Het Land van Heusdcn en Altena, de Langstraat en de lloninielerwaard.
„Het Hoogeland,"
FEUILLETON.
Onze Patriarchen
land van alten^
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 1808.
WOENSDAG 21 JUNI
1899.
Ie Nederlandsche Arbeiders-Kolonie.
VOOR
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsverhooging, Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters Baar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Het in ons vorig artikel bedoelde ra een en
wjj te kannen bereiken op de volgende wjjze
Men koope eene oppervlakte van pl. m.
2000 H.A. goede, doch woeste gronden. Op
deze gronden bonwe men verschillende toe
vlnchtsoorden, zoodanig dat elk huis kan
bergen hoogstens 15 mannen, met een burger
huishouding. Aan het hoofd van zulk een
toevluchtsoord plaatse men een gehuwd,
eenvoudig en vroom burgerman. Bjj elk
toevluchtsoord legge men 20 H.A. grond,
geeft of brenge er het noodige vee en land-
bouw-gereedschap en men ontginne en be-
werke bedoelde grond naet deze mannen.
Zoo zou men over 2000 H.A. 100 van
deze toevluchten kunnen bouwen, die te
zamen 1500 mannen zouden kunnen bergeB.
Voorts zou men hier en daar een enkel
toevluchtsoord voor ambachtslieden kunnen
stichten, hoogstens tot een tiental, terwjjl
een tiental anderen, die mannen zuilen
moeten opnemen, die geheel geen vak ver
staan, en die voor de Boerderjj en den
Landbouw ten eenenmale ongeschikt en
onbrnikbaar bevonden waren, en aan wien
dus andere werkzaamheden zouden te doen
gegeven moeten worden.
Weekeljjk met de mannen om te gaan
zou ten zeerste vermeden moeten worden,
allen zonden ze, zooveel slechts mogelijk,
landbouw-arbeid moeten verrichten.
Allen nu, door wat oorzaak ook, tot den
bedelstaf gerakende, moest hier een toe-
vluchtsoord worden aangeboden, alsmede
aan al de ontslagenen der Rgks-Werkin
richting.
Wat de verpleging dezer mannen aan
gaat, men zou met heu moeten handelen
zooals men op het Hoogeland doet, n.l. hen
beschouwen als vrjje mannen. Mochten ze
de inrichting wenschen te verlaten, dan zou
dat hun toegestaan moeten worden, mits zp
echter konden aantoonen dat zij werk of
eene betrekking verkrijgen kunnen, terwjjl
ook van de zijde van de Directie het mogelijke
moet worden gedaan om in de Maatschappij
eene plaatsing voor hen machtig te worden,
zoodra geoordeeld wordt zjj veilig aan de
Maatschappij kannen worden wedergegeven,
of wel dat ze in dea boezem van de Inrich
ting of van het Genootschap bevorderd
worden, en hun daarin eene meer verant-
EMMY VON DINCKLAGE
(Novelle uit Oost Friesland
7)
Ah, dat is immers mgn oude vriend
Kolt zei de ruiter lachend. Zeker heb ik
het genoegen, daarboven op den wagen Ivo's
■choone bruid, juffer Cato, te begroeten
Welkom! welkom! en gezegend zg de inval,
die mg op den laten avond juist dezen weg
deed kiezen 1 De juffer kent mg niet, of
schoon ik ook tot de familie behoorIk ben
Jans, Hunna's zoon!* Tegelgk bakte hjj
zich, nam Ko de lantaarn uit de haud eu
lichtte zich er mee in 't gelaat, nadat hij
eerst den hoed van de weelderige lokken
had genomen. Cato was eenige oogenblikken
als sprakeloos, toen zjjne donkere, lachende
oogen haar tegenschitterden, en zijn inne
mend, ondeugend gezicht zich zoo dicht
voor het hare vertoonde. Maar dit duurde
slechts kort, toen ging ze zitten en zeide
op trotschen, koel afwjjzenden toon: Na-
tmurlgk ken ik u! Woont gg dan ook bg
oom Hertog
>Neen juffer, de lieden op de Plaats
hebben evenveel afkeer van mgn ongeregeld,
onkerkelgk leven, als ik van hunne vroom
heid en toch hebben zg en ik beiden geljjk!
