Hel Land van Hensden en Allena. de Lansiraal en de (ïomiiielervvaard.
FEUILLETON.
Onze Fitiisiek»
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 1813.
ZATERDAG 8 JULI
1899.
De grenzen open voor ons vee,
Wenscht elke boer van harte mee.
HfeT LANP VAN ALTENA-
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.-
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsvevhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiè'n van 16 regels &0 ct. Elke regel
meer 71/. et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Dit is de oplossing van een bekend prjjs
raadsel.
Maar, het is veel meer dan dat.
Het is de uitdrukking der gedachte, niet
alleen vsn eiken boer, maar van ieder, die
het wel meent niet de belangen van land
en volk.
Het is de uitdrukking van een wenscb.
en die een wenscb heeft ziet die gaarn<
in vervulling gaan.
En daar het een zeer belangrijke wenscb
betreft, kan bet der moeite waardig wordei
geacht, eens na te gaan, hoe zij ontstaan
is en welke de beste middelen zijn, om de
ver wezen ljj king ervan te verferjjgen of te
bevorderen.
Het is van algemeene bekendheid dat,
sinds zeer geruimen tjjd, de grenzen der
ons omringende Staten, voor den invoer,
geheel of gedeelteljjk, voortdurend of tjjdeljjk
gesloten waren, en dat die toestand nog
steeds voortduurt, ondanks alle aangewende
pogingen, ook door de Regeering, die met
grooten jjver voor de landsbelangen bljjft
optreden.
Tweeërlei is de oorzaak van dat geheel
of gedeeltelijk verbod van invoer.
Vooreerst het tot voor betrekkelijk korten
tjjd gedurig bjj ons voorkomen van be
smettelijke ziekten onder het vee, waardoor
da veestapel der naburen steeds werd be
dreigd.
In de tweede plaats een streven der
vreemde regeeringen, om te trachten zich
van het buitenland onafhankelijk te maken
en zelf in eigen behoefte te voorzien.
Beide beweegredenen moeten wij ten volle
eerbiedigen. Ieder is meester op zijn eigen
terrein, en het zou van ons even dwaas
zjjD, Duitschers en Belgen te willen dwin
gen, als het dwaas van hen zou wezen om
ons in eenig opzicht tot iets te willen
noodzaken.
De ontevredenheid is dan ook hoofdza
kelijk gelegen in het feit, dat de toestand
voortduurt, niettegenstaande eene aanmer
kelijke en afdoende verbetering in de ge
zondheid van onzen veestapel valt waar te
nemen.
Blijkbaar echter is men daarvan in het
buitenland niet ten volle overtuigddm
zullen wij ons voor het tegenwoordige in
den toestand moeten sehikken, waaraan nu
EMMY VON DINCKLAGE
(Novell* uit Oost-Friesland). 12)
Sedert de brnid in de kerk met haar Ivo
was verbonden, wedjj verden bare oogen in
glans met de juweelen op haar voorhoofd.
Hier, in baar eigen buis, aan Ivo's zjjde ge
zeten, scheen haar de toekomst weer niets
dan goeds te beloven en ze lachte en bloosde,
als men den vollen roemer ophief om de
jonge vrouwe toe te drinken, 't Gelnk
klopte aan, maar ach, te kwader areOok
in letterlijken zin werd een beker, die reeds
de lippen genaderd was, weer onaangeroerd
teruggetrokken, want juist toen Alarich zjjn
plecbtigen heildronk wilde uitbrengen, ont
stond er buiten een verward gedruiscb, werd
de deur opengerukt en stormde de zoon van
den medeaanzittenden koster binnen. Do
minee vader boer!* bracht hjj buiten
adem van 't snelle loopen uit. >Zg zgn de
pastorie binnengedrongen, hebben de kerke-
kist opengebroken en 't kerkregister daaruit
genomen daarin vonden ze de namen van
vele jonge mannen, die nog dienstplichtig
zgn, ook den uwen, Ivo Hertog en ze kooien
reeds om n te halen.
»Wie? wie? wie? ongelnkskindU riep de
predikant met stentorstem.
»Drie zagen er uit als Hollandsche sol
daten en waren het ook en twee geleken
ïijets op soldaten en waren het ook niet,*
stellig niets te veranderen valt, en intusschen
naar middelen omzien, die langs den na
tuurlijken weg tot verbetering kunnen
leiden.
