Hel Land van (lensden en Allerra. de Langstraat en de Itonnnelerwaard. M 1802, FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 31 MEI 1899, &T LAND VAN ALTEMA- VOOK Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7% et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Fïct is me nooit zoo duidelijk geworden als in de laatste degen, dat ik ook in een- vruliger omgeving gelukkiger zjjn kon, evengoed gelukkig, als ieder ander, wanneer ik maar een arbeid kende, die zonder me voor altijd te binden, voor "t oogenblik al mijn krsobten vorderde. Iedere handwerks man ecbjjnt mg de gelukkigste mensch wat hg te doen heeft staat hem klaar voor oogen; wat hjj kan, weet hjj met beslist heid hjj staat dadelijk gereed, bjj 't geen men bem opdraagthij werkt, sebjjnbaar zonder te denken, zonder inspanning of baast, maar vljjtig en met liefde, zooals de vogel zijn nest, de bij haar cel bouwt; hij staat maar enkele sporten boven het dier en is niettemin een compleet menseb. Hoe benijd ik den pottebakker aan zijn scbjjf, den timmerman aan zjjn werkbank Deze opzicbzelf merkwaardige woorden, zijn nog merkwaardiger daardoor, dat nie mand minder dan Goethe ze geschreven heeft. Zjj staan in zjjn brieven uit Zwitser land. Mag men daarin iets meer zien, dan een beminnenswaardige luim van het oogen blik, ingegeven door de stemming een er doellooze reis? Zou de dertigjarige, door geen ambt, geen huis, geen huwelijk ge bonden dichter, zjjn vrjje zorgelooze leven zoo weinig waard geschat hebben, dat hij naar den band verlangde, die den arbeider aan zjjn beroep kluistert? Hoe kon d» patricierszoon met den steeds gevulden geld buidel den pottebakker bjj zijn klei, den timmerman bij zjjn schaafbank benijden, die toch beiden maar een karig stuk brood verdienen? Is het mogeljjk dat de dichter, voor wien de geheele wereld, in baar lengte en breedte, diepte en hoogte opsn stond, zich verplaatst wenschte te zisn in de enge ruimte eener werkplaats? Zeker Gs dat verlangen iets anders, dan wat den jongen adelaar, die hoog boven den walm der steden zjjn vleugels rept, drjjft naar de dalen van inspannenden arbeid. Het is het ontwakend bewustzjjn, dat duur zame bevrediging slechts te vinden is in de beperking van een aan regelmatige werk zaambeid gebrnden leven. Nog kampt in hem deze bekentenis met zekere vrees voor de enge grenzen van het burgerlijk bestaan hjj schrjjft: »een paard, met den achter poot aan een paal gebonden, graast rond, zoover hun het touw toelaat. Daaronder staat geschreven; laat mjj mjjn bescheiden EMMY VON DINCKLAGE (Novelle uit OosUFrieslandJ. 2) Eindeljjk kon Ko zich niet lauger in houden en sprak zijn meester aldus aan Boer, 't is niet, zooals 't behoort en tegen- natunrljjk, dat ze de moeder tot de dienst maagden en den zoon boven de heerei, rekent, daaruit kan nooit veel goeds voor komen, want het strjjdt tegen Gods ge boden Alarich Hertog richtte zich hoog op, zoo dat zjjn steek bijna de zjjden spek, die boven hem in de wieme hingen, aan raakte, en terwjjl bjj zjjne groote band zwaar op den schouder van zjjn knecht liet rusten, antwoordde hjj»Ik wilde, Ko, dat ge mjj tienmaal hadt gelaakt, maar haar naam zoo vlekkeloos hadt gelaten, als deze tot nu toe altjjd is geweestMocht Regina al een mis slag begaan hebben, zoo beteekent deze toch niets bjj al het goede, dat wjj haar te danken hebbenToen zjj bet oog op mij liet vallen, waren wjj beiden een paar nederige gras maaiers en sedert ze dit deed, leven we in overvloed. Zjj, die het reeht had, om te be velen, was eene gehoorzame vrouw. Zjj deel nemen. Zoo zal het spoedig ook met mij worden, wanneer ik naar huis kom en volgens uw verlangen, als het paard in den molen mjjn plicht doe en daarvoor een nauwkeurig bepaald loon ontvang.