Hel Land van Heusden en tltena, de Lanslraal en de Bommelervvaard.
Brieven uit Amsterdam.
FEUILLETON.
De verloving op St. Domingo.
Und van
M 1828.
WOENSDAG 30 AUG.
1899.
alteka-
VOOB
o
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrij dagavond
ingewacht.
Als de Hartjesdag voorbjj is de derde
Maandag in Oogstmaand gaan we onze
centen passen voor de kermismaand. Wel
is de kermis reeds jaren afgeschaft, doch
de Septembermaand is de maand gebleven
van uitgaan, van een pretje, een daagje
vrjjaf en een heel klein roesje. Dat moeten
we er van hebben, een mensch kan niet
een heel jaar ingespannen blijven, hjj moet
een kleine wijle zich eens behoorlijk ont
spannen.
En daarvoor hebben we dan primo or zen
Hartjesdag, secnndo de heele September
maand, met dien verstande dat we een van
hare dertig dagen uitkiezen en dan eens in
alle eer en deugd boemelen.
Dat we er nog een hartjesdag op nahoudeo,
is wel een beetje beschamend te moeten
toestemmen. Naar luid der legende ging in
vroeger eeuwen al wat beenen had den
koers naar Haarlem uit om een hert te
vangen, 't welk tot dat doel losgelaten werd.
Tegenwoordig worden de herten te Haarlem
behoorljjk vastgehouden, maar onder den
minderen stand is de dag van pret gebleven,
waarop kruit vermorst wordt, veel gekleurd
papier en katoen gedragen, veel bombarie
gemaakt en vooral veel jenover gedronken
wordt. Het is de dag, waarop Pietje Puck
en consorten hoogtjj vieren en waarop de
politie niet één, maar allebei de oogen
dicht sluit om de daizende overtredingen
der wet niet te zien. Zjj, die niet tot de
permitatie van Pietje Pack behooren, doen
aan deze herrie niet mee, hoewel al wat
jeugd is, haakt naar vuurwerk en knaleffect,
zoodat ik zelf genoodzaakt was mjjn kleinste
peuters dien dag elk een doosje B>-ngaalsche
lucifers a 2 centen te vereeren. Dat is mjjn
offer aan Hartjesdag.
En nu wacht ons de Septembermaand.
In de eerste helft dier maand viel de kermis,
alweer dus traditie. Al wat nu in staat is
publiek te vermaken en al vermakende zjjn
beurs te spekken, is aan 't repeteeren, instu-
deeren en probeeren.
Hoewel de heele ljjst der vermakelijk
heden nog niet bekend is, zóóveel weten we
dat een onzer voornaamste instellingen, de
(8
Met ongeduld had Toni dit oogenblik
afgewacht. Zoodra zjj hare slaapkamer bad
bereikt en zich had overtuigd, dat hare
mceder reeds was ingeslapen, zonk ze op
hare knieën voor een beeld der heilige maagd,
dat naast baar bed hing. Zjj smeekte haar
goddeljjken zoon, den verlosser, vurig, dat
Hg haar moed en standvastigheid zou
schenken om haar hart geheel open te leggen
voor den jongeling, aan wiens geluk zjj haar
leven had gewjjd. Zjj legde de heilige ge
lofte af hem niets te verbergen, zelfs niet,
met welke duivelscbe oogmerken zjj hem in
hare woning had gelokt. Zjj zou hem bidden
haar te vergeven, zjjne en der zjjnen redding
aan te nemen uit hare hand en haar als
zjjne getrouwe gade mede te voeren naar
Europa. Wonderljjk gesterkt door dit gebed
stond zjj cp, nam een sleutel, waarmeie
alle vertrekken van het gansche huis konden
worden geopend en ging laDgzaam in het
duister door den langen gang naar het
slaapvertrek van den vreemdeling. Zacbtkens
opende zjj het vertrek. Onhoorbaar was haar
tred toen zjj naar zjjn bed sloop. Hg lag
in een diepen slaap. De maan verspreidde
een flauw licht over zijn bloeiend jongelings
gelaat en de naehteljjke koelte drong door
de geopende vensters en speelde met zjjne
lokken. Zacht boog zij zich over hem heen
en riep hem bij zjjn naam, hij hoorde haar
niet, bjj scheen te droomen, te droomen van
haar. Meer dan eens ving zij ?au zjjne lippen
het woord »Toni« op. Een onbtscbrjjfelgke
weemoed doortrilde haar. Zjj kon niet be
sluiten hem eensklaps wakker te schudden,
Nederlandsche Opera, het winterseizoen
opent met niet minder dan de Koningin
van Saba. groote opera van Carl Goldmark.
