Het Land van lleusden en Allena, de Langstraat en de loimiielerwaari
Een verwoedde aanval.
Het land van ahena-
M 1771.
FEUILLETON.
UitgeverL. J, VEERMAN, Neusden.
ZATERDAG 11 FEBR.
1899
Werkloosheid
en Arbeidsbeurzen.
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden l.GO.
franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Adrertentiën ran 1—6 reg«l« 5" Elk« "gel
meer TVs et. Groote letters uaar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrpdagavond
ingewacht.
De instelling ran arbeidsbeurzen kan zeer
bevorderlijk zjjn aan de bestrijding van
werkeloosheid; dat is iets wat langzamer
hand algemeen toegegeven begint te worden.
Volkomen te genezen zal de kwaal der
werkloosheid wel niet zjjn, maar wel is zij
te lenigen.
Als algemeens middelen kunnen worden
genoemdvermeerdering van kapitaalvor
ming en van handelsbetrekkingen, ver
hooging van de productie van den landbouw,
verbetering van het ambachtsonderwjjs,
betere verdeeling van den arbeid over de
verschillende tijdperken van het jaar. Der
gelijke middelen worden wel eens lapmid
delen genoemd, maar ze zjjn praktisch uit
voerbaar, terwjjl het universeele middel
gemeenschap der productiemiddelen, niet of
zeer moeiljjk in toepassing is te brengen.
Bljjven er dan nog werkloozen orer
en dat zal altjj 1 het geval zjjn dan kan
men het overlaten aan de liefdadigheid,
of men kan door verzekering de gevolgen
van de werkloosheid trachten tegen te gaan.
Het laatste is gewenschter dan het eerste,
doch van verzekering kan dan alleen sprake
zjjn, als premiën en risico's elkaar dekken.
Maar hoe daarvan de statistischen grond
slag te verwezenlijken? Als middel heeft
men wel telling aan de hand gedaan, doeh
in Duitecbland is dat ondeugeljjk gebleken.
Den onmisbaren statistischen grondslag moet
men op een andere wjjze zien te bereiken.
Er is noodig een instituut, dat vraag; eu aan
bod tot elkander brengt, opdat bjj verze
kering de werklooze niet langer zal ge
nieten dan noodig is.
Dat instituut is de arbeidsbeurs. Het is
reeds van betrekkeljjk oude dagteekening,
ook al kan er eigenljjk eerst sprake zjjn
sedert het einde der vorige eeuw toen d»
beroepsvrjjheid begonnen is. Vóór dien tg 1
immers was het uitoefenen van een teroep
vertonden aan een bepaald gilde.
Aanvankelijk is het streven naar arbeids
beurzen gesteund van onverdacht liberaal
economische zjjde; en al slaagden zij in
den aanvang niet, toch kwamen patroon
en arbeider met elkander in aanraking,
ontstonden bepaalde plaafsen waar patroons
en werklieden elkander ontmoeten. Ook nam
men zjjn toevlucht tot publiciteit en paste
Algemeen is men van meening, dat de
ruiterjj, uit kracht van het vèr-dragend
kanon en geweer, alle waarde op 't slagveld
heeft verloren en een cavalerieaanval op
infanterie of artillerie een waanzinnig denk
beeld zou wezen. De volgende episode uit
den Fransch-Duitschen oorlog bewjjst echter
het tegendeel en dwingt bewondering af
van vriend en vjjand.
De middagzon van den 16en Augustas
1870 straalt brandend op de vreeseljjk ge
dunde reien van het derde Pruisische leger
korps, dat sedert uren kampt op de hoog
vlakte, hoog boven het Maasdal, aan den
straatweg, die van Mets naar Verdun loopt.
Dat korps vervult zjjn taak. Het houdt een
vierdubbele Fransche overmacht tegen op
haar marsch van Mets op Verdun en Parijs.
Met ontzettende volharding slaan de
granaten in de gelederen der dapperen.
In hun rug woeden de vlammen van het
brandend Flavigny, en in 't noorden, aan
gene zjjde van Vionville, rukken steeds
nieuwe batterjjen over den Romeinschen
weg aan.
Alles schjjnt verloren en het oogbnblik
gekomen, dat de vjjand de linkerflank der
Pruisen, de 12e brigade, omvat.