Twee dingen staan bjj ons vast:
Wjj moeten door alle behoorlijke mid
delen onze buren den indruk doen verkrij
gen, dat zjj ons vee met vertrouwen kunnen
binnenlaten, en, wjj zgn niet geheel zonder
schuld.
Laat ons nu oprecht beljjden, dat wjj
zelf aan den toestand veel schuld hebben.
Het is toch van algemeene bekendheid, dat
de handhaving van het gezondheidstoezicht
voorheen veel te wenschen overliet en dat
de landbouwers zelf niet altjjd even gewillig
medewerkten om aan de lastige, maar
noodzakeljjke bepalingen der wet de hand
te houden. Ook thans nog zgn zorgeloos
heid en onverschilligheid nog volstrekt niet
geheel geweken. De Regeering en de amb
tenaren kunnen met den beslen wil de wet
niet handhaven, wanneer de ingezetenen
niet medewerken.
Wat de lagere besturen kunnen doen
zagen wjj nog onlangs toen een gemeente
het flinke besluit nam om geen vee op de
markt toe te laten, dat aan ds grenzen is
teruggezonden en gemerkt als ljjdende aan
de gevreesde tuberculose!
Maar moest er dan niet gezorgd worden
dat zulk vee niet aan de grenzen kon
komen?
En wat te denken van de handelaren,
die trachten het zieke- of verdachte vee over
de grenzen te brengen?
Is het wel zulk een wonder, dat men ons
wantrouwt, waar wjj immers nog niet doen,
wat wjj konden doen
LateB wjj ons toch niet zoo dwaas aan
stellen, door onze buren te dreigen met
maatregelen van weerwraak. Laat ons liever
de hand in eigen boezem steken, want daar
is niet alles in het reine.
Beter zal de toestand niet worden, voor
alle hoogere en lagere besturen en beambten
met on verbiddel jjke gestrengheid de wet
toepassen en maatregelen tegen de kwaad
willigen en de onverschilligen beramen.
Niemand voor zicb, maar allen voor allen,
dat geldt bier in dubbele mate, want, er
9taat veel op het spel. Eerst wanneer allen,
vrijwillig medewerken, tjjdelijk eigenbelang
vergetende, eerst dan zal op den duur het
algemeen belang bevorderd worden.
antwoordde de fijne opmerker.
»Oef! oef! dat is bjj mjjne arme ziel
de conscriptie van generaal Daendels, en
't gaat Ivo aan den kraag,klaagde do
minee, ten einde raad.
»In den Pruisiscben tjjd, kocht ik Ivo
een plaatsvervanger!* riep Alarich Hertog.
>Ja, wie vraagt onder de godvergeten
dwingelandjj der Franschen naar Pruisische
plaatsvervangers zuchtte dominee, terwjjl
hjj de handen vonwde.
Onder de vronwen verhief zich een luid
geween en geklaag, terwjjl de mannen elkaar
radeloos aanstaarden.
»Mjjn man, mijn Ivo!* riep Cato.
»Mijn zoon mjjn eenig kind!* jam
merde de anders steeds zoo bedaarde Alarich
Hertog.
Verkwist den tjjd niet met onnntte
woorden zoo wist Jans zich boven al de
andere verwarde uitroepen te doen hooren.
Ieder behoudt zjjne plaats aan tafel en doet,
wanneer de kerels versebgnen, als wisten
wjj van niets. Ik neem plaats naast de bruid
en vader Alarich laat mg, als zjjn zoon, in
den Hollandschen krggsdienst gaan.*
Allen hingen aan Jans' lippen.
»'t Gaat niet,* zuchtte Alarich. »Ik zou
een leugen moeten uitspreken
Dwaasheid! wilt ge dan Cato op haar
bruiloftsdag tot weduwe en u zelf tot een
kinderloos man maken Doch ik weet ook
daarvoor raad. Trouw nog op dit oogenblik
mjjne moeder, de dominee is immers bjj de
hand en we hebben nog acht minuten den
tjjd dan ben ik werkelijk uw zoon
Hanna sloeg haar voorschoot voor 't ge
laat, terwjjl den ouden boer deze uitkomst
keenszins onwelkom scheen. Van harte
Nog een woord ten slotte over een punt,
dat te dikwijls over het hoofd wordt gezien.
Als het ge'jj verloopt, moet men de
bakens verzetten.
Vergelen we dat spreekwoord wel eens
niet?
