Bel Land van Hensden en Allena, de langslraat en de Bonimelervvaard. (to ««he teder.?. tfaac eed getrouw M 1744. FEUILLETON. il£T LAND VAN aliens Uitgaven JL. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 9 NOV. 1898. VOOB Dit blad versehjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprp: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prgsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 50 cfc. Elke regel meer 77. ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Hebt pe Tolök gelezen van Justus var Msnrife Ge hel t daarin kennis gemaakt met er ze overzeesche broeders, de Javaantjes, maar bijna uitsluitend met Javaantjes, die in onmiddellijke betrekking staan tot Euro peanen. En ru scbjjnt het uitgemaakt dat dezulken vrij ver afwijken van het gewone type, het scbjjnt dat de aanraking met Europeanen eigenaardigheden in den Javaan te voorschijn reept, die hem minder aanbe velingswaardig als mer.sch maken. Nu is het ren buitsnkansje voor ons Hollanders, als we aan de hand van een deskundigen den Javaan mogen attrappeeren in zp'n eigen gedoe, in zijn dageljjkseh leven en we danken het den heer Quant, die in de >Vragen van dm Dag* den Javaan schetst, dat we dezen in zjjn sfeer kunnen aan treffen. Aan de band van dezen gids gaan we een uitstapje maken op 't schoone eiland, ver van Batavia, Soerabaja en Samaranp, ir de binnenlanden, waar de inboorling leeft, volgens eigen inzicht, zooals zijn vaderen dat gewoon waren. Ge verplaatst u in het binnenland eB hebt voor u een dicht bosch. Ge vermoedt daar een moeilijken doorgang, doch een smal paadje brengt u voor een hek, de af sluiting van een Javaansche woning. Be schaduwd door het geboomte en verscholen in een nmur van groen ligt daar de een voudige woning van een Javaan. Wat is zoo'n woning eenvoudig! Op een weinig opgehoopten en aangestampten grond worden de stjjlen geplaatst, die door bamboes verbonden worden. De bamboe vervult hier de plaats die bp ons de planken innemen. Het dak wordt gevormd door ge droogde bladeren, van alang-alang, een grove, hoog opschietende grassoort en tus- schenschotten van bamboe verdeelen de binnenruimte in twee of drie deelen, één waarvan niet zt-lden dient tot herberging van den karbouw, den Javaanscben trekos. Deze huizen hebben dit voordeel dat ze met gemak af te breken en elders op te slaan zijn. Ook zijn ze goedkoop, de prijs varieert tusschen tien en tachtig gulden. Meubels kent de Javaan bijna niet. Een of meer lage rustbanken van bamboe dienen H. BERTRAND. (5 »Margit kan zooveel ze. gen,* zeide Signe verachtelijk. »Ik zal er haar eens naar vragen.* »Vragen! Signe, ben je gek?* »Ik doe het toch.* »Maar zeg dan niet, dat ik het je gezegd heb Signe, vertel nooit, dat ik »Wees niet bang,* antwoordde zjj bitter. »Ik zal alles op mjj nemen. Farvel, ik ga.« sFarvel. Je bent niets beter dan wij, tusschen ons is alles uit.* >Wjj hebben het laatste woord met elkaar gesproken,* riep Astrid uit. »Jp Astrid!* Een spotachtige glim lach gleed over Signe's gelaat. »Mjj is het goed. Dus voortaan is tusschen ons alles uit. Meent gjj allen dat? Ik laat mij niet door u dwingen, zoo waar mjjn mes dezen jongen boom kerft!