Land van
en
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
De Heusdensche Kwestie.
M 1691.
Uitgever: L. J. YEEEMAH, Heusden,
WOENSDAG 4 MEI
1898.
behoorende bij het No.
van Woensdag 4 Mei.
De Heusdensche Kwestie.
VOOB
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco par post zonder prjjsveihooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
Bijvoegsel,
In de AvondsterDagblad voor Nederland
Uitgever Jan A. G. Juten te Bergen op
Zoomkomt een stuk voor getiteld:
*De Heusdensche Kwestiegevolgd door
een *Nog eens de Heusdensche Kwestie
Om aan de nieuwsgierigheid van een
aantal onzer abonne's te voldoenhebben
we beide stukken in zijn geheel over-
genomen.
DE REDACTIE.
Het is zeker, dat wij hier een onderwerp
gaan behandelen, dat in onderwijzerskringen
zeer besproken wordt, dat in de Langstraat
veler tonren in beweging brengt en boudt,
en vooral te Heusden het tooneel, waar
bet spel gespeeld is aanleiding is, dat
het bitteruurtje wordt verdubbeld en de
kletstafels in de koffiehuizen tot groot
genoegen der kasteleins eigenlijk dubbel
zoo groot moesten zijn.
Het ontstaan en het verloop dier kwestie
te verbalen is het doel van dit artikel.
Den len October '97 ontstond te Heusden
een vacature als hoofd der Openbare School,
in welke kwaliteit de heer Scholten jaren
was werkzaam geweest.
De heer Scbolten was Protestant.
Waarschijnlijk was hij benoemd in die
haast voor-historische tijden, toen de Ka
tholiek het zich een soort schande meende
te moeten rekenen, dat hij een kruis maakte
en men meer nog dan thans in de Pro-
testantsche kringen der regeering de Ka
tholieken vertrapte en knevelde.
Maar de tjjden zjjn sedert veel veranderd
en de menscben eveneens; toch schpnt er
in het deeg, waarvan sommigen gekneed
zjjn, rog een restje te zjjn overgebleven
van dn ouden slaafschen zuurdeesem, die
vroegee geslachten hebben overgelaten in
den bactrog.
Wat nog velen zjjn er, die zich schamen
zonde: het mannelijk woord van den heiligen
aposte Paulus tot het hunne te maken:
ik be een Romeinsch burgerik ben een
Roomch christen.
Entoch, zoolang niet het gevoel van ons
onverreembaar recht zoo sterk is geworden
bp eg Katholieken, dat wjj als mannen
vol ze'bewustzjjn en zelfkracht naar voren
durve: treden, sterk door ons goed recht
en krchtig, door het gevoel, dat wij schouder
aan ghouder staan met gansche drommen
geljjk;ezinden zoolang zal er nog ge
werkt moeten worden aan de politieke
ontwikeling van het Katholieke volk.
En het is op ons, mannen der Katkolieke
pers, dat da taak rust daaraan rusteloos
te arieiden.
H® is daarom, dat wij ons hart van
vreugde voelen kloppen als wjj zien, dat
Heusden, hetwelk velen een burcht dachten
van het echte liberale protestantisme, dat
Heusden een voorpost is van het meest
flinke, het meest openhartige, het meest
koninklijke Katholicisme.
Den len October '97 ontstond te Heusden
een vacature als schoolhoofd.
De zoon van het vroegere schoolhoofd,
de heer Scholten Junior, tot dan onderwjjzer
aan een openbare school te Haarlem, liet
deze betrekking in den steek om te Heusden
op zich te nemen de betrekking van waar
nemend hoofd der school.
Die daad het in den steek laten eener
vaste betrekking om eene andere, onvaste te
gaan bekleeden getuigde van weinig
kieschheid tegenover den gemeenteraad,
omdat er een opdringen in lag opgesloten
van eigen perseon, omdat het wilde zeggen:
ik kom hier, ik ben er, ik bljjf er.
De ondervinding heeft geleerd, dat Heus-
dens gemeenteraad zich daardoor niet van
de wjjs liet brengen.
Wat geschiedde er: er werd een oproeping
gedaan, er kwamen sollicitanten op en uit
dezen*|zouden burgemeester en wethouders
van Heusden de voordracht opmaken.
Dit college bestaat uit den Protestantschen
burgemeester Honcoop, den Protestantschen
wethouder Van Beesd en den Katholieken
wethouder Verhoeven.
