fel
en Altena, (!e Langstraat en de Bommelerwaard.
Land van flensden
0
FEUTLLÏ
Het kind van den haat.
M 1713.
land van altena.
Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden.
WOENSDAG 20 JULI
1898
VOOR
O
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprjjs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsveihooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/t ct. Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Yrjjdagavond
ingewacht.
J
Onwillekeurig paat de blik, die allerwege
in den lande de zich openbarende liefde
voor het Oranjehuis opmerkt een eeuw
terug en vergeljjkf. En dat heeft zjjn nut.
Pan eerst schat men zijn gezonde dagen
op den waren prjjs, wanneer men tijden
van ziekte achter den rug heeft, can eerst
gevoelt men diep de zegeningen van vrede
en rust, wanneer men de dagen herdenkt,
toen onvrede en onrust, vrees en wan
trouwen den atmosfeer bedierven.
Wat ziet onze blik op de laatste jaren
der vorige eeuw?
Een dreigende wolk komt opzetten uit
het zuiden en een stem spreekt: de stad
houder houdt u in verdrukking en slavernjj
wjj treden Holland in als vrienden van de
Bataven en als onverzoenlijke vijanden vaD
Oranje. Zendt dat trotsche huis, dat sedert
honderd jaren uaan zijn hoogmoed opoffert,
naar Duitscbland terug. Wij komen als
vrienden en broeders
Het was een Fransch legerhoofd, (Du-
mourier) die aldus sprak, maar er was
geen Holland, die hun verontwaardiging
terug wees: Tjjden lang had de Republiek
der Vereenigde Nederlanden gezucht onder
de tyrannic der aristocraten en nu de zon
der democratie sedert 1789 in het zuiden
was opgegaan, keek het volk hier te lande
zjjn oogen blind en ofschoon vanwege de
Staten-Generaal een waarschuwing uitging
tegen het misbruik der termen vrijheid
slavernijonderdrukkingveel hielp dat
niet. Geljjk het vee, dat het malsche wei
gras ruikt, zoo sloegen onze vaderen een
eeuw geleden tot ongebondenheid over toen
ze de staatkundige vrjjheid aan den horizon
zagen schemeren. Ze heetten den vjjand
welkom binnen de landpalen, sloegen geen
acht op de uitnoodiging om de wapens op
te vatten, maar riepen met Daandels»0,
hoe gelukkig zullen wjj zijn, als ons land
eens gezuiverd is van al dat adellijk en
aristocratisch ongedierte.* En de meest
verfoeide aristocraten, Willem van Oranje
benevens zjjn echtgenoote Wilhelmina van
Pruisen en hun kroost, staken den 18den
Jan. 1795 te Scbeveningen op een visschers-
pink in zee.
En nu vangt de Fransche tjjd aan. De
grondwet der Republiek, de Unie van
Een verhaal uit Oost-Friesland,
van Emmy yon Dincklage.
(18
»Kom en zie zelf!* riep de andere en
daarna werd het stil, doodstil. Maar bjj den
steenklomp vertoonde zich nu een gebocheld,
dwergachtig kereltje, dat wel is waar, in zjjn
groei bjj zjjn» jaren ten achter was gebleven,
maar wiens bleek gelaat van een vroegrjjp
verstand getuigde. Zoo snel bjj kon, bewoog
zich dit kleine wezen over de heide in de
richting, vanwaar 't geroep geklonken had.
Hjj keek achter eiken jeneverstruik, maar
telkens tevergeefs, tot hem, van louter ijver
bjj zjjn zoeken, de zweetdroppels op het
hooge, smalle voorhoofd parelden. Nergens
was de gezochte te vinden en eindeljjk riep
de kleine, en er klonk angst uit zijn toon
»Maar, Engel, waar ben je dan toch?*
»Hier, jjj domme jongen en hjj voelde zich
door twee armen omstrengeld en boven de
raastbjjzjjnde, blauwgroene struiken, kwam
een kopje, zoo frisch als eene pas ontloken
roos en met een overvloed van lichtblonde
krullen nitkjjken, om zich tegen het smalle
gezichtje van haar makker te vljjen, met de
woorden: *0, jjj domme jongen, hoe krjjg
je 't toch in je hoofd, je in te beelden, dat
ik van je weg zou loopen En, o foei, wat
ben je warmGauw, sla rnjjn haledoek om,
anders wordt je ziek!*
>Netn,< riep de kleine tegenstribbelend,
>ik ben ten man en verkies geen vrouwen-
Uirecbt, werd vervangen door een nieuwe.