Gg rgken moet God immers te vriend houden,
opdat Hg niet moede worde, u met volle
woordrijke werkkring worde aangebolen,
tot welk eind8 het wenschelijk zou le zijn,
om, boven de hiervoren bedoelde Inrichting,
eenige kleinere stichtingen zooale het Hoo
geland, op verschillende plaatsén van ons
land te hebben, alwaar d« verpleegde, ten
genoege van den Direeteur, bewjjzen zou
moeten afleggen werkeljjk te hebben geleerd
op eigen beenen te staan, en hij derhalve
een plaats aan den maatschappelijken haard
waardig is.
Mocht hij vallen, welnu tot 3 maal zou
men de proef met hem kunnen nemenmoeht
het ook dan nog niet willen of hij het
zwerversleven, het onveilig maken van stad
en land, liever willen dan een ordelijk,
arbeidzaam leven, dat men hem dan voor
een 5-tal jaren naar eene Straf-kolonie zende,
waarvoor alsdan Veenbuizen de aangegeven
plaats zou kunnen zijn. Hier zou hem dan,
slechts voor kost en dak, zwaren arbeid te
verrichten gegeven moeten worden, terwijl
geene geldelijke tegemoetkoming, ook na
expiratie van den straftijd, zou verstrekt
worden, doch hem alsdan op nieuw de
kans gegeven worden, door weder-opname
in de inrichting tot verpleging hierboven
bedoeld, langs dien weg te trachten nog
maals tot de Maatschappij te worden toe
gelaten, waarop echter zou moeten volgen
dat, bijaldien hg zich ook dan nog niet aan
een orderljjk maatschappelijk leven zon on
derwerpen, eene opzending naar de Straf
kolonie, voor den tjjd van 10 jaren.
Deze strafkolonie wilde ik laten onder
uitsluitend beheer van den Staat, en gelgk
gesteld zien met de gevangenissen, ook in
het zooveel mogeljjk van elkander afge
zonderd houden van de gestraften.
De beschreven inrichtingen tot voorko
ming van bedelarjj en landlooperjj, zouden
in particuliere handen moeten zjjn, echter
onder genot eener Rijks-subsidie, terwijl de
gemeenten en armbesturen of diaconiën,
waarvan de verpleegden kwamen, ook het
hunne in de kosten zouden moeten bjjdragen.
Zoo mogeljjk zouden familieleden ook moeten
steunen, en de inrichting wjjders voor liefde
gaven kunnen worden aanbevolen.
Deze gezamenlijke bjjdrage van gemeente
en armbesturen, familie enz., onverminderd
de Rjjks-subsidie tot instandhouding en
onderhoud van gebouwen enz., zou slechts
per week en per persoon f 2 behoeven te
bedragen, terwjjl voor dengene, die van nit
le strafkolonie door het Rijk in de inrich
ting wordt geplaatst, per week en per per
soon f 3 door den Staat zou te dragen zjjn.
handen te geven. Voor ons, arme drommels,
heeft Hjj toch geene gedachte over, wjj
hebben dan ook voor niets te danken en
zjjn te trotsch, om aan Zjjne deur te komen
klagen !f
»Schaam u Ie riep Cato, terwjjl ze den
mantel vaster om zich heen trok.
Toen de trein zich weer in bewegin'g had
gesteld, bleef Jans naast het ontstemde
meisje rjjden.
Wie niets lief heeft, dien deert geen ver
lies zei de jonge man schertsend. ♦En
toch zon ik niet met den rjjkste willen ruilen,
want rjjk zjjn, dat is zjjne vrijheid ver-
koopen! Zoo, zonder vriendschap, zonder
vaderland, zonder zorg en verplichting
een Koning zou rag kunnen benjjden. Ha
hal ik op de Plaats? Wie bergt ooit het
vuur in de hooimjjt of den wolf in de
schaapskooi? Ik veracht de menschen, die
biddend bjj hunne geldkist neerknielen
Satan weet, hoe innig Als de zeedjjk door
brak en ik zag de golven het land binnen
stormen, ik zou niet aan 't raam kloppen,
om te roepen: Wordt wakker, de dood
staat voor de deur! O, ik haat die zelfge
noegzame heiligen, die etend en drinkend
zalig worden! Ik haat ze allen allen op
één enkelen na!f
En deze ééne?« kon Cato zich niet weer
houden te vragen.
üeïe ééne is Ivo Hertog! Wat de an
deren gaarne zouden willen schjjnen, is hij
van nature, zonder dat hg dit zelf weet.
Hg, de sterkste kerel van 't geheele kerspel,
zou een kind kannen biddenDoe mjj geen
kwaad en den ellcndigsten bedelaarVer*
Bij eene verpleging als op het Hoogeland,
komen de kosten van den verpleegde per
dag niet hooger dan pl. ra. 30 cent boven
eigen opbrengsten. Eene berekening over
al den tgd van het bestaan van het Hooge
land, zoowel als over ieder jaar afzonderljjk,
bewees ons zulks, waarom we dan ook deze
verpleging8kosten als maatstaf namen.
