iiet Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Zonsverduisteringen.
De nieuwe Kok.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 1905.
WOENSDAG 23 MEI.
1900.
land van alten*-
yooe
Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
F anco per post zonder prjjsveihooging. Afjonderlgke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
i.
>In het jaar 1900 zal een merkwaardige
zonsverduistering zjjn waar te nemen.*
Dit bericht, al lang geleden tot ons ge
komen, heeft nergens eenige ontroering te
weeggebracht, dan alleen in de kringen der
sterrekundigen, die dergelijke gebeurtenissen
aanwenden tot vermeerdering hunner kennis.
Dat was vroeger anders. In het jaar 1654
verborgen zich in Parijs de bewoners in de
kelders hunner woningen en in Duitschland
wierp het volk zich op dj knieën en dekte
de waterputten toe, opdat er geen vergift
van den hemel in zou vallen. En nog maar
een halve eeuw geleden, in 1851, maakten
velen in Beieren hun testament, wegens de
in dat jaar voorspelde zonsverduistering.
En nu? Er mag in de beschaafde wereld
nog ergens een hoekje gevonden worden,
waar men niet gerust is tegen 28 Mei a.s.,
over 't geheel genomen is de verlichting nu
wel zóóver, dat de menschheid volkomen
kalm deze gebeur'enis tegemoet ziet, over
tuigd dat zon- noch maansverduistering voor
ons aardbewoners gevaar kunnen opleveren.
Het is een der zegeningen der verlichting
dat de menschheid vertrouwen heeft gekre
gen in hQt wereldbestuur en 't bjjgeloof
heeft afgelegd.
E»n zoi sverduistering is pen zr.ak fusschen
zon, aarde en maan en willen we za ons
goed voorstellen, dan dient een kleine in
leiding omtrent het wezen van ons zonne
stelsel vooraf te gaan.
Wanneer we 's avonds den blik omhoog
staan, ontmoet ons oog duizende flonkerende
sterren en in het noordwesten i zeer hel
dere die niet flonkert. Die eene is Venus,
een kameraad van onze aarde, en met deze
om de zon wentelend. Die andere, schitte
rende hemelbollen zjjn evenzoovele zonnen,
op oneindigea afstand. Ze bahouden steeds
hun vaste plaats en dat we sommige zien op
en ondergaaD, anderen ineen cirkel rondwen
telen, komt alleen daardoor dat onze aarde
om haar as wentelt.
Een dezer vaste sterren nu is het hemel
lichaam, dut we zon noemen, onzi zon, de
bron van alle leven op aarde. Dat deze zon
zoo groot en schitterend is, komt door lat
ze zoo nabjj ons staat. Nabjj maar toch
altjjd nog op den respectabelen afstand van
20 millioen mjjlen, een afstand waarvan
men etnig begrip krijgt als men weet, dat
een stoomboot dien in 1000 jaar, een loco-
Eene Humoristische Vertelling
GEORG HöCKER. 6)
Paprikoff zag in, dat bjj op een mooien
weg was om in 't gedrang te komen.
Haastig keek bjj daarom op zjju horloge.
Ik geloof, dat het consert dadeljjk begint
nw zuster is reeds vooruitzei hg, maar
kon toch niet beletten, dat Fientje op zijn
arm leunde en met smachtende stem zei
»Vindt u ook niet, mgn beste heer Papri
koff, dat niet begrepen te worden een zwaar
te dragen lot is?c
Dat zei ik straks al tot mijnheer Scbu-
rich!« bromde Paprikoff, die zich niet vei
lig gevoelde.
Ach, gaan we op die prozaïsche maag-
quaeBtie niet iu,« fluisterde Fientje, h-m
beschaamd van ter zpde aanstootend. >Hoe
gelukkig moet een rjjp verstandig man zich
gevoelen, als zjjn huis, bestuurd door een
door en door poëtisch gestemde huisvrouw,
op liefdesvleugelen zich ver boren 't alle-
daagsche verheft.*
»Uw woorden roeren me diep, sta me toe,
dat ik daar eens ongestoord over ga na
denken,* stamelde de in de engte gedreven
dikbuik. Alscf hg vluchtte, verliet hg ds
oudachtige jonkvrouw, die hem 't genoegen
motief in 300 jaar, een kanonskogel in c.
25 jaar zou kunnen afleggen.
Om deze zon wentelen nu de planeten
Mercurius, Venus, de Aarde, Mars enz.
