Het Land van Hciisdcn en 4llena, de Langstraat en de Bommelervvaard.
Het Dierwijs ie Treemie talen.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 1851.
ZATERDAG 18 NOV.
1899.
Und van alteN^
YOOB
Uit blad Terschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco psr post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Adyertentien yan 16 regels 50 et. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Adyertentien worden tot Dinsdag- en Vrjjdagayoad
ingewacht.
De vertalingsmethode voert niet tot. het
doel, of, meer in 't blonder, ze leidt niet
op tot spreken en tot verstaan van het
gesproken woord.
»Ja, maar als ge een vreemde taal
wilt leeren spreken en verstaan, moet ge
een tijdlang vertoeven in het vreemde land
zelfEen goede raad, maar de meesten
zullen wel in gebreke big ven hem op te
volgen. Weet ge, hoe Scbliemann, de be
roemde archaeoloog het aanlegde, om Rus
sisch te leeren Toen hij nog simpel bediende
was op een Arasterdamsch handelskantoor,
kreeg hjj op zekeren dag van zjjn patroons
aanzegging, zich voor te bereiden om als
handelsagent naar Petersburg te vertrekken.
Inderhaast kocht hjj een Russisch boek,
oefende zich wat in de uitspraak en de
beteekenis der woorden en bepaalde zich er
verder toe, geheele stukken te memoriseoren
en die, voor den spiegel staande alsof hg
met een ander in gesprek ware, voor te
dragen. Hg slaagde naar wensch. Maar,
wjjl niet iedereen een Schliemann is, begaafd
met zulk een geheugen en jjzsren wilskracht,
zal ook niet iedereen in staat zjjn, op die
wjjze het Russisch of welke vreemde taal
ook te leeren. Gelukkig is dat ook niet
noodig en behoeft men evenmin naar het
vreemde land te gaan.
Hoe leert een kind zjjn moedertaal?
Zoodra het tot zelfbewustheid is gekomen,
zgn oogen zich richten naar het licht, zgn
opmerkzaamheid wordt getrokken door den
klank van de stem der moeder, begint deze
haar onderwjjs, haar eerste onderwjjs in de
taal. >Pa zegt ze en wjjst op haar man.
De kleine hoort het, hoort het twee-, drie-,
tienmaal, hoort het herhaaldelijk en eindeljjk
kan hjj zjjn vader niet meer zien of hij
denkt onmiddellijk aan den klank, pa.
Spoedig tracht hjj dien klark na te bootsen,
eerst heel gebrekkig, doch ten laatste, hoor?
danr zegt hjj heel duideljjkPa
Voortaan zijn klank en zaak onafschei
delijk aan elkaar verbonden. >/an zegt
moeder tot hem, niet eens, maar herhaal
delijk, al door. En eindeljjk schjjnt de kleine
Jan te begrjjpen, dat hjjzelf met dien klank
EEN GEHEIMZINNIGE MISDAAD.
Uit het Engelsch.
(17
»Ik kan echter niet ontkennen,ging
Calton voort, »dat mjjn ambt mg eenigszins
nieuwsgierig maakt. Dit geval is zoo bjj-
zonder, dat ik mjjzelven niet in staat reken,
een gelegenheid ongebruikt te laten voor-
bjjgaan, zonder mjj die ten nutte te maken.
Ik heb liever niets uit te staan met die
moordenaars, die er maar op los slaan
deze misdaad is echter behendig overlegd
en wekt daarom mjjn belangstelling op.
Wanneer gjj uw vrjjheid terug hebt, zallen
wjj met v»reende krachten den werkeljjken
dader opsporen, het genot van dat zoeken
zal geëvenredigd zgn aan de vreugd van
het vinden.*
»Ik geef u volkomen geljjk,< zei Fitz
gerald kalm, »taaar ik heb niets tot mgn
verdediging in te brengen.*
»Niets tot uw verdediging Gjj zult toch
niet bekennen, dat gjj hem vermoord hebt?*
»Neen,« antwoordde Brian meteen toor
nig» n blos, >maar er zgn omstandigheden,
die verhinderen, dat ik mjj verdedig.*
»Welk een onzin,* luidde Caltons ant
woord, talsof er omstandigheden kunnen
zgn, die iemand zouden verhinderen zgn
leven te redden. Maar dit doet niets ter
zake, ik mag die tegenwerpingen wel, het
kost dan te meer moeite om de noot te
kraken, zoo de pit de moeite slechts beloont.
