Slot Land van Hensdcn en Aitena, ik Langstraat en de fiommelerwaard.
Herinnering.
M 1752.
FEUILLETON,
misdadig uit liefde.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 7 DEC.
1898.
VOOR
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prgsverhooging. Afzonderlgke
cummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke r
raeer 77. et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Hg zag mg een oogenblik doordringend
Buitenland.
Ik atond op en verzocht Claus om naar
sr»?
YIEintBLiD
LAND VAN ALTENA'
't Was zoo'n aardige jongen. Nog maar
vier jaar oud, maar een ooljjke, schalkscbe
guit. 't Was een jongen om trotsch op t
wezen, hoe gevanrljjk het ook is, vooral
voor een kind, om er trotech op te zijn.
Zijn mondje stond geen oogenblik stil. Dal
snapte en ratelde den heelen dag: echte
kinderpraat, vader en moeder naapen en
zusje uit de hoogte bejegenen. Den heelen
dag zingen en spelen uit den trenren er
's avonds als vader van de fabriek kwam.
moest bjj er aan, moe of niet. Hij moes'
vertellen of voor paard speleD. En als dt
krullebol naar bed was en sliep als een
roök, kwam bjj vader of moeder niet zel
den een lofzang, waarvan de grondtoon
dankbaarheid was voor het heerlijk geschenk,
door den hemelsehen Vader hun in dat
kostelijke kind gegeven. En de toekomst
kwam ter sprake en vader, die er een flink
werkman van wilde maken, had een zeer
moeielgke taak moeder te overreden, die
zich in bare groote liefde een veel schooner
toekomst droomde.
't Was een schoon kind en 't is den
ouders te vergeven dat ze vergaten dat een
mensch sterfelijk en 't leven van een kind
aan een draadje hangt. Als alles goed er
voor den wind gaat, vergeten we zoo licht
hoe broos bet menscheljjk leven is.
Op een avond kwam vader thuis, afge
tobd van 't werken, maar vol moed krach
tan garend om de speelbal van zjjn lieve
ling te worden. Doch geen vrooljjke stem
heette hem welkom en het gelaat der zwij
gende moeder deed zorg lezen. Of 't lieve
kind wat scheelde? Ja hjj was een weinig
verkouden, een beetje heesch, hij hoeste
ook wat, maar er was geen gevaar bij. De
vrouw loog en ze wist dat ze loog, haar
hart klopte van angst, maar ze wilde het
gevaar niet inzien, althans er niet over
spreken. De kleine zat wezenloos, gekleurd
met een hoogen blos en hjjgende in een
stoel. Hjj had een hevige koorts, doch
daaraan dachten ze niet. 't Is verwonderlijk
hoe weinig ouders oog hebben voor de
temperatuur en hoe velen spreken van ban
gerigheid, lusteloosheid, kniezen enz., wan
neer hun kroost soms met eene koorts van
40 graden worstelt. Neen, ze waren bang
(3
»Geertruide, hier is de dokter!* her
baalde Claus.
Zjjn stem klonk zacht, terwjjl zij buiten,
toen ik hem ontmoette, een vaste, trotsche
klank had.
De zieke bleef zwjjgen, zjj hoorde hem
niet.
Ik vatte haar hand, de pols sloeg buiten
gewoon snel en hard.
»Hoe lang is zjj ziek?« vroeg ik aan
Claus.*
De oude was vaa achter den haard op
gestaan en ook aan het bed gekomen.
Nieuwsgierig en met eeu lachenden blik
zag bjj mjj aan. Een blik van mjj was
voldoende om te zien dat zijne hersenen
gekrenkt wares.
»Sedert twee dagengaf Clans ten ant
woord. >Ik hield haar ongesteldheid niet
voor gevaarljjk, daar ik anders wel eerder
bjj u zou zjjD gekomen. Eerst van nacht,
toen zjj mjj strak aanzag, zonder mjj te
herkennen, werd ik bang. Ik haast e mjj
om n te halen, hoe ongaarne ik haar ook
verliet, want vader kan haar nauweljjks
oppassen.*
Waarover heeft zij geklaagd, toen zjj
ongesteld werd?* vroeg ik.