En ik weet er al meer van. De heer Yan
der Linden heeft de vriendeljjkbeid gehad
rnjj een uitnoodiging te zenden tot een
repetitie der koren. Hg had velen uitge-
noodigd, maar slechts enkelen hebben er
gevolg aan gegeven en die enkelen waren
enkel lof. Het koor bestaat nit een 30-tal
dames en een kleine 40 heeren, en wat die
te hooren gaven, was wezenljjk hooge knust.
Ik heb nooit een koor van dergeljjke
sterkte gehoord, dat in de forto's zulk een
schoone kracht, in de piano's zulk eeu teer,
zuiver klankgehalte voortbracht. Carl Fischer,
u uit Rotterdam zeker wel bekend, zat naast
me; hij was verrukt en vroeg me: »was
sageu sie?< Ik antwoordde dat Van der
Linden gerust in zee kon steken met dit
koor, waartegen noch Fransche noch Ita-
liaansche opera kan concurreeren. Het was
wezenljjk subliem en wanneer nu de solisten
maar gsëvonredigd zjjn aan deze koorzangers
en wanneer dan mijn stadgenooten nu eens
niet liever naar tingel-tangels en dergelijke
gaan en deze instelling boven een vreemde
trekken willen, dan heb ik hoop dat er
dezen winter eens niet gewerkstaakt zal
moeten worden omdat de kas uitgeput
is. Ik zou 't Van der Linden harteljjk
gunnen. Hij is een ijverig man. Verleden
week is hjj 60 geworden en heeft het »N.
v. d. D.c zich beijverd een en ander uit
zjjn prille jeugd aan te halen, waarin van
Keesje voor en van Keesje na inkomt. Ik
geloof niet dat daarmee Van der Linden
een dienst bewezen wordt. Wat ik van hem
weet, is dat hjj zich te Dordt gevestigd
hebbende, een harden dobber gehad heeft
iets te presteeren, gedwarsboomd juist door
denzelfden Böhrn, die hem ontdekt heeft.
Toen hjj 't goed had te Dordt, is de ver
lokkende aanbieding gekomen te Amsterdam
operadirecteur te worden en hg nam die
aan, na reeds vroeger een dergelijke nit-
noodiging uit het zuiden van Frankrjjk te
hebben afgeslagen. De geschiedenis der Ned.
Opera is een lijdensgeschiedenis en die van
Van der Linden is er mee saamgeweven.
Ik meen altjjd nog dat hij 't finantieel beter
en rustiger zou gehad hebben, wanneer hjj
de liefeljjke droombeelden te verjagen en
hem uit zjjn hemel te doen nederdalen om
weer te kampen met de ellende der wer
kelijkheid. Misschien ontwaakte hjj wel van
zelf. En zjj knielde neder aan zjjn bed en
greep zijne hand en kuste haar.
Maar wie beschrijft den schrik, die haar
aangreep, toen zij eenige oogenblikken
daarna plotseling beneden op het plein een
verward geraas hoorde van menscben, paar
den en wapenen, toen zjj duidelijk de stem
herkende van den neger Hoango, die on
verwacht met eene gewapende bende nit het
leger van generaal Dessaline3 was weder
gekeerd. Ijlings rees ze op en plaatste zich
achter het venstergordijn. Daar hoorde zij,
hoe hare moeder den n-^ger bericht deed
van alles, wat er in zjjne afwezigheid was
voorgevallen, hoe ze hem verhaalde van den
vluchteling, die nog in hnis was.
