Het Land van Heusden en Allena. de Langstraat en de üommelenvaard. Wat is Oorlog? FEUILLETON. De kleine spion. land van alteN^ Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden. WOENSDAG 8 FEBR. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. M 17TO. 1899. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ®L- Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Klopstock noemt den oorlog »De schandvlek, alle eeuwen door, van 't menscheljjk nageslacht, »Het luidst, het vrees'ljjkst hoongelach van uit het diepst der hel. Hij is een politieke aderlating in het groot. HÜ eene der treurigste tegenstrijdig heden van het menschelgk verstand. Hij is lang geweest doch dat is nu uit hopen we het gezochte, geliefkoosde ambacht, de kunst, de wetenschap, het eigenlijke métier der vorsten en dezulken. Nog zijn er, helaas, die den krijgmans- stand als de eerste aller standen beschouwen. Hjj is de geesel der menschheidde anti christ der rede; de opkomst van luitenantjes de oogst der grootende metamorphose van generaals tot ministerseene leerschool voor jonge artseneen merk- en winstcijfer voor fabrikanten van kunstarmen en beenen een troebel vischwater voor allerlei leveran ciers; een bartbrekerjj voor jonge meisjes, en het schrikbeeld voor vrouwen die we dt! wen en kinderen die weezen worden; eene ontzettende oneerlijke verdeeling tnsschen recht en macht. Hij is de uitvinder van het buskruit; in den damp waarvan men noch tjjd, noch gedachte, noch oog of gelegenheid heeft om den hemel noch om den vermoorden broeder te zien, noch elkanders gekreun en gekerm te hooren wegens het gebulder der kanonnen, door datzelfde buskruit veroor zaakt, brullende als den leeuw bjj zijn buit. Hij tolereert en alles in 't groot moord, plundering, diefstal, brandstichting, verwoesting in één woordterwijl op 'n gewonen dag, 'n gewoon menscb, voor 'n appel, 'n roos, 'n cadetje, 'n bonkie steen kool, 'n endje worst, 'n blikken emmer, 'n bosje kanthooi, 'n haasje, 'n vuurtje vau 'n oude schuur, 'n broodje dat de wicht niet heeft, 'n kleiüe boodschap doen in 'n ver boden hoekje enz. enz. buiten het verbods boekje om, genomen, gedaan of zoo, 'n heele opechndding veroorzaakt en van alle kanten kwalgk genomen wordt met 'n nauwge zetheid (soms) en veel meer gedoente (altijd) in beginsel daarom toch terecht dan er Het was in den jare 1859, gedurende den bevrijdingsoorlog van Lombardië en eenige dagen na den slag bjj de Solferino en San-Martino, waarin de Pranschen en Italianen de overwinning op de Oostenrijkers behaalden, dat op een heerljjken Junimorgen een kleine troep ruiters in langzamen draf langs een eenzaam zandpad in de richting van den vjjand reden, terwjjl zjj oplettend het landschap bespiedden. Een officier en een sergeant vergezelden den troep en allen zagen voor zich uit, bet oog onafgewend in de verte gericht, zonder een woord te spreken, denkend ieder oogen- blik tusBchen de boomen de uniformen der vjjandeljjke voorposten te zien schitteren. Zoo kwamen zjj aan een kleine boerenwoning, door eschdoorns omringd, waarvoor geheel alleen een twaalf-jarige knaap stond, die bezig was den bast van een kleinen tak af te snjjden, om er een stok van te maken. Uit een venster van het huis wapperde een groote, driekleurige vlag. Binnen was nie mand: de boeren waren uit vrees voor de Oosten rjj kers gevlucht, nadat ze de vlag hadden uitgehangen. Nanweljjks had de jongen de ruiters gezien, of hg wierp zjjn stok weg en nam zgn pet af. Hjj was een aardige knaap met een stoutmoedig gezicht, groote, licht-blauwe oogen en lange, blonde barenhjj had slechts een hemd aan en zjjn bloote borst was zichtbaar. »V\at doe je daar?