Het Land van (lensden en Altena, de Langstraat en de üoiiiinclerwaard.
Een teleurstelling.
Een Vrouwenhater.
M 1786.
FEUILLETON.
WOENSDAG 5 APRIL
1899.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
land van alten^
VOOB
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG,
ibonnementsprji: per 8 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prpveihooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/1 et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën wofden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Van oudsher weten wjj wat ^schending
der privilegiën* beteekent. Met moeite en
opofferingen gewonnen van den landsheer,
dikwijls nit dankbaarheid van zijn zjjd
geschonken, zjjn ze in de middeleeuwer
der steden en der burgers trots geweest.
Veel lieten zich de Oud-Hollanders wel
gevallen, maar men moest ze niet aan hun
verkregen of welverdiende privilegiën komen,
of men bad de poppen aan 't dansen. In
de 13e feuw zjjn tal van plaa'sen to*
steden verheven en verkregen van den graU
het voorrecht van zelfregeering, een recht,
dat in andere landen eerst eeuwen later
en dikwjjls niet dan na hevigen binnen-
landschen strjjd verworven werd.
Dit recht bezi'ten we nog en we kunnen
ons niet voorstellen dat er ooit een vorsl
aan 't bestuur zou komen die dit dorst
aanranden. Indien 't gebeurde, bij zon onder
vinden dat we, evenmin als de Hollanders
der 16e eeuw, onze voorrechten zoo ge
makkelijk laten ontfutselen.
Wat moet er dan wel in het hart der
Finnen omgaan, die hun recht van zelf-
regeeriDg zoo met een pennestreek geschrapt
zien door den beheerscber aller Russen
Deze geweldige, voor wien we sedert enkel
maanden wat sympathie gevoelen, laat zicb
hierdoor van een andere zjj beschouwer.
Van zelfregeering is er in het onmeetlpk
groote Russische rijk geen sprake. De Czaar
is onbeperkt gebieder en heeft ja, voor den
vorm een rjjksraad en een synode naast
zich, want bjj is ook 't opperhoofd der
Grieksch-Katfeolieke kerk, zooveel als Paus,
doch in bet westen des rjjks ligt aan de
Oostzee een land, *t welk sedert 't begin
der vorige eeuw aan Rusland behoort en
naar zijn eigen grondwet geregeerd werd.
Hoe de vorige Russische monarchen dit
hebben kunnen verdragen, weten we niet,
maar dit is zeker dat 't den tegenwoordigen
begon tegen te staan en 't bevel door hem
uitgevaardigd werd, de grondwet der Finnen
voortaan als niet geschreven te beschouwen.
Nu is Finland een arm landwel rijk aan
water 't krioelt er van riviertjes die tal
van meren onderling verbinden, maar arm
aan middelen van bestaan, doch 't restje
staatkundige vrjjbeid, bun gelaten, zouden ze
ongaarne missen. Er is geen sprake van
(i
Ik was vier-en-twintig jaar oud, toen ik
voor het eerst een groote teleurstelling
ondervond. Tot nog toe was mjjn leven
kalm en aangenaam voorbijgegaan. Geluk
en voorspoed badden mij steeds toegelachen
ik had nog niets anders gedaan dan genieten
van mgn jeHgd en gezondheid. Toen er dus
voor het eerst een schaduw ep mgn weg
viel, was ik geheel terneergeslagen en ver
gat, dat «r tusschen de schaduwen ook
lichte plekken zjjn. Mgn eerste ongeluk was
wel geschikt om een jong mensch eenige
van zjjn illusies te ontrooven eu een weinig
van zjjn optimisme te doen verliezen;
:.,„ar laat mjj liever vertellen, waarin mgn
eerste droefheid bestond.
Ik was sedert een jaar of drie student
te Leiden en had gedurende dien tjjd niet
veel anders gedaan dan plezier maken. Nu,
ik had geen haast om klaar te komen; Ik
was een wees en, hoewel niet schatrjjk,
toch meester van een aardig vermogen.
Mgn jongensjaren had ik onder de vrjj
strenge tucht van mgn voogd doorgebracht;
't was mg dus wel te vergeven, dat ik een
ruim gebruik maakte van mgn vrgheid.
