Het Land van flensden en Aileoa. de Langstraat en de flonimelerwaard. Brieven uit Amsterdam. M 1738. FEUILLETON. EEN SLACHTOFFER Uitgever: L. J. VEERMAN, Keusdsn. WOENSDAG 19 OCT. 1898 UNO VAN ALTENA' voos Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsveihooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 1—6 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond ingewacht. De hoofdstad zet dezer dagen een alles behalve vrooljjk gelaat. Men is niet tevreden over onze vroede vaderen, en verbaasd tevens over den spoed, waarmee ze zeer gewichtige voorstellen op zjj schuiven en nieuwe aan nemen, na jaren getalmd en uitgesteld te hebben. Ge kent de jongste gebeurtenissen. In den raad is een strooming naar gemeente exploitatie, die door niets meer te remmen is, zelfs niet door de onrustbarende tijding dat Amsterdams krediet de grens van uit zetting genaderd is. Dat is begonnen met de duinwaterleiding. Men beeft die voor 11 millioen gemaakt. Beterschap merkt men echter nog niet op. In de warme zomer dagen zaten de bovenwoningen nog even zeer van water verstoken als dit vroeger het geval was. Toen is de telefoon aan gekocht, een nieuw gebouw gesticht, geheel nieuwe loven- en ondergrondsche leidingen aangelegd enz. Kosten naar ik wel heb c. 3 millioen. Vervolgens heeft men de hand gelegd op de gasfabrieken der Imperial en ze benaderd voor de som van 17 millioen. Een en ander is niet geschied zonder heftigen tegenstand en na ampele bespreking, terwijl de geschiedenis der laatste leening van 17 mill, haar vinger waarschuwend opheft. Deze leening n.l. is aangenomen door een eonsortium van bankiers die ze op de beurs gebracht hebben en, zeker ook tot hun verrassing daarop slechts voor ééa kwart inschrjjving ontvingen, zoodat zij zelf driekwart of ruim 12 mill, moeten bjipassen. De leening dus is wel volteekend, maar de omstandigheid, waaronder dit plaats had, geeft zeer weinig hoop voor een volgend bedrijf. En dit bedrjjf beeft de raad verleden week gewaagd te ondernemen. Ze heeft nl. na slechts een paar uur beraadslageus, tegen het advies van B. en W. in, de Amster- damscbe-Omnibns-Maaischappjj gekocht, te leveren 1 Jan. 1900, voor de som van c. 7 millioen, waarbjj zeker nog eenige mill, zullen komen voor uitbreiding van het tramnet. Het heeft niet aan waarschuwende stem men ontbroken. Onze wethouder van finan- tiën, Van Leeuwen, onder wiens kort wet- GEORGES OHNET. De man antwoordde niet, maar Lefran- 9ois hoorde duideljjk een kus weerklinken en zjjn voorhoofd werd n;et koud zweet bedekt, zjjn handen omklemden krampachtig bet geweer, hjj knarste op de tanden en buiten staat langer zjjn toomelooze woede te bedwingen, nam hjj ten sprong, trapte de deur der schuur open en stormde als een dolle op de schuldigen aan, nog sleehts uitroepende «Florence, ik weet dat gjj hier zjjt; verlaat onmiddelljjk deze plaats of ik schiet.* Het was niet Florence die op hem toe kwam, maar de man, en dat met zulk een vastberadenheid en kracht, dat de bedrogene geen tjjd had tot vuren. Ten halve omver geworpen, liet de bankier zjjn geweer vallen en begon bjj als een wanhopige te worstelen met den onbekende, wiens gelaat hjj niet zien kon, maar wiens reuzensterkte hjj maar al te goed voelde. Brullende als een wild zwjjn, spande Lefrai^ois al zjja krachten in om aan zjjn vjjand te ontkomen en niet zoodra had hjj zich een weinig van hem losgerukt, of hjj greep andermaal naar zjjn wapen en schoot dit op hen af. Bjj den ▼luchtigen lichtstraal die nu ontstond, her kende hij het gelaat van den man en zag hjj tevens Florence, die zich vol ontzetting in een hoek der schuur poogde te ver- schuilen. «Bernard!