Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bonimelervvaard.
CHINA.
FEUILLETON.
De nieuwe Kok.
Uitgever: L. J. YEEBMAÏÏ, Heusden.
M 1915.
WOENSDAG 27 JUNI.
1900.
LAND VAN ALTENA-
YOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprjj sper 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel
meer ll/t ct. Groote letters naar plaateruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Als er nu één te beklagen is, dan is 't
Engeland. Met kracht van wapenen en met
een overvloed van strijdbare mannen heeft
het Oranje-Vrijstaat en Transvaal onder
worpen of zoo goed als onderworpen, en daar
wordt de groote mogendheden kans gegeven
hun vingers naar China uit te strekkan. Al
lang hebben ze de gelegenheid afgewacht
zich met de zaken der langstaarten te be
moeien en nn deze komt, onverwacht als
een onweersbui, zit Engeland nog met handen
en voeten in Znid-Afrika vastgebonden en
kan 't als de groote roof aanvangt, niet
opkomen met een macht, geëv*nredigd aan
zjjn waardigheid, 't Is wel te beklagen. En
China niet minder. Als dat rijk dan toch
verbrokkeld moet worden is 't voor de Chi-
naezen te hopen dat een groot deel komt
onder de nooit genoeg te roemen Engelsche
opperheerschappij, die in Afrika dit jaar
zooveel zegen verspreidt.
Doch laat ons niet bitter worden, maar
liever een en ander meedeelen omtrent dit
oude, groote rjjk, dat thans dreigt een prooi
te worden der Westersche beschaving!
China is een reus, vergeleken bjj de staten
van Europa. Om het slechts met één te verge
lijken, met Dnitschlaud, China is, Manls-
joerjje en Mongolië niet meegerekend, circa
8 maal zoo groot als Duitschland en bevat
10 maal zooveel mwoners, t. w. 400 millioen.
Het is dus dichter bevolkt en daar de be
volking meerendeels de laagvlakten bewoont
is het daar dichter bevolkt dan eenige staat
van Europa. China in zjjn geheel genomen
is nog l/4 grooter dan geheel Enropa. De
bewoners noemen hun land Tschung-kue,
d. i. het rijk van het midden. Ze waren n.l.
vroeger van meening dat hun land 't middel
punt der wereld was, dat een steun gaf aan
't koepeldak des hemelg. Vandaar noemen
zs 't ook wel Thien-hiafundament van
den hemel't Hemelsche rjjk, en den keizer
zoon des Hemels.
't Is een zeer eigenaardig volk, het Chi-
neesche. Door eeuwenlange afsluiting heeft
het zich weten te vrijwaren van buitenland-
schen invloed, vooral van Enropeeschen. Ja,
't heeft eeuwen geleden, om beveiligd te zjjn
voor de noordelijke buren, een muur opge
trokken, over bergen en door dalen heen,
ter lengte van 2450 K.M., die een hoogte
van 8 M. en een dikte van 6 M. had, met
van afstand tot afstand groote toiens er op.
Eene Humoristische Vertelliag
GEORG HöCKER. 15)
«Chef, de soep kookt over!* schreeuwde
Max.
«Dat verheugt me!« stotterde Madtke.
«De jufier heeft bet menu al opgemaakt,*
piepte Jftje, »wil u 't asjeblieft eens lezen?*
«O ji'!« steunde Madtke.
«Chef, de soep, de soepschreeuwde
Max weer.
«Zet ze dan maar af!c riep Jetje, «de
chef heeft thans meer te doen.*
»Potage consortée,* las Madtke terwjjl.
«Piroges, Saumon a la hollandaise, Dos de
chevreuil, garni a la jardinière. Heer in de
hemel, wat een koeterwaalech
«Juffer Elise is altgd zoo gelukkig in
haar ktus,< zei Jetje, die hem niet verstaan
had.
«Heel gelukkig, ik ben ook erg gelukkig
stotterde Madtke, en verdiepte zich weder
in 't menu. »Vol du vent a la meïtre d'bötel,
Chateau Savarin, Glace a l'ananas, Crème
a la Nesselrode, fruits glacées, och hemel,
kon ik maar een enkel woord daarvan be-
grjjpen!*
«Is u tevreden, chef, of wilt u er nog
wat aan veranderen?* vroeg Jeje.
