r Et pi liel Land van Neusden en 4ltena, de Langstraat en de Bomnielervvaard. Eet onderwijs in yreemde talen. m M 1846. FEUILLETON. altena- Uitgever: L. J. YE1BMAH, Heusden. WOENSDAG 1 NOV. 1899. EEN GEHEIMZINNIGE MISDAAD. Engeland in Zuid-Afrika. 1 11 LAND VAN VOOB Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiên ran 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiên worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Het wil ons niet ondienstig voorkomen, de lezers van dit blad te verzoeken, hun aandacht voor enkele oogenblikken te be palen bij een tak van onderwijs, die van zulk overwegend belang kan geacht worden voor een volk, als het onze. Wat toch is het geval? Ons land is klein, maar wat meer zegt, ons taalgebied is klein. Terwjjl Engelschen, Pranschen en Spanjaarden hun taal hebben weten te verheffen tot wereld taal, is dat aan onze voorouders, hoe ze ook de zeeën beploegden en de landen vaD den aardbol doorkruisten, niet gelukt. Busken Huet wjjst er op, dat het Hollandsch twee maal kans gehad heeft, zich een uitgebreid gebied te verovereneens, toen de Hollan ders de eenigsten waren, die in het rijk van den Mikado werden toegelaten en hun taal voorbestemd scheen, die der diplomatie van het Oosten te worden, en eens, toen Peter de Groote Holland koos tot leerschool zjjner Russen en Hollandsch-Russische bij bels liet drukken en verspreiden. Beide kansen zjjn vervlogen en wanneer men op dit oogenblik het aantal Nederlandsch- sprekenden op 9 millioen schat, neemt men het stellig te ruim. En waar lieden van andere nationaliteit zich slechts bij hooge uitzondering verwaardigen, ons Hollandsch te beoefenen, daar is er voor ons geen andere keus, zoodra we met buitenlanders van gedachten hebben te wisselen, dan ons van hun taal te bedienen, althans niet van de onze. Zjj komen ons niet tegemoet, ergo, wjj moeten hen naderen. En hoe velen ver- keeren niet in dat geval, hoevelen komen niet telkens en telkens met buitenlanders in aanraking of zjjn niet genoodzaakt, kennis te nemen van hetgeen in vreemde talen is geschreven. Onze geleerden moeten hun kennis hoofdzakelijk putten uit vreemde bronnen; dat de wetenschap internationaal is en geboekt wordt in velerlei talen, weegt voor hen zwaarder dan voor hun collega's, in wier moedertaal meer geschreven en gedacht wordt, dan in de hunne; het Hol landsch is voor hen ten eenenmale ontoe reikend. Het ontwikkelde deel der natie gevoelt al evenzeer behoefte aan Fransch, Duitsch, Engelscb, want alleen het genot reeds, dat er in gelegen is, de groote denkers en dich ters der toonaangevende natiën in hun eigen taal te volgen en te begrijpen, zou vol doende reden zijn, de studie der moderne Uit het Engelsch. (12 Vruchteloos trachtte hjj weer in te slapen, zoodat hjj eindelijk met een diepe zucht op stond en een bad nam. Dit deed hem bij zonder goed, daar het koude water hem verfri8cbte en versterkte. Toch verschrikte hij van zjjn eigen gelaat, toen dit door den spiegel weerkaatst werd, daar hjj er ver ouderd en ontdaan uitzag en diepe, zwarte kringen om de oogen had. »Ik zal een genoeglijk leren hebben, als het zoo voortgaat,zei bjj bitter. »Bjj God, had ik dien Whyte maar nooit gezien of van hem gehoord.* Brian kleedde zich met de grootste zorg. Ondanks alle pogingen, om zjjn droefgees tigheid te verbergen achter een vrooljjk, opgeruimd gelaat, verschrikte zjjn hospita, toen zjj in het vroege morgenuur zjjn fraai gelaat zoo bleek en uitgeput zag. *Lieve hemel, mjjnheer!* piepte zij met haar schelle stem, het een en ander op tafel neerzettende. >Bent u ziek?