Oogenblikkeljjk beval de neger de zijnen
zich stil te honden en alle geraas te ver-
mjjden. Hij vroeg waar de vreemde nu zjjn
verbljjf hield. Babekan wees hem de kamer
aau, en vertelde hem tevens welke zonder
linge houding Toni tegenover haar had
aangenomen. Zjj was overtuigd, voegde zjj
er bij, dat bet meisje op verraad zon en
dat men gevaar liep den ganschen aanslag
te zien mislukken. Het was haar niet ont
gaan dat de ellendige verraderes dadeljjk
bjj het aanbreken van den nacht naar zjjn
slaapkamer was geslopen, waar ze nu waar-
schjjnljjk rustte in zjjn armen. Misschien
was de vreemdeling wel reeds ontvlocht.
In ieder geval was hg gewaarschuwd en
hadden beiden reeds afgesproken door welke
middelen men de vlucht het gemakkelijkst
zou kunnen bewerkstelligen. De neger, die
vast meende te kunnen rekenen op de ge-
trouwheil van het meisje, schalde onge-
loovig het hoofd. Plotseling riep hg Kelly
Om ra neemt uwe baksen en zonder verder
een woord te spreken ging hjj met beide
stil te Dordt gebleven was aan Kunstmin,
/do's Mamienkoor, aan Aurora te Kinderdjjk
en aan zjjn lessen. Geloot me, men is niet
voor zijn pleizier operadirecteur!
Ik heb over v. d. L. en de Ned. Opera
een beetje uitgeweid, omdat de directeur
bjj velen bekend en door mij met groote sym
pathie op zjjn kunstenaarsloopbaan gevolgd
wordt. Ik beveel nwen lezers zjjn instelling
met warmte aan bjj een eventueel bezoek
hier of te Rotterdam en Dordrecht, waar
ook voorstellingen zullen gegeven worden.
Ten slotte bljjft er weinig ruimte over
om nog over onze andere Semptemberver-
makeljjkheden te schrjjven. Wat me be
vreemdt is dat Oscar Carré, de gewezen
paardendresseur thans in het naar hem ge
noemde circus optreedt als directeur van
een specialiteitengezelschap. Ge west wat
specialiteiten zjjn, niet waar? Ge kunt ze
hier op tal van plaatsen genieten, op de
een al specialiteitiger dan op de andere.
Ik noem o.a. Arena, Flora, Victoria, waar
't bjjna in alle seizoenen goed gaat. Onze
twee schoone gezelschappen 't Ned. Tooneel
en de Ned. Op^ra zjjn daardoor 't kind van
de rekening. Het Ned. Tooneel heeft zijn
deuren reeds in Aug. opengezet, maar 't
kon ze evengoed gesloten houden. Het heeft
nu Rooyaards onder zjjn acteurs opgenomen
en boogt op een schoon ensemble. Maar
ook 't Ned. Tooneel pakt niet, er bljjven in
den regel meer stoelen leeg dan bezet.
Ik laat de Salon, Frascatie, 't Paleis, enz.
rusten, on ook 't Theatre, waar Reiding
met een nieuwe mop op de planken komt,
die u zeker na jaren nog van de straat
orgels in de ooren zal klinken.
A., 27 Aug. '99. J. L.
De correspondent van de Daily Mail»
in Rennes seint, dat vóór het einde van
het proces overste von Schwartzkoppen aan
overste Jouaust de geschriften zal staren,
die in het bordereau zjjn aangegeven. Zij
moeten alle van de hand van Esterhazy
zjjrj. Mod moet echter steeds voorzichtig
zijn met de berichten uit de Daily Mail.«
Een luitenant te Rennes stond dezer dagen
vóór bet Lyceum toen Dreyfus binnentrad.
negers naar de kamer van den vreemdeling.