Madtke veegde het zweet van zjjn voor
hoofd. Bewaar me, kook er maar op los
Tbans ligt bjj grooteDdeels in puin en
maken de Mongolen met de Chineezen één
volk uit. Door die afgeslotenheid naar buiten
draagt de Chineesche beschaving en kunst
een eigen kprakter, waarin van ontwikkeling
geen sprake is. De Chinees is landbouwer.
Uet grondbezit is echter zeer versnipperd.
Een familiehoofd, die 6 H.A. bezit, geldt
reads voor een gegoed man, en een land
goed van 60 H.A. is een zeldzaamheid. Door
bemesting en bevloeiing weten ze van schra
len grond nog een goeden oogst te trekken.
De Chinees verbouwt rjjst, thee, katoen,
suikerriet, bamboes, tarwe, gerst on rnoer-
beiboomen voor de zijdeteelt. Veeteelt kent
men ar niet, behalve van varkens, die een
gewaardeerd voedsel leveren.
Tot voor kort bepaalde de ng verheid zich
tot huisindustrie. Al wat in China gewrocht
wordt is handenarbeid. Het oprichten van
fabrieken is zoolang mogelgk tegengehoudan.
Bjj den vrede met Japan echter heeft de
Chineesche regeering toegestaan dat vreem
delingen in enkele havens vrjj zouden toe
gelaten worden tot het oprichten van fa
brieken en 't invoeren van machines.
Het is ontwijfelbaar dat China dit slechts
door den nood gelrongen heeft toegegeven.
De Chinees is te groot behoudsman om niet
met leede oogen aan te zien dat de kunst
der vaderen verdrongen wordt door fabrieks
arbeid.
Toch heeft China op 't gebied der nijver
heid een groote toekomst. In zjjn bodem
bevat het goud, zilver, lood, kwik, ijzer,
zink, edelgesteenten, meerschuim, barnsteen,
porseleinaarde. In een der provinciën heeft
men een oppervlakte van 33000 K.M.Steen
kool gevonden, ter dikte van 6 tot 9 M.,
benevens anthracietlagen van 4 M. dikte
naast lagen van ijzererts.
Als China er maar toe komen kon zjjn
afkeer van 't nieuwe te overwinnen, o.a.
zjjn afkeer van spoorwegen en evenals Japan
de nijverheid van Europa inroepen wilde,
dan zou 't zeker een goede toekomst tege
moet gaan en misschien minder tg den van
hongersnood te doorstaan hebben.
Gegeven een enorm rjjk, dat afkeerig is
van onze beschaving en op zijn hoede voor
onze manieren gegeven een half dozjjn
mogendheden, tuk op uitbreiding van grond
gebied, vooral van een rjjk onontgonnen
grondgebied. Een enorm rjjk, doch een kind
nog in de wapen voering en mogendheden,
volleerd in de behandeling der weermiddelen
steunde hij, »'t zal heel goed smaken
Juist verscheen Elise, de dochter van den
hotelhouder, een allerliefst wipneusje in de
keuken. Ze kwam uit de proviandkamer, en
had een gedekte schotel in de handen.
»Hier Jetje,* zei ze binnenkomend, »je
moet nu maar naar de proviandkamer gaan
room kloppen.*
Daar zag ze Madtke en liet de schotel
vallen. «Heere mgn tjjd stamelde ze.
>Elise, mjjn Elise!* riep Madtke, en jjlde
naar de dochter des bnizes.
«Ooe kom je hier?* stamelde het meisje.
Jetje sloeg de handen voor haar hoofd
samen. >Maar joffbr, al de broodsaas!*
«Hemel, hoe onvoorzichtig! Ik keek niet
naar den grond! Max zal't wel opnemen
Hoofdschuddend keek Jetje 't jonge meisje
aan en ging toen aarzelend naar de pro
viandkamer.
«Maar Frits, hoe kom je begon Elise
weer.
«Pat! Stil! dat de jongen niets hoort!
Ik ben een offer van mgn vriendschap.*
«Maar ik begrgp niet
«Ik ook niet, lieve Elise, maar help ms
om Godswil mgn onwetendheid te verber
gen Hoogstens nog een half uurtje.*
Elise was een dapper meisje. Ze begreep
dat verdere vragen thans niets uielpen. Ze
trok den geliefde naar 't hakblok en gaf
hem een w.-nk wat hg doen moest.
