Hel Land van Heusden en de Langstraat en do Uominelerwaard. Het kind van den haat. FEUILLETON. Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden. M 1714. ZATERDAG 23 JULI 1898 Brieven u t een Visschersdorp. O Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprjjg: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaateruimte. Advertentiên worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. OUDE TOESTANDEN. Om nog iets naders over het visschers dorp in vroegere tjjden te kunnen mede- deelen, hebben we aan de lezers van dit blad welbekende Jaepie, Jaepie nog eens ondervraagd. Het was bjj gelegenheid van het bezichtigen der nieuwe reddingsboot, dat ik de oude schipper op een doft van dit vaartuig op zjjn praatstoel of beter gezegd op zjjn praatbank wist te krjjgen. Jaap was zeer ingenomen met zijn nieuwe boot. Ik maakte de opmerking, dat de le proef tocht toch niet pleitte voor de deugdelijk heid van het reddingsvaartuig. Bjj deze gelegenheid toch werden 6 manschappen over boord geworpen en de schipper zelf onder een doft geslagen. Volgens Jaap echter bleek juist de goede hoedanigheid uit het feit, dat de boot zich in zoo korten tjjd weder oprichtte en de overgeblevenen in weinig tjjds de 6 anderen konden op pikken. Als je goeden dorst heb, zei hjj, dan kon je niet je genoegen drinken, of de boot was van zelve weder leeggeloopen, al was hjj ook vol water geslagen. En zoo vertelde ook van tjjden, waarvan hjj nog heu genis had, dat het reddingswerk werd be proefd en vaak volbracht, met een gewone boot, even lang als deze, maar veel breeder en met een kiel ongeveer geljjk aan die van een bomschuit. Toen was er bjj hooge zee het laven mee gemoeid en men ging dan ook niet zoo spoedig er mee uit. »Is het gevaar dan nu zoo gering, Jaap Och, w»t zal ik zeggen, was zjjn antwoord. Gevaar is er altjjd, want bjj mooi weer hoef je niet uit. Je moet echter zoowel als vroeger, goed bjj de pinken 2jjn en zoowel de zee en de streek die er loopt, als j<- vaartuig kennen. Als je maar een verkeerde slag met de rot rriem doet, dan ben je weg, maar wanneer je goed uit je doppen kjjkt, dan heb je met dt ze boot heel wat te zeggen. Evenals alle ouden van dagen is Jaap maar weinig ingenomen met de heden- daagscbe vooruitgang. De menscben worden te wjjs. Hoe minder zeilschepen er komen, hoe minder de kans van eene stranding wordt. Vroeger was er nog eens wat te verdienen. »Heb je dan wel eens aardige buiten kansjes gehad. Een verhaal uit Oost-Friesland, van Ejoit ton Dinckxagï. (19. Zjj was zelf overtuigd van 't geen ze zeide en toch was 't haar zoo vreemd, zoo on rustig te moede. Ze beproefde een liedje te neuriën, maar brak met een zucht af; ze riep Willem haar »kievit toe, maar 't viel slecht uit en er was geen klank in. Ze besloten dus maar om naar huis terug te keeren. »Zou hjj er nog zjjn?« vroeg Willem ongerust. Engel bloosde en deed of zjj die vrasg niet hoorde. Onder de linde, bjj den slagboom, zat de oude Brinkhof. Zjjn haar was thans zilver wit en naar gewoonte praatte hjj ook nu onophoudelijk ia zich zelf. »Hoe gaat het bcer?c vroeg het meisje verstrooid en alleen uit gewoonte. »lk wil ni t, dat ze nijj altjjd alleen laten en ik heb honger!* Willem, praat wat met vader, 't ver wondert mjj, dat moeder hem nog niet in Luis heelt gehaald!* Dit zeggende, liep zjj met een kloppend hart het huis in. 't Was reeds schemerig daarbinnen, maar uit de kamer klonk haar eene luide, dreigende stem tegen o God, 't was de stem van den knappen zeeman, die haar zoo zonder ling had aangezien, als nog nooit iemand Dat zou ik gelooven, zei Jaap daar zal ik je r's wat van vertellen. 