»Zjj had zware hoofapjjn, koude en hitte
wisselden elkander af, zjj scbjjnt zich reeds
langer ongesteld te hebben gevoeld, doch
zjj wilde zich met alle geweld op de
been honden, totdat hare krachten haar dit
voor dien hoest, dien leeljjken, stootenden
blafhoest, die hun kind 'fc bloed naar 't
hoofdje jaagde en de ademhaling belemmerde
en ze hadden een voorgevoel van iets ver
schrikkelijks, iets dat ze tegenover elkaar
niet noemen durfden, maar dat hun niet
temin dreigend aanstaarde.
En de docter werd geroepen en onder
zocht den kleinen patient. Vragen behoefde
de deskundige niet, zelfs al bad bij ant
woord kunnen verwachten, waartoe 't echter
reeds te laat was. De adem floot het
mondje uit, de oogjes puilden uit de kassen
en alle besef van de buitenwereld had 't
arme schaap verloren. Hjj baalde de schou
ders op en keek de ouders aan. 't Was
voor hen een oogenblik van vreeseljjke
spanning. Helaas, de blik op hen geves
tigd, zeide 't reeds, er was geen hoop meer,
hnn schat worstelde met den dood, slechts
één middel bleef over en dat ééne, operatie,
ze durfden er niet toe overgaan, ze hadden
er zoo weinig vertrouwen op.
De docter haalde nogmaals de schouders
op en deed nog wat hij kon, maar 't was
te laat. Eer de volgende dag aanbrak was
de arme jongen dood, gestikt door verstop
ping der luchtpijp.
Zon dat kind geholpen zijn met een snede
op de plaats der verstopping? Wie zal 't
zeggen, dat ban zelfs de geneesheer niet bij
voorbaat verzekeren, maar zeker is het dat
de liefde voor bun kinderen vele ouders
terughouden van doortastende middelen,
waarvan in vele gevallen heilrijke gevolgen
gezien zijn.
Kinkhoest, croup, diphteritus zjjn ver
schrikkelijke ziekten. Ze vallen op de kin
deren als roofvogels op een weerloos lam en
sleepen ze ten grave. En de ouders, de
verschijnselen niet kennende, sturen dikwjjls
eerst dan om geneeskundige hulp, wanneer
het te laat is.
In 't algemeen wordt er veel te licht over
het hoesten der menschen gedacht. Er wordt
zooveel gehoest dat men er eigenljjk geen
notitie van neemt. Nu ja, de kleine is een
beflje verkonden, 't was ook zoo winderig
buiten, maar men zal hem eens lekker in
stoppen en dan kan hij morgen wel uit,
't heeft niets te beteekenen. Eu de moeder
met haar kroost in de huiskamer gezeten,
spaart de brandstof niet en brengt de lucht
in de kamer tot een temperatuur, die aller
heerlijkst schijnt wanneer buiten de storm
beletten*
Ik kon nng niet bepaald zeggen welke
ziekteverschijnselen dit waren, toch scheen
mij toe dat de koorts een iypheus karakter
had. Ik liet de ziek? eenige kalmeereude
druppels, die ik steeds bjj mij heb, innemen,
en legde baar natte koude doeken op het
hoofd. Beiden werkten weldadig, want de
zieke werd rustiger, ofschoon zjj nog steeds
buiten kennis bleef.
De oude was weder naar den haard ge
gaan en ingeslapen. Clans bad de kamer
verlaten om voor mjjn paard te zorgen.
Dezelfde gedashte dreef mij om hem te
volgen.
Claus kwam mjj inmiddels reeds tegemoet.
»Ik h9b uw paard op stal gezet en voeder
gegevenzeide hjj.
Ik dankte hem.
Dokter,* vervolgde hij en vatte mjjne
hand. Aan het beven daarvan bemerkte ik,
dat hjj hevig was aangedaan. Aan zjjne
krachtige gestalte was het niet te zien dat
hjj zoo licht bewogen werd, het moest
derhalve een bjjzondere reden zjjn, die hem
zoo deed beven. Dokter,* herhaalde hjj,
»bestaat er gevaar voor mjjne zuster?*
Zjjn oog was angstig op mjj gericht,
alsof hjj uit mjjne trekken wilde lezen en
het ergste scheen te verwachten.
»De koorts is hevig, ik kan nog niet
met zekerheid zeggen welk karakter zjj zal
aannemen,* antwoordde ik.
»Zeg mg de waarheid.... ik moet ze
weten!* riep hij.