* Brian schudde het hoofd. »Ik heb slecht geslapen, juffrouw Samp son, dat is alles,* antwoordde hg en sloeg de Argus* open. »Als u nog iets noodig mocht hebben, mgiiheer,* zei zjj, naar de deur gaande, >n kent den weg naar de schel evengoed als talen met ernst ter hand te nemen. Ja, volgens de meening van velen, kan niemand van onzen tjjd met recht aanspraak maken op den naam van ontwikkeld en beschaafd men8cb, indien hjj in zjjn jeugd geen on- derwjjs in die talen heeft genoten. Het is waar, bjj misschien de meesten is er van het geleerde niet veel bljjven hangen, maar al kunnen ze zich niet steken in het vreemde pak, allicht hebben ze een kwik je, een strikje bewaard, waarmee ze zich bjj tjjd en wjjle kannen tooien, met andere woor den, al zjjn ze niet in staat de vreemde taal te spreken of zelfs te lezen en te ver staan, allicht kunnen ze daaraan ontleende citaten, eigenaardige uitdrukkingen, techni sche termen als anderszins begrjjpen en zoowaar in hun gesprek te pas brengen. We moeten hierbjj niet over 't hoofd zien, dat de taal, waarin onze kranten, tijdschrif ten en boeken geschreven worden, veelal doorspekt is met uitheemsche elementen. Het schjjnt wel, dat onze tegenwoordige schrijvers, al hebben ze geen tjjd meer Multatuli's ideeën te overdenken, het toch, zjj het ook onbewust, met hem eens zjjn, waar hjj beweert: Talen zijn vogelvrij. Elke uitdrukking is 't eigendom van wie 'r vangt.* Het is zoover gekomen, dat een Hollander, die niets aan vreemde talen, voornamelijk Fransch heeft gedaan, zjjn eigen taal niet meer verstaat. Maar behalve de geleerden en de heel en half ontwikkelden, rest er nog een breede schaar van burgers, voor wie talenkennis een levenskwestie is. Handelaars en handels agenten, fabrikanten en hnn commis-voya- geurs, aannemers, schippers en allen, wier werkkring niet beperkt bljjft tot de enge grenzen van ons land hebben vooral in onzen tjjd, nu de volken door treinen en booten door elkander worden geschud, dringende behoefte, wel onderlegd te zjjn in vreemde talen. En het aantal van dezen neemt hand over haud toe, want cosmopolitisch bij tra ditie, als we zjjn, begint de oude geest onzer vaderen weer vaardig over ons te worden en we gaan weer zwerven over land en zee en jagen Fortuna weer na, waar ze ons kleine landje over 't hoofd zon zien. Die onverzadeljjke zwerflust, gepaard aan gewinzucht en energie heeft ons volk een maal groot en rjjk gemaakt en het verleden moge zijn een gids voor de toekomst. Maar, waar de Engelschen in zelfgenoeg zaamheid met geringschatting neer kunnen zien op da beoefening van vreemde talen en de markten overvoeren met hun pro- ik dien naar de keuken, en met een laatst gegrinnek verliet zjj al krakende het vertrek. Zoodra zjj de deur gesloten had, legde Brian de courant neer en brak ondanks zjjn weinig vronljjke stemming in een schaterlach uit. Hjj had dat eigenaardig, levendig, Iersch temperament, waarbjj alle zorg vergeten en slechts vau het oogenblik genoten wordt. Zjjn lachlust was echter spoedig badaard en de moeilijkheden, waarin hij gewikkeld was, kwamen hem weer duideljjk voor den geest. Hg dronk zjjn koffie, maar schoof zjjn ontbjjt op zijde en keek de Argus* in, om het laatste bericht aangaande den moord te lezen. Terwjjl hjj hiermede bezig was bedekte een vaalbleeke kleur zjjn gelaat, en klopte zjjn hart bjjna hoorbaar. »Zjj hebben een leidraad gevonden zeggen zjj,« mompelde bjj, opstaande om het vertrek in de grootste opgewondenheid op en neer te gaan. »Het zal mjj benieuwen, wat dit kan zjjn. Ik bracht dien man van gisteren avond op het dwaalspoor, maar als hjj mjj verdenkt, zal het hem weinig moeite kosten mjjn woning uit te vinden. Bah, welk een onzin praat ik. Ik ben hst slachtoffer van mjjn eigen dwaze verbeelding. Ik zou grooten lust hebben gedurende eenige dagen de stad uit te gaan, indien men mg echter in het oog houdt, zon dit de verdenking versterkenO, Madge, lieveling!* riep hg op hartstochtelijken toon uit>indien gjj wist, wat ik ljjd, gjj zoudt innig raede- ljjden met mg hebben,maar gjj moogt de waarheid nooit wetenNooit Nooit!