Hel Land van flensden en illena. de Langstraat en de Honnnelervvaard.
Gele bladeren.
M 1743.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusdan.
Hatr sid getrouw
ZATERDAG 5 NOV.
1898.
land van alten&
VOOR
O
Uit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prgsveihooging. Afzonderlijke
uuramers 5 cent.
Wie kent ze niet, die warme vochtige
herfstdagen In al bun betrekkelijke kort
heid werken ze afmattend op ons gestel,
't Is alsof er iets buitengewoons is in de
lucht; iets, dat ons gejaagd of koortsig
maakt en ons het werk minder gemakkelijk
doet vallen.
Een zonderling licht valt door de reeds
gedunde takken, een grillig licht, schel
maar niet diep. Hoor, welk een zingen in
de toppen, ofschoon de dampkring toch
schjjnbaar in rust verkeert.
Als we den blik door het venster slaan
naar de bleeks blauwe lucht, dan treft ons
het gezicht van lange, Ioodblauwe wolken
met zonderling gevormde koppen, die zich
als reuzenhoofden uitstrekken over het reeds
vaalgroene landschap.
En bij het dalen van de dagvorstin, daar
komea ze opzetten, onzen kant uit, die
donkere massa's, die weldra alles omhullen
met een stikdonkere duisternis. Het suizen
van den wind gaat over in een krachtigen
druk, die stammen en takken zich doen
krommen als onder een lcodzwaren last.
Eén droppel water, bijna lauw, valt, terwjjl
één seconde de nacht voor een bliksemflits
wijkt. Dan storten de wolkgevaarten zich
in geweldige waterplassen op de aarde uit
en maken alles tot speelbal en prooi.
Een booze nacht is het die volgt; een
booze nacht, waarin de winden en de wa
teren een geweldigen aanval doen op de
reeds half afgedragen tooi van den zomer;
een booze nacht, die ons de slaap uit de
oogen houdt en ons versuft doet ontwaken
in den valen morgenstond.
Dan is het eerste wat onze blik treft
de verwoesting, door de elementen aange
richt. De waterstrooraen hebben hun sporen
overal nagelatende kinderen vermaken
zich in de plassen, die de koele morgen
wind riltzware wolken zetten haren marseb
door het luchtruim voort meteen snelheil,
alsof ze op denzelfden dag willen heen
trekken over de hoofden der verst ver
wijderde volken. Toch is het lichter ge
worden, want, de schoone bladerkroon is
ten deele afgeruktde storm heeft bres
geschoten en nog dwarrelen ze overal heen,
de welbekende gele bladeren, ritselende en
schuifelende over en om ons heen met dat
H. BERTRAND.
(4
Hij zocht in zijn zak naar geld en haalde
een goudstuk te voorschijn. Hjj bekeek het
nadenkend en draaide het om en om. Eens
klaps herinnerde hij zich alles. Bij lachte
luid. >Goud!« riep hij uit. Margit, maak
Zweedsche punch! Goud!« Het buffetmeisje
wierp f egeerige oogen op het goud en bracht
punch en ging naast hem zitten
Eet was middernacht; het goudstwk was
in den grootma zak van Margit's boezelaar
verdwenen en Gunnar zwaaide in de duister
nis naar buiten. Vooruit maar op de
brug bleet hjj staan en staarde onbeweegljjk
in het scbaimende water onder hem. Hij
zong en snikte tegeljjkertjjd»De bruisende
wateren van den Hönefoss!Daar werd
door een stevige hand bjj den schouder
gegrepen en hevig heen en weer geschud.
Hij keek op en zag Signe's bleek, toornig
gelaat met vonkelende oogen vlak voor
zich. Hg wilde spreken, vluchten, maar zij
schudde hem nog heviger heen en weer en
wees niet haar bevende hand op het woest
voortrollende water:
»Gmmar, luister goed! Nog liever zag
ik je daar in de bruisende wateren van den
Hönefoss met de golven worsteleD, als je
ook nog slechts een keer zoo zoo te
zien als heden avond
w Gunnar Larssen werd den volgenden
Hjj nadert, maar is nog niet gekomen.
Nu noemen we het herfst, najaar. Nu is
het eeu soort van tusschentjjd, dien we
wel op prijs mogen stellen als een over
gang van het volle, heerlijke zomergenot,
naar het gemis, dat de winter ons doet
gevoelen.