»Ik heb de waarheid gezegd,* gaf ik ten
antwoord. »Het kan het begin zjjn van
eene ernstige ziekte, doch evengoed kan zg
binnen weinige dagen geheel hersteld zjjn!*
raast en de sneeuw langs de ramen dwarrelt,
doch die den rnensch verlamt en hoogst
vatbaar maakt voor 't kouvatten. En de
grooten, die hoesten, onrustbarend hoesten
dikwerf, ze gaan uit en in, van de kon in
de warmte, en bezweet zijnd*1, weer in de
kou en ze slaan er geen acht op, dat ze
zoodoende den grond leggen voor een sloo-
pende ziekte.
Hoesten op zich zelf is niet gevaarljjk,
integendeel het is een verlichting, daar het
d e openbaring is van een ziekte, die zetelt
in de ademhalings-werktnigen en dient om
't daarin opgehoopte slijm, stof of wat ook,
te verwjjderen. De kwakzalverjj heeft zich
de vrees voor hevig hoesten ten nutte ge
maakt en tal van midde'en gefabriceerd, die
genezing heeten aan le brergen, maar niets
meer doen dan wat zoet achter in de mond
holte brengen, betgeen met wat sniber of
honig even goed en veel goedkooper te be
reiken is. Al wat de mensch inneemt gaai
d oor den slokdarm in de maag, maar doet
volstrekt de luchtpjjp niet aan. Er is der
halve geen universeel geneesmiddel voor
den hoest, wat de kwakzalvers daarover ook
in hun bluffende annonces zeggen mogen.
Slechts zorgvuldige behandeling van den
patient en tjjdige inroeping van genees
kundige hnlp tot een nauwkeurig onderzoek,
kan bij den hoest baten.
Ocb, de meesten onzer weten dat wel,
maar men hoort van die dit middel, van
dezen een ander dat even probaat is, aart-
prjjzen en gewoonljjk neemt men daarmee
eerst een proef voor men gaat tot den des
kundige.
't Is ook in de menschonwereld waar:
veel honden zjjn der hazen dood.
Ieder wachtte zich voor schade en
naberouw.
De weduwe van president Carnot had
bjj haar testament bepaald dat hare ja-
weelen moesten worden verkocht en dat,
wanneer de opbrengst daarvan minder be
droeg dan 50,000 francs, hare kinderen
dat bedrag moesten aanvullen, voor de
stichting van een Carnot-fonds tot onder
steuning van behoeftige weduwen met kin
deren te haren laste. Zaterdag heeft die
verkoop plaats gehad en de verkooper deelde
terstond mede dat hjj van iemand die on-
aan, alsof hjj aan mjjne woorden twjjfelde.
»God geve, dat het laatste waarheid
worde,* zeide hjj toen. Ik weet niet wat
er gebeuren moet als Geertruide ernstig
ziek wordt, vader is zoo zwak en zoo hulp
behoevend.*
»Zjjt gij alleen?* vroeg ik.
»Wjj wonen met ons drieën gansch
alleen.*
»Hebt gjj geen® moeder meer?*
De jongman schudde ontkennend het
hoofd.
>Zjj is dood, reeds bjjna twee jaren
Geertruide bezorgde onze kleine huishou
ding. Ik zorg voor ons levensonderhoud,
want vader kan mjj maar weinig bjj het
werk helpen, daar zjjn verstand reeds jaren
gekrenkt is. Het is een moeiljjk werk om
de turf nit het veen te balen, ik ben echter
van mjjn jeugd af gewoon om te werken
en heb nooit geklaagd. Dit moet echter
niet gebeuren dit niet! Als Geertruide
ernstig ziek wordt weet ik niet wat te
beginnen
Diepe bezorgdheid sprak uit zjjne oogen.
»Ik hoop dat alles terecht zal komen!*
alzoo trachtte ik hem gerust te stellen. »Ik
zal alles doen wat in mjjn vermogen is.
Het zon echter goed zijn als ik voor uwe
zuster vrouweljjke hulp kon krjjgen.*
Hg liet het hoofd ontmoedigd zinken.
»Dat gaat niet!* voerde hjj mjj tegemoet.
Ik zal echter mjjne zuster oppassen, dat
geen mensch het mjj zou verbeteren!*
»Gjj vergeet, dat gjj misschien dag en
nacht bjj haar zult moeten waken,* sprak ik.