Gg moet mg nu eenige vragen beant
woorden.*
wordt bedoeld. Koekje Jan krjjgt er
een. Koekje Jan heeft dien klaok
meer gehoord, zjjn oogen wenden zich reeds
naar het trommeltje. Hij verstond het woord
reeds en niet lang zal het duren of hq roept,
zij het ook gebrekkig: tJan, koekje
Trommeltje opendoen9* Hg ziet de be
weging. Van nu af aan zijn voor Jan de
klanken koekjetrommeltje, opendoen de
representatie van een gebeurtenis, en tracht
hij op zgn beurt die klanken weer te geven,
net zoo lang, tot het hem gelukt. Zóó geeft
de moeder taalonderwijs aan haar kind,
Aanschouwen, voor- en nazeggen. Heel
eenvoudig
Hoe leert het kind schrjjven? Toch niet,
door eerst spraakkunstige regels van buiten
te leeren Niet weinigen zjjn tegenwoordig
de onderwijzers, die de geheele spraakkunst
uit de lagere school willen verbannen. Doch
hoe men daarover ook denken moge, dit
staat vast, dat de grammatica eerst dan aan
de orde komt, als de leerling reeds ver
trouwd is geraakt met een schat van woord
voorstellingen en al heel wat gedachten
mondeling en ook zelfs schriftelijk heeft
uitgedrukt.
Welnu, zoo is tevens de weg aangewezen
voor het aanleeren van vreemde talen. Ver
plaats den leerling in een wereld van voor
werpen en handelingen, die bjj niet kan
benoemen. Laat hem rondtasten in het
duister, totdat er van lieverlede licht komt
in zgn geest. Laat den onderwijzer moeder,
den leerling kind worden en ge zjjt op
den weg, dien de natuur zelf heeft aan
gewezen.
En zoo willen het de hervormers van
het onderwjjs in talen, zoo wil het Berlitz,
zoo ook Gouin.
Laat ons in gedachten een eerste les in
het Fransch bjj wonen, volgens Berlitz' me
thode. De onderwjjzer legt een boek, een
papier, een potlood voor zich. Hg neemt
die voorwerpen achtereenvolgens op en zegt
langzaam en dnideljjkle livre, le papier,
le crayon. Hjj wjjst op verschillende zaken
en zegtle plafond, le murle tableau enz.
Hg herhaalt: C'est le livre, c'est le tableau
enz., telkens de zaken zelf aanwjjzende. Hjj
vrangtQu'esl-ce que c'estl Hjj antwoordt
zelf: C'est le livre! Hjj vraagt w^er
Est-ce le tableau? Antwoord Oui, monsieur,
c'est le tableau! Est-ce le livre f Non,
monsieur, ce n'est pas le livre, c'est le ta-
»Dat kan ik niet beloven.*
»Dat zullen wjj zien,* zei de advoeaat
opgewekt, zgn notitieboekje te voorechjjn
halende, dat bij op zjjn knie liet rusten.
»Ten eerste, waar waart gjj op den Don
derdagavond, die den moord voorafging
»Dat kan ik niet zeggen.*
»0 ja, dat kunt gjj wel, mjjn vriend.
Gg verliet St. Kilda en kwaamt met den
trein van elven in de stad.*
»Elf twintig,* verbeterde Brian.
Calton glimlachte recht voldaan, t'rwjjl
dit neerschreef. Een weinig diplomatisch
handelen, is al wat noodig is, dacht hjj.
»En waar zjjt gjj toen heengegaan?*
voegde bjj er overluid bjj.
»Ik ontmoette Rolleston in den trein, we
namen een rjjtuig van hst station in Flin-
derstraat naar de Club.*
Welke Club?*
»De Melbonrne-Club.<
»Ja?« klonk het vragend antwoord.