* Signe haalde haar knipmes te voorschijn en deed een diepe snede in den stam van den beuk naast haar. Een stukje van den lichtgekleurden bast viel in Astrid's schoot. En Signe keerde hen allen den rug en ging heen. Het werd avond, een donkere Augustus- avond; langzamerhand kwam de maan op en verlichtte het geheele landschap. Signe begon, zoodra zjj meende uit het gezicht van de anderen te zjjn, als een schuwe ree te loopen te gedichten woelden tot tafel en slaapplaats. Wat potten en pannen, een lampje en een kwispedoor maken het huishouden volledig. Een bamboe zitbank vóór de woning en een kooi voor tortelduiven zijn weelde. Om de woning vinden we op het erf vruchtboomen, vooral pisang en klapperboomen, ook rijst en sui kerriet, omgeven door een heining van koffieboomen. Gewoonlijk treft men er ook nog een put aan en een op vier stijlen rustend dakj-% waaronder esn uitgehold bonten blok, waarin de rijst gestampt wordt. In die woning treffen we het gezin aan: man, vrouw en kroost. Meestal slechts ééa vrouw, ofschoon de Mobammedaansche wet toestaat meer vrouwen te houden. Dit echter blijft een privelegie voor de meer gegoede Javanen. De band, die de echtgenooten bindt, is zeer los. Een kleinigheid behoeft maar in den weg te komen en de man verstoot zjjn vrouw en neemt een andere, 't Is geen zeldzaamheid dat ze elk jaar een andere nemen en dat vrouwen twaalfmaal gehuwd zjjn. Kinderen vindt men in de Javaansche huishoudens in overvloed. Gewoonlijk heeft een jonge vrouw een klein kind bjj zich, dat ze in een langen doek om het lijf knoopt en waarmee beladen ze haar werk in huis of op 't veld verricht. De behoeften van een Javaansch gezin zijn niet groot: een paar centen rjjst per dag en per hoofd is genoeg om in 't leven te bljjven, en wanneer daarbjj nog voor een cent gedroogde visch en een cent saus bij komt, heeft hjj een koningsmaal. Kan 't lijen dan is hij ook erg gesteld op een kippenboutje, vooral 't levertje, op kom kommers, garnalen en inlandsch gebak. Zjjn kleeren vereischen ook al geen groote uitgaven. Papa heeft aan een kort katoenen broekje en een hoofddoek genoeg, wil bjj zich tooien dan komt daar een buisje bjj, alles van katoen, bjj elkaar een paar meters. Mama heeft niet veel meer noodig en 't kroost kan het met nog minder stellen, daar 't tot een jaar of zes geheel naakt loopt. Eenmaal in 't jaar moet de Javaan mooi zjjnmet nieuwjaar nl. legt hjj in een nieuw pak gaarne bezoeken af en doet zich dan te goed aan snoeperjjen. Om een en ander te krjjgen zal hjj alles in 't werk stellen, ja zelfs stelen. Onderwjjs krjjgen de kinderen niet. 't Eenige wat ze 1 eren is bjj den geesteljjke wild in haar hoofd door elkaar. Waar zou Gunnar zooveel geld vandaan hebben ge> haald? Zjj huiverde, zjj was vast besloten om tot ipderen prjjs te weten te komen, hoe hij er aan kwam. Astrid's geheim werd haar te zwaar om te dragen, een onver klaarbaar gevoel zeide haar, dat een vol ledige bekentenis aan Gunnar alle raadselen zou oplossen. Maar zjj had immers gezworen om te zullen zwjjgen? Zij mocht niet spreken. >Ik ben gek,* zuchtte Signe, »maar ik zal voor mjjn geluk strijden, zoolang ik kan!* In Hönefoss waren de lantaarns aange stoken en de zwakke vlammetjes flikkerden in den windhet uithangbord van de her berg de >Nordstjernen« slingerde heen en weer. Signe begaf zich regelrecht naar de herberg; een oogenblik stond zij stil om het kloppen van baar hart te doen ophouden toen trad zjj de deur binnen. Margit, de kellnerin, wilde bjj haar komst onbemerkt uit een achterdeur ontsnappen, maar Signe greep haar zonder omslag It den arm, trok haar in de gang, die slechts verlicht was door een brandenden fakkel en vroeg op den man af: »Men zegt, dat Gunnar Larssen je een goudstuk heeft ge geven, is dat waar?* »Mjjn lieve hemel, Signe »Hoor eens, Margit, zeg mjj de volle waarheid, ik rust toch niet eer ik alles weet.* »Nu ja, Signe, hjj heeft injj twintig kronen gegeven.* Wanneer?* «Een week of drie geleden.* »Hoe kwam hjj daartoe?