't Is al een heele lijl gek den, dat hier eens een Zweedsche schoener op 't strand liep. 't Was woest weertje, maar 't schip lag op een goede plaats, 't Was over de 2e bank geslagen en 'c lag zoo goed als vlot. Bovendien was het wassend water. Nu moet je weten, dat er op korten afstand van het schip een muie (strooming van de kust naar zee) was en die had een heel gat in de bank gemaakt, maar daar wisten die vreemde snoeshanen niets van. Wjj gingen er natuurljjk heen en wisten hem aan boord te klampen. De kapitein was stomdronken en de bemanning niet veel beter. Dat zjjn ze gewoonljjk als ze op strand loopen en het is toch meestal hun ondergang. Je kon niets met dien kerel beginnen en we verstonden niets van zjjn gedonder, want dat ie vloekte konden we wel begrijpen. Ik zeg ten laatste: »pak aan, jongens* en ze lieten ons stil begaan. Helpen deden ze ook niet, maar dat konden de lui niet, al waren ze ook nuchter ge weest. Ze verstonden immers geen goed Hollandsch en tjjd om het de kerels aan .d'r verstand te brengen had ik niet. Nu, onze mannen werkten dubbel. We wisten wat zeil bjj te zetten en jawel hoor, daar ging ie. Toen stuurde ik hem netjes door het gat in de bank en spoedig was het schip veilig in zee, want de wind had ons mee geholpendie was wat meer naar de zuid gedraaid. Nu dacht de kapitein, dat hjj van ons af was, maar dan moest hjj Jaap niet voor hebben. Ik koos twee flinke kerels uit en liet ze aan boord bljjven tot ze goid en wel ergens binnen waren en wij gingen terug. Het schip kwam denzelfd»n dag behouden te Nieuwe liep binnen. Toen ik nu bjj den laas kwam (de voorzitter van de reddingscommissie) zei hjj: sweetjewat je nu doet Jacob? Nu ga je morgen samen naar Nieuwediep en je vraagt daar aan de Zweedsche consul, wat je d'r aan verdiend hebt. Heb je reisgeld Neen mjjnheer, ik ten minste niet. Nu hier heb je f 10 voor jelui samen, die verrekenen we w 1. Wjj er heen. Ik wist echter niet van die consul af, maar gelukkig klamp ik daar een opperstuurman aan boord, waar ik vroeger onder gevaren had. Hjj was bljj, dat hjj me weer eens zag en hjj was erg vrindeljjk. »Wat kom je zoo hier doen Jaap.* Nou, ik vertelde hem alles zoo 't gebeurd was en te voren. Liever bjjt ik mjj de tong af, dan u moeder te noemen!* riep hjj. »Eene huiche laarster zjjt ge, eene dievegge! Uw eigen vleesch en bloed hebt ge bestolen in 't geen hem rechtens toekwam. Toen vader zwak van hoofd werd, moest gij de handen vrjj hebben, om te kunnen doen en lateD, wat u lustte. De erfgenaam moest dus maar uit den weg geruimd, opdat er niemand meer zou zjjn, om u op de handen te kjjken! 't Is wel eene streep door uwe rekening, dat een jonge borst uit deze streek, in eene kroeg in 't buitenland, de vraag tot mjj richtte: »Ben je familie van de Brinkhofs van daar en daar?* Door 't geen hjj mjj vertelde, werd het mjj zoo klaar als de dag, waar ik eigenljjk vandaan kwam, want de geschiedenis van den verdwenen erfgenaam, paste op mjj, als de eene hand op de andere. Ik liet geen oogenblik verloren gaan en hier ben ik nu, om te vernemen, of ge mjj goedwillig plaats wilt maken, of dat ik mjj tot het gerecht moet wenden?* »Wend je tot het gerecht!* antwoordde Marianne, met diepe klankrjjke stem. »Laat ze komen, opdat eindelijk de geheele wereld het verneme, dat de Röthekuhle den Brink hofs alleen behoort! Had je gewacht, tot ik je riep en was je als een zoon tot je moeder gekomen, ik zou gezegd hebben Neem, wat je toekomt, ik heb het getrouw en eer lp k voor je beheerdEen achtbaar erfgenaam had ik de boerderij, ook vóór zjjne meerderjarigheid, naar eigen inzicht en bestweten laten besturen, maar voor iemand, die mjj als een gemten struikroover, met het mes in de vuist onder de oogen tretdt, ga ik geen duimbreed uit den weg!