En bovendien is het najaar een getjjde,
dat gansch niet van schoonheid en genot
ontbloot is. Het moge een treurig gezicht
wezen, wanneer de gansch ontbladerde
takken zich zoo doodsch tegen het grauwe
zwerk afteekenen, nu kan het soms nog
zoo geheel anders zjju. Het groen verdwijnt
langzamerhand of neemt een donkerder
tint aan; maar daartusseben vhcht zich bet
geel en het bruin en soms ook het rood.
En wanneer tusscben al die kleuren het
zeldzaam maar des te meer gewaardeerde
najaarszonnetje speelt en dus de hemel
helder is, of met lichte wolkjes bezaaid
wanneer de voet haast onmerkbaar uitgljjdt
over dat tapjjt van ritselende bladeren, dan
behoeft men geen schilder te wezen om in
verrukking te komendan is het voldoende
een heel gewoon mensch te zjjn heel
gewoon, maar met een open gemoed en
een dankbaar hart.
Voor de meestea onzer komt ook in het
leven een tjjd, dat we de gele bladeren zien
vallen en het met den zomer gedaan is.
Dat is een tjjd, dien we liefst zoover
tnogeljjk wegdenken; zou het wellicht daarom
zjjn, dat hij ons vaak overvalt? En toch
hebben we ruim den tjjd, om ons op den
herfst des levens voor te bereideneen gan-
sche lente en een ganschen zomer.
Zoo menig teeken zegt ons, dat het begin
van het einde komt met onbedriegelijke zeker
heid, en wanneer wjj in de lente iets van
onze krachten hebben bespaard en in den
zomer iets van onzen overvloed, dan zal het
een heerljjke, weldadige en kalme rust zjjn,
die het najaar ons schenkt.
In het leven der natuur begroeten we het
morgen wakker in zjjn eigen bed met een
pijnlijk hoofd. Wat was er toch gebeurd?
Hjj werd vuurrood van schaamte over zjjn
gedrag! Hjj had zich verlaagd; bij was in
de herberg geweest en had gedronken. Ge
dronken om te vergeten, gedronken om zjjn
verdriet te vergetenSchaamte en berouw
maakten zich van hem meester. Niet drinken,
maar werken wilde hjj, werken en niet
rusten van den morgen tot den avondHjj
kleedde zich haastig aan en ging in den
zaagmolen aan het werk. Hjj pukte alles
aan wat hem voor de hand lag, slingerde
zware planken op elkaar, dat de splinters
in het rond vlogen, sleepte boomen naar
den stroom en vergat de sluizen open t«
zetten. De knechts en leerjongens keken
hem verbaasd aan. Signe, die nog niet be
komen was van den schrik van den vorigen
avond, naderde hem verlegen: »Gunnar, wat
doe je daur?«
sMjjn werk,« antwoordde hjj, zonder op
te kg ken.
Je bent bleek en moe. Gunnar, och
Gunnar, wat scheelt er aan? Zeg het mg?«
»Ieder heeft zoo zjjne geheimen, Signe,
niet waar?* sprak hjj op sarkastischen
toon. Vraag ik ooit naar uw geheimen?*
»Neen,« antwoordde zjj kalm, rik heb
ook niets voor je te verbergen.* Eensklaps
herinnerde zij zich haar belofte aan Astrid.
Zjj zweeg plotseling, werd vuurrood en liet
het hoofd haugen. Gunnar, die haar angstig
had aangekeken, kreunde. >Wees niet bang,
Signe,* fluisterde hjj, »zal ik je uitvragen?*
>Maar Gunnar! Wat heb je toch?*
»Ik heb dorstDorst naar punch en bier.
Dorst om te vergeten! Nu weet je het,
Signe, ben je daarover nog verwonderd?
Ga op zjj, laat mjj voorbjj.*
najaar da hoop op wederzien van lente
en zomer. In ons eigen leven daarentegen
is het afscheid van lente en zomer een vaar
wel voor eeuwigeen winter hebben we
wellicht nog te wachten, maar de bloesems
des levens zullen voor ons nooit meer bloeien.
De gele bladeren herinneren er ons dus
aan, dat het einde van de taak nadert. Wel
ons als we leven en geleefd hebben in het
geloot aan een aardsche taak, en wanneer
we daaraan niet lust gearbeid hebben en
nog arbeiden zullen, tot het winterzonnetje
voor goed ter kimme daalt.