Het dichtst bjj staat. Mercnrins (8 mill,
mjjtaii) dan volgen Venus (14 mill.) ea de
Aarde (20 mill.)
Als we de zon voorstellen door een bol,
ter hoogte vah een meter, dan kunnen we
voor de aarde geen grooter bol nemen dan
een erwt, zich op c. 100 M. van den kogel
bevindende.
Men ziet dat we, groote gedachten van
onze aarde koesteren le, bedrogen zullen
uitkomen.
Zooals de aarde zich nu in c. 365 d. om
de zou wentelt, zoo bevindt zich om de
aarde zelf een bol, die zich om haar beweegt.
Deze bol is de maan, bjj den kogel en de
erwt vergeleken, niet grooter dan een zand
korrel. De aarde heeft 64 maal de grootte
van de maan, de zon 1 5 mill, maal die der
aarde.
Nog iets. De om de zon wentelende bollen
bebben in tegenoverstelling van de massa
lichtende zonnen, geen eigen licht, doch ver-
krjjgen hun licht van de gemeenschappelijke
bron: de zon.
Aar !e en Maan worden dns door de zon
verlicht en zenden ook elkaar hun licht toe.
Geljjk wij om de 29 dagei onze nachten
verlicht zien door de volle maan, zoo ge
nieten ook de maanbewoners als die er
zjjn, wat we op goede gronden betwijfelen
van het licht, dat hun de aarde toezeudt en
dat heel wat imposanter is dan het maan
licht. De oppervlakte der aarde toch is c.
16 maal zoo groot als die der maan, dus
esn volle aarde op de maan is 16 maal
grooter dan een volle maan op de aarde.
In 29 dagen loopt de maan om de aarde
en onderwgl legt ze met deze v» deel van
den weg om de zon af. Opmerkelijk is hat
dat de maan geen aswenteling heeft en altijd
hetzelfde deel van haar oppervlak naar ons
toekeert. Tejkenen we een cirkel, die de
aarde voorstelt en daar buiten een kleiner
cirkel, dan kan die de maan voorstellen.
Stellen we ons voor dat het zonlicht van
rechts op de aarde valt, dan zal de maan
eveneens rechts van ons, dus tnsschen aarde
en zon staande, voor ons onzichtbaar wezen.
Het is dan Nieuwe Maan. Verplaatsen we
de maan naar links van de aarde, dan heeft
juist bet omgekeerde plaats en zien we haar
geheele verlichte helft. Het is dan Volle
Maan. In de twee andere standen spreken
we van eerste en laatste kwartier. Op de
van haar bijzjjn bljjkbaar gaarne nog lan
ger had gegund, maar hg kwam daarojj
van den regen in den drop, daar hg juist
tegen Sagebeins »potscbrab« aanliep.
>Mientje, Fientje. waar zit je toch? dat
is om buiten adem te raken,* riep ze reeds
van verre in grooten haast.
Mejuffrouw, ge ziet er zoo geëahauffeerd
uit,* kou Paprikoff, als beleefd man niet
nalaten te zeggen.
Gekheidriep Lientja smalend, »die
oude gans heeft me haar rooien sjerp niet
willen leenen, maar ik heb hem toch maar
gesnoerd, van zoo'n oude gans laat ik me
niet lompen.*
In Paprikoff ontwaakte alweer de oude
vrjjer.
Hoe allerliefst ziet u er uitDie sjerp
staat u zoo mooi!* vleide hg.
Maar Lientje snauwde hem toe: »Och
wat, maak toch geen grapjas me!«
Neen, u ziet er betooverend uit,* hield
Paprikcff vol. Ia zoo'n prachtige tegenstel
ling met die sjerp staan uw fonkelende
groene oogen. Outer ons gezegd, ik heb
een zw .k voor groene oogen.*
Maar het neïve Lientje nam den kirren
de» doffer niet ernstig op. »Haha! met
zulke praatjes snap je me niet!* lachte ze
en glde weg.
Die jonge dame scbjjnt uit den omtrek
van Berljjn te komen!* bromde de geheel
verslagen rentenier, maar kromp verschrikt
ineen, want in stormpas kwam de moeder
der drie graties, Mevrouw Jetje, naar hem
toe.
teekening valt als de maan bovpn staat
Eerste Kwartier en beneden Laatste Kwar
tier.