Maar dit veranderde plotselingik ging op
eens met grooten jjver aan 't werk en zei
het leegloopen zoo geheel vaarwel, dat ik
binnen weinige maanden degenen, diegeljjk
met my waren aangekomen, en die bun
daarvoor in 't harnas te vliegen en den
Russischen albeheerscher te dwingen tot
toegeven, maar wat ze doen konden, hebben
ze gedaaneen verzoekschrift geteekend
en dit door 500 afgevaardigden laten be
zorgen. Helaas, ze rekenden buiten den
waard, d. w. hier zeggen buiten den abso-
luten onwil van den heerscher en de afge
vaardigden konden onverrichterzake terug-
keeren.
Dit geval geeft een leeljjk kjjkje op Rus-
lands vorst. Toen van bem de circulaire
de wereld inging waarin de beperking van
oorlogsuitgaven werd aangedrongen, heeft
d-? h°ele beschaafde wereld dit een woord
naar henr hart genoemd en ook wjj hebben
den beheerscber aller Russen den tol onzer
bewondering gebracht. En toen hebben we
ons zijn beeld voorgetooverd als van een
vorst, die nu eindelnk eens ging inzien dat
ook de volken rechten bezitten en 't de
plicht van een vorst is voor die rechten in
de bres te springendat de oorlog niet
"nkel is een geldverslindend vprmaak der
vorsten, maar een moordenaar der volken
eu een schandvlek der natiën. En verder
hebben we en tmeft de beele beschaafde
wereld verwacht dat nn vanzelf Rusland
op andere banen zou gevoerd worden, dan
waarlangs bet tot op 't oogenblik gebracht
werd; dat ook voor dit ongelukkige rijk,
waar hongersnood inheerasch is en dronken
schap en syphilis den scepter zwaaien, ein
delijk de dageraad der bevrjjding uit slaaf-
sche banden zou aanbreken.
Helaas, de gebeurtenis hierboven vermeld,
slaat deze hoop den bodem in. Deze Alexan
der, die op 't oorlogsbudget eenige millioen
wil uitsparen, heeft nog niet 't ware inzicht
in volkenr cht. 't Eenige privelegie op staat
kundig terrein aan een deel zijner onder
danen toekomend, trekt hij met wreede hand
in en V3rwaardigt zich niet eens de smeek-
heden der gekrenkte Finnen aan te hooren.
Al bljjft zijn woord over den oorlog alle
kracht behouden, toch heeft hij ons nu de
illusie benomen hem ons voor te stellen als
een vorst, diep doordrongen van de hooge
roeping eens heerscbers en dat is jammer
voor hem zelf.
Buitenland®
Zooals onze lezers weten heeft de Tsaar
geweigerd de groote Finsche deputatie te
ontvangeD, en liet haar die weigering door
tjjd niet verbeuzeld hadden, niet veel meer
ten achter was. De reden van die omkeering
is gemakkelijk te begrijpen ik was verliefd.
Het voorwerp mjjner aanbidding woonde in
Den Haag. Ik zal niet trachten haar te
beschrijven, want men zou mij overdreven
vinden. In de oogen van een verliefd, op
gewonden jongmeasch is het meisje, dat zjjn
hart veroverd heeft, toch altijd het. schoonste
en volmaakste schepsel dat men zich denken
kan. Maar Lucie baar familienaam doet
niets ter zake was werkeljjk een mooi
meisje, zoo dacht iedereen er over. Zjj was
zeventien jaar, vrooljjk en een beetje coquet.
Ik geloof niet dat zjj bjjzonder ontwikkeld
was. Later heb ik wel eens hooren zeggen
dat zjj dom wasmaar dat wist ik toen
nog niet. Ik had haar alleen op bals en
soiré s ontmoet, en dat zjjn niet de gunstigste
gelegenheden om te weten te komen of een
meisje iets meer kan dan zich aankleeden
en coquetteeren, of zjj iets meer doet dan
een beetje pianospelen en een Franach ro
mannetje lezen, of zjj over iets anders denkt
dan over haar schoonheid en de nieuwste
modes.
Zooals ik zeide, ik was dan op dit meisje
verliefd; en ik was er vrg zeker van dat
ik haar lang niet onverschiHig was. Zjj
weigerde mjj nooit een dans, haar gezichtje
helderde op wanneer zjj mjj in een concert
zaal of in de komedie gewaar werd. Ik zond
haar op St. Nicolaasavond een mat-gouden
armband met kleine vergeet-mjj-nietjes en
turkooizen bewerktonder de witte rozen,
waartustchen het sieraad verborgen was,
lag een rose briefje, waaruit zjj duidelgk
kon opmaken dat het cadeau van mg kwam
en den eersten keer dut ik haar ontmoette,
schitterde de bracelet aan haar blanken arm,
luitenant-generaal Procope, secretaris van
staat voor Finland, overbrengen. De woord
voerder van de deputatie, de consul E.