* schreeuwde hjjEllendeling 1 schaamteloos wezen 1* hondersleven nu reeds in de 20 mil!, geleend is, hetft ernstig gewaarschuwd en ook ge wezen op ons geknakt krediet, de raad echter was niet te vermurven en de maat schappij werd genaast. De reden hiervoor kan onmogeljjk gezocht worden in de maatschappij zelf. Onze tram is een inrichting, die het ideaal zeer nabjj komt. Prachtige wagens, paarden, die in heel Nederland hun weerga niet vinden, stipte dienst, een personeel, dat de h alp vaardigheid zelf is, een laag tarief er is letterljjk op de tram maatschappij geen enkele aanmerking te maken, dan deze, dat ze niet happig gebleken is uit haar zelf ljjnen aan te leggen, waarvan vooraf gezegd kon worden dat ze met verliss zonden geëxploiteerd worden. Dit nu is haar niet kwaljjk te nemen, nu ze dit volgens de consessie niet verplicht was, daar ze óók voor de bearzen harer aandeelhouders had te zorgen. En ook dat liet niets te wenschen over. Jaren van meer dan 10 °/0 zjjn niet zeldzaam geweest. Die winst stak den raad en hjj besloot ze naar de stadskas te doen vloeien. Maar nu is de stad wel genood zaakt de onvoordeelige ljjnen aanteleggen en dns zal de winst, althans in de eerste jaren een knauw krjjgen. Met tramnaastiug worden 800 personen tot gemeente-ambtenaar, die f 553,000 salaris jaarljjks trekken. «Ik kom daarop terug,* schreef ik in de feestweek, doelende op de Rembrandt- tentoosstelling. Met deze woorden heb ik me de vingers gebrandik ben nu wel genood zaakt er op terug te komen, ofschoon ik ten volle de onmogelijkheid gevoel als leek voor leken over Rembrandt te schrjjven. In de geschiedenis der kunst zal het jaar 1898 een eervolle plaats innemen, jnist door deze T. De allerwege verspreide schatten van onzen eenigen Rembrandt zjjn voor een korte poos ten deele in Amsterdam verzameld en worden dagelijks door meer dan duizend bezoekers bewonderd. De toeloop is zoo druk dat men maatregelen hëeft moeten nemen. Men vindt hier 123 werken van den meester, uit alle oorden van Europa, zelfs van uit Roemenie, saamgebracht. Alle groote steden benjjden ons dat voorrecht, al stemmen ze toe dat 't ons in de eerste plaats toekomt, binnen wier landpalen deze producten ge- Hij had den tjjd niet iets meer te zeggen, want hjj kreeg znlk een zwaren slag op het hoofd, dat hjj ter aarde stortte en zich niet meer verroerde. In een oogwenk was Letonrneur overeind en riep hjj uit: «Zijt gjj ongedeerd, Florence?* «Ja, maar gjj?« «Ik ontsnapte als door een wonder aan zjjn kogelmaar wat er met hem gebeur! is, weet ik niet. Ik heb hem uit al mjjn macht een slag toegebracht en hjj beweegt zich sedert niet meer.* «Ik zal licht maken, als gjj lucifers hebt. Ik weet hier een lantaren te vinden.* Een minuut later stonden beiden, verlicht door de kleine flikkerende kaars, over Le- fran^is gebogen, die daar languit op den grond lag. Het bloed stroomde zjjn neus uit en bjj was ljjkklenrig. «Liwve Hemel! Zoudt gjj hem gedood hebben?* vroeg Florence angstig. «Ik weet het niet. Ik nam het eerste voorwerp het beste op, dat ik maar vinden kon, om mjj te verdedigen.* Geknield aan de zjjde van haar echtge noot, betastte de jonge vrouw zjjn borst en het was bjjna met een vreugdekreet dat zjj uitriep: «Hg haalt nog adem en wjj moeten hem onmiddelljjk naar het kasteel dragen. Help mg daarin.* «Zult gjj de noodige kracht daartoe be zitten?* «Het moet wel.