Veel ouds werd opgeruim 1, gebrekkige,
ziellooze vormen afgeschaft, vele misbruiken
tegengegaan. De omwenteling in 1795 was
een oordeel, maar niettemin lag in dat
oordeel een zegeD. Ze was een orkaan, die
de lucht zuivert; een stroom, die, verdel
gend, bier en daar ophoogend en vrucht
baarmakend slib achterlaat (Groen van
Prinsterer).
De jaren tusschen 1795 en 1798 gingen
voorbjj in heftig geschil lusschen de partjj,
die het behond wenschte van de afzonder-
Ijjke gewesten en de andere, die deze wilde
samensmelten tot een geheel. Dit geschil
werd ten slotte beëindigd door gewapende
tusschenkom8t van de partjj, die de meer
derheid had, d.i. de laatste, die der unita-
rissen. Zoo begreep men toen de staat
kundige vrjjheid.
De grondwet, de eerste welke de ver
ouderde Unie van Utrecht verving, bevat
voor die dagen veel goeds. De oppermacht
of souvereiniteit berustte namens het volk
bjj twee kamers, die de wefgevende macht
uitmaakten, doch de uitvoerende opdragen
aan vijf directeuren. Het grondgebied der
R°publiek werd een en ondeelbaar verklaard.
Ten einde de grenzen uit te wissen van de
vroegere souvereine staatjes, werden bjj de
onderindeeling de oude namen met opzet
weggelaten en naar evenredigheid der be
volking werd 't land verdeeld in acht depar
tementen, Eems, Oude IJsel, Rijn, Amstel,
Tessel, Delft, Dommel en Schelde-Maas.
De druk der stedeljjke aristocratie werd
met deze grondwet opgeheven, gelijkstelling
van allen voor de wet werd regel.
De constitutioneele beginselen waren echter
nog jong en dan mag men niet verwachten
dat alles zal gaan naar den eisch. Daar
even hebben we al gewezen op een daad
van geweld, maar wat te zeggen van een
vertegenwoordiging, die in de grondwet aan
geeft op welke wjjze ze behoort te worden
samengesteld, maar die zoo gehecht is aan
haar mandaat en zoo bang voor den uitslag
eener nieuwe verkiezing, dat ze doodleuk
haar eigen leden benoemt tot leden der
nieuwe Kamer?
Dat was wel wat kras en ook niet naar
den zin van Frankrjjk. Daarom brachten
Daendels en generaal Joubert in Juni deze
eigendurkeljjke heeren aan 't verstand dat
't zoo maar niet aanging een pas ontworpen
constitutie te ontduiken en namen er een
kleeren te dragen, ik wil niet!*
»Je wilt riet? Nu, dat ontbreekt er nog
maar aanIs je dan soms vergeten, dat
ik je moeder ben, als onze moeder niet bjj
ons is?«
»Neen, je bent mjjne moeder niet en ik
wil 't niet hebben, ik wil niet, zeg ik je!*
»'t Is mjj wel, dan ben ik je zuster, maar
als je niet doet, wat ik zeg, dan vertel ik
je ook niet. Kom, laat ons daar, buiten
den wind, tusschen die oude steenblokken
gaan zitten, dan zal ik je van Ismaël ver
tellen, voorwaarts nu, en ik zal 't je nu
maar bekennen, mijne mand is nog niet
eens half vol; die jeneverstruiken prikken
mjj zoo in de vingers; en steken moeten
ze, want ze beeten: wachthouders* (jene
verstruik is in't Duitsch: Wachholder) en
ze moeten zich verdedigen en ik ben jou
wachthouder. Kom nu maar meê!«
>Men weet toch nooit, of men je gelooven
kan of niet,* antwoordde Willem, terwjjl
hjj naast de slanke, elastische gestalte van
het zestienjarige meisje voorttrippelde, op
de oude steenen toe, om de geschiedenis
van Ismaël te hooren. Van Ismaël, wiens
hand was tegen allen, zooals de hand van
allen was tegen hem, en dat dit zoo ge
komen was, daaraan had zjjne moeder Hagar
schuld, doordat ze hem had opgevoed in
haat tegen hare vroegere meesteresse Sara
en in njjd tegen zjjn broeder Izaak.