Wolff uit Wiborg, hield daarop tot Procope
een aanspraak, die zoo op pooten stond,
dat de Russische censuur dadelijk aan alle
Finsche blalen verbood om Z3 op te nemen;
de Russische kranten zouden er vanzelf niet
aan denken om ze te laten drukken. Maar
intusschen is de woordelijke inhoud van
die aanspraak aan redacties van buiten-
landsche bladen meegedeeld en zal nu wel
haar weg vinden in de Enropeesche pers.
De aanspraak van Wolff is schjjnbaar
gericht tot den minister, maar in werkelijk
heid tot den Tsaar zelf. In iederen zin wordt
luitenant-ge^era'd Procope aangespoord en
gelast om den Tsaar in persoon alles over
te brengen en hem niets te verzwijgen wat
de gezamenlijke Finsche mannen, d. w. z.
de afgewezen deputatie, waarin elke ge
meente van Finland een vertegenwoordiger
telde, van zijn handelwijze denken en zeggen.
»Wij kwamen vol vertrouwen en hoop
hier, wij keeren teleurgesteld terug !c zoo
begint het antwoord en barst dan uit in
den bartstochteljjken kreet; Vraag aan
Zijne Majesteit of bjj voor den rechterstoel
van God den Almachtige en voor de Wereld
geschiedenis de verantwoordelijkheid op zich
durft nemen voor den zedeljjken ondergang
van een geheele natie!*
Nadat de woordvoerder herinnerd beeft
aan de tronw en eerljjkheid waarmee de
Finnen zich jagens hun Russische vorsten
hebben gedragen, gaat hjj verder; »Vraag
Zjjn MajesEit of hg rjjk genoeg is om de
aanhankelijkheid en liefde van een geheel
volk af te wijzen!*
Als een verborgen zinspeling op sombere
geheimen uit vervlogen dagen klinkt de
dicht daarop volgende zin: »De liefde van
millioenen onderdanen kon het dierbaar
leven van Alexander II niet beschermen
tegen een handvol ellendelingen en tegen
degenen die hem aan deze uitleverden
»Niet de Russische gendarmes, die ons
thans omringen bjj eiken stap, houden het
Finsehe volk rustig: dat doet onze erfeljjke
eerbied voor de onschendbaarheid van de
wet. Wjj zijn geen muiters, en daarom be-
hage het Zjjn Majesteit een einde te maken
aan de vernederende bewaking door overal
krioelende gendarmes, want geen mensch
in Finland verbergt de gedachte, en iedere
Deze en nog veel meer kleinigheden maakten
mjj zóó zeker van mjjne zaak, dat ik slechts
een gunstige gelegenheid afwachtte om mjj
te verklaren, en ik was zelfs zoo ver ge
gaan om aan sommige mjjner vrienden
mjjn vertrouwen te schenken, die dat van
hun kant weer aan anderen gedaan hadden,
zoodat het geen geheim meer was en men
elkander vertelde dat er een nieuw engage
ment op handen was.
Op zekeren kouden morgen in het begin
van Maart, ik denk niet dat ik den dag
ooit vergeten zal, zat ik op mgn gemak
te ontbjjten, toen mgn juffrouw mijn brieven
boven bracht. Ik zag ze onverschillig in,
want er was niets bjj dat bijzonder mjjn
aandacht trok. Het laatste was een gedrukt
biljet, een huweljjks-aankondiging of zoo
ietsik deed het gedachteloos opendaar
stond met fraaie krulletters op sierljjk ge
satineerd papier
Verloofd
met
Lucie
Ik spaar u een verhaal van den toestand,
waarin ik de eerste dagen verkeerde; van
de dwaze plannen die ik had om mgn mede
minnaar uit te dagen, en die ik gelukkig
uiöt ten uitvoer bracht. Ik had dien mijnheer
Van Gravenstein eenige malen ontmoet. Hjj
was een schatrjjk Oosterling; ik wist dat
bjj dom was en geen bjjzonder schitterende
reputatie hadmaar dat werd ruimschoots
vergoed door een prachtig huis in het Wil
lemspark, door een kostbare equipage en
fraaie paarden en door een aller bekoorlijkst
gendarme kan baar openljjk hooren»dat
gansch het Finsche volk in het keizerljjk
manifest van den 15en Februari een schennis
ziet van de door vjjf Tsaren bezworen en
verder ontwikkelde grondwetten.*
Ten slotte drukte de consul Wolff in zjjn
mannelijke aanspraak den minister-staats
secretaris op het hart, dat hij ervoor moet
zorgen het reusachtig verzoekschrift spoedig
en zeker den Tsaar ter hand te stellen, daar
het Finsche volk onder geen be ling de
bezorging van het stuk wil toevertrouwen
aan den tegenwoordigen gouvern.-generaal.
