Het Land van Heusden en tllena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Kerstmis 1899, M 1861. FEUILLETON. n Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 23 DEC. 1899. land vam A0^' VOOR Dit blad verschat WOENSDAG an ZATERDAG, ibonamastiprjji: par S maanden f l.OO. trunco par poat aondar prf'svarhooging. Afzonderlijke summers 5 cent. Advertentiën yan 16 regels 50 et. Elke ragel meer 7l/a Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. We knnnen in 't midden laten of deze K-retmis de laatste of de voorlaatste der 19de eeuw ia: eenigo jaren geleden hebben we te dezer plaatse als onze meening uit gesproken dat het de laatste was. Toen is een wjjzer gekomen die deze meeniBg wegredeneerde en thans zjjn we zoover dat we't niet meer weten: Nederlandsche hoog geleerden hebben er bun opinie over mee gedeeld en ook deze heeren zjjn 't schrome lijk oneens. En 't allervreemdste in deze kwestie is wel dat iedereen logisch redeneert en toch tot een andere uitkomst komt dan zjjn opvolger. 't Gaat precies als in vorige tjjden. In 1600, 1700 en 1800 heeft men er ook druk over geschreven, zonder de kwestie afdoend uit te maken. Dat zal ook thans niet ge schieden en in 't jaar 1999 kunnen onze nakomelingen zich er weer mee bezig houden. 't Beste dunkt ons, is aan te nemen dat onze eeuw nog een jaar levens voor zich heeft. Waarom? Omdat er dan kans bestaat dat ze meer bevredigend eindigt dan ze nu doen zon. Wanneer deze Kerstmis de laatste moet zgn der 19de eeuw, eindigt deze met een ruwen kreet, een snerpenden vloek. De laatste Kerstdagen van vorige eeuwen heb ben ook wel niet het »Vrede op aarde* ge zien, maar zoo verschrikkelijk een wanklank is niet gehoord als thans door de heele wereld klinkt. Twee eeuwen geleden zag Europa een overweldiger zich tot de tanden wapenen om zgn eebied uit te breiden, Spanje voor zgn stamhuis te veroveren en overwicht in Europa te verkrjjgen. Ons werelddeel stond in vuur en vlam, want op 't initiatief van onzen Stadhouder Willem III was een bond van mogendheden tot stand gekomen om 't gru- weljjk onrecht, waaraan Lodewgk XIV zich in zgn grenzelooze heerschzucht schuldig maakte, te keer te gaan. Een langdurigs oorlog ontstond, die echter niet verhinderde dat Lodewjjks eisch ingewilligd werd. Een eeuw daarna't zelfde tooneel. En alweer als in 1699 Frankrgk de hoofdper soon. Nu zien we de ster opgaan van Napo leon, die in heerschzucht Lodewgk te boven ging en naar alle hemelstreken Frankrgk zocht uit te breiden. En nu we staan aan het einde dezer eeuw Ia de »Vr*gen v. d. D»g." EEN GEHEIMZINNIGE MISDAAD. Uit het Engelsch. (27 »Wie was de vrouw, die drie of vier weken geleden hier is gestorven?* vroeg Kilsip op strengen toon. >Hoe voor den duivel zou ik dat weten,* antwoordde moeder Gootsnip gemelijk. »Ik hib 'er niet vermoord, hoor! Het kwam door al den brandewijn, dien zjj dronk, zg was altjjd dronken, verd is ze!« Herinner je je den nacht, waarin zg stierf?* »Neen, dat herinner ik mg niet,* zei de oude vrouw openhartig. »Ik was dronken stomdronken ljjk G d help me.« »Ja bent altjjd dronken,* zei Kilsip. »Nou, wat zou dat?