* En dicht bjj het venster in een stoel neervallende, bedekte hjj zjjn gelaat drukten, afgemeten en afgewogen met hun yards, gallons en pounds, alsof het geheele menschdom verplicht ware, hun taal, hun maten en gewichten te verstaan en te be grjjpen, daar moeten wjj, Hollanders, onze taal bewaren voor eigen haard en beurtelings den mond kannen zetten op Engelsche en op Duitsche of Fransche wjjze. Is het wonder, dat op alle scholen voor voortgezet onderwjjs een aanzienljjk deel der lesuren uitgetrokken wordt voor het onder richt ia talen Niemand onzer zal wel het groote belang daarvan miskennen, doch dan dient ook de zorg voor dat onderwjjs ge- evenredigd te zjjn aan dat groote belang, doch dan dient dat onderwjjs ook te geven, wat het leven vraagt, zoodat de leerling, de maatschappjj ingetreden, iets aan zjjn kennis heeft. Misschien zal het bjj nadere beschouwing bljjken, dat het onderwjjs in vreemde talen, zooals het tot nu toe nog vrij algemeen wordt gegeven, zelfs niet aan de matigste eischen voldoet, dat een algeheele koers verandering in de richting vau dat onder wjjs meer en meer een dringende nood- zakeljjkheid wordt. Dit aan te toouen, zal het doel zjjn van een volgend artikel. Nu onze landgenooten voor een groot deel gewapend zijn met een oorlogskaart, of deze van dag tot dag bjj een vriendlijken boekhandelaar of anderen winkelier beschou wen, kan het nuttig zjjn iets te weten omtrent het ontstaan der Zuid-Afrikaansche staten en de rol, door Engeland bij dat ontstaan gespeeld. Men zal dan zien dat de houding door genoemd land, tegenover onze broeders in Transvaal aangenomen, geheel in die rol past. In het zuiden vinden we de Kaapkolonie, meer dan 10 maal zoo groot als ons land, oorspronkelijk een Hollandsche kolonie, door Jan van Riebeek gesticht. De Engelschen namen haar in 1795, schonken ze in 1802 terug, doch hernamen ze in 1806, en sedert is Kaapland Engelsch. Het heeft echter een eenigszins zelfstandig bes'uur. Ten bewjjze dat in deze kolonie het Hollandsche element nog groot is, diene dat in 1882 bjj de wet bepaald werd dat redevoeringen in 't par lement zoowel in 't Hollandsch als 't En gelsch mogen uitgesproken worden. Intusschen konden vele »boers« het onder Engelsch bestuur niet vinden en trokken met wel 10.000 zielen oosteljjk op naar Natal. Tusschen twee haakjesNatal is aldus genoemd omdat de ontdekker Vasco de Gama hier in 1497 op Kerstdag landde, waarom hjj die plek op de kaart aanduidde als Terra NatalisDe boers streden hier tegen de verraderlijke kaffers en stichtten met beide handen. Na enkele minuten in dien toestand doorgebracht en zich aan zjjn sombere gedachten overgegeven te hebben, schelde hjj. Een flauw hoorbaar gekraak in de verte leverde het bewijs, dat juffrouw Sampson hem gehoord had, waarna zij spoedig in de kamer verscheen. >Ik ga naar St. Kilda, juffrouw Sampson, en kom hoogstwaarschijnlijk den ganschen dag niet thuis.* >Ik hoop, dat u dat goed zal doen,* antwoordde zjj, »want n hebt niets gegeten en het zeewindje is nitstekend, om den eetlust op te wekken.* Brian luisterde ni9t naar juffrouw Samp son, maar dacht aan een afspraak met Madge, die hg bjjna vergeten bad. Juffrouw Sampson,* zei hjj, vanmiddag breng ik mjjnheer Frettly en zjjn dochter mee, om thee te drinken; u zult wel zorgen, dat alles iu orde is.c »U hebt maar te spreken,* antwoordde juffrouw Sampson, gastvrij, terwjjl al haar ledematen tegeljjk kraakten. Zoodra Fitzgerald vertrokken was, liep juffrouw Sampson naar het raam en keek hem na, terwijl hg langzaam de straat afliep een slanke, knappe figuur, waarop elke vrouw trotsch zou zijn. »Wat een ongelukkige gedachte, dat hg ook eens onder den grond zal moeten,* piepte zg in haar eenzaamheid voort, >maar hjj zal als een groot heer wel een mooien kelder hebben, veel gezelliger dan zoo'n somber, dicht graf, al ligt er ook een steen op, met bloemen bedekt. Wat nu Wie ben jjj onbeleefde vent,« viel zjj zichzelve er de republiek Natalia. Reeds in 1842 werd ook