Geen enkel woord van dit gesprek was
Toni ontgaan. Zjj stond als door den bliksem
getroffen. Wezenloos staarde zij naar buiten.
Spoedig echter keerde haar bewustzjjn terug.
Maar wat zru zij doen? Een oogenblik
dacht zij er aau deu vreemdeling wakker
te maken maar vluchten was reeds on
mogelijk, daar het huis van alle kanten
omringd was. Bovendien begreep zij, dat
elke poging tot verdediging onmiddelljjk
zijn dood ten gevolge moest hebben, daar
alle tegenstand tegen zulk een overmacht
nutteloos was. Zelfs was bet te vreezen,
dat haar ongelukkige vriend, als hjj haar
onder znlke omstandigheden bjj zjjn bed
vond, vermoeien zou opvatten, dat zij zelf
hem verraden had, uit wanhoop zich dadelijk
volkomen weerloos in handen van Hoango
zou stellen. Door duizend angsten gefolterd,
liep zjj de kamer op en neer, toan eensklaps
hare aandacht getrokken werd door een
touw, dat in een hoek van de kamer lag.
Als een zonnestraal door een donkere lacht
schoot eene gedachte haar door de ziel. Zjj
greep het touw, snelde er mee naar het
bed en bond den jongeling aan handen en
voeten. Gustaaf schrikte wakker en trachtte
zich te verweren, maar zjj haalde de einden
van het touw stevig aan en bond het toen
aan de stjjlen van het bed. Daarop drakte
ze hem een kas op zjjn lippen en ijlde naar
de deur, die reeds door Hoango geopend
werd. Toen deze, die nog altijd getwjjfeld
had aan de waarheid van hetgeen hem door
Babekan was medegedeeld, haar uit de
kamer van dea vreemdeling zag komen,
schrikte hjj terug en beval de negers stii
te houden. Toen barstte zjjne woede los:
»Tronwelooze, meineedige!* donderde bij
haar toe, »wat hebt gjj....« Maar nog voor
hg verder kon spreken vernam uien de
gillende stem van Babekan die, een oogen
blik later boven gekomen, de deur open
De kapitein eischte van den mindere het
saluut, doch deze weigerde. Thans is den
luitenant 30 dagen arrest opgelegd wegens
oneerbiedigheid jegens zjjn meerdere, kapi
tein Dreyfns.
De zitting van den krjjgsraad te Rennes
van Zaterdag heeft, volgens de groote bladen,
znlke hoogst belangrjjke onthullingen ge
bracht omtrent al het geknoei, dat in 1894
is aangewend om kapitein Dreyfus veroor
deeld te krjjgen, dat er thans niet de minste
twijfel meer mogeljjk is of die ongelukkige,
die vier ea een half jaar op het Duivels
eiland heeft doorgebracht, steeds zjjne on
schuld uitschreeuwende, zal moeten worden
vrjjgesproken en in zjjne eer hersteld.
De Parijsche correspondent van de »Indé-
pedance Beige* meldt, dat de volgende week
de Fransche Senaat als Hoog Gerechtshof
bjj een geroepen zal worden. Het decreet van
den president, waarbjj deze bjj eenroeping
geschiedt, zou in een eerstdaags te houden
ministerraad worden geteekend.
Dit ernstige besluit zou een gevolg zjjn
van de ontdekking te Caën vaa gewichtige
documenten, die geen twjjfel laten aan het
bestaan van een monarchistisch complot.
Ook het pakket, dat een individu den heer
Guérin wilde toewerpen, bevatte stukken,
die zeer compromitteereni zjjn voor de
samenzweerders.
