Het Land van ilensden en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaard.
M 1757.
FEUILLETON.
Misdadig uit liefde.
Uitgever: L. J. VEKRMAH, Heusden.
ZATERDAG 24 DEC.
1898.
LAND VAN ALTENA-
VOOR
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprgs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prijsver hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiè'n van 16 regels 50 Gt. Elke regel
meer et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
In het Nummer van
1 Januari a.s. zal weder
gelegenheid gegeven worden de ge-
gebruikelijke NIEUWJAARSGROET te
plaatsen.
Voor tijdige toezending beveelt
zich beleefd aan
DE UITGEVER.
Kjjk eens near dat kleine kereltje, dat
deer in den kinderstoel zit en zjjne order?
uitdeelt. Zoo'n ventje heeft heel wat te
commandeeren, want om te voorkomen,
dat bij schreeuwt, geeft men hem wat hij
verlangt, ook al zou 't beter zjjn te wei
geren. Ja, men vindt het niet onaardig, te
hooren boe ferm en flink bij door een kort
en krachtig bevel zijn verlangen te kennen
geeft.
Men geeft hem het verlangde: klats!
daar ligt het op den vloer. Hg schreeuwt,
krjjgt het terug: klets! daar ligt het
weer en zoo gaat dat voort, totdat
men eindigt met hetgeen men bad moeten
beginnen weigeren den ongedurigen gees»
van het ventje ter wille te zjjD. Door her
haalde malen toe te geven, heeft men het
gesterkt in zjjn heerschzucht, wat een latere
weigering veel moeilijker maakt dan een
dadelijke zou zijn geweest.
»Nu ja,« hoor ik een moeder zeggen,
»'t is wel wat lastig, maar wat hindert
het, als men zoo'n wurmpje een weinig
toegeeft't kind moet toch ook iets hebben.
Zeker moet het kind iets hebben en niets
is onrechtvaardiger dan het gedrag van
kinderen af te passen en te willen regelen
naar onze behoefte aan rust en gelijkmatig
heid. Doch al moet er voor de noodige
afwisseling worden gezorgd, al moet men
den levendigen, steeds nieuw voedsel zoe
kenden geest van het tot waarneming ont
wakende kind zooveel mogeljjk bezig houden,
men kan niet ernstig genoog waken tegen
ongedurigheid. En waarom?
Denk u datzelfde ventje eenige jaren
later. Het is toegenomen in lichaamsgrootte,
vooruitgegaan in verstan delg ke vermogens.
Het gaat naar school. Het moet huiswerk
maken. Ja, dat is goed, maar het moet
(8
»Gjj houdt derhalve den jager niet voor
den moordenaar
>Neen. Stond het alleen aan mjj, dan
zou hg reeds heden in vrijheid gesteld zjjn.
Men is hier de stelling toegedaan dat Harder
de moordenaar is, omdat zjjn karakter znlk
eene daad doet veronderstellen hg ont
kent, en daarom juist houdt men hem voor
schuldig.*
»Bjj had eenige dagen te voren met
Bertram eene heftige woordenwisseling.*
»Men schiet toch niet dadeljjk iemand
dood met wien men woorden gehad heeft.*
»Bjj heeft ook Bertram gedreigd.*
Dokter, gjj zjjt hetzelfde veroordeel toe
gedaan 1* riep mjjn vriend. >Als aan alle
bedreigingen gevolg werd gegeven zou het
gansche menschdom al lang zjjn omgebracht.
De jager mag een woeste knaap zjjn, den
waard heeft hjj evenwel niet doodgeschoten.*
Welnu, wie heeft het dan gedaan?*
»Dat is juist mjjne zaak om dit op te
sporen.*
»Hebt gjj reeds ergens een zeker bewjjs-
punt gevonden?*
»Nog geen enkel. In de akten vind ik
niets anders dan de daadzaak omschreven
en ik weet niet eens of deze wel met de
gevorderde nauwkeurigheid is opgemaakt.*
»Ik verzeker u dat dit het geval is.«
>Balt, vriend,* alaus viel Knaver mg in
de rede. »Daar weet gjj niets van. De
politie moet door geheel andere oogen zien
dan gjj, voor hen is aikwjjls de minste
toch ook eens spelen. NatuurlijkDaaraan
is zslf meer behoefte dan aan huiswerk
Laat onze kinderen vooral kinderen bljjven.