»Ik zal bjj haar waken,* zeide hjj, ter
wgl hjj mg strak in de oogen zag. »Geen
minuut lang zal mjj de slaap in de oogen
komen!*
bekend wenschte fe bljjven een bod van
120,000 francs had ontvangen. Aangezien
niemand meer bood, werd de koop toege
wezen.
Aan het Fransche Hof van Cassatie is
de volgende brief overgelegd, die in 1893
geschreven is: »Mjjnheer de rapporteur,
ik ben in staat, n voor uw rapport hoogst
gewichtige inlichtingen te geven over de
knoeierijen, die in den generalen staf en
voornamelijk op het bureau van inlichtingen
begaan worden. Ik ken een officier van
dat burean, majoor Henry, mijn vriend en
schuldenaar. Walsin Esterhazy.« Deze brief
is in beslag genomen bjj Jules Roche, die
in 1893 rapporteur was over de oorlogs-
begrooting.
Volgens de »Liber!é« zal het geheim
dossier der zaak-Dreyfus heden in den wet-
teljjken vorm aan het Hof van Cassatie
wor den medegedeeld. Kapitein Cuignet, die
door den toenmaligen minister van oorlog
Cavaignac belast werd met het onderzoeken
van de echtheid van elk der stukken van
het dossier en daarbjj de valschheid van
lnit.-kolonel Henry ontdekte, zal het aan het
Hof gaan brengen. Mr. Mornard, de advo
caat der familie Dreyfus, zal van het ge
heime dossier kunnen kennis nemen onder
het zegel van het ambtsgeheim.
Het bericht, als zou zich in het geheim
dossier-Dreyfus een brief bevinden van den
Oostenrgkschen militairen attaché Schneider,
welke op de schuld van Dreyfus doelt,
wordt door de Oostenrgksche legatie te
Parjjs beslist tegengesproken.
In overleg met advocaat Labori moet
thans besloten zijn dat de krjjgsraad op 12
dezer de zaab-Picquart in het openbaar zal
behandelen, maar dat enkele personen, wier
namen in het belang van den Staat geheim
moeten bljjven, in het proces alleen met
letters znllen worden aangeduid.
Onder de Duitschers in Oöstenrjjk heerscht
groote ontevredenheid, daar van de 5400
ridderorden, die ter gelegenheid van keizer
Frans Jozefs jubileum zjjn uitgedeeld,
slechts één aan een lid der Dnitsche partjj
is toegekend, nl. aan dr. Max Menger.
Deze heeft een brief aan graaf Thuu
gericht, waarin hjj zegt, de ridderorde van
het IJzeren Kruis uit de handen van dit
ministerie niet te willen aannemen.
»Gjj schat uwe krachten te hoog,* voerde
ik aan.
»Neen,« antwoordde hjj. »ïk heb een
vasten wil, die uithoudt. Ik ben in mjjn
leven niet verwend geworden, ik kan dagen
en nachten aaneen den slaap ontberen
ik ben ook reeds eenmaal zoolang zander
voedsel geweest!*
Ik stelde belang in den knaap. Bjj dat
standvastige karakter, bjj dien trotschen wil,
die geheel zjjn gedrag kenmerkte, die be
zorgdheid voor zjjne zuster. Zjjne stem klonk
steeds zachter als hjj van haar sprak.
Ik ging weder naar de zieke om haar
gade te slaan. In den nacht kon ik toch
moeiljjk naar de stad terugbeeren. De regen
sloeg nog steeds tegen de vensterruiten en
de wind deed het armoedige gebouw trillen,
alsof het elk oogenblik ineen zou storten.
Ik was zeer vermoeid en ba 1 rust noodig,
de rit over den gevaarljjken weg door het
veen had mjj meer vermoeid dan ik ver
wacht had. Aan slapen kon ik echter niet
denken, het deed mjj intusschen goed in de
warme kamer te zitten. Ik hield mjj daarom
wakker en vernieuwde vau tjjd tot tjjd de
koude omslagen oua het hoofd der zieke.
Clans zat zwjjgend aan het voeteneinde.
Hfi had zijne doornatte kleeren niet uitge
daan, zjjne oogen sloten zich ook geen enkel
oogenblik, onafgebroken wareu zjj op de
zieke gevestigd.
Het was een lange en moeiljjke nacht,
's Morgens bjj het aanbreken vau den dag
hield de regen op te vallen en begon ook
de wind te bedaren. De zieke was rustiger
geworden en in slaap gevallen; haar pols
gaf mjj te kennen dat de koorts belangrjjk
was verminderd.