Dat we voor de ontslagenen nit de straf
kolonie f 3 per week namen, vindt zijn oor
zaak hierin, dat deze verpleegden meerder
toezicht behoeven enz., zooals ieder bjj eenig
nadenken zal kunnen begrjjpen.
Het zou weder noodzakeljjk zjjn bg de
Wet te verbieden aan zwervers of land-
loopers enz., onder welk voorwendsel ook,
reisgeld of giften voor onderhoud of ook
onderdak te geven. Worden zjj door politie
ambtenaren aangetroffen, dan zjjn deze ge
houden hen te arresteeren, en zouden ze
door den betrokken burgemeester naar de
inrichting tot verpleging opgezonden kun
nen worden. Tevens zonden personen als
onbezoldigd agent kannen worden aange
steld, speciaal belast met toezicht op de
bedelarjj, onder genot van hoogere of lagere
premie voor het opsporen en aanbrengen
van den bedelaar.
Ziedaar een plan om bedelarjj tegen te
gaan en den ontslagen gevangene of ver
pleegde vaa Veenhnizen te helpen. Reeds
U/g jaar heeft het Hoogeland, voor zoover
de kracht het toeliet, zoowel finantieel als
rechterljjk en zèdeljjk, op dezen weg gedaan
wat het bon en vond te doen.
Voorzien in den oogenblikkeljjken nood
kan het alleen dan, wanneer het meerdere
steun geschonken wordt. Het bestuur zal
zeker gaarne op den ingeslagen weg voort
gaan, nl. om te behoeden Voor bedelarjj en
landlooperjj öf daarvan te redden in de thans
gegeven omstandigbe len en onder de tegen
woordige wetteljjke regeling.
Gaarne zal het bestuur, naar ik vertrouw,
in de voren nader omschreven richting
sturen. Eene oppervlakte van een paar
duizend hectaren goeden woesten grond is
er wel machtig te worden voor niet te veel
geld. Het daarin te steken kapitaal zal ge
dekt worden door de te plaatsen gebouwen
en de meerdere waarde, die de gronden
door ontginning verbrjjgen, terwijl, bjjal-
dien dit plan voor verwezenljjkiDg vatbaar
is, bjj de Regeering stappen gedaan kunnen
worden om tot eene overeenkomst te geraken
en subsidie te bekomen.
Wanneer het Hoogeland of de arbeid van
het Hoogeland uitgebreid werd, zoodat men
geef mjj, dat ook ik geen aalmoezen vraag
het is eene misrekening van de Voorzienig
heid, dat het u trof en niet mjjCato
Holtker, als ge u voor dezen man niet buigt
tot in het stof, dan zijt ge niet waard het
schoonste meisje te heeten, dat ooit haar
lief kopje met oorjjzer en sluiermuts dekte
De luide lach, dien hjj daarop liet hooren,
werd door den moerasgrond verder gedragen,
tot hjj eindeljjk, heel in de verte, door een
schellen kreet scheen beantwoord te worden,
't Was een uit den slaap opgeschrikte hop.
Jans galoppeerde inmiddels den stoet vooruit,
om te zien of de weg overal vrjj was.
♦Verdoemd duiveisgebroed !c bromde Ko
tasschen de tanden.
Heeft hjj misschien uw Ivo niet genoeg
geprezen voerde Cato hem spottend te
gemoet. Of vindt ge 't soms nog niet vol
doende, als ik mgn hoofd voor hem in 't
stof buig, hé?«
Hjj, Ivo verlangt niets van
niemand. Hjj denkt alleen aan anderen,
om ze goed te doen!*
Nn, daarvoor is hg dan ook rjjk!* das
zocht Cato den lof te verkleinen.
Daarna bleef ze eenigen tgd zwjjgend
luisterm naar de hoefslagen van 't rijpaard,
tot ze eindeljjk de vraag, die haar op de
lippen brandde, niet meer kon inhoaden.