Maar wilt ge uw kinderen vormen tot
ordeljjke, regelmatig arbeidende menschen,
laat dan niet toe wat die 9- of 10-jarige
doet. Hjj kwam te huis ea zou met grooten
ijver dadeljjk zijn opstel maken. Hij neemt
schrjjfboek, pen en inkt en gaat zitten,
maakt een begin en bedenkt dat hij
toch wel eerst zjjn les kon gaan leeren.
Goed, het boek wordt ter hand genomen
en de les eens overgelezen, maar die is
gansch niet aardig, 't zal toch maar beter
zijn eerst het opstel af te maken. Zoo ge
zegd, zoo gedaan, 't Boek gaat dicht, de
pen wordt opgevat en hij schrjjft. Neen,
want terwjjl hjj het schrjjfboek weer ter
hand neemt, valt de aandacht op het mooie
weder en vindt onze verander-lievende geest,
dat hjj nu wel eens met Piet kan gaan
wandelen, anders is het mooie weer voorbjj.
Nu naar Piet, maar deze moet eerst zjjn
werk afmaken. O, dat is niemendal, dan
zal onze vriend eerst maar even de duiven
of de konjjnen gaan voederen.
Wjj zullen hem niet langer volgen, maar
op de uitkomst wjjzen; als hg morgen
weer naar school moet, heeft hg zijn werk
Diet of slordig gemaakt, heeft niet of weinig
gewandeld, niet of weinig gespeeld, of
wel, hij beeft het eene gedaan ten kostte
van het andere, terwjjl hjj, verstandig geleid,
zijn werk rustig had kunnen afmaken en
bovendien nog had kunnen wandelen en
spelen.
Aangenomen, maar wat geeft nu zoo'n
jongensgesehiedenis
En weet ge wat er wordt van zulke
jongens en meisjes? Mannen en vrouwen
die voor zich en voor anderen het leven
bitter en onaangenaam maken, wier onge
durige ge. st hun karakter ontevreden maakt
en anderen het rustig genot verbittert van
wat door dezen op prjjs zou worden gesteld,
indien hun dat niet onmogeljjk werd ge
maakt door die roervinken in hunne nabjj-
heid. 't Zjjn van die menschen, die, wanneer
gjj met hen wandelt, een afgunstig oog
werpen op hen, wier rjjtuig u in vliegende
vaart voorbjjsnelt, maar die, wanneer ze
rjjden, loopen toch ook wel genoegeljjk
vindenmen kau dan alles wat beter zien,
kleinigheid van het grootste gewicht.*
»Hebt gg reeds een plan gemaakt hoe
gjj uwe navorschingen zult aanleggen?*
vroeg ik.
»Hoe kan ik dat zonder de omstandig
heden te kennen,* gaf Knaver mg ten ant
woord. »Ik moet beginnen met de menschen
en den omtrek te leeren kennen, en daarbjj
heb ik uwe huif) noodig. Niemand mag
nog weten wie ik ben en om welke reden
ik hier gekomen bende menschen moeten
mg onbevreesd tegemoet kunnen komen.
In het logement waar ik afgestapt ben heb
ik reeds gezegd dat ik uw vriend ben en
onder die benaming hoop ik hier te bljjven.
De menschen mogen u gaarne lijden naar
ik hoor, bijgevolg zullen zjj ook uw vriend
goed ontvangen. Het zal u, hoop ik, toch
niet onaangenaam zjjn?«
>IntegendeelIk ben bigde dat gg hier
eenigen tjjd big ven zult. Binnen weinige
dagen zult gg u hier thuis gevoelen.*
Knaver haalde de schouders op.
»lk heb nog een verzoek aan u,« vervolgde
hg. >Ik zal waarschijnlijk minder bjj u
kannen zijn als mg lief is, dit moet natuurlijk
achterdocht wekken en derhalve moet gjj
de menschen tevreden stellen. Schilder mg
als een vreemdsoortig mensch, mijnentwege
als een gek, die gekomen is om u te be
zoeken en nu gansche dagen in de heide
rondzwerft. Vertel dat ik vreemde idees
heb, die gg zelf niet begrgpt, voomameljjk
ben ik zoo dwaas dat ik een natuuronder
zoeker zou willen zjjn. Ik heb het voornemen
opgevat om de heide wetenschappelijk te
onderzoeken, ofschoon ik er zeer weinig
verstand van heb; over het geheel ben ik
een zeer zonderling mensch.
»Gjj zult er niet bg winnen als ik u zoo
afschilder!* zeide ik lachende.
weet u. 't Zijn van die menschen, die
het huiselijk leven veronaangenamen en in
de maatschappij ongelukkig zijn.