>Rolleston ging naar huis en ik naar de
Club en legde daar nog een kaartje.*
»Hoe laat verliet gjj de Club?*
>Een paar minuten voor «énen.*
»Toen zjjt gjj zeker naar huis gegaan?*
»Neen, dat deed ik niet.*
Waarheen dan?*
»De straat op.«
»Dat is nog al onbepaald. Ik vertrouw,
dat gjj Collinsstraat bedoelt.*
Ja.«
>Uaar hebt gjj zeker iemand ontmoet,
vooronderstel ik.«
»Dat heb ik nooit gezegd.*
Waarscbjjnljjk niet, maar jongelui loopen
dts nachts niet zonder doel op straat.*
»Ik was ongedurig en had behoefte om
een eind te loopen.*
Zoo gaat de onderwjjzer door. Geen
woord Hollandsch wordt er gedurende de
les gesproken, ook niet om iets dnideljjk
te maken. Aanschouwen, vóór- en nadoen,
dat is het grondbeginsel, waarvan hjj nim
mer afwjjkt. Hoe groot de verleiding ook
is, nooit gaat hjj vertalen. Op het zien van
een stoel moet de leerling niet denken aan
het woord stoel, maar aan chaise. Een boek
op de tafel ziende liggen, moet hij niet het
zinnetje: Het boek ligt op de tafel, gaan
vertalen, hjj moet die gedachte niet eerst
in 't Hollandsch kleeden, dan weer uitklee-
den om ze eindeljjk in 't Fransch wecr
aan te kleeden, hjj moet ze terstond in 't
Fransch gewaad steken en zeggen in één
adem, onmiddellijk na de waarneming: Le
livre est sur la table. De schriftelijke oefe
ning volgt op de mondelinge, duswaar
nemen, denken, spreken, schrjjven. Is dat
niet de natuurljjke weg? Bootst men zoo
niet het aanleeren der moedertaal na? En
hoe Gouin in zijn beschouwing ook af mag
wjjken van Berlitz, ook hg wil bjj slot van
rekening hetzelfde: het vertalen moet uit
de school verbannen worden, het denken
en spreken in de vreemde taal moet daar-
»Ja? Hoe vreemd, dat gg het hartje
van de drukke stad voor een wandeling
uitkoost, in plaats door de Fitzroy-tuinen
te gaan, die op uw weg lagen. Dat is maar
gekheid, gjj hadt een afspraak gemaakt.*
»Nueja.«
Dat dacht ik wel. Was het een man of
een vrouw?*
>Dat kan ik niet zeggen.*
>Dan zal ik er wel achter komen.*
»Gij kunt haar niet uitvinden.*
»Haar riep Calton uit, verheugd over
het succes van zgn sluwe vraag. »Ik wist
dat het een vrouw was.*
Brian antwoordde niet, maar beet zich
van ergernis up do lippen.
»No, wie is die vrouw?*
Geeri aatwoord.
»Kom Fitzgerald, ik we»t nu wel, dat
e-n jongmensch een jongmensch is en dat
gjj liever zoudt zien, dat er over zulke
dingen niet gesproken werd, maar in dit
geval, moet uw reputatie nu maar opge
offerd worden, om uw hals te redden. Hoe
heet zjj?<
>Dat kan ik niet zeggen.*
>0, gjj weet het dus wel?*
»Nu, ja.«
»En wilt gjj het mjj niet zeggen?*
»Neen.«
Calton wist echter reeds twee dingen,
hetgeen hem zeer aangenaam was. Ten
eerste, dat Fitzgerald een afspraak had en
ten tweede, dat het met een vrouw was.
Hjj sloeg daarom een anderen weg in.
Wanneer hebt gjj Why te het laatst
gezien
Brian antwoordde met weerzin:
>Ik zag hem dronken bjj de Schotsche
kerk.*
voor in de plaals treden.
Verrassend zjjn de resultaten van deze
nieuwe, echt natuurljjke methode, en geen
wonder. De lessen worden voor den leerling
een genoegen, juist doordat ze zgn geheele
denkvermogen vorderenhg leert van meet
af het Fransch te spreken en te verstaan
en na elke les gevoelt hjj, dat hjj ean stap
vooruit heeft gedaaneen schat van uit
drukkingen worden ongemerkt zgn eigen
dom bjj leert zich rekenschap geven van
de juiste beteekenis dpr woorden; het wordt
hem een behoefte, gedurende de Fransche
les Fransch te spreken, want hjj denkt in
het Fransch.
Wat moet dus wel onze conclusie zijn?
Deze, dat overal, waar de omstandigheden
het mogelijk maken, het grammatische en
woordgepeuter moet plaats maken voor
onderwjjs in taal, d. w. z. in taalklank,
dat de vertalingsmethode thuis behoort in
dat groote museum van onderwjjs-theorieën,
dat men in het laatste paar dozjjn jaren
bezig is aan te leggen.