Een oplettend lezer zal bg het beschou
wen dezer eenvoudige teekening opmerken,
dat er bg Nienwe Maan, als de maan tns
schen aarde en zon staat, voor een plek op
aarde een tjjd moet komen, in welken de
zon geheel of gedeeltelijk onzichtbaar moet
zjjn. Dat is jsist gezien en we zjjn nu in
eens bg onze zonsverduistering aangeland.
Een zonsverduistering ontstaat das wan
neer de maan voor ons het licht der zon
onderschept. De sterrekundigen drukken dat
anders uit. Ze zeggen: de oppervlakte der
aarde komt in den schadawkegel der maan,
doch 't beteekent precies hetzelfde.
Omgekeerd komt bjj Volle Maan soms de
maan in den scbaduwkegel der aarde, of
anders gezegd, belet de aarde het licht der
zon op de maan te vallen, waardoor dan
deze verduisterd wordt. We hebben dan een
maansverduistering.
Het is duideljjk dat de laatste een wer
kelijke verduistering, de eerste dat echter
niet is. Slot volgt.)
Buitenland.
De Italiaausche correspondent van de
»N. R. Ct.« schrijft van 11 dezer:
De Vesuvius is de afg-doopen week schrik
barend in werking gekomen. Het begon
met ontploffingen als kanonschoten, steenen
werden honderden meters hoog opgeworpen
met witgloeiende lava, die als een regen
van vuur naar beneden viel. Eon groote
pauiek ontstond in de dorpjes die om den
voet van den Vesuvius liggen. De bevolking
sliep den eersten nacht ia de straten, daar
zjj hunne huizen, bg de kleine aardbevingen
die da eruptie vergezelden, niet vertrouwden.
Het huisje van de gidsen op den berg werd
door een vulkanische bom verwoest.
De gidsen gingen tegen middernacht
terug, daar zjj vreesden, dat da lava H&ar
beneden zou komen. De dienst op de Vesu-
vinsbaan werd gestaakt, het station en het
restaurant verwoest en zwaar beschadigd.
De volgende dagen is de uitbarsting nog
in hevigheid toegenomen, met moeite hebben
de prefect en een kardinaal de mensehen
tot rust kunnen brengen met de berichten
van het observatorium. De toegang tot den
berg (verscheidene Engelsche toeristen wil
den hem met alle geweld bestijgen), werd
ten strengste geweigerd. De correspondent
van de Tribuna kreeg bjj uitzondering verlof
met eenige gidsen naar het observatorium
Maar kindertjes, waar zjjfc ge toch
riep ze reeds van verte. »Ach hoor eens,
mijnheer P-'prikoff, hebt u mgn dochters
niet gezien?*
•Ze zjjn al vooruit naar het strand.*
Dan zal ik me haasten. Mjjn man is
natuurljjk weer niet hier. Nu moet zoo'n
arme wurm als ik ben, onbeschermd met
mjjne dochters naar 't strand.*
Nog etr Paprikoff kon antwoorden, voelde
hjj zich weer bjj den arm gegrepen. Nu was
't zjjn eigen lieftallig dochtertje, dai smee-
kend naar hem opzag.
Nu, papaatje, wil u niet met me naar 't
strand gaan?* vraagde Paula.
»'k Denk er niet aan! vraag 't maar aan
je onde tante.*
Zjjn oude zuster Kathinka, die juist kwam
aan loopen, en zjjn laatste woorden ge
hoord had, werd purperrood.
Oude tante! Hoor eens, js bent ontzet
tend onb33chofd! Welke vulgaire woorden 1
Wat moeten de menschen d-nkenl*
Kom, ga maar vooruit, uitstekendste
aller zusters!* »onder ons gezeg i ik heb
geen zwak voor zed-prekende oude juffers.*
In onbeschrjjfeljjke waardigheid ruischte
mejuffrouw Paprikoff weg. Paula wilde haar
volgen, maar nam vleiend vaders arm.