»Wij verzoeken U,« eindigde de aan
spraak, >aun Zjjn Majesteit te zeggen dat
er eertijds een jood is geweest die voor dertig
zilverlingen zjjn Verlosser verried. Ook bjj
ons zijn er helaas personen te vinden ge
weest die bereid waren voor ellendig geld
hun Vaderland te verkoopen.*
Het bericht van een grnweljjke ramp
verduisterde in Engeland de Paaschdagen.
Donderdagmiddag vertrok uit Southampton
het nieuwe dubbelschroef-stoomschip Stella
met een nog onbekend, maar wegens de
Paascbvacantie zeer groot aantal passagiers
aan boord, voor een pleizierreisje naar
Guernesey, vermoedelijk ruim 200 menschen
met inbegrip van de 40 man der equipage.
's Middag om 3 uur, toen de »Stella« de
Kanaal-eilanden naderde, ontstond er plot
seling een dikke mist. Kapitein Reeks meende
ten onrechte dat hij slechts met dunne
nevelstrooken te doen bad en liet met volle
kracht, achttien mjjl in het uur, doorstoomen,
maar de mist werd steeds dikker en de
kapitein en de eerste-officier raakten bljjk-
baar aanzienljjk buiten de koers.
Het schip verdwaalde naar de gevaarljjke
rotsen der Casquets, bjj Aldernejjmen kon
op de »Stella« den misthoorn hooren, maar
den hoogen vuurtoren met het electrisch
licht niet zien. Eensklaps liep de »Stella<
op een blinde klip. De gezagvoerder liet
met volle kracht achteruitstoomen, maar
het was te laat: de puntige bazaltriffen
hadden de kiel van het vaartuig opengereten.
Binnen weinige minuten liep de »Stella«
vol water, daarop kantelde zjj in diep water,
waarbjj de ketels sprongen, het vernielings
werk voltooiend. Er ontstond geen paniek,
ondanks den omvang van de rampdaaraan
is het toe te scbrjjven dat het aantal slacht
offers niet nog grooter is. Binnen tien
gelegen villa in het noorden van Italië.
Dit was dus mjjn eerste teleurstelling. Van
dien dag af was mgn geloof aan de mensch-
heid, en vooral in de vrouwen, geschokt.
In mjjn oogen was Lucie het verachtelijkste
schepsel dat ik ooit gezien had. Ik noemde
haar een gewetenlooze coquette, in plaats
van een lncbthartig, zeventienjarig meisje,
dat door papa en mama bepraat was en in
wier oogen groote rjjkdommen, schitterende
juweelen en echte kanten nog veel bekoorlijks
hebben. Ik maakte mjjzelven wjjs dat ik de
ongelukkigste man op de wereld was. Ik
kan het mjj niet ontveinzen, dat er veel
praalzucht onder mgn smart liepik gaf mg
het air van een vrouwenhater, was sotnber
en afgetrokken, dweepte met de gedichten
van Heine, debiteerde, waar ik maar ge
legenheid vond, talrjjke hatelijkheden ten
koste van het schoone geslacht, en kon met
onbeschrjjfeljjke minachting van een vrouw
spreken. Ik ging weinig uit, en wanneer
ik mjj in gezelschap vertoonde, was ik zóó
sarcastisch en zei ik zulke vinnigheden, dat
men het niet betreurde wanneer ik voor een
nitnoodiging bedankte.
Ik wist nog niet dat werkeljjke smart
zwjjgt en zich niet uitspreekt; ik was ook
nog maar vier en twintig jaar en had nooit
verdriet gehad. Niettegenstaande ik de meeste
verlichting zocht in het openljjk bekend
maken van mgn leed, waren er toch oogen-
blikken dat ik werkeljjk ongelukkig was en
dan voelde ik, dat mjjn hart evenveel ge
leden had als mgn jjdelheid.
De lente ging voorbjj en het werd zomer.