Van Duitschland weten wij met zeker
heid, dat het de grenzen gesloten houdt,
voor een voornaam deel met het bepaald
doel, om de binnenlaudsehe veeteelt aan te
moedigen en zich van het buitenland onaf
hankelijk te maken. Ofschoon men beweert
dat er in Duitschland dientengevolge min
of meer een vleescbnood beersebt, is het toch
wel mogeljjk dat dit groote land zgn doel
in dit opzicht bereikt.
Zou ook bjj ons de veeteelt niet deze
richting kunnen nemen 't Is een8 vraag,
die wjj volstrekt niet zonder onderzoek zou
den willen beantwoordenmaar zjj is toch,
zco goed als iedere andere, een nadenken
waard.
Het is een feit, dat de veeprjjzen den
landbouw drukken, maar de lagere standen
daarvan toch geen voordeel trekken of, beter
gezegd, daarvan niet mede genieten. Voor
hen, zelfs voor den kleinen burgerstand, zgn
en big ven de prjjzen te boog.
Wanneer nu, door krachtige teelt, het
krachtige voedsel algemeen onder bereik
van het volk ban worden gebracht waren
dan niet alle partgen evenzeer gebaat?
Een sterk toenemen! verbruik in het
binnenland, door lagere prijzen uitgelokt,
zou voor den landbouwer even goed zjjn
als hoogere prjjzen, door uitvoer verkregen,
en het volk zou er zjjne positie aanmerkeljjk
door zien verbeteren.
De grenzen open voor ons vee,
Dit wenschen wij van harte mee;
doch, daar de wereld wel van daden, niet
van wenschen beter wordt, meenden wij
toch de aandacht te moeten vestigen, op dat
gene wat vlak voor de band ligt, en dat
wjj, strak naar de gesloten grenzen turende,
misschien zouden voorbjjzien.
Immers, het zou kunnen gebeuren, dat
de hoop niet werd vervuld en de grenzen
gesloten bleven.
Dan zullen klaagtonen en bjj de pak
ken neerzitten den Nederlandschen land
bouw niet helpen, practisch bandelen,
allicht wel
Buitenland.
De intrekking van de kieswet is voor
gaarne maakte hjj van den nood eene dengd,
greep Hanna's hand en leidde haar voor den
predikant, terwjjl hij zeide: »Gjj hebt het
verdiend, Hannagjj en nw zoon zult in
eere gehouden worden, zoolang de naam
Hertog bestaat
Nauweljjks had dominee, met het servet
om den hals geknoopt en het dampende ge
braad voor zicb, het bjj de wet geldende
hu velijks-f or muiier ten einde gebracht, of
de nadering der verwachten werd aange
kondigd. Jans plaatste zich naast de bruid,
terwjjl Ivo wegjjlde, om zich te verbergen.
De vreemde indiingers verontschuldigden
zich zeer beleefd over hunne storende ver-
8chjjning, maar verklaarden, er toch ernstig
op te moeten aandringen, dat de zoon van
boer Alarich Hertog onmiddelljjk met hen
meeging, om aan zgn dienstplicht te voldoen,
dans kwam in verzet tegen dat onrechtmatig
verlangen, door alle mogeljjke redenen op te
sommen, die de vervulling oamogeljjk maak
ten. Met gloeiende kleuren schilderde hg de
schoonheid en de uitstekende eigenschappen
zjjner jonge vrouw en smeekte om uitstel,
ja was eindeljjk zelfs zóó stoutmoedig dit te
eischen. Dat wer&te. De dikste van de com
missie, die niets van een soldaat had en er
ook geen was, stond op en maakte door zgn
kort ultimatum: Verbeurdverklaring der
bezittingen of gehoorzaamheid aan alle
onderhandelingen een einde. Jans omvatte
Cato en drukte op de lippen, die Ivo nog
niet gewaagd had aan te roeren, een paar
lan^e, vurige kussen, reikte zjjne moeder en
zgn nieuwen stiefvader de hand en verliet
het bruiloftsmaal met de mannen der wet
en die van het zwaard.
België een heele verademing. De partjjen
stonden scherp tegenover elkander en toch,
bij alle vijandschap, bjj alle politieken en
klassenhaat, heeft men gelukkig opgezien
tegen een burgeroorlog. Dat deze ervan zou
gekomen zijn is zeker, nLt alleen in Brussel,
doeh in geheel Belgie. Slechts een vonkje
was er noodig, om de volkshartstochteu, de
volkswoede te ontketenen, maar driewerf
gelukkig, dat toen een woord der verzoening
gesproken werd, de regeering erop in is
gegaan.