Papaatje, u maakt dia goede tante ook
altjjd boos. Ze heeft o~s beiden toch zoo liet
Kom toch, do9 ons 't genoegen en ga mee
naar 't strand.*
Nu, voor mgn partl Je bent een kleine
kwelgeest, Paula! maar ik doe 't tot be-
looning, omdat je weer vrooljjk kijkt!*
te gaan. Hij geeft in zjjn krant o.a. het
volgende verhaal
Ik ben hierboven (in hat observatorium)
aangekomen, onder een dichten regen die
door sterken wind word voortgejaagd, ver
gezeld door een van de koenste gidsen die
men zich denken kan. Hjj vertelde mg,
dat toen hjj gisteren hierboven kwam om
een boodschap van den prefect boven te
brengen, het hem leek alsof hjj een hel
doorkruiste, zoo verschrikkeljjk was het
gedonder van den vulkaan en de bliksem
schichten om den krater. Bjj menschenhen-
genis kent men geen uitbarsting zoo hevig
als deze.
De weg was uiterst moeiljjk door de
dikke nevels die nu den top van den berg
omringden. Eindelijk om twee uur kwam
ik in het observatorium aan, waar ik pro
fessor Tascone vond, glimlachend, als een
man die gewoon is aan deze Yesaviaansche
tooneolen. De professor zeide o. a.»Deze
uitbarsting is door zjjn buitengewone he
vigheid, een noviteit in de analen van den
Vesuvius De bevolking van de omliggende
dorpen ha l wel reden om bevreesd te zjjn.
Gedurende de uitbarsting werd de echte
vulkanische(parasol) pjjnboom» opgemerkt,
een kolom van asch tot een hoogt# van
éngeveer 400 M., die den vorm van een
parasol aanneemt. Het grootste schouwspel
dat in Napels werd opgemekt, werd ver
oorzaakt door groote opgeworpen massa's
gloeiende lava. De krater werd op geen
enkele plaats gespleten, zoodat geen lava
in stroomen uitvloeide, waardoor deze uit
barsting een geheel speciaal karakter had»
Sedert is de kalmte in den vulkaan en
zjjn omgeving teruggekeerd.
De gids, die zich tot boven aan den
krater gewaagd heeft, bericht dat het bo
venste deel van den spoorweg met enorme
steenmassa's bedekt en alles daar verwoest
is. De krater is ingestort, er zjjn geen
spleten in den rand ontstaan. Er komen
nog zwakke wolkjes rook uit en er worden
stukken steen opgeworpen, die weer in den
krater terugvallen. Men verwacht in Napels
grooten toevloed van vreemdelingen.
Zaterdagmorgen plakte een Engelschman
in de afdeeling voor voedingsmiddelen op
de Parjjsehe Tentoonstelling een telegram
aan, waariD werd medegedeeld, dat Mafeking
ontzet was. Alle aanwezige Eagelschen hie
ven het >God save the Qreen!* aau. Een
aautal Franschen snelden toe en antwoord
den met het geroep: »Leve de Boeren!*
Er ontstond een vuistgevecht, waaraan de
Plotseling keek Paula ernstig. Daarover
moet u niet beginnen, papa; van Bruno zie
ik niet aflc zei ze vast besloten.
Al goed, ga maar mee naar 't strand-
coxsertbrak Paprikoff kort af en neuriede
met vreeslijke valsche stem de beginwoorden
van de »Holzauktion.«
Maak geen drukte, ik geef niets om nw
golfslag; 'k ben al te West-Swindorf af
gestegen, 'k verlang alleen Mejuffrouw vou
Stackelsberg te spreken! Dien me aan!*
beval een kwartier later een elegant en flink
uitziend hser, aan wien men reeds van verre
den officier in burgerkleeding kon z en, den
oberkeliner Jan. Maar hg liet dezen geen
tjjd om te antwoorden. Door een monokei
had bjj in de struiken een licht kleedje zien
blinken. Antje, zg is het!* riep hg vroo
ljjk, liet den verbluften oberkeliner staan,
die, heel spraakzaam, een verhandeling over
zoutgehalte en golfslag gebonden had, en
spoedde zich naar het j-ugdige frissche Antja
von Stackelsberg, die juist alleen van het
strand terugkwam.
Mgn liet Antjf-!*
Eerst bleef Anijs verbaasd staan. »Hugo!
ja, ja! Hoj kom je bier?* riep ze toen in
levendige verrassing.
•Je bent verbaasd, maar mjja lief kind,
ik breng slechte tgding,* zei de jonge flinke
huzarenufficier, na de eerste vroolgke be
groeting.
Wat moet dat beteekenen?* vroeg Antje
verbtadkend.
•Je papa is gisteren teruggekomen ik
politie ochter spoedig een einde maakte.
Van St. Helena wordt gemeld dat daar
weer 500 krjjgsgevangenen aaHgekomen
zjjn. Er waren knapen en grijsaards bg.