* Maar uit een en ander spreekt dan toch het op recht verlangen uit de onbegrensde vrjjheid van handelen de baan in te slaan van een bepaalde, voorgeschreven werkzaamheid. Wat Goethe daar neerschrjjft is de er varing van honderden. Ze zjjn een waar schuwing en een les voor ieder, die met inspannenden arbeid het brood verdient en dikwijls tot da schjjnbaar meer gelukkigen breed opziet en ze in hun onbeperkte vrij heid benijdt. Geen grooter zegen voor den mensch dan gezette arbeid. Wolfgang von Goethe, die alles krjjgen kon wat zijn hart begeerde, die zich vertroeteld en vereerd zag door de geheele wereld, beeft oogen blik ken gehad, waarin hij walgde van al die eer, dien rjjfedom, die vrjjheid en zich een kamertje wenschte, waarin hjj met handenarbeid den kost mocht verdienen! En Goethe staat in dit opzicht niet alleen. Tal van mannen, van even of bjjna even grooten naam, stemmen hem bjj. Voltaire's spreuk was: »altijd aan het werk!* Die van Walter Scott; »Zit nooit ledig!* Mi chael Angelo sliep zelfs met zijn kleeren aan om bjj zijn ontwaken onmiddellijk aan het werk te gaan. Richard Cobden plaeht te zeggen»ik werk als een paard en heb geen oogenblik vrjj.« Arbeid of sterf van honger,* is de zin spreuk der natuur, en dat motto staat ge sebreven zoowel aan den sterrenhemel als op de graszoden, sterf geesteljjk, zedeljjk, lichameljjk. Laboremus* (wjj moeten werken) was het laatste woord van den stervenden keizer Severus, terwjjl zijn soldaten zich om hem schaarden. »Werk«, was de groote Ro- meinscbe zinspreuk en 't geheim van Rome's verovering der wereld. De grootste gene raals keerden na hnn overwinningen naar den ploeg terng. Maar toen na groote ver overingen, die weelde en slaven met zich brachten, Rome den arbeid moede werd, begon de glorie te tanen. Ondengd en ver dorvenheid, door luiheid in 't leven geroepen, veroordeelde de trotsche stad tot een schan delijke, onteerende geschiedenis. Volgens Cicero hielden alle handwerkslieden zich met onteerenden arbeid bezig en naar Aristoteles' meening kon iemand, die leefde als een ge huurde dienstknecht, onmogelijk een deogd- effende voor ons gemoed den weg tot tucht, goede zeden en alles, wat betameljjk is, zoo dat we onze grjjze haren met eere zullen kunnen dragen. Zou ons gemoed ook zulk een vasten steun gehad hebben, als, in plaats van mijne Regina, nood, een zaamheid en verleiding de hand aan ons gelegd hadden? Ge weet, hoe het met Jans' moeder gesteld is, dus kunt ge ook begrijpen, dat het Regina zou krenken, als ik vorderde, dat ze Hanna »zuster« noemde.* Daaraan is nu toch eenmaal niets te veranderen, boer! en daarom, zend Hanna en d^n jongen beiden weg of laat ze zjjn, waai toe God ze bestemd heeft: moeder en kind 1 Duld geen onjuist cjjfer in uw reke ningboek, opdat de duivel er zjjn klauw niet oplegge en het verklare op zjjne manier. Maak, dat de verhouding zuiver wordt, zooals het u betaamt!* Hierop begaf Ko zich naar den stal en aan zjjn werk. Vrouw Regina echter, die aan de keukendeur geluisterd bad, trad nu op baar echtgenoot toe, keek hem met hare vriendeljjke, oprechte, blauwe oogen aan en zeide: Alarich, geen uur van mjjn leven heb ik berouw gehad, dat ik u trouwde, toen gjj, ofschoon van goede familie, toch niets meer waart, dan een gewoon gras maaier. Thans loof en prjjs ik God, dat het zoo kwam, als 't gekomen is. Ik wil niet langer in 't geheim naar mjjn vaderland en de dagen mjjner jeugd terugverlangen, want gjj verdient, dat u alles geofferd wordt wat eene vrouw met trots en in deemoed den man kan bieden. Ik wil niet klagen, omdat mjj geen zoon geschonken werd, ZHRtn leven leiden. Toen kwam er Een, machtiger dan Cicero en Aristotdes, die den vloek wegnam, welke volgens hen, op den arbeid rustte. Hij zeide niet: •Komt tot mjj, gjj allen, die lui en traag zjjt en 't genot nsjaagt*, maar: »Komt tot Mjj, gjj allen, die belast en beladen zijt.