»Denk er aan, sprak de Furnémont in
zjjn verzoeningsrede, dat gjj sterk zjjt, dat
gij een ontzettend groot kiezerskorps hebt,
menschen met talent. Is het noodig dat gjj
bloed doet vloeien, om uw macht te hand
haven Uw wetsvoorstel is reeds veroordeeld,
het zal noch een meerderheid vinden, om er
voor te stemmen, noch een volk om er zich
aan te onderwerpen. De gebeurtenissen
zullen voortgaan en erger worden. De pro
vincie zal opstaan. Het geheele land is in
oproer. Er heeft bloed gevloeid op de straat-
steanen te Brussel, straks zal het overal
vloeien op alle wegen ook in de provincies.
Maar ik heb een laatste hoop, ik geloof in
het geweten zelfs bjj n, die zjjt afgedwaald.
Wees men8cbeljjk. Verhef u boven de ge
beurtenissen en doe u toejuichen door de
gansche menschheid.*
Hierop volgde de belofte van Vanden-
peereboom, dat hg zou zien, wat hg kon
doen. Thans is besloten dat een commissie
van 15 leden (10 rechter- en 5 linkerzijde)
met elkander zal trachten een nieuwe kies
wet samen te stellen.
Wjj hebben thans, zegt de Belgische
briefschrjjver van de »Tel9graaf«, gedurende
enkele dagen het Belgische volk zien leven.
Mocht het tot een revolntie komen, wat
minder waarschjjnlijk is geworden, dan kan
d8 Regeering op een heftigen tegenstand
rekenen. Het volk zal gemeene zaak maken
met de socialisten. Het volk, d. i. de rustige
burger, de winkelier zoowel als de massa,
kiest als klasse partjj tegen de klasse, die
thans alle macht bezit.
Men kan de menschen niet als willooze
instrumenten gebruiken. Dit hewjjst een
brief van een onderofficier der gendarmerie
in »Le People*, waarin deze verklaart met
vele kameraden socialist te zgn. Hjj vraagt
gewetensvrijheid. De discipline in het socia
listische leger is verbazend. Op ééa bevel
't Was verklaarbaar, dat het Alarich
Hertog ontstemde, van Hanna, de tegen
woordige boerin, te vernemen, dat haar zoon
Jans van den geregelden krjjgsdienst tot
den dienst op de tolschepen was overgegaan,
't Was op een Zondagnamiddag, terwjjl de
jonggehuwden van de nieuwe Plaats, bjj
vader en stiefmoeder een van die doodeljjk
vervelende bezoeken aflegden, waartegen
Cato, als ze ter sprake kwamen, reeds de
geheele week opzag.
Mocht de jonge vrouw, in haar eigen
huis, thans nu de winter was ingevallen,,
ook al niet op veel verstrooiing kannen
rekenen, het stond haar daar toch vrjj, zich
naar welgevallen te bewegen, met den haar
steeds aaabiddenden Ivo of hare dienst
meisjes te kibbelen, of zich de schaatsen
onder de nette voetjes te binden, en in
vliegende vaart het landschap te doorkruisen,
want alle vaarten en kanalen waren tot aan
de overlaten met eene dikke jjskorst bedekt.
Ivo bekommerde zich weinig om de tijds
omstandigheden. Wel betreurde hjj het, dat
de schepen, die nog niet door de Engelschen
waren opgebracht, in Noord en Zuid in de
havens, die ze vluchtend hadden bereikt,
vervielenhet deed hem leed, dat de baring
jagers hunne jaarljjksche vangst achterwege
moesten laten't ging hem ter harte, dat
het op de scheepswerven stil was, als op
een kerkhof; hg was verwonderd, dat het
gereed geld als verdwenen scheen uit de
geldkisten der landlieden, terwjjl de armoede
en de belastingen steeds drukkender werden,
maar, niettegenstaande dat alles was hg
gelukkig, zóó gelukkig, dat hg geen minuut
twijfelde, of zjjne oneindige liefde zou wel
heel spoedig dat lastige heimwee van Cato
gaat de massa als een dommekracht aan
het werk. Een algemeene w rkstaking was
in het vooruitzicht, men wil le het tot het
uiterste verdedigen met poeder, om de
paarden in da oogen te gooien, met den
revolver. Er moeten pl.m. 1000 revolvers
verkocht zjjn in ie laatste d igen.