Den .♦apperen kleeft de tong aan het
verhemelte, en de vuist kan nauwelgks nog
de pistoolkolf of de sabelgieep omvatten;
de oogen staren onzeker en onbestemd uit
de met stof bedekte gezichten,
dit o. n. tos in 1893 in Engeland. Men
telde eens hoeveel vragen om werk en aan
bod daarvan op een dag voorkwamen in
15 groote bladen, waarvan 4 in Londen
en 11 in de provincie, waaruit bleek, dat
meu te Londen meer aanvragen had om
werk, in de provincie meer vraag naar
werklieden. Kon men eene andere proef hier
te lande nemen, men zou waarschijnlijk tot
een dergeljjk resultaat komen.
In Luxemburg is de regeering op het
denkbeeld gekomen de publiciteit door de
post te bevorderen. Daartoe werden 52 post
kantoren aangewezen, terwijl het postkan
toor in de hoofdstad als centraalbureau
dienst deed. Hier werden eiken avond de
aanvragen en aanbiedingen om werk bekend
gemaakt en de lijsten aan den ingang der
kantoren opgehangen. In 1893 werden door
deze regeling 2054 werklieden geplaatst, in
1895 2800. Men vergete echter niet, dat
men hier te doen had met een bevolking
van 200.000 zielen. Voor ons land zou eene
dergeljjke regeling over het gansche land
vrjjwel onraogeljjk zijn. Eene andere vraag
ig echter, of ze niet plaatselijk zou zjjn door
te voeren.
Een ander middel om vraag en aanbod
tot elkaar te brengen geven de vakvereeni-
gingen, met name de Engelsche trade-unions.
In ons land heeft de tussehenkomst der
vakvereenigingen nog weinig gepresteerd,
en misschien is er vooreerst ook niet veel
van te verwachten wegens het dooreen halen
van politiek en vakbelangen.
In de laatste jaren beginnen de arbeids
beurzen weer wat meer op den voorgrond
te treden. Het feit, dat men deze instel
lingen een socialistische tint toeschrijft, is
misschien oorzaak, dat zjj nog zoo weinig
ingang vondenen toch passen ze geenszins
in den socialistischen toekomststaat. Ons
land is een gunstig terrein voor deze instel
lingen. Zeker, er is van particuliere zjjde
reeds een en ander op dit gebied gedaan,
maar de wenscbeljjkheid van arbeiders
beurzen van overheidswege bljjffc bestaan.
Zjj behooren te zjjn onpartijdig, te staan
buiten den strjjd van patroon en werk
lieden zjj moeten zijn publieke registers
van vraag en aanbod, en de leiding moet
niet worden overgelaten aan de vakvereeni
gingen, doch veel moer zjjn aan te bevelen
kleine bureau's waar eene onafhankelijke
leiding bestaat. Want in de eerste plaats
Doch er komt hulp. Van Vionville naar
't noorden strekt zich een dal uit. Door
dit dal komen thans drie escadrons van
het 7de kurassier-regiment onder aauvoeriog
van den majoor graaf Von Smettow en
drie escadrons van het 16e ulanen-ragiment
onder majoor Von der Dollen aandraven.
Aan hunne spits bevindt zich generaal Von
Bredow, die even te voren bjj monde van
den kolonel Von Voigts-Reetz bevel heeft
ontvangen de Fransche batterjjen op den
Romeinschen weg aan te grjjpen.
Stil draaft de kleine schaar naar de hoogte
rechts. De paarden zjjn mager, en hebben
sinds lang geen voeder gehad.
Spoedig zjjn de ruiters op gelijke hoogte
met de infanterie. »Galop-marschklinkt
het commando. En voort gaat het over
een landweg, dat het witte stof omhoog
vliegt. Thans wordt de Fransche artillerie
zichtbaar, die de vreeseljjkste verwoestingen
in de 12de brigade aanricht; er naast en
er achter staan de iufanterie-colonnes.
Marsch, marschDat is het Duit-
sche commando voor den cavalerie-aauval.
Een donderend krijgsgeschrei weergalmt
door de lucht. De ruiterklingen glinsteren
in de zonde vlaggetjes der ulanen vliegen
vooruit.
Nu zjjn ze midden in de Fransche ar
tillerie.
»Nooit«, zoo verhaalt de luit.-kolouel
Von Heister, toenmaals jitmeester en kom-
mandant van het 5e escadron, >nooit zal
ik den aanblik vergeten, hoe onze aanvoer
der, graaf Von Schmettow, met groote
sprongen midden tusschen de geschut-be
diening is, hoe hg op 't zelfde oogenblik
den arm hoog opheft ea den kommandant
der Fransche artillerie met een geweldigen
ói nen de arbeidsbeurzen volstrekt onpar
tijdig te zijn, opdat de patroons er heen
zullen gaan.