« vroeg de officier, ttiv.jjl hg zgn paard inhield. »Wuarom ben jé met met je familie gevlucht?* over den geheelen tachtigjarigen oorlog ge maakt is. Hg is den vergiftigen, doodenden adem uitgaande van de diplomatie der kabinetten de parallel aan het cherchez la femme in het bizonder en, aan Dollar, Vijffranc en Rijksdaalder in het algemeen. Ze roepen Gode8 hulp in, nota beneom toch maar dood en verderf te willen helpen bewerken van de tegenpartjj, en zulks visa versa, en, als dat dan den een of den ander gelukt, worden de goden daar nog voor bedankt, in telegramstijl en, in kerkstonden op hoog hevel. Hjj is getuige vau de vreeseljjkheid, dat koning David van drie geesels die de Heer hem ter keuze liet: oorloghonger of pest, de pest koos 'n menscheneterjj in 't. groot, bij regimenten te geljjk. Hjj rukt staten en provincies uit en naait ze met 'n anderen naad weer aan mekaar, maar, welken naad Eene die haat en wrok heet; 'n smeulend vuur, waar men altjjd door met de spuit bij moet bljjven en, wat men dan gewapenden vrede noemt, zijnde eene monsterieuse tjjd, al even erg, zoo niet erger, dan de oorlog zelve, om reden dat gedrog, en met machtsverheffing, altijd knaagt aan het bestaan der volkeren. Gewapenden vrede! die troonreden il lustreert couranten valtDreyfuszaken op roept; schatkisten plundert; het mensehclijk genie misbruikt, voor uitvindingen van die vervloekte ©redes-gereedschappenarmzie- lige kentelarjj in soesa en poeha, in zake niemendalbelacheljjk, als 't zoo duur en zoo treurig niet was; bron van internatio nalen najjver met onzedeljjke spionnerie; óók menschenslachter door ontploffingen, verdrinken, nek breken en zoo; die het maken en doen van dnizend nuttiger zaken vierkant in den weg staat, onder de wijdsche bewering: de ministeries van oorlog en marine, godbetert hebben het noodig voor: Vrede op aarde! Ja, met het zand op de plank en het mes in de hand, om, bjj het minste courantenzuchtje aan het sljjpen te trekkenoch, dat het woord van den Czaar in vervulling kome Men beeft al zooveel vorsten, en in alle tjjden, namen gegeven, o. a. als Heilige, Zwjjger, Leeuwenhart, Groote, Gevoelige enzdat we dan dezen Czaar rde »Die heb ik niet,* was het antwoord. »Ik ben een vondeling. Ik werk zoowat voor iedereen. Ik ben hier gebleven om den oorlog te zien.* >Heb je Oostenrijkers zien voorbjjkomen »Neen, in geen drie dagen.* De officier dacht een oogenblik na. Toen sprong hjj van zjjn paard en liet zjjn sol daten achter, naar den kant van den vjjand gekeerd. Hjjzelf giög het huis binnen en klom op het dak. Het huisje was laag; van het dak af kon men slechts een klein strookje van de omgeving zien. »In de boomen zon men beter kunnen zien,* zei de officier en ging weer naar be neden. Vlak voor het huis wiegde een hooge, slanke eschdoorn zjjn kruin heen en weer in de blauwe lucht. De officier stond ander maal even in gedachten en keek nu eens naar den boom, dan weer naar de soldaten. Toen vroeg bjj eensklaps aan den knaap >Heb je goede oogen, jongen?* »Of ik,« antwoordde de knaap. »Ik zie een masch op een ruijl afstands.* >Zou je in den top van dien boom kunnen klimmen >In den top van dien boom? In een halve minuut ben ik boven.