't Is lang, heel lang geleden, dat Ismaël
leefde,* zoo begon Engel haar verhaal, om
vervolgens alles weer te geven, wat de
bjjbelsche geschiedenis haar daaromtrent ge
leerd had, en weinig vermoedde ze, dat er
bjj den steen, waartegen haar onschuldig
bioemenkopje leunde, een levende Ismaël,
aantal gevangen, die naar het Huis teu
Bosch gevoerd werd'O, toen onz? staats
gevangenis.
Nu werden de verkiezingen uitgeschreven
en 31 Jnli kwam de nienwgekozen vertegen
woordiging voor 't eerst samen. Haar voor
zitter was Leonard Pieter van de Kasteele,
welbekend van naam. Deze eerste constitutie
is in werking gebleven tot 1801. Er heorschte
toen een honger naar grondwetten. Op bet
punt van godslienst was men nu zóó ver,
dat alle godsdiensten voor de wet gelijk
waren. Dat was een groote vooruitgang.
Maar op politiek terrein haperde nog veel
aan de vrjjheid. Naar Hervormden of Ka
tholieken werd niet meer gevraagd, maar
wel werden tot geen ambten toegelaten die
bekend stonden als Oranjeklanten, als aan
hangers van 't vorig bewind of als anar
chisten.
Het jaar 1798 was de dageraad der con
stitutioneele regeering. Ze moest echter den
vuurdoop der Fransche overheersching nog
ondergaan om in 1815 gelouterd voor goed
op te treden.
Buitenland.
De »Aurore« bevat een langen open
brief van Zola aan Br'sson. Het volgende
is daarvan de korte inhoudZola betreurt
het dat Brisson, die het toonbeeld van re-
puhlikeinsche deugd was, zijn zedeljjke
souvereiniteit heeft prjjsgegeven, door partjj
te kiezen geljjk hjj deed. Sedert gp aan het
bewind zijt, dacht ik U te goed ingelicht,
voegt Zola er aan toe, om niet als ik over
tuigd te zijn. dat geen minister zal kunnen
aanblijven, zoolang de zaak Dreytus niet
wetteljjk geluiquideerd is. Er is iets verrots
in Frankrjjk. Het leven zal zjjn gewonen
loop niet hernemen, voor men het zuive-
ringswerk gedaan zal hebben. Het ministerie
dat de revisie zal ten uitvoer leggen, zal
een groot ministerie zjjn.
Het tweede proces tegen Zola en Perrenx
is reeds geëindigd. Het vonnis is strenger
dan het eerste. Toen kreeg Zola een jaar
en frs. 3000 boete, PerreDX vier maanden
en trs. 3000. Thans zjjn beiden tot een jaar
gevangenis en dezelfde boete veroordeeld en
solidair in de proceskosten.
Het vonnis is gewezen bjj verstek. Dat
beteekent in de eerste plaats op requisitoir
van het openbaar ministerie door het bof,
>zonder bjjstand of bemoeiing van gezwo-
een ander kind van den haat, naar haar
stond te luisteren.
Engel sprak met innige overtuiging, en
de knaap was met zjjne geheele ziel bjj 't
geen zij vertelde. Juist had ze gezegd: »Nu
waren Hagar en Ismaël verstooten en hun
eenig toevluchtsoord was de Woestjjn. Stel
je voor, hoe ongelukkig menschen zjjn, die
zonder vaderland en zonder vrienden
moeten rondzwervenniet waar, die ge
dachte is zeer treurig?* Toen was het
of er eensklaps eene schaduw op haar viel
en opziende, keek ze recht in een paar bruine
oogen en klonk het haar van de lachende
lippen, met een eenigsxins vreemd accent
tegen
>Ja, allerliefste Engel, zulke menschen
zjjn wel ongelukkig en ik kan het weten,
want ik behoor er zelf toe. Ik ben nameljjk
een deserteur, dat wil zeggeneen vluch
teling van 't oorlogsschip Wexio* van zjjne
majesteit den Koning van Zweden.*
Het meisje nam Willem aan de hand en
glipte de steenen omheining uit, terwjjl ze
zeide: »Kunnen wjj iets voor u doen?*
>0, zeer veel!* en de blik, waarmee hjj
haar aanzag, joeg haar een blos op de
wangen. »Ten eerste zou ik wel willen
weten, of hier ergens in den omtrek de
hoeve van Brinkhof ligt, en welke weg
daarheen leidt!*
»De zandweg, mjjnheer; voor u is 't van
hier tot de hoeve, een klein half uur!*
>En voor a?«
>0, als wjj over de slooten springen en
door de heggen kruipen, kunnen wjj het
vlugger!*
»Wat moet jjj op onze hoeve?* vroeg
de kleine gebochelde uitdagend.
renen.* Voorts zonder dat de vele door
beklaagden gedagvaarde getuigen gehoord
zjjn. En eindelijk beteekent het, dat de ver
oordeelden niet in staat zijn zich tegen het
arrest van het hof in cassatie te voorzien.