Het college kon het niet eens worden
over de voordracht: de burgemeester wilde
één Protestant op de voordracht en twee
Katholieken, de heer Scholtende beide
wethouders die over 's heeren Scholtens
optreden niet tevreden waren, wilden twee
Protestanten en één Katholiek.
Denkelijk was het de bedoeling van den
burgemeester de Katholieke stemmen te
versnipperen.
En is dat zoo, dan was het van den heer
wethouder Verhoeven zeer verstandig, dat
tegen te gaan door iets toe te geven om
hooger doel te bereiken.
Het opmaken der voordracht muslukte
door den bepaalden onwil van den burge
meester om tot deze voordracht mede te
werkenen eerst eenige weken later
ongeveer acht dagen voor den 3ln Maart
kwam men tot overeenstemminger kwamen
toen 5 candidaten op de voordracht.
Met dm 31n Maart was de termjjn van
6 maanden verloopen, binnen welken volgens
artikel 32 der Onderwijswet een ontstane
open plaats als hoofd der school moet zijn
aangevuld.
Op dezen laatsten dag riep de burgemeester
den raad bjjeen om een benoeming te laten
doen.
De overgroote meerderheid raadsleden
was voor den heer Verhoeven, den Katho
lieken Kandidaat.
Zij redeneerden zóó: in Protestantsche
streken wil men geen Katholieken, men
benoemt ze niet, men zet ze aan de deur!
Indien wjj, Katholieken, hen dan ook niet
benoemden, waar moest het dan heen, dan
was er voor hen geen toekomst meer en zjj
konden hun matten wel oprollen.
Doch daar juist op 't laatste oogenblik
verspreidt zich een gerucht misschien
komen wij op den verspreider van dit gerucht
nog wel eens nader terug, als zou de heer
Verhoeven niet erg zuiver op de graat zijn.
De burgemeester zag natuurlijk gaarne,
dat er aarzeling ontstond onder de Katholie
ken de kansen van zjjn man, den Protestant
Scbolten, stegen daardoor aanmerkeljjk.
Toen er dan ook in de vergadering van
31 Maart van Katholieke zijde op werd
aangedrongen de beslissing uit te stellen,
omdat men nadere informaties wilde inwin
nen en liefst geen kat in den zak koopen,
toen verzette de burgemeester zich daartegen.
Met vjjf tegen twee stemmen werd echter,
op voorstel van den Katholieken wethouder
Verhoeven, de benoeming verdaagd, in
weerwil van het verzet des burgemeesters.
Wist de burgemeester, dat de termjjn
van 6 maanden, in artikel 32 bepaald,
daardoor werd overschreden
En zoo ja, waarom verzweeg hjj dat dan?
Waarom vervulde hij niet den plicht, door
den Raad op het bestaan van deze bepaling
te wjjzen?
Of hoopte hjj, dat het onderzoek ongunstig
zou uitvallen voor den candidaat Verhoeven
te Breda, en dat daardoor de kansen van
zjjn protégé Scholten zouden stjjgen?
Burgemeester Honcoop dan, had de raads
leden niet gewezen op het feit, dat 31e
Maart de laatste dag was van den fatalen
termjjn, die artikel 32 der Onderwjjswet
stelt.
Misschien was hem dat zslf onbekend,
misschien heeft hij het met voordacht ver
zwegen en dan grovelijk zijn plicht verzuimd.
En toen de 7 April in het land kwam,
de dag, die voor de definitieve benoeming
bepaald was, toen zweeg hjj weder en liet
het op een stemming aankomen.
Wanneer werkeljjk art. 32 der Onderwjjs
wet hier van toepassing is, dan had bur
gemeester Honcoop reeds te voren, onmid-
delljjk nadat de Ie April verschenen was
en de betrekking dus 6 volle maanden
onvervuld, van dit feit kennis moeten geven
aan heeren Gedeputeerde Staten, die dan
een vergeljjkend onderzoek hadden kunnen
uitschrijven en uit de voordracht, welke
daarvan het gevolg is, de benoeming moes
ten doen.
Maar dat was niet geweest in 't belang
van 's burgemeesters beschermeling den
Protestantschen heer Scholten.
Zoolang er leven is, is er hoop, en zoo
lang er geen benoeming is geschied, be
staat er voor Scholten nog kans, zoo werd
er geredeneerd.
Dan zou van het geval geen melding zjjn
gedaan aan hooger autoriteiten.
Tenminste naar het gerucht loopt ver
klaarde de burgemeester in vol gezelschap,
dat hjj, als zjjn protégé benoemd was
geworden het overtreden van artikel
32 maar ongemerkt zou hebben laten
passeeren.