dit toevluchts oord door de Engelschen genomen. Vele boeren bleven er wonen, doch de measten gingen weer aan den trek en stichtten be noorden de Oranjerivier den Oranje- Vrijstaat. Vaa de stichting afhebben de Engelschen getracht ook dezen staat aan zich te trekken. Reeds in 1846 werden da gronden ten noorden der Oranjerivier door Sir Harry Smith tot Britsch grondgebied geprocla meerd en de boeren gedwongen naar de wapenen te grijpen. Er volgde een bloedige oorlog, die acht jaren aanhield, doch ein digde met de nederlaag der Engelschen en in 1854 werd te Bloemfontein een verdrag geteekend, waarbjj 't bestuur werd overge dragen aan de gemachtigden des volks, wordende dit en de bewoners des lands vrijgesproken van onderdanigheid aan de Brifsche kroon. In een der artikelen wordt uitdrukkelijk verklaard >dat het Britsch gouvernement geen bondgenootschap hebben zal met eenige der naturellen opperhoofden ten noorden der Oranjerivier.* Indien 't wanr is dat de Engelschen de wilde kaffers tegen de >boers« wapenen, dan handelt het tegen dit verdrag, gezwegen van de bepa lingen der Haagsche conferentie, die voor Engeland een wassen neus is. Een groote trek ging echter meer noor delijk op, de Vaalrivier over en stichtte daar Transvaal. Dit gebied ontwikkelde zich zeer voorspoedig en maakte al dadeljjk Engelands ijverzucht gaande. Vooral toen Transvaal zwanger ging van het plan een spoorljjn aan te leggen naar de kust over Portu- geesch gebied, meende Engeland handelend te moeten optreden. Het beweerde dat de nieuwe Republiek te zwak was om de kaf fers in toom te houden; de handel van Engeland zou benadeeld worden en Enge lands prestige ia Zuid-Afrika eischte dat ook deze republiek moest onderworpen worden. Toen werd in April 1877 Transvaal een voudig geannexeerd. Natuurlijk lieten de boeren zich dit niet welgevallen, maar grepen naar het zwaard en 't is vooral in dezen oorlog dat Enge land hun moed en standvastigheid heeft leeren kennen. De strjjd was kort, maar bloedig en in 1881 werd te Langnek vrede gesloten waarbjj Transvaal onaf hankeljjk verklaard werd, onder de suzereiniteit van Engeland. Deze suzereiniteit werd echter bjj het bezoek, dat Kruger, da Toit en Smit te Londen brachten, toen ze ook hier geweest zjjn, in 1883 opgeheven. Dit zjjn de voornaamste staten in Zaid- Alrika. Westelijk van Vrjjstaat vindt men Griqua- land. Dit gebied is in 1862 gekocht door den Vrjjstaat voor de som van f 48,000. Het recht van dezen koop werd echter betwist door een ander Griquahoofl, maar niet ernstig, totdat in Griqualand diamanten gevonden werden en nu stak Engeland gauw de handen nit en annexeerde het. De Vrjj- plotseling in de rede, toen iemand in een fantasiepak gekleed, de straat overstak en aanschelde. »Die belt of er brand is.« Daar de bezoeker, die niemand anders was dan Gorby, deze woorden niet hoorde, kreeg zjj geen antwoord, zoodat juffrouw Sampson woedend over dat rakken aan de schel, naar beneden ging. Gorby, die Brian had zien uitgaan, en het daarom een geschikte gelegenheid vond, om inlichtingen te vragen, liet geen tjjd verloren gaan, om hiermede een begin te maken. »Ge hebt de schel haast stuk getrokken,* zei het £Lre krekeltje, terwijl zg zich met ha'ir mager figuurtje en gerimpeld gelaat voor den rechercheur plaatste. »Dat spjjt mg,« antwoordde Gorby vrien delijk, »ik zal een volgend maal kloppen.* »Dat doe je maar niet,* zei de hospita en schudde haar hoofd. »Ik heb geen klopper en die vingers zoüen maar slecht voor de deur zijn, die een half jaar geleden ge verfd is.< Woont mjjnheer Fitzgerald hier?* vroeg Gorby geduldig. »Ja,« antwoordde juffrouw Sampson, »hjj is uitgegaan en komt eerst vanmiddag terug.