Gelukkig is het niet noodig, het is thans
vrede bier.
Mevrouw Lueie Dreyfus heeft Woensdag
middag opnieuw een bezoek aan baar echt
genoot gebracht. Er waren meer nieuws
gierigen rondom de gevangenis bgeen dan
de vorige dagen, doch geen enkel incident
bad plaats.
Naar verluidt, is kapitein Dreyfus nu
nagenoeg geheel op de hoogte van den staat
van zaken en van de verschrikkelijke maehi-
natiën, waarvan hjj vier jaren lang het
slachtoffer is geweest. E-rst was hjj als ver
lamd van schrik, doch later bleek hjj be-
droefd over de schokken, welke Frankrjjk,
tengevolge van de Dreyfusagitatie, heeft
moeten verduren. Men beweert zelfs, dat hjj
verklaard beeft, dat, als hij vrjjgezel was
geweest, als hg niet te verdedigen had gehad
den naam en de eer van vrouw en kinderen,
hg gaarne zjjn martelaarsschap had onder*
gaan, zonder herziening van het proces te
eiscben, om zgn vaderland de moreele na
doelen te besparen, waartoe zijn veroor
deeling de aanleiding of het voorwendsel ia
geweest.
Dreyfus heeft, zegt de Temps*, aan zjjn
echtgenoote medegedeeld, dat hjj op bet
Duivelseiland veel lichameljjke en zedeljjke
martelingen ondergaan heeft.
In September 1896 heeft men hem, hoe
wel hg veel van koorts te ljjden had, twee
maanden in jjzeren boeien gesloten, zonder
dat bjj door zgn gedrag daartoe aanleiding
had gegeven.
Doch juist deze marteling versterkte zijn
geestkracht, verscheidene brieven die hjj
aan advocaat Demange schreef, zgn niet
bezorgd en men heeft hem verscheidene
maanden zonder brieven van zjjn familie
gelaten, zoodut hjj gelooven ging, dat hjj
door haar opgegeven was.
De Parjjsche Petit Bleu* verzekert, dat
Dreyfus, in geval van vrjjspraak, niet het
voornemen heeft schadevergoeding te vragen.
Hjj zal zich met een gewone rehabilitatie
tevreden stellen.
Als datum van aanvang van het nieuwe
overwinnen. De arme bad ook zóóvepl voor
hem opgeofferd, dat zijne dankbaarheid geeu
grenzen kende.
Toen Hanna op dien Zondag den naam
van haar zoon noemde, schrikte Cato als
uit een droom op en daarna hoorde ze den
ouden Alarich Hertog zeggenHet ware
beter, dat een lid onzer familie zich niet
daar bevond, waar de goddeloozen ea de
spotters zitten!*
»Ge ziet toch wel in, dat hjj zich zelf
schaamt?* merkte Cato schamper aan,
»anders zon hjj toch immers in de laatste
maanden nu hjj zóó in de nabjjheid is, u,
zijne moeder en Ivo wel eens bezocht hebben!*
Met vlammende oogen- zag Hanna de
spreekster aan en antwoordde toea op dien
toon, waarvan men niet recht wist, of er
overdreven onderworpenheid of onderdrukte
toorn in lagJans meende 't goed te maken
en uw dank te verdienen, toen hg om den
post vroeg, waarop hjj zoovele schippers en
landlieden, tegen de vreemde vjjandeljjke
macht kan doorhelpen!*
>0, o!« riep Ivo en sloeg zjjne groote
handen ineen, >als ik maar niet z o lang
zaam van begrip was, dan had ik dat immers
zelf moeten inzien! Wat Jans doet, is, als
bjj gelnk, altjjd het rechte; ik kan er hem
echter nooit, nooit genoeg voor danken. Ja,
Hanna, uw zoon doet alles zóó, als ik, die
niets uitvoer, het zou willen doen!*
Wacht toch, tot anderen u verkleinen!*
zei Cato pruilend. »Ik zie niet in, waarom
gjj u altjjd tot de minsten moet rekenen
Ivo's gezicht straalde van geluk. »Gjj
ziet mjj beter dan ik ben, Kaatje, maar
nooit zal ik mjjzelf met den maatstaf der
liefde kunnen meten 1* (Wordt vervolgd.)
MTVVIÏWCim A IA
lllAU if Mi Ij II
DOOR