* snauwde zjj, de flesch weer opnemende. >Jg hoeft het toch niet te betalen Ja, ik ben dronken, ik ben altjjd dronken. Ik was gisterenavond ook dronken en eergisterenavond ook en ik zal vanavond weer dronken zjjn,« ging zg voort met een begeerigen blik op de flesch, >en morgenavond weer en dat zal ik vol houden, tot ik in mjjn graf lig, vervloekt ben jullie Galton huiverde, zoo vol van haat en onderdrakte boosheid was haar stem, maar de rechercheur haalde de Behouders op* >Mooi gek van je,« zei hjj kortweg, kunnen we althans dit constateeren, dat we veel vooruitgegaan zijn. In Europa heerscht het evenwiebt, waarnaar zoolang gezocht is. Geen der monarchen tracht meer naar de landstreken zjjns uurmans de machtigste der machtigen laat geen gelegenheid voor- hjjeraan uit te spreken dat vrede binnen en huiten het doel van zjjn streven is; aller- wege dringt de sociale kwestie naar voren en vindt heldere koppen en warme harten gereed baar op te lossen't is een lost nu te leven en deze Kerstmis mee te vieren, het Vrede op aarde* heeft de wereld over wonnen en staat gereed alles en alles te bezielen. Ja, als daar niet aan de overzjjde een schrille kreet gehoord werd, een kreet, die vloekt met den Kerstpsalm. En in 1669, èn in 1799 werd Europa beroerd door de heerschzucht van despoten. Engeland heeft in de laatste eeuwen geen despoten gekend; zgn bewindvoerders zgn echter aangetast door een niet minder noodlottige kwaal: gelddorst, en om die te bevredigen hebben ze een oorlog op touw gezet tegen geloofs- genooten, die een schandvlek zal werpen op de bladen hunner historie. De mensch kan in openbaren oorlog verkeeren en toch het wrede op aarde* in 't hart dragen. In dien toestand bevinden zich de Afrikaners. Strjjdende tegen den machtigen vjjand kunnen ze, overwinnende of overwonnen, vrede hebben met God. En daarvan zgn ze zich bewust. Jouberl's ver slag van de "oorlogsverrichtingen getuigt het. Wat ook over huu laud en volk kome, »de Heer zal 't wèl maken*, dat is de grondtoon van hun bestaan en voor ieder in 't bjjzonder het ware wrede op aarde*. Stel daar nu den Engelschman tegenover. Ook over zjjn landouwen klinken de kerst klokken en van zjjn kansels wordt het wrede op aarde* geprofeteerd. Is het geen spotterng na te stamelen »God heeft in menschtn welbehagen* en tegeljjk binnen- en buitenslands met allerlei middelen krjjgs- volk te werven om ginds mede-christenen te vuur en te zwaard te verdelgen? Wjj zullen den Engelschman niet veroor- deelen. Dat zou ook onrechtmatig zjjn, want 't volk heeft part noch deel aan de politieke intriges zjjner hoofden. Het Engelsche volk is meegesleept en ook dupe geworden van Chamberlain, Rhodes en consorten. En zoo is dan op deze Kerstdagen het wrtde op aarde* nog ver van te zjjn ver vuld. Ja, als christeljjke volken die zich bewust zgn van hun roeping, de heidenen Komaan nu, in dien nacht, toen de Ko ningin stierf, zoo noemden jullie haar immers, kwam er toen een jongmenach om baar te bezoeken »Dat zei ze,« antwoordde moeder Goot snip, >maar, lieve hemel, ik wtet er niets van, ik was dronken.* »Wie is >ze?«... de koningin?* »Nee, mjjn kleindochter Sal. De koningin stnurde haar, om den ellendeling te halen, om haar in haar ongeluk nog eens te zien. Zjj wou, dat hg de vruchten van zijn werk eeus zou zien, denk ik, en Sal nam papier uit mjjn doos,* schreeuwde zjj vol veront waardiging, »zjj stal het terwjjl ik te dron ken was om haar tegen te houien.* De rechercheur zag Calton van ter zjjde aan en deze knikte hem toe met een uit drukking van voldoening op h«t gelaat. Het leed das geen t wjj fel of het papier was uit de Villa in Toorak gestolen. »Hebt gjj den heer, die dien avond kwam, gezien?* vroeg Kilsip, zich weder tot de onde heks wendende. »Ik niet, vervl...* antwoordde zg be leefd. >Hg kwam over half één in den nacht «n je kunt toch wel begrgpen, dat wjj den ganschen nacht niet kunnen op- bljjven, verd...* »Over half ééa,« herhaalde Calton. »Dat is de ware tjjd. Zegt gjj de waarheid?