Volgens een ander gerucht, zou het Hooge
Gerechtshof bjjeenkotnea, wjjl daarvoor
Mercier terecht zal staan:
lo. wegens schending van een ambtseed
door clandestine mededeeling aan leden van
den krjjgsraad van geheime stukken en ver
nietiging van stukken
2o. wegens een vergrjjp tegen de veilig
heid van den staat, door mededeeling aan
de leden van den krijgsraad van 1894 van
het valsche telegram-Panizzardi en aan die
van den krjjgsraad van 1899 van het valsche,
aan kolonel Schneider, Oostenrjjksch gezant
schapsattaché, toegeschreven telegram.
Wegens het eerste vergrjjp zon generaal
Merci r niet vervolg! kunnen worden, dan
nadat hjj door de Kamer van Afgevaar
digden in staat van beschuldiging is gesteld,
daar deze misdaad begaan is tjjdens zjjn
ministerschap.
»Maar wat beteekent dat alles toch?*
vroeg Toni, terwijl zij beurtelings den neger
en zjjne vrouw en de overige omstanders
met de grootste verbazing aanzag.
Wat dat beteekent, duivelin schreeuwde
Hoango, greep haar in de borst en sleepte
haar met zich in de kamer.
»Maar zjjt ge dan krankzinnig?* riep
Toni, terwjjl ze den neger, die, stom van
verbazing, naar het rustbed zag, van zich
stiet, »daar ligt uw vreemdeling. Ik heb hem
vastgebonden in zjjn bed en bjj d^n hemel
ik heb wel mindere daden gedaan dan deze !c
Toen keerde zjj hem den rug toe en
ging weenende bjj de tafel zitten. De neger
wendde zich tot Babekan, die zonder een
woord te spreken naast hem stond en vroeg
»Wat is dat dan voor een sprookje, dat
gjj rnjj op den mouw hebt g speld?*
Babekaa ging naar het bed en onderzocht
uit verlegenheid of het touw wel goed vast
zat. Eindelijk zeida zjj
»De vreemdeling is gelukkig nog in onze
macht, maar boe het mogeljjk is, dat be-
grjjp ik niet.*
Hoango stak zjjn zwaard in de schede
en vroeg den vreemdeling wie hjj was, van
waar hg kwam en waarheen hjj ging. Deze
echter wond en kromde zich in zjjne banden
en steunde slechls: »0 Toni, Toni!*
Babekan nam nu het woord en vertelde
dat hjj een Zwitser was, Gustaaf von Ried
heette en met een talrjjk gezelschap Euro-
peesche honden, die nu nog in de berg
kloven bjj het Meeuwenmeer verscholen
waren, van de kast kwau, om in het
Fransche leger eene schuilplaats te zoeken.
Hoango kwam daarop naar Toni, streelde
haar de wangen, noemde haar zjjne lieve
Ten aanzien van het laatste vergrjjp, het
procudeerm van het valsche telegram Pa»
nizzardi en het valsche telegram-Schneider,
zou de regeering direct kuanen ingrjjpen.
Maandagnacht liep te Parjjs het gerucht,
dat de politie voornemens zou wezen tegen
den morgen het »fort Chabrol* stormender
hand in te nemen. Dit gerucht bleek later
ongegrond. De regeering is intnsschen niet
voornemens haar gedragsljjn ten opzichte
van Guérin en zjjn metgezellen te veran
deren. Het huis in de rue Chabrol wordt
zoo lang geblokkeerd tot de bezetting zich
overgeeft; geweld, om za daartoe te dwin
gen, zal echter niet gebezigd worden. De
toestand is das nog dezelfde als de vorige
week.
Intusschen wordt gemeld, dat de bezettiug
gebrek krjjgt aan levensmiddelen en water.
Ook moet tengevolge hiervan en andere
ongunstige hygiënische omstandigheden de
typhus onder de manschappen van Guérin
uitgebroken zjjn.