Buitenland.
De Belgische regeering heeft een prjjs-
vraag van 1000 francs uitgeschreven voor
het maken van een schilderjj, voorstellende
enkele organen (zooals de maag enz.) van
een dronkaard en diezelfde organen bjj een
gezond peisoon, alsmede een afschrikkend
tooneel nit het gezin van een dronkaard
en een tooneel uit een gezin waar de matig
heid wordt gehuldigd. Het bekroonde werk
bljjft eigendom van den Staat en zal in
kleurendruk worden vermenigvuldigd door
door de zorgen en ten bate van den maker,
met het oog op in de instellingen van
openbaar onderwjjs te houden voordrachten
over de bestrjjding van het drankmisbruik.
Inzendingen worden ingewacht tot 1 Mei
1899 aan het ministerie van binnenl. zaken
en onderzoek.
Dinsdagavond heeft de President van
Frankrjjk de benoemingsbesluiten van de
leden van het nieuwe kabinet geteekend.
De ministers waren het iu de daaraan voor
afgegane officieuse bijeenkomst ^volkomen*
eens geworden over »alle quaestiën van
binnen- en buitenlandsche politiek.*
De »Gauillois« waarschuwt het Hof van
cassatie. Indien het Hof kennis wil nemen
van het geheime dossier, zal het dat zeer
zeker kunnen beproeven, maar het moet
wèl weten, welke de gevolgen van de ge
ringste indiscretie van zjjn kant zouden
kunnen zjjn.
Het dossier is toch, zegt de »Gaulois,<
tot dusver geheim gebleven om deze drie
redenen
lo. de openbaarmaking van de stukken
die het bevat zou, op een gegeven tijdstip,
noodzakeljjk hoogst ernstige diplomatieke
verwikkelingen teweeggebracht hebben. Naar
Machteloos liet zjj hem gaan. Zjj kon
niet meer denken en stond voor een raadsel.
Vertwijfeld ging zjj op een steen aan den
waterkant zitten en liet haar hoofd in hare
handen rusten, zoodat de opspattende drop
pels haar bevochtigden en langzaam vau
hare bruine vingers naar beneden in den
stroom rolden.
II.
Het was Augustus. De rotsen werden
beschenen door de schuinvallende stralen
van de avondzon en de meuschen, die van
den vroegen morgen af bezig geweest waren,
maakten zich gereed om huiswaarts te
trekken.
Astrid bond den witten doek over hare
vlechten, nam den zwarten, met rood en
groen veterband gegarneerden rok op en
wandelde met den eenen arm in de zjjde
ep het smalle, langzaam stjjgende pad naar
het bosch toe. Bjj iederen stap, dien zjj deed,
klingelden de ronde zilveren belletjes aan
haar doekspeld, het was echt noorsch werk
en de bonte geborduurde gordel van kralen
was bjjna te nauw voor haur ronde taille.
Zjj droeg haar feestgewaad en zag er ver
genoegd nit. Signe stond haar voor de deur
op te wachtendeze had een ruiker blauwe
klokjes in haai ceintuur gestoken en droeg
een boezelaar met breed borduursel over
haar japon. De avondzon deed haar goud
blond haar in alle kleuren van den regen
boog schitteren. Druk babbelend gingen de
beide meisjes verder. Weldra hadden zij het
bosch bereikt. Op een open plek zaten de
jonge meisjes van Hönefoss bjj elkaar. Een
blinde man blies op een hoorn en boven
een helder brandend vuur hing een dampende
ketel. De jonge mannen rookten en een
Advertsntien van 16 regels 50 et. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
het schijnt is intusschen iets dergelijks op
dit oogenblik minder te duchten.
2een onbescheidenheid zou onzen in
lichtingendienst geheel en al kunnen des-
organiseeren.
3?. en vooral: ze zou zekere hoogge
plaatste personen kunnen compromitteeren,
wier belangelooze tussehenkomst in da zaak
geheim moet blijven.
Volgens den Parjjschen correspondent van
de Londensche »Star« zou de officier, die
dez-r dagen op geheimzinnige wijze ia de
militaire gevangenis van Mont Valerian ge
bracht werd, kolonel du Paly de Clam zjjn.