* >Ik zal doodvallen als het niet waar is,« klonk het zotte antwoord van moeder Goot snip. »Mjjn kleindochter Sal kan je er alles van vertellen.* »Waar is je kleindechter?* vroeg Kilsip. in hun koloniën tot den waren godsdienst te moeten bekeeren, zelf metterdaad den oorlog prediken, dan zgn we er verder dan ooit van verwjjderd. En daarom wilden we met dit jaar nog maar niet de eeuw sluiten. Misschien vinden we in 't komende een meer bevredigend slot en daagt dan het morgenrood van bljjvende Vrede op deze nog woelige, woedsnde aarde. Buitenland. Onder hst opschriftDsroulède weer ver oordeeld, schrjjtt men nit Parjjs van 20 dezer Voor het Hooggerechtshof zegt Déroulèle, dat hg ter terechtzitting verschenen was om Habert te vertegenwoordigen, die de zitting niet kon bgwonen. Déroulèds voegt er bjj»Ik ben overtuigd van ds gehoorzaamheid van de zittende magistratuur aan de beveleD der Regeering. »Ik zeg dat ook van de staande magi stratuur. »Deze vsrgadering is infaam. »Zjj onteert Frankrjjk en de Republiek- »Ik betrek in deze beleediging den Senaat sn den President der Republiek. »Gjj zjjt knechten en lakeien der onwet tigheid. »Gjj zjjt een Hoog Hof van onrecht en schande. »De president der Republiek is der Re publiek onwaardig en gjj lieden onteert Frankrgk.* Op deze woorden volgt een onbescbrjjfljjk tumult. De proc.-generaal eischt Déroulèles uit sluiting tot de pleidooien, benevens zjjne veroordeeling. Het Hof trekt zich terug om te beraad slagen en velt zjjn vonnis, 't welk luidt: veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf we gens beleediging van het Hooggerechtshof. 't Was, na diens nederlaag, wel te ver wachten dat Buller van alle kanten aan gevallen en ter verantwoording zou geroe pen worden. Verdedigers vindt men weinig als het ongeluk ons treft; daarom zal hem welkom zjjn het woord van een hooggeplaatst En gelsch officier, die hem tracht te verdedigen. »Wat moest Buller doen? zoo vraagt deze. Moest hg soms beproeven, onder het vuur van den vjjand, de Tugela-brug te herstellen of moest hg den overtocht over de driften forceeren? Moest hjj misschien wachten tot dat de Boeren wel zoo vriendeljjk waren van terug te trekken? Na de ongelukkige Op deze vraag wierp de oude vrouw het hoofd in den nek en begon op een jammer- Ijjke manier te schreien. »Zjj is er van door,* klaagde zij met den voet op den grond stampende. »Ze is weg- geloopen, en heeft d'er arme grootmoeder in den steek gelaten, om met de lui van het leger mee te trekken, die hier rond reizen en de zaken bederven.* Weder begon de vrouw die te bed lag, te zingen. »Om God's wil, hou je bek,* snauwde moeder Gootsnip opstaande en op haar toe springende. >Ik zal je hart uitje ljjf halen, dat zal ik. Wil je dat ik je vermoord, omdat ja die lamme akelige dingen zingt?* Intusschen fluisterde de rechercheur Cal ton eenige woorden in. »De eenige persoon, die kan bewgzen, dat mgnheer Fitzgerald tusschen éénen en tweeën hier was,* zei hg, »is Sal Rawlins, daar al de anderen dronken schjjnen ge weest te zgn of geslapen hebben. Nu zjj dienst heeft genomen bjj hat leger des heils, zal het morgenochtend mjjn eerste werk zjjn, om naar de kazerne te gaan en haar op te zoeken.* >Ik hoop, dat je haar zult vinden,* ant woordde Calton, diep zuchtende. »Een men schenleven hangt van haar getuigenis af.