>Ge ziet, ik kom eerlijk voor mijn ge
voelen uitc voegde bij er bjj.
Wjj zjjn er niet bjj geweest en hebben
het dus maar van hooren zeggen.
Zeker, volgens de letter van het bewuste
wetsartikel, is de benoeming niet geschied
binnen de zes maanden en dus heeft er
wetsovertreding plaats gehad.
Maar uit de verklaring die steeds aan
dit artikel is gegeven, blijkt de geest ervan.
En die geest is: als de raad om deze of
gene reden niet benoemen wil, dan komen
Gedeputeerde Staten tusschen beide om te
doen, wat des Raads was en door te be
noemen, een einde te maken aan den
scheeven en on wettigen toestand: een school
zonder schoolhoofd.
Dat was hier niet het geval.
De raad was volstrekt niet onwilligdat
heeft bjj bewezen.
Maar hjj is niet gewaarborgd tegen spits
vondige en onbehoorljjke combinaties van
een burgemeester, die van de wet niet ge
bruik maakt in 't belang van 't algemeen,
maar louter en alleen in 't belang van zich
zelf en van zjjn vrienden.
Zulk een burgemeester kwjjt raken, gaat,
helaasniet.
De gemeenten hebben in 't geheel geen
invloed zooals in andere landen op de
benoeming van hun hoofd.
Zjj moeten tegenwoordig hun maal maar
doen met den persoon, die het gouvernement
hen op het dak zendt.
Want het voorschrift der gemeentewet,
dat het zoo veel mogeljjk een ingezetene
moet zjjn, wordt eenvoudig niet meer op
gevolgd.
Maar waar ze wel invloed op hebben,
dat is op de benoemingen der Provinciale
Staten.
En de Katholieke kiezers in het district
Heusden zouden al heel weinig zelfgevoel
moeten hebben als zjj, bjj zjjn aftreding,
burgemeester Honcoop niet uit de gewes
telijke vertegenwoordiging bezemden.
Maar, komt tijd, komt raad I
Het zonderlingste in deze zaak is wel de
houding van enkele weinige Katholieken.
Er bestaat nl. te Heusden een Katholieke
Parochiale school
En nu leeraarden deze vreemdsoortige
Katholieken
Gjj moet een Protestant benoemen aan
de Openbare School, anders loopt de Katho
lieke School de kans, dat er kinderen zjjn,
die haar verlaten.
Op dat idiootachtige van dergeljjke praat
komen wjj nog eens terug.
Ook tot stichting, opwekking en onder
richt voor andere niet-Heusdensche lezers.
Tot slot willen wjj eens een woordje
spreken over de lafhartige en on-Katholieke
wjjze, waarop eenige Heusdensche Katho
lieken de benoeming van den heer Ver
hoeven tegenwerkten.
Wjj stellen op den voorgrond, dat een
Katholiek verplicht is te zorgen, dat zjjn
geloofsgenooten behoorljjk het hun toeko
mende deel ontvangen van de ambten, waar
digheden en betrekkingen, welke er in een
gemeente bestaan.
Dachten onze Protestantsche landgenooten
er evenzoo over, dr.n zou er voor ons groote
reden tot bljjdschap zjjn.
Doch het feit, dat dezen er ten onzen
opzichte niet zoo over denken en nooit een
Katholiek benoemen, ook al gaat het om
een gemeente, waar de Katholieken een zeer
aanzienljjke minderheid vormen, mag ons
niet ontslaan van onze verplichting steeds
de billjjkheid te betrachten.
Maar die billjjkheid brengt zeker niet
mee in een gemeente, waar de Katholieken
het hoofdelement der bevolking vormen, een
Protestantsch schoolhoofd te benoemen.
Er is in Heusden een Katholieke school.
Des te beter!
Maar daarom mag, neen moet de ge
meente tot hare ambtenaren nog wel Ka
tholieken benoemen, mannen die denken en
handelen in overeenstemming met de denk-
wjjze der bevolking.
Of is het niets waard voor de Katholieken
dat zij weten, dat er aan het hoofd der
school, die zij betalen, een man staat, die
wel door de wet is verhinderd Katholiek
onderwijs te geven, maar die toch door zjjn
persoonlijkheid kan verhinderen en beletten,
dat in het ontvaukeljjke kinderhart de pa-
penhaat wordt gezaaid
En wanneer de Protestansche burgemeester
Honcoop en eenige zjjner blinde aanhangers
boos zjjn, dat de Katholieken hun recht op-
eischen, dan bljjkt daaruit, wat ze nu eerst
behoeven te ondervinden, wat de Katho
lieken in Heusden reeds 300 jaar onder
vinden.