* »Het was op den avond, dat hjj den grooten boomstam naar Humledalen heeft gebracht. God, Signe, wat scheelt je?« Niets, verder!* »Toen kwam hg hier en dronk bran- brokslukken uit den koran opzagen, waar van ze geen woord verstaan. Heeft een jongea de jaren dan zoekt zjjn vader een vrouw voor hem. Dat is een dure geschie denis, want daarmee gaan geschenken ge paard. Een groot aantal dochters in een Javaansch gezin geldt voor een winstgevend kapitaal. Een Javaan, bewoser van een dorp, dessa genaamd, heeft allicht een halven bunder aandeel aan de gemeentelijke rjjstveldt?n. Bij de bewerking wordt hjj geholpen door de dersagenooten, die hjj op zijn beurt helpt. De baten bedragen c. 40 gal len, waarvan f 5 als landrente aan 't goever- nement wordt opgebracht. Hjj is verder verplicht heerendiensten voor 't goeverne- uient te vsrrichten, en kan daarvoor onge veer één dag per maand rekenen, waarop hij arbeiden moet aan bruggen, wegen ot waterstaatswerken. Ter vervanging van vroegere diensten ten bate van de inlandsche hoofden, vraagt de regeering thans van hem f 1 belasting per jaar. Ook voor de dessa wordt van hem dienst gevorderd. Men kan die stellen op 2 a 3 dagen per maand. Zjjn werk op dagen waarin hjj vrij is, bestaat in 't fabriceeren van manden, kam men enz., of in koeliediensten in de een of andera onderneming. Daarin verdient bjj gemiddeld 20 cent per dag, wat ruim f 50 per jaar uitmaakt. Boven f 50 vervalt bjj in de bedrijfsbelasting, 20 pCt., d. i. f 1. Het is onze bedoeling altjjd geweest, de dessa's of dorpen door een eigen gekozen bestuur te laten regeeren. Het dessahoofd ontvangt de bevelen van de regeering en zorgt voor de uitvoering. Zoo bemerkt de Javaan in zjjn dageljjksch leven weinig van de pressie door 't moederland uitgeoefend en leeft schjjnbaar als een vrjj man. De Javaan is Mohammedaansch. »Er is één god, Allah en Mohammed is zjjn pro feet,* leert hjj, doch hjj kan de oude goden nog niet vergeten uit zjjn vóór-Mohamme- daanschen tjjd. Hij is in hooge mate bjjge- loovig en roept in alle omstandigheden goden en geesten te hulp. Onder hen wordt een winstgevende handel in talismans ge dreven en toovenaars vinden een vriendeljjk onthaal. De verplichtingen, die zjjn gods dienst hem oplegt, een vast getal gebeden b.v. komt hjj zeer slecht na, daarentegen dewjjn.* Heeft hjj het goudstuk verdronken »Neen, maar hjj wierp het mjj in den schoot en zeide: »Houd het! Ik haat goud Neem jij dat verwensehte geld Margit was op het punt van in schreien uit te barsten. «Wist je dan niet, dat Gnnnar en ik verloofd zjjn?* vroeg Signe. »Och Signe, ik ben een arm meisje 1* »Is Gunnar daar binnen?* Margit zweeg. Antwoord, Margit!* »Ik wil niet.* Signe opende nu de deur van de gelag kamer. Een bedwelmende tabaksrook, ver mengd met den rook van bier en punch kwam haar tegemoet. In een hoek ontdekte zjj Gunnar. Hij was dronken en zag de meisjes niet binnenkomen. »Geef mjj een oogenblik het goudstuk, als je het bjj je hebt, Margit,* fluisterde Signe. »Wat wil ja er mee doen?* »Ik geef het je weer, op mjjn woord.* Margit haalde het. Signe gevoelde grooten lust het goudstukje van zich te werpen, maar zjj bedwong zich en hield het vlak voor Gunnar's oogen. »Herken je dat, Gnnnar?* Hjj sprong op als door een tarantella gestoken: »Signe, weg van hierI* Herkent gjj het, Gunnar?* herhaalde zjj, op vasten toon, doch met bevende lippen »Het goud van hem, het onzalige goud!* kermde Gunnar. »Hoe komt gjj daaraan, Signe?* >Van hem? Van wien?