« Hierop wilden zjj vertrekken, nadat Calton moeder Gootsnip een weinig zilvergeld had gegeven, dat zjj met een begeerigen blik aannam. >Ge zult het wel verdrinken, deuk ik,« zei de advocaat, vau haar huiverend. gevechten, door lord Methnen en generaal Gataere geleverd, kon hjj niet werkeloos bljjven. Hjj moest sla* leveren en trachten het verloren prestige van Groot-Brittannië te herstellen. Een telegram uit Londen dit weet ik uit zeer zekere bron beval hem tot den aanval over te gaan. Toen Buller dit bevel uitvoprde, wist hjj dat bjj zou falen. Hjj heeft het hoofd gestooten voor een onwrikbaren muur eu hjj wist dit zóó goed, dat hg het gevecht spoedig heeft gestaakt. Daaraan alleen is het te danken dat zjjn brigades niet vernietigd zjjn.* Wat deze officier zegt, is door anderen ook reeds verklaard. Zonder kennis van taken zjjn de operaties in Zuid-Afrika uit Londen bestuurd. Men wilde te Londen tegenover de onloochenbare sucessspn der Boeren, daden. Kimberley en Ladysmith moesten ontzet worden. Gatacre moest voor uit om de Vrijstaters te bedreigen. Men heeft daden gekregen, maar de uitslag is anders dan men gehoopt had! Het Oostenrjjksche militaire blad »Der Reich swehr* zegt, aangaande het gerucht als zon een mogendheid waarschijnlijk tus- schenbeide komen, om de vjjandeljjkheden in Zuid-Afrika te doen staken, dat het niet de Boeren zjjn die het einde van den oorlog wenschen, maar wel de Engelschen. De boeren hebben thans een veel te voor- deelige stelling, de Engelschen daarentegen hebben belang bg het staken der vijandelijk heden ora hnn leger te reorganiseeren en den oorlog binnen eenigen tjjd weer te be ginnen. Uit Loretgo Marquez wordt van 16 dezer eemeld Alhier is bericht ontvangen, dat de Boeren bjj Colenso zich hel ben meester gemaakt van 13 ammunitiewagens. Tegenover bet beriebt, dat in de pers ver spreid werd, als zonden Duitsche officieren aan den oorlog in Zuid-Afrika aan dc zjjde der Boeren deelnemen, kan de officieele »Berliner Correspondent* op de meest be paalde wjjze verzekeren dat geen Prnissisch officier permissie ontving, naar de Boeren- staten te vertrekken of daarheen een bui- tenlandsch verlof bekwam. Uit Londen wordt aan de »Petit Temps* geseind Volgens het departement van oorlog is te Ladysmith alles wel. Er zjjn 55 ljjders aan typhense koorts in behandeling. »Wel denkelijk,* antwoordde het oude wjjf met een terugstootenden glimlach, het geld in een puntje van haar schort knoopende, dat zjj voor dat doel afscheurde. »Ik ben de steun van de kroeg, dat ben ik, dat is het eenige plezier, dat ik in mjjn leven heb, verd Het zien van geld bad een verzachtende uitwerking op haar, want zjj nam de kaars op, om bij te lichten, terwjjl beide heeren de trap afgiugeD, omdat zjj hou hals ntet zouden breken. Toen zjj heelhuids beneden waren gekomen, verdween het licht en hoorden zjj de zieke steeds zingen, gevolgd door een stortvloed van vloeken van moeder Gootsnip. De voordeur stond open en na hun weg door den donkeren gang gevonden te hebben, kwamen zjj spoedig in de open lncht. Goddank,* zei Calton zjj a hoed even met een zware zucht afnemende. >Goddank, dat wjj veilig nit dat bol zgn gekomen.* >In elk geval is onze dag goed besteed,* antwoordde de rechercheur, terwjjl zg voort liepen. >Wg weten nu, waar mgnheer Fitz gerald op den avond vau den moord ge weest is, dus hg is gered!* Dit hangt nog van Sal Rawlins af,< antwoordde Calton nadenkende, >maar kom, laten wjj een glas cognac gaan drinken, want ik voel mg ziek na de kennismaking met dat rapaille.