In het dageljjks leven is elk met dit
soort menschen wel in aanraking geweest
en heeft men het onaangename van hun
karakter ondervonden. Zjj zijn niet bemind,
want niemand hondt van menschen die van
den hak op den tak springen.
In het maatschappelijk leven zjjn zjj
ongelukkig, omdat zjj, terwijl zij hun beste
krachten verspillen, hun doel niet bereiken.
In het >12 ambachten, 13 ongelukken*
heeft onze spreekwoordentaal dit reeds kort
en krachtig uitgedrnkt. Ziet die beide
jonge mannen daar eens samen op dat
kantoor werken. Wat heeft die eene het
druk! Hjj loopt van het eene boek naar
het andere, snuffelt nu in deze, dan in die
papieren, heeft wel drie of vier zaken
tegeljjk onderhanden en schijnt niet te weten
wat eerst of wat laatst te moeten doen.
Neen, maar dan heeft zjjn buurman het
heel wat gemakkelijker, die schjjnt het op
zjjn slofjes af te kannen, in hem is geen
leven of beweging te bespeuren
Oordeelt niet te ving lezer. Wacht den
avond af en vergel jjk dan de vrachten van
beider arbeid. De schgnbaar trage had
evenveel, ja, meer nog te doen dan de o!
zoo drnkke, maar de eerste is niettemin
klaar, legt rustig zjjn pen neer en gaat
kalm huiswaarts, in het besef zjjn taak te
hebben volbracht. De laatste heeft het
nog even druk als toen hjj begon en bromt
»dat het geen doen is, iemand zooveel werk
op te leggen.* Maar dat is niet de
oorzaak. Neen, niet omdat gjj zoo'n zware
taak hebt, maar omdat gg het niet goed
doet, zjjt gjj niet gereed. De schgnbaar
trage wist wel wat hjj niet eerst moest
doen en wat het laatst; bij nam geen drie,
vier zaken tegeljjk onderhanden, schreef
niet tegeljjk in alle boeken en doorsnuffelde
niet tegeljjk alle papieren, maar regelde
kalm zjjn taak naar een vaste orde en
werkte die stelselmatig af. Rustig werkte
hij door, maar hg deed meer, veel meer dan
gg met uw haast en drukte.
En wat de vrouwen betreft 't zijn die,
welke altgd met den pot bezig zijn en
toch nooit op tijd het eten klaar hebben;
die altgd aan het »opknappen« zjjn en
toch nooit één kamer in hnn huis zinde-
»Zeker, zeker, ik hoop daardoor veel tjjd
te winnen, want men zal mij dan vriendelijk
en onbevreesd tegemoet treden.*
Ik beloofde mjjn vriend aan zijn verlangen
te zullen voldoen en in opgeruimden stem
ming brachten wij verder den dag met
elkander door. De volgende dagen zagen wij
elkander des te minder: ik werd door mjjne
beroepsbezigheden in beslag genomnen en
Knaver doorkruiste den omtrek, naar het
scheen zonder buitengewoon goeden uitslag,
want hg was meestal ontstemd. De president
der rechtbank had het kwaljjk genomen
dat hij nog niets aan het licht had kunnen
brengen, en Knaver verdroot het dat hg
nog niet het minste had ontdekt waardoor
hjj kon bewgzen al zjjne pogingen in het
werk gesteld te hebben. Hjj scheen verwacht
te hebben spoediger tot zjjn doel te geraken,
ofschoon hg dit tegenover mg niet erkennen
wilde.
Op deze wjjze waren reeds meer dan
acht dagen verloopen toen mjj op zekeren
dag een brief bezorgd werd door eene
oude vrouw, die mjjne huishoudster niet
kende. Het adres was door een weinig
geoefende hand geschreven. Ik opende hem
onverschillig en zag, alvorens hem te lezen,
naar de onderteekeningdeze luidde: »Geer-
trnide Claus.* Ik kon in den beginne niet
bezinnen wie de schrijfster was, totdat ik
mg herinnerde dat de sehoone dochter van
den turfboer aan het veen zoo heette. Toen
begon ik den brief te lezen.