De Transvaalache oorlog doet ook in
België hare gevolgen gevoelen. Te Ant
werpen hebben opnieuw twee firma's in
diamant haar betalingen gestaakt. Men weet
nog niet juist, hoe hoog de passiva zgn,
doch het is zeker, dat de Antwerpsche markt
zwaar beproefd wordt en dat gevreesd wordt,
dat binnen veertien dagen verschillende
stakingen van betaling aldaar zullen worden
bekend gemaakt.
Woensdagochtend zag men door de stad
groote troepen werklieden trekken, die
zonder werk warenmen schat hun getal
reeds op 2500 de geheele voorraad dia
manten is uitgeput.
In een zeer nauwkeurige studie, die pas
verschenen is, verklaart Tolstoï, dat de in
Rusland te verwachten hongersnood dit jaar
tienmaal zoo verschrikkeljjk zal zgn als die
van 1891 en dat hij in minstens 50 gou
vernementen zal heerschen.
De gouverneur-generaal van Finland
heeft aan eene deputatie van boeren, die
hem kwam verzoeken de schorsing van
twee dagbladen op te heffen, omdat de
geesteljjke ontwikkeling van Finland zoozeer
ufhankelijk is van de dagbladpers en die
schorsing ook de maatregelen tot vermin-
»Wat, waart gjj dan degeen, die het
rjjtuig aanhield?*
>Ja,< stemde Brian toe met een zwaren
zucht.
De gedachte vloog Calton nu door het
hoofd, in hoeverre de jonge maa vóór hem,
schuldig was of niet, waarna bjj zicbzelven
moest bekennen, dat de omstandigheden
leeljjk tegen hem getuigden.
Hetgeen de dagbladen zeiden was dus
waar?*
»Gedeelteljjk.«
>01* Caltou haalde diep adem, hier was
een lichtstraal.
»Wist gjj niet, dat het Whyte was, toen
gjj hem dronken bjj de Schotsche kerk
vond liggen?*
>Neen, dat wist ik niet. Had ik het ge
weten, ik zou hem niet overeind hebben
geholpen.*
»Gjj herkendet hem dus eerst later
>Ja. Eu zooals de couranten zeiden, liet
ik hem los en liep door.*
Waarom verliet gg hem zio eensklaps
Brian zag Calton verwonderd aan.
>Omdat ik hem verfoeide,* zei hjj kortweg.
Waarom verfoeidet gjj hem?*
Geen antwoord.
»Vond dit zgn oorsprong in zgn bewon
dering voor juffrouw Frettly en omdat bjj
naar alle waarschjjnljjkheid haar echtgenoot
zou worden?*
»Nu, ja,< luidde het norsche antwoord.
>En,< zei Calton met nadruk, >de spil,
waarom alles nu draait is: Waarom zjjt gjj
met hem in het rjjtuig gegaan?*
>Ik ben niet in het rjjtuig gegaan.*
»De koetsier verklaarde dit toch.*
»Hjj heeft ongeljjk. Ik ben niet terugge
keerd, nadat ik Whyte herkende.*
dering vaH den nood, die een gevolg is
van den mislukten oogst, ten zeerste zal
belemmeren, geantwoord dat die schorsing
een gevolg is van de bestaande wetten en
van het verspreiden door die bladen van
onware geruchten en het afkeuren van re-
geeringsdaden. Wat de hulp ter zake van
misgewas betreft, zgn reeds maatregelen
genomen.
Volgens een mededeeling van het depar
tement van buitenl. zaken der Vereen.
Staten is daar niets bekend van een ernstig
geschil, dat aanleiding zou kunnen geven
tot vijandelijkheden tusschen Ru*land en
Japan. Ook de Russische en Japausche ge
zantschappen te Washington hebben ver
klaringen in dien zin aan de pers gezonden.
Thomas EdisoD, de zoon van den grooten
uitvinder, heeft, in samenwerking naet Wil
liam Holzer, een toestel uitgevonden, waar
mede het, naar hjj beweert, mogeljjk is, te
telefoneeren langs onderzeesche kabels. De
proef zal genomen worden eerst op den
kabel naar Haïti, daarna tusschen New-
York en Londen.