»Wat voert Jans toch uit, daar hg niet
op de Plaats woont?*
♦Ja, wat voert hij niet nit, juffer 1 Hg is
alles wat men zich maar kan denken, jager,
schipper, spion, smokkelaar, koopman. Hg
henlt met alle partgen en 't is elke eerbare
vrouw geraden, zich zoo weinig mogelgk
in plaats van 50 een 500-tal mannen in
verschillende toevluchtsoorden als boven be
doeld kon herbergen, dan zou er al veel
verbetering in den toestand zjjn gekomen,
en vel n, die nu niet kunnen worden opge
nomen en naar Veenbnizen gaan, zouden
dan behouden worden, of den van Veen-
huizen ontslagene, die werkeljjk wederom
net en deugdzaam in de Maatschappjj zou
willen leven, zou da reddende hand kunnen
worden toegestoken.
De opmerking moet ons nog van het
hart, dat het voor den zwerver zelve weinig
nut heeft of men hem al eenigen tjjd in
een toevlucht bergt en houtjes Iaat maken,
papier doet ophalen en sorteeren, of met
gemaakte voorwerpen laat venten, waardoor
bjj niet weinig kwaad doet aan den gewonen
werkman, of wel hem ouds kleederen laat
inzamelen, enz. enz. Men geeft hem dan te
doen datgene waartegen we juist te velde
moeten trekken, nl. bedelen. Wel is waar
is de man er voor het oogenblik mede ge
baat, doch niet geholpen ook voor toekomst.
Laat hem zooveel mogeljjk boeren- en Iand-
bonwwerk doen, tenzjj hjj een ambacht
geleerd heeft en dat dan ook verstaat, dan
kan hjj zich te allen tijde redden, en trachte
men daarbij bem te genezen van het dwaze
vooroordeel, dat het doen van grond- of
boerenwerk en het bearbeiden van den aard
bodem schande is.
Wil men bedelarij tegengaan, en dht moet
hoofdzaak zjjn, laat ons dan zorgen dat wjj
de oorzaak, dat men moet bedelen, wegne
men. Voorts dat het individu door te ar
beiden, ook brood verdient, en trachtte men
verder het te brengen tot de begeerte naar
een godsdienstig en arbeidzaam nuttig leven
voor zich en anderen. Leert het vooral den
sterken drank verfoeien en af te schaffen.
Dat krjjgt men niet gedaan do or gevangenis
of dwang, door het 'n tgd lang van de wereld
af te scheiden, ook niet door het in een
toevlucht op te nemen en het als tjjdverdrjjf
maar allerlei werk te geven, maar wel door
den persoon werk te geven of dat te leeren,
waarmede hjj ook in de Maatschappjj zjjn
brood verdienen kan; ga met hem om als
uwen medemensch, spreek met hem als tot
uwen broeder, tracht hem te leiden, waar
schuw hem, vermaan hem, en tracht zoo
hem op den rechten weg te brengen.
Doe hem opmerken en verstaan, dat het
om zjjn bestwil gaat en niet om voordeel
voor zich zelf. Waar men niet alzoo handelt,
zal men ook nooit op eenig resultaat kunnen
bogen, 6n den zwerver, den bedelaar of
met hem in te laten !c
Cato balde de vuisten. Was zjj dan een
schoolkind, en wilde ieder bg haar den
meester spelen?
Weder werd het stil. Alleen de wielen
kraakten en de kisten en kasten rommelden
en botsten tegen elkander. Eensklaps was
het of een schok Cato's leien doortrilde.
Jans schertste met de dienstmeisjes op den
tweeden wagen. Hjj vertelde haar zulke
grappige dingen, dat zjj het uitschaterden
van pret en daarna zong hjj aardige liedjes,
waarbjj zelfs de paarden de ooren spitsten
6D de beide Hollandsche meisjes eerst alleen
binnensmonds, maar langzamerhand frisch
uit de borst meê instemden. Cato zeide niets
meer, maar trappelde nu en dan ongeduldig
op den houten wagenvloer en dat juist niet
in de maat.
Zonder verdere ongevallen bereikte men
de herberg. Jans reed door naar eene afge
legen schaapskooi, waar een hond aansloeg
toen bjj naderde en huilde toen hg met
den hiel tegen de dear bonsde.
Drie schurkentronies kwamen te voor-
sebjjn. Jans pakte den eigenaar van de
eerste bg den kraag en schreeuwde»Gjj
schelmen, had ik n voor kinderspel besteld
of hadt ge op u genomen om reizigers aan
te vallen? Waarom vocht ge niet met mg
of de kerels hé? Wacht maar, ik breng u
allen, zonder uitzondering, aan de galg,
gjj bange wezels die u door eene vrouw
laat afschrikken en aan den haal gaat voor
een paar boeren foei
Voor een komediespel laten wjj ons de
knoken niet stak slaan, bromde de boos-
landlooper ook niet kennen.