Geertruide deelde mij mede dat haar vader
ziek was en verzocht mij dringend hem te
komen bezoeken. In gepeins verzonken hield
ik den brief in mjjne hand de s hoone
gestalte van het meisje trad mg levendig
voor oogen. Dadelgk kwamen velerlei vragen
in mij op. Waarom had zjj mg geschreven,
lijk hebbendie altgd aan 't schoonmaken
zijn en nooit iets schoon hebbendie voort
durend bezig z'jn de inrichting van hun
huis te veranderen en den man noodzaken
van zijn eigen kamer een sterke vesting te
maken, waar wanorde en vuil de over
hand hebben, omdat de ordenende en rei
nigende hand eener flinke vrouw er angst
vallig uit geweerd wordt, of nog erger
hem dwingen buitenshuis de rust te zoeken,
welke hij daar binnen niet kan vinden.
Orde en regelmaat, zjj hebben geen
grooter vjjand dan ongedurigheid en door
dien vjjand buiten de wallen te keeren,
bevordert men het welzjjn van zich zeiven
en van zjjn gezin.
UxTitonlaricl.
Na een vrjj heftige discussie, waarin de
zaak Dreyfns nog al eens als argument
dienst deed, heeft de Fransche Senaat bjj
de behandeling van de spionnagewet, ver
worpen een amendement van Monsservin,
waarbjj de doodstraf zoowel in vredes- als
in oorlogstijd op alle misdrjjven van ver
raad gesteld wordt en eveneens een amen
dement van Clamageran, waarbjj op ver
raad in vredestjjd tijdelijke dwangarbeid
gesteld wordt. Het oorspronkelijke voorstel
werd das behouden: levenslange dwangarbeid
als maximum voor verraad in vredestjjd.
Welke zjjn die gevaarljjke stukken van
het geheime dossier, die de regeering niet
durft mededeelen zonder dat de noodige
waarborgen van geheimhouding verkregen
zijn Die vraag wordt gedaan en 't ant
woord bljjft uit. Sommige zeggen, dat in
dat dossier zich een brief van keizer Wilhelm
bevindt, welker openbaarmaking de ern
stigste gevolgen kan hebben. Als die brief
bestaat, beweren anderen, dan is hg valsch
Te Berljjn lacht men over de bewering
omtrent den brief van den keizer. Duitsch-
land heeft nooit met Dreyfus in betrekking
gestaanen mochten in het geheime dossier
zich brieven van den keizer bevinden
laat men die maar gerust openbaar maken.
De «Times* verzekert echter, dat die ge
heime stokken, die zoo nanw met de veilig
heid van den Staat in verband staan, be
trekking hebben op Rusland. Rusland had
enkele jaren geleden van Frankrjjk de be
lofte gekregen, dat het 500,000 k 600,000
daar de brengster van den brief even goed
mondeling het «erzoek had kunnen doen
Meende zjj door die paar regels meer kracht
aan haar verzoek bg te zettten?
Ik hield dit laatste voor het meest waar-
schgnlgke en om haar niet teleur te stellen
reed ik zoo spoedig mogeljjk naar het een
zame huis aan het veen. Mjjne gedachten
waren geheel bezig met het treurige let
van het arme meisje. Als haar vader stierf
moest het in dat eenzame huis nog stiller
worden, dan zou zjj geheel alleen met haar
broeder wezen, wiens ongunstigen blik en
ruwe wjjze van handelen ik had leerea
keanen. Was het niet jammer, dat een zoo
jong en lief meisje in dat eenzame huis
haar jeugd moest doorbrengen? Was zjj
niet verstoken van alle genoegens die aan
de jeugd toekomen? De eenzame heide
waarover ik reed scheen mg, in vergeljjking
van het woeste veen, schoon toe. Op haar
groeiden in het voorjaar nog bloemen, op
haar gonsden de bjjen, en in het struik
gewas nestelden de vogels.
Van zulke gedachten vervuld kwam ik
bjj het eenzame huis. Noch Claus, noch
Geertruide schenen mjjn komst bemerkt te
hebben, want geen van beiden kwam aan
de dear om mg te verwelkomen. Ik bond
mjjn paard vast en ging in huis. Ook hier
zag ik niemand. Vóór de kamerdeur stond
ik een oogenblik stil, alleen den zieke
hoorde ik zacht hoesten.
Ik ging de kamer binnen. Achter den
haard lag de zieke te bed, Geertruide zat
daar naast en aan den anderen kant van
den haard zat Claus. De laatste zag mij
eenige oogenblikken strak aan en stond
toen haastig en bljjkbaar misnoegd op.
Slechts vluchtig beantwoordde hg mjjn groet.
Geertruide's wangen werden licht ge-
Lebelgeweren zou ontvangen. Toen de leve
ring gedeelteljjk geschied was, begon Rusland
in zjjn eigen geweerfabrieken zjjn eigen onde
geweren naar hetzelfde systeem te veranderen.