* toen zei die, hoeveel ik dacht te vragen. Dat wist ik zoo niet en toen zei de stuur man dut ik maar 2000 gulden moest vragen. Ik zeg: jawel hoor, dat geven ze zoomaar.* Neen gerqst, zei die. Je vraagt f 2000 en dan heb je kans, dat ze er 1000 geven. Nou dacht ik zoo bjj me zeiven, ik zal doen zooals hjj zegt, want hjj kent de wereld zeker beter dan ik. Maar nou moet je begrjjpen, wat me bjj den consul wedervoer, toen we er een paar uur later aankwamen. Ik zeg tegen de meid, of mjjnheer de con sul thuis was. Ze zei, gaat hier maar binnen. Mjjnheer wacht al op u. Nou, die is mooi, dacht ik. Hoe weet hjj daarvan. Maar dat begreep ik spoedig, want wie denk je dat er binnen kwam Niemand anders dan de opperstuurman en dat was de Zweedsche consul. Hjj vroeg me hoeveel ik dacht, dat we verdiend hadden. Ik zeg, f 2000 mjjnheer! Hjj dee net of hij het te veel vond en zei: neen schipper, dat is nou geen vragen. Als 't nou eens f 1000 was, dan kon 't nog. Ik zeg: »top mjjnheer, schuif maar af. Toen schreef hjj een briefje en daar kon ik 't geld op halen en we kregen nog brood en worst met bier toe, in de keuken. Mjjn part was 140 gld. Dat was gauw verdiend, hé? Onderwjjl was ik met Jaap bjj zjjne woning gekomen. Dat is nou mjjn over schot, van al mjjn reizen naar Oost en en West, zei Jaap, en wees op zijn kluis. Maar ontevreden, God bewaar me, dat ben ik ncoit geweest. Er zjjn nog veel goeie menschen in de wereld. Hiermede nam ik weder afscheid van Jaepie. I i uiten land. Te Gent zjjn twee vrouwen vermoord, de bierhuishoudster Ph. Wauters, 41 jaar, en haar dienstbode Jeanne Lampens, 27 jaar. Het huis, waarin de misdaad gepleegd is, is een hoekhuis en staat in het volk- rjjkste deel der stad, dicht bjj een politie bureau. 's Morgens omstreeks halfacht zagen eenige voorbijgangers rookwolken uit het raam der eerste verdieping stjjgen. Een politieagent, die de deur forceerde, ontdekte de bierhuishoudster half gekleed te bed, met een gapende wond aan den hals, terwjjl Een kreet van woede was het antwoord. »'t Is wel er is niemand in huis daar heb j9 dan, wat je verdient Razend van drift hief de ongelukkige de hand, waarin hij het mes hield, op, om toe te stooten, toen zijn arm eensklaps door twee andere handen werd omvat en op zjjde gerukt. Dank dezer tusschenkomst, trof het mes niet de boerin, maar de vuist, die het omklemde, om daarna af te glijden op den schouder van haar, die den vreeselijken stoot verhinderd had. >Engel, mjjn kind, ben je gewond?* riep Marianne vol ontzetting, terwjjl ze al het andere vergetend, het jonge meisje in de armen sloot. »Neen maar ik wilde, dat ik het was, hjj die ongelukkige daar, zou zich dan later beter bedenken, eer hjj er toe over ging, een moord, ach, een ontzettenden moord te begaan Met eene geweldige inspanning trachtte Leflfert zich zelf weer meester te worden. Het mes viel op den grond en met de oogen strak op Engel gericht, bischt hjj met moeite uit»Is zjj is zjj mijne zuster >Neen, maar uwe moeder is mjj liever dan injjn leven en ik smeek haar, bier, op rnjjne knitën, met Willem en mij dit huis te ontvluchten, als gjj als het waar is, dat gjj de verdwenen Leffert zjjt!« »Die ben ik, maar, om Gods wil, doe dat niet, wees toch niet bevreesd voor mjj zeide hjj, beschaamd op het knielende meisje neerziende eu hij deed eene poging om haar op te richten. »Moeder, moeder, laat ons naar Tobbis gaan!