Te Cork, in Ierland, is Zondag een groote
meeting, onder voorzitterschap van den
burgemeester, in de open lucht gehouden,
waar eeD Transvaalsche vlag en motiëa van
sympathie met de Boeren werden aange
nomen. Ook de burgemeester van Limerick
woonde deze betooging bjj.
De heer Albert Crompton, een voornaam
reeder te Liverpool, die veel op Nederland-
sche havens laat varen, heeft in zjjn ge
bouwen biljetten doen aanplakken, gericht
tot de mannen en vrouwen van Liverpool.
Op die biljetten men liet er der re
dactie van het »N. v. d. D.« een zien
staat met groote letters te lezen
»Welk recht hebben wjj, ons te mengen
in de aangelegenheden der mannea van
Transvaal? Zouden wjj willen, dat zjj zich
met onze zaken bemoeiden? Laat ons
anderen behandelen, zootls wjj kolven be
handeld wenschen te worden.
»Als wjj gaan v chten met de Boeren,
dan noemen de dagbladen dat roem; maar
de ware naam er voor is moord!
»In wiens belang moetan wjj de kosten
dragen van het verboorden van menschen,
die «iets liever wenschen dan in vrede met
ons te leven? Is het waar, dat wjj aldus
»Wie was dan de persoon, die met
Whyte in het rjjtuig ging?*
»Dat weet ik niet.*
>Habt gjj geen vermoeden?*
»Niet in het minst.*
»Zjjt gij daar zeker van?*
>Ja, volkomen zeker.*
»Hjj schjjnt net eender gekleed te zgn
geweest, als gjj.«
Hoogst waarschijnlijk. Ik zou op zjja minst
een dozjjn kennissen kunnen opnoemen, die
een lichte overjis over hun zwarten rok
en een vilten hoed dragen.*
»Weet gjj of Whyte ook vjjanden had?*
»Neen, dat weet ik niet. Ik weet niets
van hem, dan dat hjj kort geleien uit
Engeland kwam met ean aanbevelingsbrief
voor mjjnheer Frettly en dat hg de onbe
schaamdheid had, om Madge ten huweljjk
te vragen.*
»Waar woonde Whyte?*
>In St. Kilda, aan het eind van de
Greystraat.*
»Hoe weet gg dat?*
Dit stond in de couranten, enen
aarzelend, >ik bezocht hem daar.*
Waa-om?«
»Om te trachten hem van zgn plan af
te brengen, om Madge tan huweljjk te
vragen en hem te vertellen, dat ik met haar
geëngageerd was.*
»En wat zei hjj?<
»Hjj lachte mg uit, de ellendeling.*
»Gjj hadt waarscbjjnljjk hevige woorden.*
Brian lachte bitter.
>Ja, die hadden wjj.<
Heeft iemand u gehoord?*
>De hospita, denk ik. Ik zag haar in de
gang, toen ik het huis verliet.*
Ë1 ft KB!AD
(Slot).
bleau I En zoo gaat het door. Dan richt
hjj de vragen tot den leerling: Qu'est ce
que c'est? en houdt het boek omhoog.
Volgt het antwoord niet vlug, dan zegt hjj
het voor: Cest le livre! Andere vragen
volgen: Est-ce le crayon9 telkens zegt hjj
het antwoord voor, als de leerling hapert,
en doet het dezen herbalen. Dan volgen
dergeljjke oefeningen met vrouweljjke woor
den: la regie, la plume, enz. en hij rust
niet, voordat elke leerling alle antwoorden
vlot en dnideljjk kan geven en op zjjn beurt
ook alle vragen kan stellen. Dan volgen
oefeningen in de namen van kleuren: «oir,
rouge, blanc, enz. De quelle couleur est
le papier? Le papier est blanc! en ook:
II est blanc! De quelle couleur est la
chaise? Elle est jaune. Voor over
vloedige herhaling wordt zorg gelragen.
Is de onderwjjzer overtuigd, dat de leer
lingen bjj eiken klank het rechte denken
en ook in staat zjjn alles dnideljjk te zeggen,
dan volgt de schriftelijke uitdrukking der
zelfde gedachten en hjj schrjjft opDe
quelle couleur est le plafondf 11 est
blanc! enz. Deze oefeningen worden nage
schreven, meermalen gelezen en eindeljjk
gememoriseerd.
Buitenland.
Wordt vervolgd.)