Later, toen Frankrjjk een nieuw snelvaar
kanon aanschafte, vroeg Rusland daarvan
de teekeningen, welke werden geweigerd.
Wel kon Rusland de stukken welke noodig
waren voor de reorganisatie zjjner artillerie,
in Frankrjjk bestellen. Daar zou een uitgave
mede gemoeid zijn van 225,000,000 francs.
Rusland antwoordde, dat zjjn financiën
zulk een uitgave niet konden dragen en het
bovendien zelf over uitstekende fabrieken
beschikte. Toen heeft het getracht door tus-
schenkomst van geheime agenten zich de
verlangde ontwerpen te verschaffen en nu
moet het geheime dossier de bewgzen daar
van bevatten. De documenten bevatten geen
namen, doch de regeering durft ze toch niet
openbaar te maken, omdat zjj het feit, dat
de Russische regeer in g spionnen in Frank
rjjk heeft, voor het Fransche volk wil ge
heim houden.
Aldus de lezing van den Parijschen cor
respondent der Times*.
Paschal Grousset heeft nu weer aan een
redacteur van de »Agence Nationale mede
gedeeld, uit twee verschillende vertrouwbare
bronnen te hebben vernomen dat de krjjgs-
raad, die Dreyfus veroordeelde, niet eens
inzage heeft genomen van het hem door
den minister van oorlog toegezonden geheim
dossier. De president, kolonel Morel, zou
aan den Krjjgsraad hebben medegedeeld
dat hg wist wat de vergezelde couverts
bevatten en dat hem bekend was dat aan
de daarbij betrokken vreemde mogendheid
plechtig beloofd was dat haar naam niet
zon worden genoemd. De Krjjgsraad besloot
daarop de couverts niet te openen en ver
oordeelde Dreyfus met eenparige stemmen.
Het Fransche onderzeesche oorlogsschip
»Gustave Zéde* heeft dezer dagen weder
eenige bewgzen van geschiktheid voor oor
logsdoeleinden gegeven. Het heeft onder
zeesche torpedo's afgezonden op een pantser
schip, de Magenta,* eerst terwjjl de Ma
genta* stil lag, daarna terwjjl zjj voortstoomde
en beide keeren goed geraakt.
Deskundigen beweren, dat er met snel-
vnurkanonnen niets tegen de »Gustave
Zédé* is uit te voeren. Zjj is op 2 K.M.
kleurd. Doch hoe was dat gelaat veranderd.
Hoe was het mogeljjk dat in zoo korten tjjd
zulk eene verandering plaats had kunnen
vinden! Hare wangen waren ingevallen,
hare oogen schenen dieper in hunne kassen
te liggen en hadden gedeelteljjk hun glans
verloren. Een onuitsprekeljjksmarteljjketrek
lag over geheel haar gelaat. Was het alleen
ten gevolge van de bezorgdheid over haar
vader? Was zjj zelve nog steeds ljjdende?
Ik had geen tjjd langer aan die gedachten
toe te geven en ging derhalve naar het bed
van den zieke om diens toestand te onder
zoeken.
Clans trad op mjj toe. Ook zjjn gelaat
was bleeker dan de laatste maal toen ik
hem gezien had.
Dokter, wie heeft u geroepen?* vroeg
hjj tameljjk ruw en kort. Zjjne stem scheen
van misnoegen licht te beven.
Mjjn oog rnstte bjj die woorden op Geer
truide's gelaat. Ik zag hoe zjj de oogen
nedersloeg en de hand op een stoelleuning
legde als om zich daaraan te stennen. Zjj
had mg dus zonder voorkennis van haar
broeder geschreven, misschien wel tegen zjjn
verlangen. Moest ik haar verraden
»Ik hoorde dat uw vader ziek was,*
antwoordde ik toen.
>Yan wien?* vroeg Claus verder. Zjjn
oog was bjj die woorden somber, bjjna drei
gend op mjj gericht.
Eerst zal ik den zieke onderzoeken,*
antwoordde ik, terwjjl ik zjjn vraag ontweek,
vatte toen de hand van den ouden man, die
mjj dof en bjjna wezenloos aanzag.
>Mjjn vader is niet zoo ernstig ziek,
dat hg uw hulp noodig heeft,* vervolgde
de knaap.
NIEIIWSBLLI
O
mflugagKww
In het heden ligt 't verleden,
In het nn wat worden moet.
Wordt vervolgd.