* »En zou je nag kunnen zeggen wat je daar boven ziet, van welken kant Oosten- rijksche soldaten komenof je kruitdamp ziet, of geweren schitteren, of paarden?* Zeker zou ik dat kunnen.* »Wat wil je hebben? als je me dien dienst bewjjs?* »Wat ik wil hebben?* zei de knaap met een glimlach. »Niets natuurljjk. Boven dien als 't voor de Oostenrgkers was, deed ik het in geen geval: maar voor de onzen? Ik ben Lombaidiër.* »Goed! Klim dan maar naar boven. Verbazend, wat 'n ideaal! De ministeries van Oorlog en van Ge wapende Vrede, ingericht voor zaken die het hart en de welvaart van de natie raken We zouden erzóó allemachtig mooi klinkt 'twaarljjk eerst nog aan moeten gewennentrouwens er is kans dat men deze gouden fiolen maar met beetjes gelijk over ons uitgieten zal. Leve echter de CzaarNa Jezns zeker wel de eerste, die met zulk een blijde bood schap kwam aandrageD. Buitenland. Het gerucht loopt te Parijs, dat de re geering voornemens is bjj het Belgische gouvernement aan te dringen op maatregelen ter voorkoming van samenspanning tegen de Republiek, waarvan Brussel de zetel is. Zoo noodig zou op de nitwjjzing van prins Victor Napoleon worden aangedrongen in verband met de vorming van comités in de verschillende arrondissementen van Parijs, waaruit wordt opgemaakt dat de Bonapar- tisten een of ander in het schild voeren tegen de Republiek. De >Temps< zegt, dat Dreyfus ia een brief, e°nige dagen geleden door zgn familie ontvangen, zijn gezondheidstoestand uit stekend noemt. Dit is dus in tegenspraak met de vele berichten die het tegendeel gemeld hebben. Volgens de »Politische Correspondenz* heeft de Russische regeering van Duitseh- land en Frankrjjk officieus een betuiging van instemming met bet ontwapeningscon gres ontvangen. De vroegere Dnitsche Rjjkskanselier, graaf Von Caprivi, is Zondagmorgen te Skyren overleden. Onder de boeren in Roemenië moet groote beweging bestaan. De grondeigenaren ver laten in grooten getale hun landgoederen en zoeken een goed onderkomen te Bucha rest. Het kasteel van baron Baias, oom van den koning van Servië, moet geplun derd zgn. Twee bataillons infanterie zgn door de »Een -oogenblikjeik moet eerst mjjn schoenen uittrekken.* Hg trok zjjn schoenen uit, haalde zijn kousebanden wat aan, wierp zgn pet in het gras en omvatte den stam van den eschdoorn. >Maar wacht even!* riep de officier, terwjjl hij een beweging maakte om hem terug te houden, als door een plotselinge vrees bevangen. De jongen wendde het hoofd om en zag hom met zjjne mooie blauwe oogen vragend aan. »'t Is niets,* zei de officier, »ga maar naar boven!* De jongen klom als een kat naar omhoog. »Kjjkt recht voor u uit!* riep de officier tot de soldaten. In weinige oogenblikken was de jongen in den top van den boom, vastgeklemd aan den stam, met zgn beenen tusschen de bladeren verborgen, maar met onbedekte borst. De zon scheen op zjjn blonde haren, die als goud glansden. De officier kon hem nauweljjks zien, zoo klein was hg daar boven. >Zie nu recht voor je uit!* riep de officier. De jongen liet met de rechterhand den boom los en bracht die boven zgn oogen om beter te zien. »Wat zie je?« vroeg de officier. De jongen boog zgn hoofd naar hem toe en terwjjl hg van zijn hand een roeper maakte, antwoordde hjj»Twee mannen te paard op den grooten weg »Hoe ver hier vaudaan?* >Een halve mijl.* »Rjjden ze voort?* »Ze staan stil.* Wat zie je nog meer?* vroeg de officier na een oogenblik stilte. »Kjjk naar rechts!