Leiding van philanthr. vereen, is evenmin
gewenscht, want het denkbeeld der lief
dadigheid moet geheel zjjn uitgesloten. Te
patroon zoekt een jjverig, flink werkman,
en is de instelling van philanthropischen
aard, dan denkt men al spoedig dat de
benrs beoogt de plaatsing van halfvalide
krachten. De arbeidsbeurzen moeten bevor
derd worden door de gemeenten zalven,
door het neutraal gezag. Zjj moeten dan
allereerst goedkoop, doch daarom niet koste
loos werken, ook al wordt geen finantiëel
voordeel beoogd. Patroon en werkman
moeten iets vergoeden, opdat de instelling
erlange het barakter van eene economische
instelling. Een intercommunaal verband
tusschen verschillende beurzen in de ge
meenten is eene vraag van later zorg, doch
filial°n in verschillende deelen der stad
zouden alle toejuichingen verdienen, evenals
misschien het uitgeven van een orgaan der
inrichting.
Evenwel men beginne op kleine schaal
en dan kunnen de arbeidsbeurzen nut stich
ten. De werkloosheid kan er in zooverre
door verminderen, omdat zij bekendheid
geven aan onbekende vraag naar arbeid;
bovendien znllen zjj de trek naar de steden
allicht regelen en breidelen. Toch vergete
men daarbjj niet, dat het platteland bij voor-
kenr zjjn beste arbeidskrachten naar de
steden zendt, zoodat die trek niet in alle
opzichten en onvermengd nadeel voor de
steden is.
En ten slotte kunnen de beurzen ook
den grondslag vormen van eene eventueele
verzekering. Immers, ze zullen registers
moeten houden en al zullen die niet een
alleszins zuiver beeld leveren van de werk
loosheid in de vakken, toch zullen zjj voor
eene verzekering tegen werkloosheid veel
nut kunnen stichten.
Buitenland.
Woensdag is in het Volkrijke dorp
Assenede bij Gent, een in aanbouw zjjnd
pand van twee verdiepingen, waarvan de
buitenmuren reeds waren opgetrokken en
dat reeds onder den kap stond, onverwachts
ingestort, waarbij verscheidene werklieden
zjjn gedood en meerderen verwond. Een
houw van het paard slaat.*
De anderen stormen hem na. In eene
minuut is de geschut-bediening op eenen
enkelen onder-officier na, dien graaf Von
Smettow het leven redt, neergesabeld.
Dan gaat het verder bergafwaarts. Thans
hebben de ruiters de Fransche infauterie-
coloDues voor zich. In lange sprongen gaan
ze er op los.
De Fransehen verdedigen zich met de
bajonet en de kolf of werpen zich op den
grond en springen, zoodra de ruiters over
hen heen zjjn, op en schieten hen in den rug.
Maar velen hunner liggen in het stof.
Onweerstaanbaar rennen de escadrons
voort. Thans rjjden ze een mitrailleuse-bat
terg overhoop. Graaf von Schwettow, die
na zjjn eerste houw niet meer aan de slach
ting deelneemt, is steeds aan de spits zjjner
kurassiers. Eensklaps voelt hjj een tochtwind
over zjjn kalen schedel strjjken. Dat was de
eerste kogel, die door zjjn helm ging eu
door den zakdoek, dien hö gewoon was op
zjjn hoofd te leggen. Een oogenblik later
fluit de tweede kogel door deu helm, weer
dicht langs het hoofd. Aan Schmettow's
zjjde stort zjjn adjudant Von Plotz gewond
van zjjn paard. Ritmeester Mejjer krjjgt een
chassepot-kogel door de wang en de tong
en ligt onder zjjn paard, met het hoofd in
de hand gesteund. De reserve-luitenant Fries.',
die een schot in den voet ontvangen heeft,
roept hem toe waar hg gewond is. De rit
meester wjjst, sprakeloos, met de doodskleur
op 't gelaat, op zjjn wang. Slechts 200
meter van het bosch verwjjderd, jaagt rit
messter Von Heister met zjju escadron voort.