In militaire kringen wordt dat wel tegenge
sproken, maar de correspondent houdt zjju
bericht met de grootste beslistheid staande.
Volgens de >Indépendance« moet nog een
tweede officier even geheimzinnig naar die
gevangenis gebracht zijn.
De bekende antisemiet Jules Guérin, de
vriend van Drnmond, Rochefort enz., zal
eerstdaags te Parjjs moeten terechtstaan,
als medeplichtig a»n den moordaanslag, welke
daar onlangs gepleegd werd op den jour
nalist Roger, en waarvan de daders zich
in voorloopige hechtenis bevinden.
Te Saint Maurice, nabij Parijs, heeft
Maandag een rentenier zich doodgeschoten,
die den commissaris van politie teCharenton,
ter belooning van de moeite welke hjj dien
ambtenaar veroorzaakt heeft, tot univer
seel erfgenaam en executeur-testamentair
benoemd heeft.
De t>Figaro* verzekert, dat tal van batte-
rjjen artillerie zjjn aangekomen te Cherbourg,
ter versterking van het aldaar gevestigde
garnizoen. Deze batterjjen behooren tot de
11de, 15de, 17de, 27ste, 29ste en 30ste
regimenten en komen van Dinan en het
Kamp van Chalons.
Alle troepen van het garnizoen van Cher
bourg zjjn op voet van oorlog.
Ook te Brest zjjn talrjjke detachementen
kanonniers en artilleristen aangekomen,
hoofdzakeljjk ter versterking van de kust-
batterjjeu.
Uit Wei-Hai-Wei wordt d.d. 2 November
geseind
Alle Engelsche oorlogsschepen, zeven in
getal, die hier liggen, gereed voor het ge
vecht, kunnen een uur na aankomst van
het daartoe strekkend bevel in zee gaan.
paar van de meisjes wierpen drooge takken
op het vuur.
Astrid en Signe kwamen het laatst en
moesten 't voor lief nemen met een bemosten
steen, die een van de jonge mannen aan
sleepte. Gunnar sprak geen woord meer,
sedert Signe gekomen was, maar luisterde
naar ieder woord, dat zjj met de anderen
sprak. Menige knappe boer beproefde zjjn
geluk bjj de molenaarsdochter, zonder ook
maar slechts met een vriendeljjken blik voor
zjjn oplettendheden beloond te worden. Gun
nar haalde ruimer adem. Een van dezen was
bet niet. Skov-Peter (Peter uit het bosch),
die den vorigen winter een eland had ge
schoten en sedert dien dag zjjn tjjd niet
meer indeelde naar jaren, weken en maanden,
maar naar den datum van dat gedenk
waardig feit, begon driemaal tevergeefs
»Een dag, voor ik den eland schoot*
Signe speelde in gedachten met haar ruiker
en Skov-Peter en de eland en de snoevende
woorden schenen voor haar niet te bestaan.
»Die is het dus ook niet,* zeide Gunnar
bij zichzelven.
Alles lachte en schertste en toch was het
alsof de vrooljjkheid een weinig gedwongen
wasvoelden zjj, dat er een in hun midden
zat wiens hart met bitterheid was vervuld?
Neen, hjj kon het niet langer uithouden. Hoe
zou hg de waarheid te weten komen? Hjj
pjjnigde zjju hersens en kwam niets verder.
Het beste was geweest Signe alles ronduit
te vertellen. Maar hjj verwierp dit telkens
weer. Wat zou het hem helpen, als zjju
meisje hem toch de waarheid verzweeg Hjj
was zuo slecht geworden, dat hjj van Signe
ook mets goeds meer kon gelooven zwy-
gend greep hg zjjn buis, hing het over den
schouder en ging heen, de jongelieden spra-
De pantserssbepen »Victorious« en »Un-
daunted* nemen te Tsjifoe een volledigen
voorraad kolen in De overheid bewaard
bet diepste stilzwijgen. Een sterke Russische
vloot is te Port Arthur bijeengebracht.
Uit Londen wordt aan de »Frankf. Ztg.«
medegedeeld, dat het bericht omtrent het
slagvaardig maken van Engelsche oorlogs
schepen in Wei-Hai-Wei, zeer ernstig wordt
opgenomen. Men zoekt de oorzaak van dezen
maatregel in de vrees, dat Rusland zich
het EnsrelsehFransch geschil ten nutte
zal maken om Niutschwang te bezetten.