Indien zij zich aanmelden binnen zekeren
termijn, dan kan de procedure voor hetzelfde
assizenhof heropend worden en zal de vorige
van rechtswege vervallen. Dit zullen Zola
en Perrenx zeker Diet doen, want zjj hebben
zich vrjj willig aan de bjj woning van hun
proces onttrokken.
Wij voor ons zouden niet verbaasd zjjn,
als het proces Zola met het heden gewezen
vonnis zal bljjken geëindigd te zjjn. Zjjn
zaak voor het hof van cassatie, staat, dunkt
ons, zwak. Het doel van de beklaagden is
dan niet bereikt en beiden zullm hun stout
moedige daad in den kerker boeten. Men
zal hen althans niet van lafhartigheid be
schuldigen want door hun heengaan van
heden, wisten zij waaraan zjj zich bloot
stelden.
Intusschen, wat het eerste proces Zola
aan het licht bracht omtrent de duistere
Dreyfus-zaak, staat opgeteekend. En er is
meer gebeurd, sinds de brief, den 13den
Januari, in de »Aurore« verscheen. Het is
mogeljjk dat Zola en Perrenx gevangen
worden gezet. Het is nog altjjd niet on-
mo geljjk dat de balling van het Duivels
eiland zijn vrjjheid herwint. (»N. R. Ct.«)
Een zeldzaam rjjke vagebond is dezer
dagen door de Parjjsche politie opgepakt.
Hjj zwierf, in lompen gekleed, in den om
trek der Halles en werd naar het politie
bureau gebracht. Daar gaf hjj geen ant
woord op de vragen, welke men hem deed,
en staarde de beambten als verbasterd aan.
Men doorzocht zjjne zakken en daar vond
men, tot ieders verbazing, 20.000 francs
aan bankpapier en 800.000 francs aan ver
schillende effecten.
Waar die man vandaan komt en wie hjj
is bljjft een raadsel. De politie is bezig het
te onderzoeken.
Maar de straatroovers van Parjj*, zegt
»Le Figaro*, zullen het zich nooit vergeven,
dat zij zulk een rjjke en gemakkelijke prooi
lieten ontsnappen.
De »Oberschlesische Wanderer* meldt,
dat Maandagochtend vroeg, toen een ploeg
in de Golthartschacht van de Laulusmjjn
naar het werk ging, de bak met 23 kolen-
delvers en een baas in de diepte is geploft.
»Zoo, jonge haan, begin je ook al te
kraaien?* zei de ander spottend. >Ik ben
familie van den ouden Tobbis, dien kent
ge toch?*
^Welzeker, oom Tobbis, wie zou hem niet
kennen Kom Willem, wjj moeten weer aan
't werk!*
>Ja,« riep nu de vreemde, «zoo spraken
de menschen ook, die Ismaël, de verstootene,
op zjjne zwerftochten ontmoette, hjj, reeds
als kind verstooten, niet waar, dat is hard
en nochtans zeiden de menschen, die het
beter haddenGa maar verder, wjj hebben
geen tjjd voor u!«
Het jonge meisje bloosde van verlegen
heid. »Maar gij ziet er niet uit, of ge hulp
noodig hadt, en gij zjjt ook geen kind meer
bovendien was Ismaël niet alleen, hjj had
zjjne moeder en, niet waar Willem, als wjj
bij onze moeder zjjn, kan ons geen kwaad
geschieden
»Heb jjj geen moeder?* vroeg Willem
weer op uitdagenden toon.