Men schrgft van 19 dezer uit Washing
ton. Een onafgebroken stroom van bezoe
kers is de Bóeren-deputatie heden ia hun
hotel de hand komen drukken en ook heb
ben er eenige niet officie le ontvangsten
plaats gehad. Men hoopt, dat tegen Maan
dag een bezoek aan president Mac Kinley
overeengekomen zal zjjn. Fischer zeide: Wjj
meenen, dat onze opdracht ons rnim in staat
stelt om door middel van de goede diensten
eener bevriende regeering een einde te ma
ken aan het bloedvergieten. Wjj zjjn niet
gekomen, met een kras of stoutmoedig
voorstel, maar gelooven dat een eervolle vreIe
mogeljjk is. De Vereenigde Staten zjjn het
eenige volk, dat in een toestand verkeert,
om dien vrede tot stand te brengen.
De berichten uit Transvaal zjjn nog on
duidelijker dan vroeger; de inneming van
Mafeking door de Boeren, 't welk wjj
Woensdag 1.1. berichtten, werd reeds twee
dagen daarna tegengesproken en spoedig
daarna gingen geruchten, dat de Boeren
aldaar verjaagd waren en Mafeking dus
ontzet was; dit laatste bericht wordt thans
bevestigd, en hiermede kunnen we dus aan
nemen dat 't den Boeren nog slecht gaat.
In hoeverre andere loopende geruchten
waarheid bevatten, kannen wjj niet beoor-
deelou, doch dat Kruger en andere hoofden
besloten zjjn zioh over te geven, daarvan
geloven wjj niets.
De geheele strjjd wjjst er ons op, dat da
Boeren hun land niet zoo maar pijjsgeven,
en al bljjft tot nog toe hulp uit den vreemde
uit, 't is er nog verre van dat hun zaak
hopeloos is.
Hoe verder Roberts met zjjn mannen
zich iu 't binnenland begeven hoe, moeiljjker
voor hem alle aanvoer, en hoe kleiner zjjn
leger; de gezondheidstoestand voor mensch
en dier bljjft bovendien nog even ongunstig,
en Engeland zul op een verzet tot den
laatsten man moeten rekenen, mits de
Boeren den moed niet verliezen, en de be
richten die op dit laatste wjjzan, komen
allen uit Engelsche bron.
Bovendien doemen vaa alle zjjden van
dan horizon zwarte wolken op, waardoor de
helderziendheid der Engelsche politici ver
duisterd wordt.
Hardnekkig houdt het gerucht stand, dat
de Boeren groote voorraden voedsel en
heb dringend bjj hem aangehouden, maar ben
afgewezen,* berichtte Hugo von Hulpitz
treurig.
Hoe is dat mogeljjk je bent toch
zoo'n flinke man.*
Geroerd en gevleid zag hjj haar aan en
drukte haar handen. >Vind je? je papa
meande, dat je nog te jong waart, en ik
hm een weinig los in één woord
hg wil niet.*
Alsof papa ook geen losse huzarenluite
nant geweest is, voor hg regiments kommau-
dant is geworden!* riep Antja en de.tranen
kwamen naar boven. »Hoe ongelukkig
ben ik!«
Ik ben zelf in de war!* sprak Hulpitz,
aan zjjn jong baardje draaiend. »Ik haastte
me zonder verlof naar hi9r. 'k Kon geen
verlof vragen dan had je papa lont geroken,
en me 't verlof geweigerd. Maar als bjj 't
merkt springt de bom'k kom spoorslags
naar je toe, om met je te praten. Er moet
iets beslissends gebeuren, goed**, lieve, schat!*
Boos balde Antje haar lieve vuistjes.
Daar zal die ellendige, nare stiefmoeder wel
Wrer schuld aau hebbanZe gunt me mgn
geluk niet!* stamelde zg. Maar je most
haar gezien hebben! Hoe zag ze er nii?<
Hulpitz schudde het hoofd. >Ik heb haar
in geheel niet gezienmaar zoo ik gehoord
heb, is ze een oude jongejuffrouw.*
En leelgk ook vast, dat kan ja gelooven
maar daar komt mgn liefste vriendin!
Sabine moet ons helpenzg is verstandig
en moet en zal een uitweg vinden.*
II—■IMIIMIMII1M 1—HIHMHHilH Mil— II
van
Wordt vervolgd