« vroeg het meisje verder. »Van hem die mjj vertelde dat de schoone Signe in het bosch »Gunnar 1* De jonge man sprong op en rende als houdt hij d'? vasten lagen in eere en staan de Mobammedaansche voorgangers in hooge eere. Het grootste deel der Javanen kan lezen noch schrijven, doch er is hoop dat hierin verandering komf, doordat de regeering tracht de goevernementsscholen meer en meer aan haar doel te laten beantwoor len. Zoo heeft ze kweekscholen opgericht voor inlandsche onderwijzers en voor de oplei ding van hoofden een soort middelbare scholen. De groote massa echter is zeer onwetend en voor de ontwikkeling van den Javaan, als landbouwer, zjjn eigenljjk vak, wordt nog zoo goed als niets gedaan. Eenige maanden geleden poetste een be diende van een groot bankiershuis te Brussel de plaat met 800.000 francs. Zoodra de justitie zekerheid had dat de kerel de wjjk had genomen naar Griekenland, zond zjj twee officieren der politie uit Laeken daar heen, met de opdracht hem naar Italië of een ander land te lokken, dat met België een uitleveringsverdrag heeft, en hem dan te arresteeren. Na lang zoeken vonden ze hem en stelden zich voor als wijnhandelaars nit Algerië en Italië. De dief deed hun eene flinke bestelling en liet zich verlokken om met hem naar Brindisi te gaan, om daar hunne reusachtige wijnkelders te bezichtigen. Maar even vóór hun vertrek kregen de politiemannen per telegraaf bericht uit Brus sel dat zij maar terug moesten keeren, aan gezien de dagbladen reeds bijzonderheden omtrent het doel hunner reis hadden mede gedeeld, zoodat ze wel geen succes zouden hebben. En aan die opdracht gehoorzamende, keer den zjj terug, den reeds half gevangen vogel in vrjjheid latende rondvliegen. In de kazerne van het 9e linie-regiment te Brussel is Zondagavond een belangrijke diefstal gepleegd. In het bureau van de 3e compagnie, commandant de kapitein Danen, staat eene kast, in eene lade waarvan 72 kaarten van België benevens een met het zegel van het ministerie van oorlog gesloten omslag, eene brochure over de mobilisatie bevattende, geborgen waren. Nadat de sergeant* majoor D. Zondagavond waanzinnig de deur uit. Signe en Margit volgden hem. Er woedde nu een hevige storm daarbuiten. Het geloei van den wind overstemde Signe's stem, die angstig riep: >Gunnar! Gunnar!* Margit volgde baar, terwjjl zij voortsnelde, uit vrees van haar goudstuk te zullen verliezen. Eindeljjk haalde zjj Gunnar in, die eensklaps bjj den stroom was bljjven staan. »Bljjf!« hjjgde Signe, »blijf, vertel mij alles!* »Het goud!* riep hjj, »weg er mee hij heeft mjj mjjn Signe ontnomen en mg goud gegeven »Wie? Gnnnar »Op dien morgen, toen hjj zeide Met een gebaar van afschuw slingerde Signe het goudstuk in de schuimende golven en Gunnar schreeuwde het uit: »In de braisende golven van den Hönefoss zoo was het immers?* Gunnar,* snikte Signe, »je droomt! Van wien spreek je toch?* Voor Margit's oogen danste alles in een kring rond. Het maanlicht bescheen spook achtig den waterval. Zjj stak hare handen naar de opspattende droppels uit en weende. >Mjjn goudstukIk zie het schitteren in de bruisende golven van den Hönefoss!