* Zjj greep haar man bjj de voeten, Ber nard pukte hem onder de armen vast en zoo begaven zjj zich op weg. Zjj hadden bjjna een kilometer at te leggen en hun last woog hun schier met elke schrede zwaarder, maar ofschoon Florence vooral, zich nauweljjks meer staande kon houden, worden zjjn en waaruit ze eigenlijk nooit hadden moeten verhuizen. Het eerste gevoel dat een mensch bemach tigt, die deze scheppingen aanschouwt, is gevoel van nietigheid, tegenover dezen meester en van stomme bewondering voor zoo hooge en groote kunst. Het eenige wat ik zeggen kan, iskom hierheen en geniet van dit kortstondig genot, dat u nooit meer te benrt zal vallen. Op 't eind der maand wordt de T. gesloten en trekken Rembrandts schatten naar oost en west heen. Verrassend is 't te zien, na al de proef nemingen met een zjjner beste werken, de Nachtwacht, in 't Rjjksmnsenm genomen, dat dit stok zonder eenige proefneming in 't stedeljjk museum zoo bjjzonder gelukkig geplaatst is, dat iedereen opgetogen is. Zelfs de meest veeleischende schilders ten onzent erkennen dat 't zonde en jammer zon zjjn dit kunstwerk den lsten Nov. weer in 't Rjjksmusenm te gaan begraven. Aangezien het behoort aan de stad Amsterdam is er wel kans op, meen ik, het te laten waar 't nu goed bezorgd is. Bij het verlaten van 't museum sluipt een gevoel van spjjt en droefenis in u dat het vaderland van den schilder zóó weinig bezit. We hebben de Nachtwacht, de Staal meesters, Simeon in den Tempel, en nog enkele andere, maar dit is slechts een klein deel van 't aantal door R. geschilderd. De rest vindt men te St. Petersburg, Kassei, Münehen, Parjjs, Dresden, Berljjn, Londen, Weenen en Bruaswjjk in musea en bjj particulieren. Ten slotte nog een paar aanteekeningen over onzen schilder, tot wiens werken nu landgenooten en vreemdelingen als ter bede vaart trekken. Rembrandt is waarschjjnljjk te Leiden geboren in het jaar 1607, 't geboortejaar ook van Micbiel de Rujjter. Hjj vestigde zich reeds in 1630 te Amsterdam, huwde in '34 met Saskia van Ulenbnrgh, uit zjjn stukken welbekend, die hem een zoon schonk, Titus, en in 1642 stierf. Ofschoon hg veel op bestelling werkte, geraakten toch zjjn finantiën in de war, zoodat al wat hij bezat in 1653 voor schuld verkocht werd. Van de Jodenbreestraat verhuisde hij naar de Rozengracht waar hjj als vergeten burger in 1669 stierf. Hjj werd in de na burige Westerkerk begraven. was zjj vast besloten tot het eind toe voort te gaan. Haar behoud hing enkel en alleen van haar geestkracht af. Eensklaps mompelde Lötourneur: «Geen stap verder!* Hg had op vjjftig pas afstands een lan taarn zien flikkeren, die hnn kant nitkwam en zjj poogden zich beiden zoo goed en zoo kwaad als het ging, in een droge sloot die langs het pad liep, te verschuilen. De naeh- teljjke wandelaar liep haastig voort en Flo rence, die het licht al dichter en dichter bjj zag komen, prevelde vol ontzetting: «Hg zal ons zien.* Bernard maakte een veelzeggend gebaar van wanhoop en beiden stonden daar nog ademloos en ineen gedoken, toen zjj onver wacht den pastoor van Favières herkenden. Ook zjjn oog viel geljjktjjdig op den som beren groep. «Daniël!* riep Letonrneur uit, «de Hemel zendt u tot ons.* «Groote gerechtigheid stamelde depries ter. «Is hjj dood? En gjj, Bernard, en gjj mevrouw, wat doet gjj hier?* «Ik bid u, doe ons geen vragen, help ons slechts den ongelukkige huiswaarts te dragen. Mjjn vrijheid en onze eer staan hier op het spel.* «Dus zjjt gjj het, die bem hebt getroffen?* «Ja. Hg wilde mg dooden.* «Wat hadt gjj dan tegen hem misdaan?* De jonge man antwoordde niet en het gelaat vau den geestelijke werd nog ernstiger. Hjj wierp Florence een blik toe en zag dat zjj zich niet bewoog of geen enkel woord uitte. Zwjjgend hielp hij daarop het lichaam opheffen en vergezelde hjj de anderen naar het slot. Dank zjj de grootste voorzorgen slaagde zjj er in onbemerkt binnen te sluipen. Eenmaal te bed gelegd scheen de gekwetste De gedempte Rozengracht wacht nog op di verdooping in Rembraudtstraat en de Westerkerk, waar men zelfs de rustplaats van den genialen man niet vinden kan, op een