* opstandelingen teruggedreven. Uit Odessa wordt aan de Times gemeld, dat men vreest voor een slechten oogst in het zuiden van Rusland, in verband met het zachte weer. Elf arbeiders in de bouwvakken zgn te Dresden in een zitting met gesloten deuren veroordeeld tot gevangenisstraffen van 4 tot 6 jaren, omdat zij eenige hunner kameraden hadden aangespoord tot handhaving van den 10-nrigen arbeidsdag, tengevolge waar van een hevige vechtpartij was ontstaan. In den Spaanschen ministerraad is Za terdag besloten tot opheffing van het mi nisterie van koloniën. De Spaansche regeering heeft, door tus- schenkomst van den Frsnschen gezant te Washington, aan de regeering der Vereenigde Staten doen weten dat zjj, met het oog op het mislukken der onderhandelingen om de invrijheidstelling te verkrjjgen van de zich in handen der opstandelingen op de Philip- pijuen bevindende gevangenen, zelve stappen tot dat dopl heeft gedaan, maar dat aangezien deze eenige uitgaven noodzakeljjk maken zjj verlangt dat de Amerikanen die zullen dragen, krachtens de bepalingen van het vredestraktaat van Parjjs. Aguinaldo heeft van generaal Rios voor de invrijheidsstellingder gevangenen geëischt 500.000 dollars, benevens afstand van de kanonnen, geweren en 3 millioen patronen, die aan de Spanjaarden toebehooren. De regeering te Madrid heeft echter ge antwoord dat zij op dergelijke voorstellen niet kon ingaan, omdat zjj daardoor den schjjn zon op zich laden met de opstande lingen te onderhandelen, wat verkeerd zou zgn tegenover de Vereenigde Staten. Agui naldo hondt nog steeds de militairen, alsmede de monniken gevangen en de Vereenigde Staten zullen hun losprijs moeten betalen. De Amerikaansehe regeering heeft be sloten, een onderzoek in te stellen naar de houding van den legercommandant generaal Miles, in verband met het schandaal der leverantiën voor de tro pen. Miles blijft zgn commando behouden in afwachting der uit komsten van dat onderzoek. Het departement van marine heeft bevel De jongea keek naar rechts. Toen zei hg: »Vlak bjj het kerkhof schittert er iets tusschen de boomen. Het schijnen bajonetten te zijn.* »Zie je soldaten?* »Neen, zjj zullen zich tuschen het koren verborgen hebben.* Op ditzelfde oogenblik hoorde men het scherpe gefluit vau een kogel hoog in de lucht, dat wegstierf ver achter het huis. »Kom beneden, jongen!* schreeuwde do officier. »Ze hebben je gezien. Je mag daar niet langer blijven. Kom naar beneden!* »Ik ben niet bang,* antwoordde de knaap. »Naar beneden herhaalde de officier; »wat zie je nog meer, links?* »Links?« »Ja, links.* De knaap wendde het hoofd naar links; op dat oogenblik hoorde men een nog scherper gefluit, veel lager dan het eerste. De jongen kromp van schrik in elkaar. »Ze hebben het op mjj gemunt riep hg uit. De kogel was vlak langs hem gegaan. »Naar beneden!* schreeuwde de officier gebiedend en opgewonden. »Ik kom dadeljjk,* antwoordde de knaap. >Maar de boom beschermt mjj. Links*, wilde u dat weten?* Links,* antwoordde de officier, »maar kom beneden.* >Links,« riep de jongen, terwjjl hjj het bovenljjf naar dien kant overboog, »bjj dat kerkje, zie ik, geloof ik Een derde gefluit sneed door de lucht en bjj na op hetzelfde oogenblik zag men den jongen naar beneden komen, nog trachtende zich vast te honden aan stam en takken en toen viel hg, met het hoofd omlaag, met wjjd uitgespreide armen. Vervloekt!