»Om 's hemelswil, Frits, wees toch niet
zoo onhandig!* zuchtte ze na een poosje,
«die Max kjjkt zoo naar je.<
»Ocb, lieve hemel, Elise, ik weet niet
o, die ellendige Börner!* fluisterde hg tan
denknarsend.
kan het schooner dat die domme Chi
neezen door een binnenland«chen opstand
als 't ware Europa uitnoodigen binnen te
treden En als niet volledige satisfactie ge
geven wordt voor 't molesteeren van ge
zanten en christenen, zullen ongetwijfeld de
Europeesche mogendheden, vereenigd met
Japan, den heidenschen Chinees wel eerbied
weten in te boezemen voor de wapenen der
Christenen.
Tnk op verovering, op uitbreiding van
koloniaal bezit
Geen sprake van. We hooren 't al ver
klaren door de Chamberlains in de ver
schillende parlementen: louter een tuchti
ging, noodzakelijk voor den eerbied van ons
gezag: noodig ook voor de opvoeding van
den Chinees, die wat meer iu de weield moet
komen. Roof ligt niet in de ljjn onzer historie,
'c Is zuivere menschenliefde, die ons dringt
de heidensche barbaren de zegeningen der
Westersche beschaving deelachtig te maken.
Dat daartoe eenige dnizende staartmannen
in 't zand moeten bjjten, is een offer, wel
waard gebracht te worden, 't Is een zware
taak, door de beschaving ons op de schouders
gelegd, waarbjj elka gedachte aan eigen
belang uitgesloten is
Wie lacht daar?
Te Parjjs heeft zich gevormd em Com
missie voor de onafhankelijkheid der Boeren,
die een manifest heeft uitgevaardigd, waarin
het o. a. heat
«Nooit zon Engeland uit zichzelf op het
denkbeeld gekomen zjjn, zich op de Zuid-
Atrikaanscbe Republieken te werpen, als
het niet verleid en bedrogen was door een
verbond van hebzuchtige speculanten en on-
verzadeljjke geldmannen, die begeerig zjjn
zich van Transvaal meester te maken, om
de hand te leggen op de rijke goudmjjaen,
welke zjjn grond bevat.
Er bestaat geen menschelijk wezen, dat
zich niet tot in het diepst zjjner ziel bewo
gen voelt voor deze twee kleine heldhaftige
volken, die sterk zjjn door hun recht, over
tuigd zjjn van de heiligheid hunner zaak,
vertrou ven stellen in een soort door God
handelende rechtvaardigheid en die, daar
zij zich niet kannen voorstellen, dat god-
delg ke hulp hen in den steek kan laten,
zich allen, mannen, vrouwen, kinderen en
grjjsaards, zich in de hardnekkigste gevechten
hebben geworpen, terwjjl zjj door hun moed,
«Nu, ik zal deze koteletten in den pan
leggen, let op dat ze niet verbranden fluis
terde Elise, en ging naar 't fornuis.
De ongelukkige Madtke deed wat hjj kon.
«Au! au! dat spat!* riep bg opeens en
vloog achterait.
«Zjjn die dingen al goed?* vroeg hg zacht
na een poosje.
»Bewaar me, ze beginnen pas te braden
>0, heilige Aesculaapl mgn handen zjjn
al heelemaal verbrand.*
«Je moet ook niet altgd je handen boven
de pan houden, het vet spat natuurljjk.*
«Natnurljjlr, maar wat moetik dan doen
Op hetzelfde oogenhlik stiet hjj den pan
om, zoodat de vlam uit het fornuis sloeg.
>Brand! brand! help!* riep hjj verschrikt.
Elise liep naar hem toe. »Je hebt een
ongelukkige hand fluisterde zij. »Ga naar
het hakblok en weeg vleesch. Hoe zal dat
afloopen! Ik vrees voor een ongeluk!*
Madtke sloop naar het hakblok sn begon
vleesch te wegen.
«Daar sta ik en weeg vleesch!* vloekte
hg inwendig, «en mjjn patiënten wachten
op md O, die ongelukkige Hörner!*
Intusschen was 't Elise gelukt ook den
keukenjongen weg te sturen. Nn ijlde ze
liep ademend naar Frits aan 't hakblok.
>Maar ze- me om hemelswil, Frits, hoe kom
je hier? 't Hart staat me stil! Als vader
't merkt! Hg begaat een ongeluk!»