De oorlogstoerustingen worden voortgezet.
De baven van Portland wordt in staat van
verdediging gebracht eu men zegt, dat een
Iersch eskader, dat Cork als basis zal kiezen,
gevormd worlt. Alle officieren en beambten
der marine zijn door de admiraliteit ge
waarschuwd voor de gevolgen die het hebben
zal, wanneer zjj de persgeheimen mededeelen.
De briefkaarten met bevel tot mobilisee
ring liggen ter verzending gereed voor het
corps der Westminster-Volonteers. In zes
uur tjjds kan het corps gemobiliseerd zjjn.
Ondanks alle toebereidselen gelooft men
in Engeland niet aan het uitbreken van een
oorlog.
Te Londen heerseht een bepaald oorlog
zuchtige stemming; de »menseben van
zaken* verklaren zich openljjk voor den
oorlog; voor Frankrjjk zijn zjj niet bang,
want als de nood aan den man komt rekenen
zij op den steun van Duitschland, terwjjl
Rnsland's steun aan Frankrjjk nog lang
niet zeker is.
Uit de Engelsche oorlogshavens big ven de
onrustwekkende berichten evenwel steeds
doorgaan. Het is, alsof morgen een oorlogs
verklaring te wachten stond.
De Russische politie heeft verscheidene
arrestaties gedaan. Te Kiew, Moskon, en
Nischny-Nowgorod moeten de gevangenissen
vol zjjn, van meest jonge lieden, verdacht
van medewerking aan een revolutionnair
comploL Onder de gevangenen zjjn vele jonge
onderwijzeressen van de volksschool. Het
eentram van de beweging was te Lodz in
Polen. Daar ook te Petersburg revolution-
naire vlugschriften door de politie werden
ontdekt, werden 30 beambten speciaal met
het nagaan van de leiders der beweging
belast.
Het was moeilijk eenig zeker spoor te
keloos van verwondering achter latend.
Niemand waagde het, Signe, die gloeiend
van verontwaardiging was opgesprongen,
aan te kjjken of de stilte met een woord
te verbreken. Eindelijk was er iemand, die
aarzelend voorstelde om heen te gaanmaar
Signe schudde het hoofd en vroeg op hoogen
toon: Waarom?*
>Ja nu omdat wjj dachten
En Astrid flapte er nit: »Om Gunnar.*
>Gnnnar? Wat heeft Gunnar er mee te
maken
Nu begonnen alle meisjes tegeljjkertjjd
te spreken. Men had Signe een dienst
meenen te bewjjzen, maar als zjj het zoo
opuatn, dan »Het is niet goed van je,
dat je hem niet belet naar de herberg te
gaan!*
»Dat je nog met hem wilt gaan, bad
ik niet van je gedacht
Ieder fatsoenljjk meisje moest hem den
rug toedraaien
»En dat jij, de trotsche Signe, je zoo
iets Iaat welgevallen.
Signe stond met opgeheven hoofd te
midden van de opgewonden meisjes. »De
trotsche Signe weet, wat zjj doet! En weet,
dat ik Gunnar niet aan zjjn lot overlaat,
ik zal strjjden zoolang ik adem kan halen
om hem uit de herberg te halen en uit
de klauwen van den duivel!*
Iedereen zal je met den vinger nawjjzen
dat is Signe, de bruid van den dronk
aard! De roode Margit zal lachen. Ha, ha!«
Wat heeft de roode Margit er mee te
maken?* stoof Signe op.
Begin je nu eindeljjk te begrijpen,Signe?
Hg heeft haar een goudstuk gegeven, verder
niets.*
MIKIIWSBL4D
DOOR
eigenaardig, zonderling geluid, dat oas Z9gt,
d it het met den zomer gedaan is en de
winter nadert.
Zij zullen het meest het schoon en het
goede van het najaar des levens ervaren,
die met hun voorbereiding niet tot den na
zomer hebben gewacht en de waarschuwende
stemmen niet hebben veronachtzaamd, die
zich telkens weer doen hooren.
O ri
'miaum.wmimaiwuiün. w. imwhue—■bwgawa3'ftakgmrn«t iwwrwiftjkiwi»*»
Wordt vervolgd.