* schreeuwde de officier, ter wjjl hg haastig toesnelde. gegeven om alle oorlogsschepen die na in de reserve zjjn, in dienst te stellen. Uit Washington wordt dd. 6 Februari geseind, dat de Senaat het vredesverdrag met Spanje bekrachtigd heeft met eene meerderheid van 3 stemmen. De Amerikanen schjjnen op de Phillip- pijnen nog lang geen baas te zijn. Het laatste telegram over den toestand luidt De Philippino's hebben Zaterdagavond tien nar Manila aangevallen. De Amerikanen antwoordden met een hevig vuur en deden van tijd tot tijd een uitval, de Philipino's terngdrjjvend nit hun positie. De Ameri kanen maakten verscheiden gevangenen en veroverden één kanonzjj hadden een ver lies van 20 dooden en 125 gewonden. Het verlies der Philippino's is onbekend. Den gansehen dag duurde het vuren met enkele tusschenpoozen voort. Het is das eindeljjk tot een botsing ge komen. Den redders is getoond, dat hun hulp niet meer gewenscht wordt, nn de Spanjaarden eenmaal verdreven zjjn. Een Amerikaan8ch blad meldt: De opstandelingen vielen Manila Zater dagavond tegen half negen aan. De onmid dellijke oorzaak was een aanval van twee Philippino's op de buitenposten van Ne braska's aan de noord-oostelijke zjjde der stad. Toen hnn bevolen werd halt te houden, weigerden zij en de schildwacht vuurde. Daarop werd door de opstandelingen een signaal gegeven en onmiddelljjk werd een aanval gedaan op het regiment van Ne braska. Het gevecht breidde zich weldra over beide zjjden uit, zoodat spoedig alle buiten posten rondom de stad er in betrokken waren. Door de Amerikaansehe troepen werd evenwel krachtig op het vuur der opstan delingen geantwoord. Den ganschen nacht bleef het vunr aanhouden, met zoo nn en dan een panze van een half uur of een uur. Tegen het aanbreken vau den dag begonnen de kruisers »Charleston« en »Callao« de noordeljjke zijde te bombardeeren. Haar vuur werd later gevolgd door dat van »Mo- naduock*, aan de zuidzjjde. Het verlies der Philippino's is aanzienljjk, De jongen viel met den rug op den grond en bleef zoo liggen met uitgestrekte armen een golf bloed stroomde uit zjjn borst, aan de linkerzjjde. De sergeant en twee soldaten sprongen van hun paard; de officier boog zich voorover en maakte 's jongens hemd los; de kogel was in de linkerlong ge drongen. Hij is dood!* riep de officier uit. »Neen, hjj leeft n@g!« antwoordde da sergeant. »Och, arme jonge, dappere vent!* riep de officier; »houd moed, hoor!* Maar terwijl hjj hem moed insprak en zgn zakdoek op de wond drukte, verdraaide de knaap de oogen en liet het hoofd op zjj vallen: hg was dood. De officier verbleekte en staarde hem een oogenblik strak aan; toen legde hg hem zachtjes neer, met het hoofd op het gras, richtte zich weer op en bleef hem aanstaren; ook de sergeant en de twee soldaten stonden onbeweeglijk naar den knaap te kjjken. De anderen stonden naar den vjjand ge richt. »Arme jongen!* herhaalde de officier treurig. »Arme, ferme jongen!* Toen ging hg naar het huis, nam de driekleurige vlag uit het venster en legde die als een ljjkkleed op den kleine doode, doch liet hem het aangezicht onbedekt. De sergeant legde naast den doode zgn schoenen, zgn pet en zgn stok, dien hjj zich ge sneden had. Nog een oogenblik bleven zjj staan, zonder een woord te sprekentoen wendde zich de officier tot den sergeant en zeide: »We zullen hem laten opnemen in de ambulance: door soldaten is hjj omge komen, soldaten zullen hem begraven.* Toen hg dat gezegd had, wierp hjj den doode een kushand toe en riep»Te paard U 1 Ü5 IftlaHT.. 'mfa ran.11,) -| i 'I .f. f -. NIEUWSBLAD Eenigenoemen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1