Een paar mgner intiemste vrienden zouden
een reisje doen door België en Duitschland;
zjj trachtten mg over te halen om mee te
gaan, maar boewei ik er misschien wel lust
minuten werden zes booten uitgezet, waarin
allereerst vrouwen en kinderen plaats na
men; behalve enkele vrouwen, die ver-
bjjsterd en biddend als vastgenageld op het
dek van de »Stella« bleven. De manneljjke
passagiers bleven doodkalm en hielpen moe
dig de bevelen van den kapitein uitvoeren.
Van de andere draagbare, bjj het verlaten
van het schip uitgezette booten sloeg er
een spoedig om, zoodat, bijna alle opvarenden
verdronken, behalve enkele die opgevischt
werden door de overige booten. De geredden
brachten een bangen nacht door op zee;
twee booten zijn Vrijdagochtend met 37
opvarenden gered door een mailboot van
de Great Western, de >Lynx«, van Wey
mouth naar Guernesey onderweg, terwjjl
40 andere geredden opgevischt werden door
een nachtboot van den Zuidwester spoor
weg, de »Vera«, en een Fransche logger
nog acht anderen opvischte en te Cherbourg
aan wal zetten.
Laatstgenoemden dankten hun redding
aan een verhuiswagen, die op het dek van
de Stel la* stond en waaraan zjj zich vast
klampten. Het is niet onwaarschijnlijk dat
meer menschen gered zjjn. De >Honfleur«,
van de Zuidwester spoorweg, is Vrijdag gaan
zoeken en heeft de Casquets omgevaren,
waarbg een paar booten opgevischt werden
het is niet onmogeljjk, dat nog menschen
daarin gered zjjn.
Bij benadering wordt het getal slacht
offers op 100 geraamd, ongeveer overeen
komend met het aantal vermisten. De ramp,
waarbg ten slotte ook velen van de be
manning en de kapitein om het leven
kwamen, had plaats omstreeks 4 uur Don
derdagmiddag.
De mist in het Kanaal, die maakte dat
de »Stella« verongelukte, heeft nog meer
rampen veroorzaakt. Vrijdagnacht is de
stoomboot »Pontos« van Buenos Ayres naar
Deptford, met graan en vee, gezonken na
in aanvaring geweest te zjjn met de »Star
of New Zealand,* nabjj Beachy Head. Zjj
had een bemanning van 44 koppen en 6
passagiers aan boord, die allen gered zjjn.
Een half uur later kwam de kolenboot
»Heathpool«, van Sunderland, ongeveer op
dezelfde plaats met bet stoomschip >Ethel-
hilda,* van Whitby, in botsing. De kolen
boot zonk en de kapiteia en zeven man
verdronken.
in had, was ik het aan mijn toenmalig
pessimisme verschuldigd te weigeren. Ik
maakte plan de geheele zomervacantie in
Leiden door te brengen, maar dit werd mg
na verloop van eenige weken te zwaar. Ik
wist niet goed wat ik zou beginnen,
toen ik uit den nood werd geholpen. Ik had
een oom, een broer mgner overleden moeder,
die sedert jaren een klein buitentje in den
achterhoek van Gelderland bewoonde. De
goede man had mjj al dikwjjls gevraagd
hem eens te komen opzoekentot nog toe
echter had het denkbeeld, om een veertien
dagen bjj hem en zijn beide oude huisbe
waarders door te brengen, weinig aantrek-
keljjks voor mjj gehad, maar nu scheen het
mjj niet ongeschikt toe mjjzelven een poos
in een dorp, dat bjjna niemand ooit had
hooren noemen, te gaan begraven. Ik schreef
hem dus of mjjn bezoek hem thans gelegen
kwam; zjjn antwoord luidde toestemmend,
en een dag of wat later bevond ik mjj op
Boschzicht, zoo heette het buitentje.
Het Geldersche dorp, waarheen ik mjj bege
ven had, was lief gelegen tusschen heuvelen
en bosschen. Het was er zeer stil. De kring
van mgn oom's bekenden bestond uit de
gewone notabelen: den dokter, die meteen
apotheker was, den dominé, den ontvanger
enz. Oom zelf was burgemeester. De boeren,
die de verdere bevolking uitmaakten, waren
zooals ik hoorde, een goed slag van men
schen; mg kwamen ze ruw en lomp voor,
maar ik deed ook niet veel moeite om mjj
aangenaam te maken. Boschzicht was, als
mgn oom zelf, heel eentonig, heel ouder-
wetsch en heel netjes.
HilllVffiMI
11II— ■———III—I—■■■—■■Mil»— II— ■■III MMUII 1
Antoine Jérome Edouard van Gravenstein
Wordt vervolgd.