* »Het doet mjj genoegen, dat hg niet thuis is,« zei Gorby. >Zou ik u even kannen spreken Waarover »Dat zal ik u vertellen, als wjj in huis zjjn,* antwoordde Gorby. Het krekeltje zag hem met haar kleine, scherpe oogen doordringend aan, en daar zjj niets teragstootends in hem opmerkte, staat kreeg echter schadevergoeding. Westeljjk van Natal ligt Bassoetaland, door Kaffers bQwoond. Dit land werd bjj proclamatie in 1868 aan het Britsche rjjk gehecht. Op grond van de conventie van Bloemfontein (zie boven) protesteerde de Vrijstaat tegen deze annexatie, wat natuur lijk niet hielp. Het werd eerst bjj de Kaap kolonie ingeljjfd, doch staat sedert 1884 onder Britsch gezag, direct onder den be kenden Hoogen Commissaris Millner. Westelijk van Transv»ial ligt het Beetsjoea- nengebied. door Kafferstammen bewoond. Transvaal heeft hiermee heel wat te doen gehad. Daar de Engelschen ook hierop een begeerig oog geslagen hadden, weigerden ze te erkennen de hier geplante boeren- staten Stellaland en Gozen en werden in 1884 de Beetsjoeanen onder protectie van Engeland gesteld. Hier ligt Mafeking, waar tegen Transvalers opereeren. Oosteljjk van Transvaal ligt Zoeloeland, bekend door het kafferhoofd Cetawajo. Na den dood van dit hoofd kreeg Zoeloeland een zelfstandig bestuur, doch dit duurde slechts kort: in 1887 werd het door Enge land geannexeerd en onder den Gouverneur van Natal gesteld. Men ziet 't: Engeland streeft naar 't bezit van heel Zuid-Afrika. Met leede oogen ziet het Vrjjstaat en Transvaal wassen en 't zal zjjn millioenen offeren om ook deze republieken ten onder te brengen. Maar »dat zit 'm nie glad nie* zou de boer zeggen. Uit wat thans bekend is en vooral uit wat door de Engelsche regeering verzwegen wordt, bljjkt dat tot heden de boers mat goed gevolg Fgen den belager hunner landstreken opereeren. Onze beste wenschen vergezellen hen op den krjjgsweg en 't zal ons een waar genoegen zijn te hooren dat de kranige boeren in dezen oorlog aan de grjjppolitiek van Chaimberlain paal en perk stellen. ï3uitenlandL. Het gaat niet goed met de Engelschen in Zuid-Afrika. Aau het ministerie van oorlog heeft men Zondag, ondanks de Zon dagsrust, den geheel8u dag gearbeid, maar het konsigne was niemand te ontvangen en de jjverigste, slimste nieuwsjagers hebben ook niets los kunnen krijgen. Menschen, die het weten kunnen, verzekeren, dat als er gunstige berichten waren gekomen de Zon dagsrust niet zóó zou in acht genomen zijn, of men had nog wel gelegenheid ge vonden ze te publiceeren. Geen tjjding is slechte tjjding voor En geland, goede tjjding voor de Boeren. De heer Rhodes heeft de vrjjwilligers na den terugkeer van hun uitval te Kimberley verwelkomd. Spottend merkte hg op, dat hjj had gehoord, dat er ééa man was, dien de Boeren wilden gevangen nemen, eu dat klom zjj al krakende de trap op, hetgeen Gorby zoozeer verbaasde, dat hjj een oorzaak zccht voor dit zeldzaam verschijnsel. »Ze moet haar gewrichten eens met olie smeren,* dacbt hij, >maar zoo iets heb ik nu nog nooit gehoord en zg ziet er zoo teer nit, alsof zij door midden zou kunnen breken.* Juffrouw Sampson ontving Gorby iu de zitkamer van Brian en zette zich, na de deur gesloten te hebben, rustig neer, om te hooren wat hjj te zeggen had. »Ik wil toch hopen, dat het niet over schuld is,« zei zg. Mjjnheer Fitzgerald heeft geld in de bank en daar hg een recht fat- soenlgk mensch is, zal hg aan die rekening niet gedacht hebben, hg zal het vergeten zgn.< »Er is geen sprake van een rekening,* antwoordde Gorby, die te vergeefs getracht had den schrillen woordenstroom te stuiten en daarom geduldig wachtte, totdat zg uit gesproken had. »Ik wilde alleen het eea en ander weten van de gewoonten vaa mjjn heer Fitzgerald.* »En waarvoor dat?* vroeg juffrouw Sampson, terwijl haar ledematen van ver ontwaardiging kraakten. »Bent u misschien ook iemand van de krant, om nieuwtjes uit te visschen van lui, die liever niets van zich gedrukt willen zien, want dat is julie ge woonte;* dit zeggende, lachte zij op schrillen toon. A. UZiyE&r J Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1