« »'s Menschen arbei 1«, zegt Msrden, »doet meer voor zijn vorming dan iets anders. Hjj verhardt zijn spieren, versterkt zijn lichaam, scherpt zjjn geest, verbetert zjjn oordeel, doet hem gevoelen dat hij een man is en in mannenschoenen moet staan, man nenwerk moet doen, een mannenrol moet spelen en zich daarin een man moet toonen. Niemand voelt zich een man, die geen raan- nelijken arbeid verricht. Een ambteloos man is geen man. Honderdvjjftig pond beenen en spieren maken geen man. Een goede schedel vol hersenen is geen mnn. Beenderen, spieren en hersenen moeten weten, hoe man nenwerk te verrichten, mannengedaehten te koesteren, zich een roannenloopbaan te scheppen, vö&r zij een man vormen.* En Emerson: »het hoogste geluk eens menschen is, geboren te zijn voor een werk kring, die hem bezighoudt en vreugde ver schaft, onverschillig of bjj manden maakt of slagzwaarden smeedt; of hij kanalen graaft, standbeelden houwt ef gedichten vervaardigt.* Buitenland. Ia Brussel is Zondag een internationale conferentie gehonden ter voorbereiding van bet socialistisch congres te Parjjs. Uit Dene marken, Duitschland, Engeland, Frankrjjk, Italië, ohs land, Rusland en de Vereenigde Staten waren afgevaardigden verschenen. Uit ons land waren er de heeren Van Kol en Troelstra; de laatste hield een rede over de vredesconferentie in verband met den oorlog tusschen de maatschappeljjke standen. Ook Liebknecht sprak daarover en zeide de socialistische conferentie te Brussel te be schouwen als een protest tegen »de afschu- weljjke klucht die de slachters der natiën in den Haag spelen.* Het bondgenootschap van bet dispotisme, zeide Liebknecht, zal zich te pletter slaan tegen de rots van bet socialisme. Zaterdag is te Aken een persoon gear resteerd, die zich gernimen tjjd in België heeft opgehouden en verdacht wordt van spionnage ten behoeve van Frankrijk. Hjj is naar Berljjn overgebracht. want zelfs het kind mjjns harten zou mjj niet beter kunnen eeren, dan gij dit doet. Ik dank u, Alarich Hertog, dat gij mjj, in den ouderdom, den zoon mijner keuze gunt en dat nijd en afgunst mjj niets van uw vertrouwen kunnen ontnemen Njjd en afgunst?* herhaalde de boer, •gij meent toch niet, dat een man als Ko, afgunstig zou zijn op een onschuldig kind?* Wat zijt ge toch goed, mjjn oude*, zei Regina lachend, terwijl ze vertrouwelijk zjjne groote, gespierde hand streelde. »Hebt ge er dan in 't geheel niet aan gedacht, dat Ko ook zoons heeft, dat hg zijne flinke jongens natuurljjk liefheeft en dat een recht geaard vader er aan moet denken, hoe zjjn vleeseh en bloed bet best eene goede positie te bezorgen?* •Indien Ko dien weg uit wilde, Regina, dan zou hjj geen valsch voorwendsel gezocht hebben en nog minder een vaderloos kind den voet trachten te lichten. Laat mjj Ko's eerljjkheid onaangeroerd, boerin. Wie veilig wil wonen, moet niet aan de steunbalken wrikken 1* •Zoo erg meende ik het ook niet, Alarich!