»Dat weet de hemel, liefste Elise, steunde
Madtke, altjjd maar vleesch wegend. Ik ben
onschuldig au, mgn vinger! beroerde
scherpe messenzei hij en sloeg den vinger
door de lucht. Maar laat ik 't je vertellen.*
»Dank je, dank je! 'k Vind den weg
bnn verachting voor gevaar en vermoeie
nissen, hun gematigdheid in de overwinning
en hun hooge gevoelens van menscheljjk-
heid, het voorbeeld hebben gegeven van de
schoonste en edelste deugden.
Wjj kannen ons niet nederleggen bg het
denkbeeld, dat de door enkelen beraamde
schurkenstreek tegen Transvaal en den Vrij
staat werkelijkheid zal worden.
In de tegenwoordige omstandigheden, nn
de regeeringen, wederzjjds verded', door
haar nagver, geneigd schjjuen de zaken aan
zichzelf over te laten, hebben wjj gemeend
dat, getrouw aan de roemruchtige beginselen
van edelmoedigheid, rechtvaardigheid en on
afhankelijkheid der volkeren, die de groot
heid van ons land in de geschiedenis hebben
uitgemaakt, aau alle rechtschapen maunen
van Frankrjjk een plicht wordt opgelegd,
vooral op het oogenblik, dat de Zuid-Afri-
kaansche oorlog wanhopig zal worden en
de meest tragische wending nemen.
Die plicht is zich te vereenigen in een
uitgebreide commissie, die, in samenwerking
met de commissies met het doel, welke reeds
in Rusland, Duitschland, Oostenrijk, de Ver-
eenigde Staten, Nederland en Engeland zelf
bestaan, zal jjveren voor het herstel van de
vrede, door de vernietiging te beletten der
beide kleine volken, waar ran de heldenmoed
de bewondering van de gehe de wereld heeft
veroverd en welker deugden en adellom
een eer zjjn voor het menschdom.
Sedert maanden reeds is de toestand in
Spanje niet zeer gunstig. Er heerscht onder
de bevolking groote ontevredenheid, die vaak
tot ongeregeldheden aanleiding geeft, en die
gretig werden aangepakt door Carlisten,
tegenstanders der regeering, republikeinen
enz. De oorzaak was, dat vele Spanjaarden
weigerden belasting te betalen, welke door
de in de laatste jaren gemaakte onkosten
zeer waren verhoogd.
Een groot lichaam, de Nationale Unie
van Kooplieden, heeft zich bjj deze bewe
ging aangesloten. De dagbladen, die over
de beweging zich gunstig uitlieten, werden
vervolgd gestrenge maatregelen werden ge
nomen, doch het helpt niets.
lederen dag komen nieuwe personen zich
aansluiten bg deze vereenigde bewoners van
Spanje, die op kalme wjjze voort wenschen
te gaan met te weigeren belasting te be
talen, zoolang niet de uitgaven voor oor
log en eeredienst worden verminderd.
naar de keuken nu wel alleen!* klonk in
dezen ooganblik een stem. De twee min-
nenden verschrikten en keken elkaar ont
steld aan.
»Om hemels wil, wie is dat,?* vroeg Elise.
Natuurlijk was 't Paprikoff, die zoo on
tijdig de keuken in trad en onephondeljjk
kuchend uitriep: »Waar is de Caef?«
«Drommels is dat i iet. die rentenier? Wat
kan die willen?* stamelle Madtke.
Paprikoff had hem intusschen al gezien
en kwam naar hem toe. »Ha, ha, beste
vriend, een woordje!*
»Ga toch naar hem toe, Frits,* fluisterde
Elise haastig.
«Beste vriend, begon Paprikoff weer ver
trouwelijk, ik kom om 't soupee, ik ben
een fijnproever; ik eet gaarne weinig, maar
dat weimge goed en dat goedu rjjk-dgk
«Dus een weinig veel?*
«Haha, ge hebt het geraden! 't komt er
bjj mjj op een paar daaldertjes niet aan,
als ik maar wat fijns krjjg!*
«Daarvan zal ik niet rjjk wordenzuchtte
Frits; kwam Bruno maar!
«Luister eens goed, beste vriend!* vleide
Paprikoff.
«Ik ben geheel oor.*
«Ik heb een kok gehad, 't was een parel
van een koken ik houd van eten. Als de
maag tevreden is, sluiten alle leden wapen
stilstand, zooals reeds de latgnsche nu
ja dinges gezegd heeft, met een woord
ik heb dien kok verloren; ik ben een ge
knakte lelie!*
Dat is treurig, al was 't alleen om dinges
Vertrou weljjk greep de rentenier de üand
van den gewaanden kok. «Ik reis de wereld
Tegen een oproerige menigte zou de re
geering met geweld kunnen optreden, maar
in dit geval kunnen de autoriteiten niet
krachtig optreden, omdat zjj daardoor de
vredelievende borger», die hun plichten als
bnrger vervullen, die vrienden hebben in
alle partgen, maar die weigeren belasting te
betalen, zoolang de beide begrootingen niet
zijn verlaagd.