* riep het meisje met aandrang, maar Marianne stond daar nog steeds met vast- het bed in brand stond. Hier en daar lagen lucifers verspreid en op de nachttafel stond een half gevuld glas met wjju. Ook de dienstbode vond men in gelijken torstand dood op haar kamer. Alles droeg duidelijk de sporen van met petroleum te zijn be goten en op het kleed der voorkamer lag een ledige petrolenmkan. De moordenaar of moordenaars wilden bljjkbaar door brand stichting de bewjjzen der misdaad verbergen. Sommige zeggen, dat 's nachts omtrent 2 uur drie personen het huis verlaten hebben, terwjjl anderen verklaren te 6 uur 's mor gens een heer met een valies in de hand naar het bijgelegen station te hebben zien gaan. Hoe het zjj, de oorzaak der misdaad zoowel als de daders zjjn nog onbekend. De dienstbode was eerst twee dagen bij juf frouw Wauters in dienst. Te Genève hebben sedert eenige dagen ongeregeldheden plaats, tengevolge van een werkstaking om loonsverhooging der werk lieden in de kalkgroeven. De werkstakers hielden betoogingen en verhinderden werklieden, die zich niet bjj hen aansloteD, zich naar de groeven te begeven. Er haden verscheidene botsingen met de politie plaats, zonder ernstige gevolgen tot nu toe. Een vijftiental personen, meest anarchis ten, zijn gearresteerd. Men vond bjj hen nieuwe revolvers van groot kaliber en fluitjes. De grootste moeite gaf de anarchist Bérard. Hij waarschuwde uit het raam zijner woning de agenten, die hem kwamen arresteeren, niet b oven te komen, daar zij het recht niet hadden hem gevangen te nemen en dat hij zich zou verdedigen. Toen de politie-agenten desniettegen staande zjjn huis binnendrongen, nadat een smid het slot der deur geforceerd had, loste hij zes revolverschoten op den commissaris en de agenten. Bérard werd gevat, evenals zjjn vrouw, die haar man te hulp schoot, en naar 't politie-bureau gebracht. De burgemeester heeft een proclamatie uitgevaardigd waarbjj hij tot kalmte aan maant, er bij voegende dat te zijner be schikking troepen en politie staan om de orde te handhaven. Drie compagnieëa soldaten zijn reeds ge- requireerd. Een belangwekkend proces is Dinsdag voor het »Probate Court* te Londen in gesloten lippen en bewoog zich niet. »Nu ben je bang voor mjj, en nog geen uur geleden, geloofde je toch, dat ik niet slecht was!* zoi Lsflert bitter. »Ja, ik geloofde dat, er blonk mjj uit uw gelaat iets liefs, iets bekends tegen, alsof i k u reeds dikwijls in den droom had gezien, maar 't was de geljjkenis met moeder, waar door ik me liet misleiden, o wij leefden hier zoo vrooljjk, zoo tevreden, en nu Engel brak in een krampachtig snikken uit. »Acb, schrei toch niet!* smeekte Leflfert wanhopig. »Vergeef mjj, dat ik je zoo heb doen schrikken, ik heb dat werkeljjk niet gewild »Vraag vergeving aan uwe moeder, ik denk niet aan mjj zelf.* Zonder de oogen van het jonge meisje af te wenden, bracht Leflfert met zichtbare in spanning over zjjne lippen Moeder, vergeet dat ik uw zoon ben, dat ik terug keerde, ik ga nu heen, om nooit weder te komen Leflfert!* riep de boerin, als in bigde verrassing en strekte beide handen naar hem uit. Moeder verheugt zich, dat ik heenga,* zeide Leflfert en hjj drukte zjjn gelakten hoed op de donkere lokken. »Wees jij nu ook maar in je schik, Engdl! Ik keer terug naar de plaats vanwaar ik gekomen ben, om mjj te laten opsluiten, wjji ik gedeserteerd ben. Nu, 't is mjj onverschillig. Vaarwel, Engel, en vergeet den armen, verstooten L^fiert!