* dus zocht Regina hare woorden te ver goelijken. »Maar van den jongen laat ik mjjn hart niet aftrekken, zelfs tegen hemel en hel bljjf ik heia getrouwvoegde ze er uitdagend aan toe. Vrouw, vrouw, wacht er u voor, Hem te tarten, die den bliksemstraal neerslingert, waar de zelfgenoegzamen zorgeloos inslapen, terwjjl ze zeggen: >Wat zou mjj kunnen overkomen Waarin zou ik dan te kort zjjn gekomen Uit Beauvais, Frankrijk, werd Maandag gemeld, dat de exprestrein 444, komende van Tréport, in botsing is gekomen met trein 463 van Parijs, bjj 't verlaten van het station van Grandvilliers. De schok was vreeseljjk. Dei tien menechen zjjn gewond. Niemand echter doodeljjk. Een wreedaardige vrouw. Voor de recht bank te Berlijn zal eerstdaags terechtstaan een vrouw, die haar twee stiefkinderen op meer dan wreedaardige wjjze heeft mishan deld, zoo zelfs, dat de arme kleinen den dood verkozen boven het leven in het ouder lijk huis. De jongste der twee, de 11-jarige Ida, is het vorige jaar van het balkon der vierde verdieping gesprongen en dientenge volge overleden; de oudste, de 13-jarige Anna, sprong in de Spree, doch werd ge lukkig gered. Wat het kind aan haar redder, een schipper, vertelde, braeht treurige feiten, aan het licht. Het bleek, dat de vader der kle inen drie kinderen bad, toen hij voor de tweede maal trouwde. Het jongste kind, een 2-jarig meisje, stierf kort na dit huwelgk; voor de beide overblijvende kinderen was de stiefmoeder van den beginne af een ware beul. 's Morgens om zes werden zjj door schoppen en slagen gewekt, waarna de moeder een kom jjskond water over het naakte lichaam goot. Het voedsel was door- g aans slecht en onvoldoende, zoodat mede- ljjdende schoolmakkertjes dikwjjls de meisjes van haar boterhammen mededeelden en de onderwjjzeressen vaak de moeder vroegen haar kinderen beter te voelen. De mishan delingen, waaraan de kleinen intnsschen blootstonden, gaan elke beschrjj ving te boven. De oudste kreeg eens zoo'n hevigen slag in het gelaat, dat het nensbeen brak. Be bloede striemen, wonden en door de slechte verzorging daarnit ontstane verzweringen waren dikwjjls aan het lichaam der kinderen te zien. Zelfs had de ontaarde moeder een maal de meisjes geducht afgerost met een ijzeren tang. Haar man wist van al die mishandelingen niets af. De beklaagde ontkent de ten laste gelegde mishandelingen, en tracht overigens de rechters te overtuigen, dat de kinderen erg ondeugend waren en van tjjd tot tjjd een kastjjling noodig hadden. Zoowsl on ler- wjjzers als buren zjjn evenwel vol lof over de meisjes. Een telegram uit Charkow meldt: In de mijn Petrowskaja heeft een ontploffing van mijngas plaats gehad er zijn reeds 22 ljjken mjjnheer?* viel de vrouw daarop in. »Ik ben toch volkomen in mjjn recht, al9 ik het kind in mijne armen neem en de moeder laat boeten, omdat zjj het pad der eerbaar heid verliet. Boete leidt tot verbetering 1 Niet ik scheid moeder en zoon, neen, de schuld der moeder, de smet op de geboorte van den jongen, dat is het, wat altijd tus schen die twee zal staan 1 Reeds nu hondt Jans meer van mjj, dan van haar, die hem ter wereld bracht; zeker voelt zjjn onbe dorven hart, dat ik eene trouwe Christin, eene deugdzame vrouw ben. En als hjj eens alles begrjjpt, dan zal hjj niet haar voor het levenmaar mg daarvoor danken, dat ik met mjjn naam de schande van den zjjnen bedekte, dat mjjne hand hem op den weg tot de eenig ware leer leidde. Hanna, God vergeve het mg 1 weet nauwelgks, of ze wel ooit gedoopt werd en tot welk geloot ze behoort I Dikwjjls doet de ge dachte mg jjzen, dat de arme, kleine Jans •Nu wat bedoelt ge?« Buiten ons geloof zou geboren zjjn,* fluisterde de boerin, terwjjl ze rilde. Laten we niet te hoog van ons zelf denken, Regina,* zei Alarich waarschuwend. •O zoo, mgnheer wil mg verootmoe digen 1 Het zwarte, heidensche vrouwmensch van gene zjjde des oceaans, is ook ontegen zeglijk jonger en mooier dan ikZjj lachte bitter en verliet het vertrek, terwjjl Alarich zich met verwondering afvroeg, wat zjjne waardige echtgenoote toch zoo zonderling lichtgeraakt kon gemaakt hebben. De oorzaak van de eerste, ernstige on- eenigheid tusschea de op jaren komende gevonden, terwjjl nog 35 personen vermist worden. Te Kopenhagen hebben zich wederom