Naar aanleiding nu van deze qnaestie
hadden vertegenwoordigers van den handel
in Madrid, zie ons vorig nummer, aan de
Koningin-regentes om audiëntie gevraagd.
Deze werd toegestaan. De Koningin ontving
de vertegenwoordigers, die vrjj brunsk moe
ten zjjn opgetreden en eenvoudig weg eisch-
len, dat öf de ministers hun ontslag moesten
krjjgen, öf dat de Koningin de verantwoor
delijkheid op zich moest nemen voor de ge
volgen, dia konden ontstaan.
Vrjj heftig bleef de voorzitter van de de
legatie doorspreken, togen alle etiquette in,
en tot groote verontwaardiging van het Hof.
Hjj sprak van de beschuldigingen tegen de
regeering, die onder het volk de ronde doen,
over de beschuldigingen tegen de baok van
Spanje en tegen de bankiers, die de laatste
leening plaatsten.
De Regentes trachtte het gesprek te doen
eindigen, door te zeggen, dat zjj niet luiste
ren kon naar dusdanige lasterljjks aantij
gingen, maar de andere vertegenwoordigers
namen toen het woord, en spraken in geljj-
ken geest en de Koningin was genoodzaakt
tot het einde toe de grieven der bevolking
aan te hooren.
Men begrjjpt, dat dit voorval groot op
zien heeft gebaard en druk besproken wordt.
Vooral wordt een artikel van den heer
Sagasta in de «el Liberal* besproken, waar
in hg de houding der vertegenwoordigers
van den handel goedkeurt, en waarin hg
verder verklaart, dat een groot aantal pun
ten, die op hst programma der Nationale
Unie staan, redeljjk zjjn, en dat de liberale
partjj zich gaarne zal belasten deze punten
in practjjk te brengen.
De heer Sagasta biedt zich hiermede dos
aan, om, indien de heer Silvela de porte
feuille neerlegt, in zjjn plaats te traden, na
tuurljjk met een ander of een gawjjzigd ka
binet, en indien de Koningin van zjjae dien
sten wenscht gebruik te maken, waaraan
dan ook niet behoeft te worden getwijfeld.
In ieder geval ziet het er in Spanje niet erg
schitterend uit.
rond om weder eens goed te eten. Maar
vergeefs Eindeljjk koen ik hierheen. Na een
reeks van gruwelijke ontgoochelingen werd
gjj geëngageerd.*
«Juist een goed adres!* dacht Madtke.
«Je bevalt me, jonge vriend. Ik weet dat
ge goed zult koken.*
«Dat weet de hemel!* steunde Frits hei-
meljjk.
«Breng gjj weer rust in mgn ontrust ge
moed mjjn gekwelde maag wil ik zeggen.
Rechtvaardig het vertrouwen, dat ik in u
stel! kook goed! Maak uw meesterstuk van
dit soupeeEu nu nog een vraag kent
gjj Maczurcki?*
«Wie, wat, waar? stotterde Madtke, maar
ook Elise, die erby stond, trok de schou
ders op.
«Maczurek vrarszawski* zei Paprikoff, dat
moet ge als kok toch kennen
«Zeg toch ja,« fluisterde Elise hem in.
«Ja! riep Madtke. Natuurljjk! dia visch
kook ik eiken dag!*
Paprikoff zag hem eerst verbluft aan en
lachte toen luidke ls. «Visch! visch? haha!
kleine spotvogeleen meelspijs wilt ge
zeggen!*
»Na\aurljjk! haha! meelspijs!* verbeterde
de doodsbenauwde dokter.
Met de tong klappend omhelsde Papri
koff hem. «O, ik zal mgn Maczurki weer
etenGjj geeft me nieuwen levensmoed
Maar weet je, vriendje, goed knapperig in
den oven laten worden!*
«Dat je er zelf in knapte! dacht Madtke;
maar hardop zei hg: jawel! hg moet onder
de tanden knappen!*
NIEUWSBLAD
O——M—li iey«<WK<--
VAN
Buitenland.
Wordt vervolgd).