* Maar reeds was het meisje aan zijne zjjde »Ga niet dus heen, het zou moeder het hart breken en Willem en mij voor altjjd den lust tot vrooljjkheid benemen. Ga niet heen met dien wrok in het hart en die versehrik- keljjke, krenkende woorden tusschen u en het voordeel van den beschuldigdegeëindigd. Het proces liep over een erfenis. Een rjjke weduwe, mevr. Howard, die verleden jaar te Blackpool stierf, liet een testament na, dat een maand oud was en waarin zjj haar vermogen van 90,000 pond sterling, 30,000 pond aan baar geneesheer, dr. Kingsbury, verainakte, terwijl de rest aan liefdadige instellingen en in legaten werd toegewezen. Haar eenige zoon werd door de weduwe onterfd. Deze nam daarmede geen genoegen, maar diende bjj den rechter een aanvraag tot vernietiging van het testament in, op grond dat de geneesheer zjjn moeder door hyp notisme onder zjjn invloed had gekregen. Dr. Kingsbury, die verklaard aanhanger van het hypnotisme als geneesmiddel is, verklaarde voor het hof inderdaad mevr. Howard meermalen in slaap te hebben ge bracht, maar steeds in het bjjzjjn van derden. En tevens gaf bjj op grond van zjjn erva- r.ng als zjjn besliste overtuiging te kennen dat een sujet alleen onder den invloed van den hypnotiseur is, zoolang het in slaap isbjj het ontwaken beschikt de mensch weder volkomen over zjjn vrjjen wil.] Deze verklaring werd ten volle bevestigd door sir William Broadbent, een der uit- nemendste Britsche geneesheeren, die als deskundige werd gehoord. De jury sloot zich bjj deze opvatting aan en verklaarde, dat het testament was opgemaakt door de erflaatster, terwjjl deze in het volle bezit van haar geestvermogens was en buiten eenige invloed van den ge neesheer handelde. De rechtbank sprak daarop den dokter vrjj en erkende de echt heid van het testament. Een Engelschman, Frank Holmes, zal binnenkort trachten het Kanaal dwars over te zwemmen. Hjj is daarvoor druk in trai ning en legde in 4 uren 9 mjjlen af, zon der dat hjj eenig spoor van vermoeienis vertoonde. Te Oakland, in Californië, is een Chi nees, die wegens moord vervolgd werd au door zes politie-agenten zou worden ge vangen genomen, in een magazgn van vuur werken gevlucht, waar hjj den boel in brand stak en ïmt al zjjne vervolgers en tal van nieuwsgierigen in de lucht vloog. Het gerucht wil, dat de ongelukkige koning Otto van Beieren er erg naar aan toe is. uwe moeder!* Hare hand omklemde zijn pols. Een droefgeestig lachje speelde om Leflfert's lippen, terwjjl hij zeide: »Als ik bleef, zou je mji willen ontvluchten, of ik een dolle hond was en, nu ik wil gaan, smeek je mjj weer om te blijven, hoe kan ik het je dan ooit naar den zin maken?* »Ik wist het wel!* jubelde Engel, Leflfert, je hart is toch goedMoeder, zie eens, wat is hjj schoon met die zachte onderworpen uitdrukking op zjjn gelaat o, als gjj elkaar de hand eens wildet geven, indien wjj allen eens bij elkaar konden bljjven, als Hare stem beefde, als in geestvervoering hield ze beide armen uitgestrekt en een paar dikke tranen rolden haar over de wangen, zonder dat zjj er zich zelf van bewust scheen, want haar gelaat straalde van een boven- aardschen glans, zoo vol was haar gemoed van innige, reine liefde en erbarming voor de twee menschen, die daar zoo vjjandig tegenover elkaar stonden. Leflfert,* begon nu de moeder zacht en aarzelend, »hjj, die mjj bjj je heeft aange klaagd, wist niet alles, wat mjj is overkomen, kende mjjne bedoelingen niet! Vóór je heien een besluit neemt, zou ik graag eens open hartig met je willen spreken, zooals ik dit met mjjn God doe daarna ben ik bereid, met de kinderen heen te trekken!* Leflfert liet het hoofd op de borst zinken. »Je zwjjgt* vervolgde Marianne treurig, »je wilt dus niet hooren, wat je moeder je te zeggen heeft?* XIV. (Slot). ■i'iii.UiaMaBWMWMWgw—Hga—wmmmwTa» Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1898 | | pagina 1