Spoedig treft hem de eerste kogel in den
linkerschouder. Thans krjjgt hg den tweeden
in de onderkaak, zoodat hjj de tanden moet
ernstig onderzoek wordt ingesteld naar de
oorzaak van de ramp, die aan zoovele
werklieden het leven heeft gekost. Waar
schijnlijk zjjn de buitenmuren ontzet en
is het d*k daardoor naar beneden gekomen.
Een treurig incident had er bjj het weg
ruimen der puinhoopen nog plaats, door
dat men eenige werklieden onder het puin
hoorde kermen. Langzamerhand kwjjnde dit
weg en toen men ten laatste op de plaats
gekomen was, waar de werklieden lagen,
waren ze reeds gestorven.
Verscheidene onder de gewonden, zijn
zóó ernstig verlet, dat men voor hun be
houd vreest.
Het huis werd voor rekening van den
heer Van Hoorebeke, brouwer te Ledeberg,
gebouwd door een aannemer uit Eecloo.
Te Remiremond is Woensdagmorgen door
Deibier Jr. onthoofd de steenhouwer Zucker-
mejjer, geboren te Beieren, ter dood veroor
deeld wegens een aanslag op een zevenjarig
meisje, dat aan de gevolgen overleed.
De guillotine was door een dichte me
nigte omringd. Er werden kjjkplaatsen
verhuurd in de nabgheid die tot 80 francs
opbrachten.
Zuckermeger was zeer berouwvol, vroeg
God, zjjn moeder en de maatschappij ver
geving en legde een volledige bekentenis
af. Hg weende toen hjj naar de guillotine
werd geleid en moest door de politie
beambten ondersteund worden. Vóór de
guillotine, vro«g hjj nogmaals met flinke
uitspuwen. Vervolgens treft een kogel zjjn
linkerbeen. Daar slaat een granaatscherf zjjn
vos de rechter-kinnebak weg. Het dier bloedt
uit tal van wonden. Hijgend galoppeert het
de makkers na. Doeh de galop werd al
korter. Eindelijk staat het ros, schudt zich
krampachtig en stort neer dicht bjj den
Romeinschen weg.
Ritmeester Von Heister ligt onder zjjn
rochelend paard. Daar springt een Fransch-
man op hem toe om hem te dooden. Maar
even snel snijdt zjjn officier hem den pas af
en donderd hem toe; Durft gjj, hond, een
zwaar gewonde te vermoorden Ritmeester
Von Heister is de gevangene van den lui
tenant Stoffelbach van het 94e linie-re
giment.
Luitenant Von Campbell berjjdteen groo-
ten lichtbruinen Engelschman. Het diar was
driftig en droeg hem spoedig in de plotseling
van achter den boschbrand te voorschgn
komende Fransche cavaleriedivisie Forton.
Een oorverdoovend geratel omringt Camp
bell van alle zjjden. Daar ziet hjj in 't ge
woel den Franschen standaard wapperen.
Thans heeft hjj hem gegrepen en worstelt
met den drager. Met de linkerhand omklemt
hg den stok en dekt zich het hoofd achter
den hals van zjjn paard.
Een stompe houw treft zjju rug, een
scherpe zjjn helm. In een oogwenk vallen
de houwen hageldicht op hem neer, maar
in de opgewondenheid voelt hjj ze niet.
Daar schiet hem een Frausch kurassier door
de linkerhand eu hg moet den standaard
loslaten. Hjj schjjnt verloren. Maar eensklaps
krjjgt de wachtmeester Seding hem in 't oog.
Hg roept den in de nabgheid voortjagenden
ruiter Hobohm eu nog een kurassier aan
en als razenden houwen zjj op de Franschen
stem vergeving en werd daarna onthoofd.
Uit de menigte, den vorigen dag
hadden de treinen honderden personen aan
gebracht riep men Bravo!* en »Ter
dood!*
Met het oog op het nog steeds toevloeien
van bjjdragen voor den bouw van een onder-
zeesche torpedoboot, voornamelijk uit Alge-
rië heeft de Matin* aan den Franschen
minister van marine gevraagd wat hjj met
dat meerdere geld dan voor den bouw van
le Franpais noodig is, denkt te doen.
De minister Lockroy antwoordde, dat
hg dat geld niet mag weigeren, maar zal
gebruiken om reeds terstond te doen aan
vangen met den bouw van een schip van
hetzelfde type; het meerder noodige dacht
hg dan uit de begrooting te vinden. Met
het oog op de ruime deelneming uit Algerië
stemde de minister erin toe, die nieuwe
torpedoboot vl'Algérien* te doopen.