* III Signe was algemeen voor dood verklaard Als de tjjger op zjjn buit, zoo stort een afgunstige menigte zich op haar, wier leven tot heden zonder vlek is geweest en wie de omstandigheden plotseling tegenwerkten die de zwakken met geen blik verwaardigde en nu moet dulden, dat hardhandige vuisten haar aanraken en booze woorden over haar gesproken worden. Signe, de bruid van den dronkaard 1 Men veroordeelde niet hem, maar haar! t6 6 nur het bureau had verlaten, is men daar binnengedrongen en heeft men, na ge tracht te hebben het slot te forceeren, de kast opengebroken en bedoelde stukken ge stolen. Maandag heeft de regiments-commandant eene commissie van onderzoek benoemd, die de gansche kazerne doorzocht en alle offi cieren en manschappen aan een verhoor onderworpen heeft. In verband daarmede zijn de sergeant-majoor D. en twee andere onder-officieren in strenge afzondering op gesloten. Het staat nog niet vast, of men hier met eene daad van spionnage dan wel met eene wraakneming op kapitein Danen te doen heeft, of dat de inbreker wellicht in de lade geld dacht te vinden. Eenige jaren geleden werd in dezelfde kazerne een soortgéljjke diefstal gepleegd door onder-officieren, die uit baldadigheid de gestolen stukken ver brandden. Het onderzoek in zake dezen diefstal heeft aangetoond dat de sergeant-majoor Dehon de schuldige is. Het mobilisatieplan werd reeds vroeger gestolende inbraak in de kast geschiedde slechts om het te doen voorkomen alsof dat eerst nu was geschied. Dehon be weert echter niet te weten waar het stuk zich bevindt; het bedrog verzon hg slechts met het oog op de a.s. driemaandelgksche inspectie. De diefstal der 72 kaarten is van weinig beteekenis, aangezien dit stukken zjjn die ook ia dsn handel zjjn. Sommige Parjjsche ochtendbladen van Dinsdag verzekerden, dat de instructie tegen kolonel Picquart gesloten was, dat er termen waren gevonden om geen vervolging tegen dezen officier in te stellen en de minister van oorlog bevel had gegeven, hem in vrijheid te stellen. Het ministerie van oorlog heeft evenwel verklaard, dat nog geeH beslissing in de zaak-Picquart genomen is. Hoe heeft de falsaris Henry het leven verloren? vraagt de tAurore*. >Laat men Cavaignac daar naar vragenCavaignac verlangt niets anders dan te mogen spreken hg heeft nog wel aan het Hof van Cassatie geschreven om het woord te mogen voeren. Men moet het hem onmiddelljjk verleenen, opdat de tjjd niet weer een sluier werpe over dit drama evenals over zooveel andere. Slecht eene was er, die zweeg, als de vrouwen bjj het netten boeten en de jonge mannen in de »Nordstjernen« lasterden ea scholden. Eene was er, die den schjjn aan nam niet op de gesprekken te letten en zwjjgend op de bank zat en met den band van haar boezelaar speelde, dien zjj lang zaam oprolde en weer nit elkaar liet vallen Margit. Haar oogen zochten onophoudelgk den bodem, er vertoonde zich voortdurend een glimlach op haar sluw, dom gelaat de glimlach van den boosaardigen, onver- fa reekljj ken haat, die meent volle recht van bestaan te hebben en die van dag tot dag heviger wordt en zwelt als een giftige slang. Ja, zij zweeg maar altjjd. Zij ging niet naar Signe, en eischte haar geld terag, zjj ging ook niet naar Gunnar. Zjj wachtte het uur der wrake at. >Het slechte jaargetjjde* had zjjn intocht gehouden in de schoone landstreek Ringe- rike; vochtigheid steeg op uit de kloven en stroomde neder van de rotsen, vormde beken en vereenigde zich met den stroom, die zich naar het dal spoedde. Als een grauwe, dichte sluier lag de regen op de stad en het zwoegende volk, dat nergens anders aan dacht dan aan hout en visch- vangst en wiens hoogste wensch een eigen hut aan het Tyrifjord was. Alles bereidde zich op den winter voor. De ouden van dagen gingen, zooals zjj van hun jeugd af aan gewend waren, zwjjgend hun gang en als zjj elkaar op den leemachtigen, natten straatweg ontmoetten, zoo wisselden zjj geen anderen groet dan een zweepslag en een eentonig: Goeden dag! Het slechte jaar getgde nadert.* IIEIIfflIUI DOOR Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1898 | | pagina 1