>0 zeker, eene Hagar, die mjj alle men
schen leerde haten, maar haar zelf nog meer
dan alle anderen te zamen
»Mjjn God Engel sloeg de handen ineen,
allen
Gedurende eenige oogenblikken bleven de
oogen van den zeeman onafgewend op de
liefeljjke meisjesgestalte rusien, tot alle hard
heid er uit verdwenen was. »Neen,« zeide
hjj toen als tot zichzelf, thans niet meer!*
Beiden zwegen eene wjjl. Toen begon weer
de jonge man: »En jjj heb jjj al men
schen lief?*
>0 ja, allen!* En niet alleen haar mond
gaf het antwoord, maar ook de blauwe oogen
straalden het uit.
Allen zjja gelood. Het ongeluk werd ver
oorzaakt, doordat het touw van den bak
lossprong. De bak viel 250 meter diep.
De vrouw van een kistenmaker te Ham
burg is, verdacht van engelmakerjj, in
hechtenis genomen. Van de 33 kindereD,
die door haar verpleegd werden, zjjn er 26
gestorven.
Naar aanleiding van het protest der Porte
tegen de instelling van een voorloopig be
wind op Kreta heeft de Italiaansche regeering
haar doen weien, dat de mogendheden vast
houden aan het beginsel dat de oplossing
der Kretenzische kwestie moet ten grondslag
hebben een definitief zelfbestuur onder het
oppergezag des Sultane, maar dat aan
gezien het eiland onmogeljjk zonder regeering
kan worden gelaten en een herstel van het
Turksche gezag niet mogeljjk is, terwjjl
tusschen de Porte en de mogendheden nog
geene regeling is getroffen in zake het defi
nitief bestuur de vier mogendheden van
oordeel zjjn dat een voorloopig bewind het
best aan de eischen van het oogenblik be
antwoordt.
Het springen van een stoomketel in een
kruitfabriek in de nabjjheid van Dover,
New-Jersy, veroorzaakte de ontploffing van
een groote hoeveelheid kruit. Zeven personen
werden gedood, waaronder een soldaat, die
tot de wacht behoorde.
De overgave van Santiago is thans een
feit geworden.
Zondagmorgen 9 uur heeft het garnizoen
onder generaal Toral de versterkingen ver
laten en heeft zich binnen de Amerikaansche
liniën begeven, waar ieder regiment zijn
wapens uitleverde. Tegeljjkertjjd werd de
Spaansche vlag nedergehaald en de Ameri
kaansche in haar plaats geheschen.
Aan het departement van oorlog te Was
hington werd hst volgende telegram aan
geplakt:
»De voorwaarden van de capitulatie van
Santiago omvatten alle troepen en het ge
heele oorlogsmaterieel zich op het territorium
in de capitulatie begrepen bevindende. De
Vereenigde Staten verbinden zich om alle
troepen van genoemd grondgebied binnen
den kortst mogeljjken tjjd naur Spanje over
te brengen.
De troepen zullen, voor zoover dit moge
ljjk is, worden ingescheept in de nabjjheid
van het garnizoen, waar zij zich thans
»Ook zulke booswichten als als ik er
een ben?*
Zij zag hom onderzoekend aan: »Gjj zjjt
geen booswicht!*
»Hoe weet je dat?*
»Omdat, omdat gij hard zjjt, maar
ook waar!*
Allen, die mjj kennen, houden mjj voor
slecht!* riep hjj, de vuisten ballend.
»Laat ons gaan fluisterde Willem, terwijl
hjj Engel aan haar boezelaar zocht meê te
trekken.
»Neen, Willem, «voegde het meisje hem
toe, »wij willen hem smeken, goed te worden.
Hjj is een driftkop, maar zijn wil is goed!*
»Dat laatste doet er niets toe!* gaf de
zeeman ten antwoord.
>0 zeker, Petrus hieuw Malchus een
oor af en toch
»Engel, Engel riep de vreem
deling aangedaan.
»Eigenljjk heet ik Karoline,* zei ze een
voudig, alleen moeder en Willem noemen
mjj Engel, omdat ze zooveel van mjj houden
Willen wjj u den weg naar de hoeve
wjjzen?*
»Neen, dankje, mjjne boodschap geldt de
boerin alleen!*
»Nu, dan is 't ook goed, gjj kunt ook
niet misloopen, altjjd maar rechtuit tot de
Röthekuhle, waar gjj links afslaat en
Adieu, ik zal 't wel vinden!* en als
een stormwind jjlde hjj heen.
Peinzend oogde Engel hem eenige oogen
blikken na.
»Welk een vreeseljjk man!* zei Willem
huiverend. »Kom, laat ons naar moeder
gaan
Wordt vervolgd.