En zjjn zjj met een Katholiek schoolhoofd
niet tevreden, wel nude weg staat voor
hen open om met eigen geld een Protes
tantsche school te stichten, evenals de Ka
tholieken er een hebben
Maar als het daar op aan komt dan
leggen de heeren beide handen op de zakken
Zjj willen wel hun school, waarin onder-
wjjs wordt gegevendoor hunne partjjgangers
maar de Katholieken zouden ze moeten
betalen
Algemeen is men dan ook met de keuze
ingenomen.
En tal van verstandige en waarljjk eerljjke
Heusdensche Protestanten billjjken het ten
hoogste, dat de Katholieken een recht hebben
gebruikt, dat hun door de wetten wordt
gewaarborgd en waarvan zjj een maar al
te matisr gebruik hebben gemaakt.
De Protestantsche wethouder heeft dan
ook, zoowel bjj het opmaken der voordracht
als bjj de stemming medegewerkt om aan
het lang bestaande onrecht een einde te
maken.
Hem komt dan ook allen lof toe, voor
zjjn ware verdraagzaamheid.
En nu nog de dwaze redeneering: onze
Katholieke School loopt leeg, als er een
Katholiek schoolhoofd aan de Openbare
School wordt benoemd 1
Is het onderwjjs aan de Katholieke School
te Heusden dan zóó slecht?
Dat zou men moeten veronderstellen, want,
zjjn Katholieke ouders reeds verplicht de
Katholieke school te kiezen, wanneer hen
de keuze wordt gelaten tusschen deze en de
openbare, een plicht, waarop de eerwaarde
geesteljjkheid niet nalaat hen bjj herhaling
te wjjzen, hoeveel te meer zullen zjj niet
gedrongen worden deze door hunne kinderen
te doen bezoeken, indien het onderwjjs de
gel jjk en goed is.
En is het dit niet, is men bang, dat het
te zeer zal afsteken bjj het openbare, dan
wordt het hoog tjjd, dat het onderwjjzend
personeel gaat zorgen beter zjjn plicht te
vervullen.
Verkiest het dat niet, dan is de tjjd ge
komen het door een ander te vervangen.
En zeker, wanneer het gaat handelen,
zooals het in deze kwestie gedaan heeft,
dan zien wjj den tjjd niet verre, dat er een
generale opruiming wordt gehouden.
En dat is noodig ook.
Personen, die het brood, dat zjj eten,
alléén danken aan hun Katholiciteit, moeten
zeer zeker voor hunne beginselen uit weten
te komen en moeten nooit of nimmer ge
loofsgenooten stellen achter andersden
kenden.
Zeker niet, als de billjjkheid verlangt dat
het anders geschiedt.
Nog eens
Niet tot verdediging van mjjn persoon
tegen de daarop gerichte aanvallen vau den
schrjjver der hoofdartikelen onder boven
staand opschrift in de nos. van 20 en 22
April j.l. van uw blad, maar uitsluitend in
het belang der waarheid acht ik me ver
plicht daartegen op te komen; de daarin
gegeven voorstelling van de toedracht der
zaak is beslist onjuist.
Tot goed begrip der kwestie c zal het
noodig zijn, dat ik de geschiedenis van het
begin tot het einde mededeel, tot welk einde
ik zooveel mogeljjk van de officiëelegjgevens
zal gebruik maken.
1) Wij geren den heer Burgemeester Honcoop rol-
gaarne gelegenheid van zijn kant de toedraeht der zaak
uit een te zetten.
Daardoor toch kan de waarheid des te beter worden
gediend.
Wjj geren zijn verweer dezelfde plaats als het aan
vallend artikel. Red.
Met het oog op de ongesteldheid van nu
wijlen den heer Scholten, het vroegere
hoofd der openbare school alhier, welke
ongesteldheid hem belette onderwjjs te
geveD, is op den 15 Juni 1897 door B. en
W. besloten hem op zijn verzoek verlof te
verleenen tot 1 September en zjjn zoon,
die destjjds vacantie had, van af 26 Juli
tot gemeld tijdstip met de waarneming van
het onderwijs te belasten (de vacantie hier
werd gehouden van 26 Juni tot 26 Juli).