Volgens de mededeelingen van hetKaiserl.
Gesundheidsambt te Berljjn waren op 31
Januari 1899 in Duitscbland van mond
en klauwzeer besmet 1226 gemeenten (3211
stallen), tegen 1390gemeenten (4097 stallen),
op 15 Januari.
De Amerikanen hebben lang beweerd, dat
de Duitschers tjjdens de jongste gebeurte
nissen geen eerljjke rol op de Philippjjnen
hebben gespeeld. Tegen die aantijging zjjn
de Duitsche bladen krachtig opgekomen,
doch de door hen geleverde tegenspraak
heeft de tegen par'ij niet tot zwjjgen ge
bracht. Dat bljjkt uit het volgende telegram
uit New-YorkEen telegram uit Washing
ton aan de Herald* zegt, dat de autori
teiten bericht hebben ontvangen, dat de
Duitsche consul te Hongkong betrokken
is in het verkoopen van wapenen aan de
Philippino's.*
Wat van deze beschuldiging waar mag
zjjn, moeten de Duitschers eu Amerikanen
onder elkaar uitmaken. Zeker schjjnt te
zjjn wanneer althans de berichten van
Amerikaan8che zjjde vertrouwbaar zjjn
dat de Philippjjnsche opstandelingen over
een grooten voorraad wapenen beschikken.
Generaal Otis moet nl. aan het departe
ment van oorlog geseind hebben, dat de
opstandelingen snelvuurkanonnen en Krupp-
kanonuen bezaten, benevens een tameljjk
groote boeveelheid Mauser-geweren van de
in en halen hun luitenant uit het slaggewoel.
Met het schuim op den mond galoppeert
Von Campbell op Von Schmettow toe, steeds
roepend: >Ik heb hem gehad, ik heb hem
gehad!* Ook luitenant Von Chappuis,
van Heisters escadron, werd door zjju man
schappen uit de handen der Fransche ku
rassiers gehaald.
Merkwaardig gaat het toe met deu ouder
officier Kaiser.
Bjj het doorrijden eener Fransche infan-
terie-colonne krjjgt Kaiser een kolfslag in
't gelaat, die hem de kin verbrjjzelt. 't Wordt
hem zwart voor de oogen. Zjjn hand woelt
reeds in de manen van zjjn paard en hij
is op 't punt uit deu zadel te storten.
Daar roept een stem luidt achter hem:
Kaiser! KaiserHg ontwaakt als uit een
droom, houwt den Frauschman neer, geeft
zjjn paard de sporen en rent verder. Een
kogel treft hem in de bovendg, een steek
in de lendenen. Het bloed stroomt bem van
de kin in den langen baard. Rechts en links
storten de ruiters van hun ros. Het hjjgen
en stenen der bloedende paarden, die hun
laatste krachten inspannen, vermeDgt zich
met het gekerm der gevallenen. Het meeren-
deel der kurassiers en ulanen heeft zich
opgelost ia een gevecht vaa man tegen man
onder de Fransche kurassiers.
Daar ziet generaal Von Bredow, nadat
beide regimenten den weg tusschen Villiers-
uux-Bois en Rezonville reeds overschreden
hebben, ook zjjn front door verscheidens
cavalerieregimenten bedreigd. Het is de
divisie Valabrègue, die met lossen teugel
vooruit vliegt. De generaal geeft bevel tot
den terugtocht. Ook graaf von Schmettow
wenkt om terug te gaan. Nu gaat het over
ljjken ran menschen en paarden heen, steeds
MEI HSBltD
Het was een ware catastrophe, toen met
verschrikkelijk leven het gebouw ineen viel.
Een aantal burgers snelden terstond toe om
de werklieden onder het pnin te voorschjjn
te halen. Doch dit werkje was verre van
gemakkeljjk en niet zonder gevaar, daar
de nog overeind staande stnkken muur nog
voortdurend afbrokkelden en telkens dreig
den de moedige redders te zullen verpletteren.
Eerst na een paar uur mocht het gelukken
de meeste der twintig werklieden te be
vrijden. Drie hunner waren door de neer
vallende balken en stukken steen gedood,
terwijl de anderen min of meer ernstige
verwondingen hadden opgeloopen. Een der
ljjken was in letterlijken zin verpletterd;
geheele lappen vleesch waren door de scherpe
kanten d^r balken afgerukt, zoodat men het
ten spoedigste naar het kerkhof moest over
brengen.