vier duizend werklieden bg de stakers aan gesloten. Men vreest dnt de staking zal nitloopen op een politiek conflict. Omtrent den toestand op de Philippijnen bevat de »New-York Herald* het volgende telegram •Generaal Otis zegt, dat de campagne gedurende bet regen-seizoen met de meeste kracht zal worden voortgezet. Generaal Lawton gelooft, dat de pacificatie grootendeels afhangt van de krachtige be scherming van de arbeidende klasse en een sterk optreden tegen de gewapende troepen. •Van dan af zal bet een guerilla-oorlog zijn*, zei bij. »Wjj zullen den opstande lingen toonen, dat hnn geloof, dat wij ge durende het regen-seizoen of in de bergen niet kannen campagneeren, ongegrond is, door een krachtig optreden aan de rivieren en meren en in de bergen. Later is het mogelijk, dat veranderde toestanden eiscben, dat in verschillende districten garnizoenen worden gelegd, zoodat de voornaamste deelen der eilanden veilig zullen zjjn voor het kapitaal en de industrie, tot de Amerikanen daar overheerschend zullen zjjn.* De Philippijnscbe afgevaardigden, in het kamp van Aguinaldo teruggekeerd, hebben alleen verklaard dat de bevolking zal strijden voor hare onafhankelijkheid, en dat er geen sprake kan zjjn van zelfbestuur of van eenigen anderen regeeringsvorm onder op pergezag van de Vereen. Staten. Bjj hnn vertrek uit Manilla heeft generaal Otis hun doen weten, dat zjj niet meer binnen de Amerikaansche linien zullen worden toege laten, wanneer zjj geen voorstellen tot on- voorwaardeljjke overgave meebrengen. De Amerikaansche vrijwilligers beginnen thans djn invloed van het regenseizoen te gevoelen; het aantal zieken onder hen is zoo groot, dat generaal Otis aanzienlijke versterkingen zal moeten vragen om den strjjd voort te zetteD. De kanon neerbooten kannen de rivieren bjjna niet meer opvaren, zoodat de proviandeering der troepen over land moet geschieden. Admiraal Dewey heeft uit Manilla geseind dat hg eerst in October a.s. naar New-Vork denkt terug te keeren. Naar het »New-York Journal* uit Manilla echtelieden Hertog had intusschen nauwelijks bespeurd, dat het onderhoud in de keuken van eenigen duur beloofde to worden, of hij gooide zjjn aardig paardje, dat vuurrood met een hooggele schabrak was beschilderd, in een hoek, sloop den stal door en liep toen zoo snel als zjjne voetjes hem konden dragen, dwars door de velden, daarbjj een sluitboom overklimmend en, als een echte waaghals, een paar slooten overspringend, tot de heldere zweetdroppels tnsschen zjjne dichte bruine krullen parelden. Zjjne flu weelachtig zwarte, ondoorgrondelijke oogen waren, terwjjl hg voortsnelde, steeds ge vestigd op een voorwerp, dat telkens, als de zonnestralen er op vielen, plotseling flikkerde en fonkelde. Hg en deze glans, die van metaal scheen uit te gaan, kwamen elkaar schieljjk nader en vreemd was dit niet, want de schittering werd veroorzaakt door de gladgeschuurde, koperen hoepen van twee melkemmers, die van het juk, op Hanna's schouders afhingen. Jans deed een wilden vreugdekreet hooren, Hanna knielde neder, terwjjl ze de volle emmers rechts en links van het kind neerzette. Ze omstrengelden elkaar zóó vast met hunne armen, alsof ze in eene wilde branding aan eikaars borst het doodsgevaar wilden ontvlieden. Hunne borst hjjgde, hunne lippen hechtten zich op elkaar, mond op mond, en uit de meestal half achter de lange wimpers schuilgaande oogen van dit vreemde Oostersche menschen- paar lichtte eensklaps een verterende gloed, even als uit het smeulend puin plotseling de vlam weer helder kan opflikkeren. Wordt vervolgd.) llEinUlAI J IIIBM, door Plaats aan den lolder, waar het gerookte vleeacb hangt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1