Het bleek echter al spoedig, dat de heer
Scholten niet op 1 Sept. ia staat zou zijn
onderwjjs te geven; hij vroeg dan ook 12
Augs. verlenging van verlof tot 1 Jan
welk verzoek werd toegestaan onder voor
waarde, dat in het onderwjjs ten koste van
adressant en naar genoegen van het ge
meentebestuur en het schooltoezicht werd
voorzien. Op aanraden van zjjne vrienden
en wellicht ook zelf inziende, dat volkomen
herstel wel niet zou bereikt worden, besloot
de heer S. den 18 Augs. met ingang van
1 Oct. '97 eervol ontslag te verzoeken, dat
op 28 Sept. werd verleend.
Hangende het verzoek om ontslag had
de di8tricts-schoolopziener de wenscheljjk-
heid to kennen gegeven met ingang van
1 Oct. voor een tjjdvak van zes maanden
een waarnemend hoofd te benoemen, ten
einde genoegzaam tjjd van voorbereiding
te hebben voor een definitieve benoeming.
Conform dit voorstel werd den 28 Augs.
1897 door B. en W. besloten. Den heer
Schol ten Jr., die op 't oogenblik nog waar
nemend hoofd was, werd gevraagd of hjj
genegen zou zjjn, ook van 1 Oct. 1897 de
waarneming zes maanden voort te zetten.
Deze verklaarde zich bereid en hjj werd,
in overleg met den Arr.-schoolopzianer tot
waarnemend hoofd aangewezen. In het
onderwjjs van 1 Sept. tot 1 Oct. werd dooi
het hulppersoneel en eenige kweekelingen
voorzien.
In de vergadering van B. en W. van
12 Oct. 1897 is het doen eener oproeping
voor de definitieve benoeming ter sprake
geweest, doch alvorens daartoe over te gaan
is op voorstel van den heer Verhoeven
besloten»den raad in overweging te geven,
de jaarwedde van het schoolhoofd te ver
minderen van f 1250 op f 1100.
Bezuiniging lag aan dit voorstel niet ten
grondslag, doch de heer V. achtte die rege
ling wenscheljjk in het belang der sollici
tatie van den heer S., het waarnemend
hoofd,.die geene andere taaiakten had dan
Fransch andere vreemde talen worden
aan de school niet onderwezen omdat
zoodoende een toevloed vaD sollicitanten
zou worden voorkomen; terwijl en dit
zjjn ongeveer de eigen woorden des heeren
V. was de heer S. eenmaal benoemd
zijne jaarwedde telkens met f 75 zou kunnen
worden verhoogd bij het behalen der acten
Engelsch en Duitsch; zoodoende hing het
zoo redeneerde de wethouder verder
van den jjver van den titularis zeiven af,
het salaris op hot vroegere cjjfer terug te
brengen. Dit voorstel van B. en W., toege
licht overeenkomstig de bedoelingen des hee
ren Verhoevenwerd in de vergadering van
den gemeenteraad van 25 Oct. gebracht
en zonder eenig verzet met algemeene stem
men aangenomen.
Nadat dit raadsbesluit de goedkeuring
van H.H. Ged. Staten had verworven, ge
schiedde de oproeping, die de aanmelding
van 17 sollicitanten ten gevolge had. Den
13 December kwamen de stukken in de
vergadering van B. en W., waarop onmid-
delljjk de inzending geschiedde aan den
district8-schoolopziener. Deze gaf bjj schrjj-
ven van 2 Jan. '98 aan het Dagel. Bestuur
in overweging met het opmaken der voor
dracht te wachten tot einde Januari of
begin Februari, ten einde naar den invloed
der werkzaamheid van het waarnemend
hoofd te kunnen beoordeelen, of hjj eene
plaats op de voordracht kon innemen. Met
dat voorstel werd genoegen genomen; in-
tusschen, ook de maand Februari liep ten
einde en geen dar beide wethouders hebben
er ook maar van gerept den schoolopziener
op zjjn verzuim te wjjzen.
Wanneer men nu dit alles overweegt,
dan is toch wel de vraag gewettigd, of de
heer S. niet kon worden beschouwd als de
protégé zoowel van het Dagel. Bestuur en
den gemeenteraad als van den burgemeester?
Eindeljjk, 16 Maart, komt de districts
schoolopziener om de voordracht op te ma
ken. In de meening verkeerende, dat eene
bloote formaliteit te vervullen was, welke
meening, afgaande op hetgeen was vooraf
gegaandoor mjj werd gedeeldlag het in