Toen Keizer Nicolaas zijn merkwaardige
circulaire aan de mogendheden rondzond,
heeft menigeen misschien gedacht, dat wjj
thans een periode intraden van rust en
van kleinere oorlogsbegrootingen
Die goed-geloovigen zjjn echter spoedig
nit hun waan gerukt. Want de bewape
ningen worden door alle groote mogend
heden niet een haast voortgezet, alsof morgen
reeds de botsing te wachten is, waarvoor
ieder terugdeinst, doch die door velen
verwacht wordt!
Naar uit Londen wordt geseind, gevoelt
de Engelsche vredes-partjj zich dan ook
zeer teleurgesteld. De Engelsche marine is
met spoed zoo sterk mogeljjk gemaaktde
Russische heeft desgelijks gedaan. Nu komt
ook nog het bericht dat de Vereenigde
Staten een sterk staand legsr op de been
znllen houden en dat Duitschland de or
ganisatie van 'zjjn leger-inrichting gaat
herzien wat ongeveer wil zeggen, dat
het zjjn leger gaat versterken.
Het beeft dus allen schijn, alsof de mo
gendheden haar strjjdmachten eerst zoo
sterk mogeljjk willen maken, vóór in een
internationale conferentie wordt besloten,
dat geen enkele mogendheid haar leger of
vloot de tjjdens de conferentie bereikte
limiet mag overschrjjden.
Een bjj Lloyds ontvangen bericht uit
Lissabon meldt, dat het schip Holbein*
het Btoomschip »Clan Drummond* in de
Golf van Biscaye heeft zien vergaan. Van
de opvarenden zjjn 23 man gered en de
overige 37 verdronken.
De pest, die op Madagascar is uitge
broken, moet veel ernstiger zjjn dan men
aanvankeljjk meende. Het aantal sterfge
vallen begint onrustbarende afmetingen aan
te nemen. De Fransche troepen zijn voor
het meerendeel aangetast door de inlandsche
koorts. De overheid heeft maatregelen ge
nomen om de ziekte te bestrjjden en strenge
quarantaine gelast.
Op de Marokaansche grens heeft de stam
der Beni Guils den 300 leden sterken stam
der Beni Djids totaal uitgeroeid. Alleen de
jonge meisjes en kinderen werden als ge
vangenen medegevoerd.
Volgens een bericht uit Madrid zou de
Spaanscbe regeering voornemens zjjn, aan
Engeland opheldering te vragen aangaande
mijn paard te zien.
»Gjj wilt gaan?* vroeg hg bezorgd.
»Ik kan de zieke nu verlaten,* gaf ik
ten antwoord. >Haar toestand is verbeterd,
wellicht is zg reeds over weinige dagen ge
heel hersteld.*
De oogen van den jongen man kregen
zichtbaar eene vrooljjke uitdrukking. Als
met een nieuw leven bezield spoedde hjj zich
naar den stal om mjjn paard gereed te
maken.
Ik had bet licht uitgeblazen, daar de op
komende zon reeds vriendeljjk door het ven
ster scheen, ik opende het om de frissche
lucht binnen te laten. Toen ging ik weder
naar het bed der zieke. Zjj sliep nog. Hoe
schoon en hoe zacht waren die trekken bjj
het daglicht gezienHoe schoon geteekend
was dat gelaatHoe kwam die lieve, heer-
ljjke verschjjning in dit armoedige huis?
vroeg ik mjj verder af. Zjj had noch met
haar vader, noch met haar broeder de minste
overeenkomst, want beiden hadden grove
gestalten.
De zieke sloeg nu de oogen open en geen
spoor was daarin meer van de koorts te
ontdekken. Verrast zag zjj om zich henen
en keek toen mij oplettend aan. Zjj scheen
nog niet te beseffen of zjj waakte of droomde.
Ik zeide haar dat ik de dokter was en
dat baar broeder mjj gehaald had, toen
vroeg ik naar haar toestand. Zjj gevoelde
zieh door den slaap aan merkel jjk beter, de
hoofdpjjn was bedaard. Ik kon haar de ver
zekering geven, dat er thans geen gevaar
meer was, doch dat zjj evenwel nog eenige
dagen het bed moest houden.
Zjj geloofde dit. Hare stem klonk zacht
en liefeljjk.
Wordt vervolgd.