Een geneesheer, dr. Lorerizi, deelde aan
een reporter van »Le Soir* mede, dat hjj
daarom een brief aan Bulot en Lepina had
geschreven, inhoudende het verzoek, zjjn
geneeskundige zorgen aan zjj a patiënten te
mogen wjj len.
Men meent te Antiles den man gevonden
te hebben, die het schot op Labori loste.
Hjj is Trilland genaamd, 39 jaar oud en
beantwoordt aan het signalement.
Bjj de uitgravingen bjj Ostende, op 500
M. afstands van de slaizen van het Kanaal
naar Brugge, is een merkwaardige vondst
gedaan. 5 of 6 M. onder den grond vond
men een eikenhouten schip, dat waarschijn
lijk uit den voor-christeiijken tjjd dagteekent.
De breedte is 1.50 en de lengte 10 M.
De mast ligt in 4 stukken en is 7 a 8 M.
hoog.
Een diepe ellende, ontstaan door het
wanbestuur der gemeenteljjke ambtenaren,
bestaat in een groot aantal Italiaansche
plaatsen en dreigt over te slaan tot oproer.
Te Lubisco en Gorga eischten de inwoners
het ontslag banner burgemeester. Daar het
hun niet werd ingewilligd, bestorm len zjj
het stadhuis en wierpen barricalas op.
Troepen moesten de orde herstellen.
dochter en verzocht haar het hem te ver
geven, dat hjj haar zoo zonder eanigen
grond had kunnen verdenken. Babekan
echter t wjj felle nog altjjd of het meisje niet
misschien allen zocht te bedriegen en vro9g
haar dus, waarom zjj toch den vreemdeling,
die niet eens aan gevaar dacht, mat touwen
aan zijn bed had gebonden. Toni barstte
in tranen nit en antwoordde: »omdat gjj
geene oojen en geene ooren hebt! Ooidat
hjj zeer goed wist dat hem hier gevaar
dreigde! Omdat hjj ontvluchten wilde en
mg reeds gevraagd had hem in zijne vlucht
behulpzaam te zjjn; omdat hjj een aanslag
had gemaakt op uw levea en zjjn voornemen
zeker bjj het aanbreken van den dag zou
hebben uitgevoerd, wanneer ik hem niet ge»
bonden had!* De neg?r trachtte het meisje
door liefkozingen tot bedaren te brengen
ea beval Babekaa verder geen woord over
deze zaak te spreken. Toen riep hjj een paar
scherpschutters, om oogenblikkeljjk den
vreemdeling als een zoenoffer aan de wet
te offeren. Babekan echter nam hem ter
zjjde en fluisterde hem toe: »doj dat om
's hemels wil niet, Hoango!* Zjj bewees
hem toen, dat het in zjjn eigen belang was,
wanneer hg den vreemdeling nog gedarende
eenige dagen in leven liet, en hem door
allerlei beloften trachtte over té halen, om
zjjne reisgenooten nit te noodigen hun
schuilhoek te verlaten. Hoango, die begreep
dat de reizigers goed gewapend zoudm zjj a
en dat in dezen stand van zaken aan een
strjjd in het woud vele gevaren verboadan
waren, gaf zjjne toestemming, en daar het
nu niet meer mogeljjk was dadeljjk een
brief van den vreemdeling machtig te wor
den, plaatste hg twee schildwachten bjj hem,
liet door een paar negers de touwen nog
wat steviger toehalen en verliet daarop met
zjjn gansche gevolg de kamer. Spoedig
daarna was alles in het huis ia rast.
NIIVWSBLtl
'TT-rnr—m nwmniM—ii—i,n n—
ri--|n—„f—ritMWMwganwwfigMiqMu
Buitenland.
zag en nu meende dat de vreemdeling reeds
ontvlucht was. »Ellendige Fraukenboel
schreeuwde ze, »gjj hebt hem dau toch laten
ontvluchten Op mannen, naar buiteD, hem
na, vóór hg het wond bereiken kan!«
Wordt vervolgd.)