden Crispi te verwjjxen naar den Senaat, als hoogst politieke gerechtshof, doch het oirbaar geoordeeld hem alleen met een berisping te bestraffen. Over dit voorstel wordt thans ia de Italiaansche Kamer gediscussieerd. Een eigenaardige weddenschap werd dezer dagen te Magdeburg aangegaan door een ingenieur en een houthandelaar en wel over het al of niet mogeljjke van het precies gelijk doen slaan van een aantal verschillende uur werken. Men beweert, dat reeds keizer Karei V vergeefs getracht had, daartoe te geraken. De horlogamakersknnst is inmiddels even wel zeer vooruitgegaan. Bg een horloge maker te Fürstenberg bleek, dat het mo- geljjk was vjjf verschillende klokken precies geljjk te doen slaan. De ingenieur was winner van de 1000 mark, die de weddenschap gold. dat de zaak overdreven werd en dat het oproer even snel zoude eindigen als het be gonnen was. Zoo zat hjj rustig onder zjjue veranda, zjjne whisky drinkende en cheroots rookende, terwjjl rondom hem het land in lichtelaaie stond. Het spreekt van zelve dat wjj bg hem blevenik en Dawson, die m9t zgn vrouw als boekhouder en huishoudster fungeerde. Welnu, op zekeren dag barstte de bom los. Ik was naar een afgelegen plantage geweest en reed des avonds lang zaam naar huis, toen mjjn oog op een in eengedoken gedaante op den bodem van een steilen afgrond viel. Ik reed naderbg om te zien wat het was, en de schrik sloeg mg om het hart toen ik zag dat het het in stukken gesneden lichaam van Dawson's vrouw was, reeds half verscheurd door jak halzen en inlandscke honden. Een weinig verderop lag Dawson zelf dood op den weg met een ongeladen revolver in zgn hand en vier Sepoys doodgeschoten tegenover hem. Ik hield mjjn paard in, niet wetende welke richting ik zoude nemenmaar op dat oogen- blik zag ik dikke, kronkelende rook op- stjjgen uit de bungalow van Abel White en terstond daarop de vlammen nit het dak slaan. Toen begreep ik dat ik mjjn meester niet meer te hulp kon komen, en alleen nog mjjn eigen leven in gevaar kon brengen. Yanaf de plaats waar ik stond kon ik hon derden van de zwarte duivels zien dansen en hooren huilen rondom het brandende huis. Eenige wezen naar mg en onmiddelljjk floten er een paar kogels langs mjjn hoofd. Ik snelde dos voort door de paddivelden en bevond mg laat in den nacht in veiligheid te Agra. Wtntt vttvtlgdt n Levensmoeheid is de modekwaal van ooien tijdmaar uiterst merkwaardig mag het heeten, dat die levensmoeheid jnist in een leven van hard werken, al is het maar een machinaal trekken van den ploeg voor het levensonder hond, bet minst voorkomt. Gezegend de menseh, die zijn werk heeft gevondenLaat hem geen anderen zegen van het leven vragen. G. L. tak Loom. terwgl anderen eerst een tjjdlang moeten zoeken waar zg die gelaten hebben, om dan eerst tot de beantwoording te kannen overgaan wg kennen secretarissen van ge nootschappen, die gtaande de vergadering de notulen jnist en keurig opstellen, zelfs van die, waarin de ingewikkelste discussies hebben plaats gehad; komt er dan weder een vergadering, dan zjjn zij gereed en be hoeven er niet tegen op te zien. De brieven en rapporten, die een vergadering voor hen tengevolge heeft, worden door hen aanstonds afgedaan, zoodat er geen achterstand plaats heeft. Men behoeft zich dns later het hoofd niet meer te breken met datgene, wat nog gedaan moet worden, want het is reeds af gedaan. »Wie achterstand heeft in zjjne zaken» lazen wg ergens, en het is vol komen waar »heeft het drukkend gevoel van iemand, die onbetaalde rekeningen heeft liggen. Dat drukkend gevoel belemmert de ontplooiing der volle kracht, c

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1898 | | pagina 1