Of het nu nog wenscheljjk is en aanbe
veling verdient, dat er een Bond kom», die
zich het lot van den ontslagene van Veen-
huizen aantrekt, meenen wjj mot het oog
op bovenstaande ontkennend te mogen en
kunnen beantwoorden. Iets anders is het
evenwel een Bond op te richten om het
Bestuur van het Hoogeland financieel en
zedeljjk te steunen, opdat het zjjn arbeid
in vorensfaanden zin zou kunnen uitbreiden,
en zoo aan de ontslagenen der Rjjks-Werk-
inrichtingen en gevangenissen, en aan die
genen, die gevaar loopen bedelaar of land
looper te worden of het helaas reeds zjjn,
een toevluchtsoord te kannen aanbieden.
Zon het niet mogeljjk zjjn om znlk een
Bond of Commissie te vormen, die door eene
leening in aandeelen het benoodigde kapi
taal verkreeg, voor welk aandeelen-kapitaal
de vaste goederen, die door ontginning en
bewerking steeds in waarde zullen toenemen,
als waarborg kunnen dienen? Voor Rpk en
Maatschappjj zon het eene weldaad zjjn als
znlk eene Inrichting in het leven kon worden
geroepen, want zeker is het dat een 1500
tal bedelaars en landloopers aan Rjjk en
Maatschappjj, minstens een gezamenlijk be
drag van f 1.600.000.per jaar kosten,
terwjjl bjj eene uitbreiding van den arbeid
van het Hoogeland in bovenbedoelde richting
de 1500 personen aan het Rgk, de Ge
meente, Armbesturen enz. volgens aange
geven snbsidie-regeling, niet meer zouden
kosten dan f 160.000, waarbjj dan voor
onderhoud en uitbreiding eene subsidie van
het Rjjk ad f 60.000.moet komen. Eene
bezuiniging alzoo voor Staat en Maatschappjj
van f 1.380.000.per jaar, en naar mgn
bescheiden meening een afdoend middel tot
wering van bedelarjj en landlooperg, en
bovendien eene uitstekende bestrjjding van
het gebruik en misbruik van sterken drank.
Ten slotte daarom de wedervraag:
♦Zou men zulk een Bond of znlk eene
Commissie kunnen vormen, om in bedoelde
richting werkzaam te zjjn, en zoodoende,
bg niet te betwjjfelen goeden uitslag, land
en volk en allermeest onzen diep beklagens-
waardigen medemensch eene weldaaad te
♦bewjjzen?*
Gaarne zal ondergeteekende daartoe po
gingen in het werk stellen en berichten van
instemming en medewerking in ontvangst
nemen.
J. WILBRINK W.ZN.,
Directeur van ♦het Hoogeland*,
le Nederl. Arbeiders-Kolonie.
wicht, die bg zjjne kraag heen en weer
werd geschud.
Wat is er aan owe knoken gelegen?*
vroeg Jans met spottende verachting. ♦Maak
den poedel los, Peter. Gg, Hendrik, gaat
met mjj en gjj Casper, loopt te post en te
paard naar Delfzjjl en brengt dezen brief
aan mjjnheer Kloppmaun, op de scheepswerf,
Laat er geen droppel jenever over uwe
lippen komen, vóór die heer den brief heeft
gelezenHjj zal u tien gulden gevendrink
daarna tot n de vlam nit den bek slaat en
gjj bjj levenden ljjve verkoolt! Kom poedel,
zoo, zoo, oud beest! Loop naar de Plaats!
Gjj weet zelf den besten weg te kiezen
Die ossen daar kunnen van n leeren!*
De poedel beantwoordde ten volle aan 't
eervolle vertrouwen zjjns meesters. Zond ar
dralen snelde hjj dwars door de velden, de
smallere slooten overspringend en de breeders
overzwemmend, op zjjn doel af, dat hg met
het het aanbreken van den dag bereikte.
Hjj waagde zich echter niet dadeljjk op
het boerenerf, maar'ging op den djjk liggen,
vanwaar hg onafgewend de oogen hield
gevestigd op den witten vlaggestok, die
voor het huis was opgericht. Eerst toen
een brnin teenen mandje bg dien stok werd
opgeheschen het in die streek gebrui
kelijke teeken voor de etensuren sprong
ook de hond weer op, sloop over het thans
door allen verlaten erf en sprong door het
open raam in Hanna's kamer.
Wordt vervolgd.
NIEUWSBLAD
(Slot).
DOOR
BeekbergenJuni 1899.