gedenkteeken. Nederland is niet scheutig in het eeren van zjjn beroemde zonen A., 15 Oct. '98. J. L. Buitenland. Vrjjdagnacht is tnsschen de Manocles en de Lowlands, nabjj kaap Lizard, het stoom schip «Mohegan* van de «Alantie Transport Company* tjjdens een zeer hooge zee, ver gaan. De «Mohegan* vertrok 13 October van Londen met stukgoederen en passagiers met bestemming naar New-York. De wind was Oost-Znid-Oost en hoewel de zee hol stond, was het helder weer. Het was ongeveer zeven nnr 's avonds, en de meeste passagiers zaten aan 't diner, terwjjl eenigen op het dek ge bleven waren, toen allen eensklaps werden opgeschrikt door een hevigen schok, die de beneden geble renen aan een aanvaring deed denken. Doch op het dek gekomen bemerkten zjj, dat het schip op de rotsen gestooten was. Een groote paniek dreigde er onder de 150 passagiers te zullen ontstaan, doch dank zjj het kloeke optreden van den kapitein, een ervaren zeeman, die algemeen als een kundig en beleidvol gezagvoerder bekend staat, werd dit voorkomen. Desniettegen staande zjjn er slechts weinigen gered. De eerste boot, welke werd neergelaten, werd voor de vrouwen bestemd. Sommigen der passagiers wisten een zwemgordel machtig te worden en sprongen overboordanderen wachtten vol ongeduld op de reddingsbooten, welke, zoodra het ongeluk bekend was, uit Falmouth werden afgezonden. Vrouwen en kinderen, welke laatsten bjjna allen ter ruste waren gegaan, liepen huilend over het dek, daar zjj niet allen in de eerste boot opge nomen konden worden. Waarsehjjnljjk ten gevolge van een defect aan de machine, waaraan men ook denkt het geheele ongeluk te wjjten te hebben, doofde het electrische licht uit, waarmede het schip was verlicht, wat niet weinig tot de algemeene ontsteltenis bjj bracht. Het schip begon reeds met den kop te zinken; er was een groot gat aan stuurboordzijde ontstaan, waardoor het water in enorme hoeveelheden binnendrong. De zich wat heter te gevoelen. Hjj haalde diep adem en sloeg de oogen op. Daniel stond juist over hem heengebogen en hun blikken kruisten elkander. Een glimlach vol bitter heid verscheen op de lippen van den bankier. Hij deed een poging om zich op te heffen, maar zonk aanstonds onder het slaken van een dot gekerm achterover. «Laat ons vertrekken,* sprak Bernard tot zjjn vriend. «Men mag ons hier niet vinden. Mevrouw zal vertellen dat haar man een duizeling heeft gehad en met het hoofd tegen een meubel aan is gevallen. Zoo hjj er bo venop komt, zullen wjj wel later zienmaar sterft hjj, dan moet hjj ons geheim ook mede in het graf nemen.* Florence stond daar nog altjjd roerloos bjj het bed, als vernietigd door de aanwe zigheid van den priester. Op het oogenblik echter dat hg haar weder verlaten zou, maakte zjj als een beweging om op hem toe te treden. Hg bemerkte dit, sloeg de oogen neder en het hoofd buigende sprak hjj slechts deze enkele woorden: «God ontferme zich over n, mevrouw.* Iu den aanvang scheen men Florence's verhaal omtrent het ongeval te gelooven. De dokter van Favières onderzocht den ge wonde zorgvuldig en verklaarde den toe stand bjjna hopeloos. Er had een uitstorting van bloed in de hersenen plaats gehad en alle bewustzjjn was thans verdwenen. Te vergeefs wendde men alle denkbare middelen aan, de bankier bleet daar roerloos en met korte, benauwde ademhaling liggen, en van lieverlede kwamen de tongen los. De dienst boden wisten te vertellen hoe zg dien oehtend in het paviljoen de overblijfselen van een souper hadden gevonden, en daar Florence altjjd zoo omzichtig te werk was gegaan, reddingsboot van Porthbustock, bracht dertig personen aan land, doch de tweede reis was zjj niet zoo gelukkig, en mocht het haar sleehts gelukken drie personen te redden. Andere