* XV. Den volgenden dag bracht Kilsip laat op den raiddag een bezoek aan Calton op het In militaire kringen maakt men allerlei gissingen over de positie van generaal Clery en zjjne colonne. Volgens gerncht zou Clery naar den kant van Weenen zjjn opgetrok ken om de Boeren die voor Ladysmith en Colenso liggen, inde flank aan te tasten. White, door een heliographische bood schap in kennis gesteld van het plan, zou Clery de hand reiken naar het Oosten, terwjjl de geheele macht van Buller den overtocht over de Tugela zou forceeren. Men zegt dat deze algemeene beweging aam alle kanten mislukte. De Engelsche regeering ligt voor den dienst in Zuid-Afrika een bereden infanterie- macht, genaamd Keizerljjke Yeomanry, be staande uit compagniëa van 120 man elk; behalve zjj die van de nu bestaande Yeo manry deel uitmaken, zullen sommige leden der Volunteers (vrjj willigere) en gewone burgers tot leden der Keizerljjke Yeomaary benoemd kunnen worden. De manschappen zullen hun eigen paarden en uitrusting leveren en zjj moeten van twintig tot vjjf en dertig jaar oud zjjn. Uitgezochte volunteer-infanterie-compag- niëu van 114 man zullen worden gevormd en aan elk liniebataljon, dat in Zuid-Afrika dienst doet, zal zulk eene compagnie toe gevoegd worden. Deze vrjjwilliger-compagniën zullen in het algemeen de compagniëa in de linie regimenten vervangen, die nu als bereden infanterie dienst doen. Op de bjjeenkomst van dc >City-csrpo- ration*, onder voorzitterschap van den Lord Mayor, te Londen gehouden, werd mede gedeeld, dat 25.000 pond sterling was bjjeengebracht, teneinde een »city-corps«, bestaande nit duizend vrjj willigere, voor Zuid-Afrika nit te rusten. Lord Rothschild teekende voor 5000 pond sterling. Generaal Wolseley nam het aanbod van de corporatie aan. De 6e divisie, welke thans in het kamp van Aldershot gsvormd wordt om ten spoe digste naar de Kaap te vertrekken en zal staan onder bevel van generaal Kelly-Kenny, is 8837 officieren en minderen, 744 paarden en 2405 muildieren, benevens 19 kanonnen sterk. Cavalerie is niet bjj deze divisie in gedeeld, omdat die reeds voor haar in Afrika beet te zjjn, maar de eigenlijke reden schjjnt te zgn dat de Britsche cavalerie hoegenaamd niet voor den strjjd geoefend is. Volgens de »Titnes« krjjgt echter elk der 8 bataillons kantoor en trof daar den advocaat aan, die hem ongeduldig wachtte. Het gelaat vau dan rechercheur teekende groote teleurstel ling, zoodat Calton hierdoor geenszins gerust gesteld werd. »Wel,« zei hjj ongeduldig, nadat Kilsip de deur gesloten en een stoel genonisn had. »Waar is zij?* »Dat is juist, wat ik moet weten,* ant woordde de rechercheur, moedeloos. »Ik Hen aan het hoofdkwartier van het leger des heils geweest, om naar haar te infor- meeren. Het big kt, dat zg als halleluja- meisje iu het leger werkzaam was, maar ze kreeg er in enkele dagen genoeg van, om er met een vriend van door te gaan naar Sidney, waar zjj haar oude woeste leventje volgde, totdat haar vriend genoeg van haar had. De laatste berichten luidden, dat zjj door een Chinees in een van de Sidueysohe holen werd opgenomen. Ik telegrafeerde onmiddelljjk naar Sidney en kreeg tot ant woord, dat er bjj de politie niemanl vau dien naam bekend was, maar dat er een onderzoek zou worden ingesteld, waarvan ik den uitslag zou vernemen.* >0, zg heeft ongetwjjfeld een anderen naam aangenomen,* zei Calton. >Ik begrjjp trouwens niet waarom.* »Om van het leger af te komen, denk ik,« antwoordde Kilsip droogjes. iHet afge dwaalde schaap wilde liever niet tot de kudde teruggebracht worden.* »En wanneer nam zjj dienst in het leger?* >Den dag na den moord.* •ara—ui isaaasBs—a—uw—a— is—a—a—aiaambe iiii -i mi Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1