reddin^sbooten konden het schip niet bereiken, dat in twintig minuten gezonken was en het grootste deel der bemanning en der passagiers met zich medegenomen had naar de diepte. Over het getal der verdronkenen is men het nog niet eens. De meest voorkomende opgave is, dat er van de 150 passagiers en 50 koppen der bemanning nog geen vjjftig zjjn gered. Van de passagiers zes mannen, zes vrouwen en 2 kinderen en van de be manning (die volgens andere opgaven meer dan 50 bedroeg) 32. Een der passagiers sprong met een reddingsgordel overboord en bereikte, na zeven uur te hebben rondge dreven, het land. Een vrouw is aangespoeld, gebonden op een plank, en met twee ge broken beenen. Zjj bezweek spoedig. Een ander passagier verbaalt, boe hem een klein meisje smeekte haar te redden, omdat zg nog niet sterven wilde. Hjj was echter on machtig hulp te verleenen en kwam met groote moeite zelf aan land. Een echtpaar met twee kinderen heeft zich weten te redden door plompverloren in een reddingsboot te springen, welke ze op geen andere wjjze be reiken konden. Verscheidene ljjken zjjn op de rotsen aangespoeld, waarop zich ook vjjf- tien of zestien der bemanning in veiligheid hebben kunnen stellen. Meerdere hebben door de kracht, waarmede zjj op de rotsen gewoepen zjjn, ernstige kneuzingen bekomes. Wat de oorzaak is van het onheil, is nog niet uitgemaakt en zal misschien nooit worden opgehelderd. Men onderstelt dat het schip, na een gebrek aan de machines, door den vrjj kraehtigen wind naar de kust werd gedreven. Een der geredde passagiers, die de reis meermalen had gemaakt, meende opgemerkt te hebben dat het schip dichter bjj de kust was dan gewoonljjk en de kustwachter van Coverack verklaarde, dat hjj een vuurpjjl had afgestoken om den kapitein te waarschuwen, dat hjj iu gevaarljjk vaarwater was. Hierop werd vau het schip geantwoord met noodseinen. Op de ljjst der verdronken passagiers, voor zoover die is bekend gemaakt, vonden we geen Hollandsche namen. Voormast en schoorsteen van de «Mo- dat niemand haar van lichtzinnigheid had kunnen verdenken, begreep men er niets van. In de herberg, waar de zaak besproken werd, verklaarde de veldwachter dat men slechts een sprookje vertelde, want dat hjj zelf den nacht te voren Lefrau9ois met een geweer gewapend langs den weg had zien dolen. Het moest het werk van stroopers zijnmaar als dezen hem verwond hadden, waarom dan sprak de vrouw van het slacht offer de waarheid niet? «Dan schjjnt iedereen een late wandeling gemaakt te hebben,* merkte een ander op «want ik voor mjj zag den pastoor, die eerst heel laat, met eea lantaren gewapend, den kant van Maisoncelle afkwam.* Deze laatste mededeeling verwekte een soort ontsteltenis. Wie toch had belang bjj den doed van den burgemeester gehad? Wie ook kon meer dan hjj, ter wille van het verleden, aanspraak maken op Florence's medeljjden en stilzwjjgen? Als een loopend vuurtje verspreidde deze gissing zich door het dorpen nu begonnen de nieuwsgierigen op eigen gelegenheid een onderzoek in te stellen. Bjj de schuur vond men de doideljjke sporen eener worsteling wêar en ook een soert hamer, waaraan nog bloed en haar kleefdenmaar toch klom ieders verbazing nog ten top, toen men vernam hoe Lefran9ois in een vluchtig oogenblik van terugkeerend bewustzjju, in het bjjzjjn van den dokter en den apotheker, dank zjj de toepassing van een straf geneesmiddel, de kracht had gehad met een potlood nêer te schrjjven: «Vermoordde pastoor Ditmaal viel er niet meer aan te twjjfelen en hoe heftig menigeen hem ook verdedigen mocht, Daniel scheen door den stervenden zelf aangewezen als diens moordenaar. (Slot volgt.) MIHJWSBM» DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1898 | | pagina 1