Hel Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Schoone Handen.
FEUILLETON.
Tot zwijgen gebracht
"^UiND van alten*-
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
\g 2014.
ZATERDAG 8 JUNI
1901.
>Eq zal zjj dan nooit meer spreken, Paul
vroeg het jonge meisje.
yoob
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Aboniementiprgi: per S maanden f l.OO.
Franco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke
nnrnmers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regele 50 et. Elke regel
meer 71/» ct. Groote lettere naar plaaternimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- »n Vrijdagavond
ingewacht.
Ieder die kinderen heeft, of m"t kinder n
omgaat, weet Lp ervaring wat een moeite
het kost en hoeveel vermaningen er toe
aoodig zjjn om nimmer vuile handen aan
tafel te zien. Dat heeft zooveel voeten in
de aarde, dat het meerendeel der ouders
eindelijk den strjjd opgeeft en er maar niet
meer op let dat de boterham men met on-
gewfi88ch»n handen worden aangevat en
naar den mond gebracht, dat het kroost met
vuile handen naar school gaat en 's avonds
in de kooi kruipt.
Als die ouders eens goed nagaan wat zich
zooal aan de handjes der kinderen ophoopt,
zullen ze zeker begrjjpen dat 't wel de
groote moeite loont, hun kinderen te wijzen
op het gevaar, waaraan ze zich blootstellen.
Met die handjes grjjpen ze naar hallen en
sternen die in straatvuil liggen, vatten ze
tal van andere niet minder vuile handen
aan, komen in aanraking met vingers die
gewond rjjn, met hoofden, niet al te zin
delijk, met kleeren, die naar de wasch vragen;
met die handjes maken ze leien schoon en
hanteeren papier, dat al door tal van andere
handen gegaan isze bevnilen ze met inkt,
potlood, boutskool en conté, in 't kort,
't is een vuilnisbelt in 't klein, wat zich aan
hun banden hecht, en daarmee hanteeren
ze lepel en vork, steken ze hun brood in
den mond en stellen zich bloot aan velerlei
gevaren. Een feit is het b.v. dat kinderen,
die veelal met ongewasschen handen loopen.
geen wond daaraan kunnen krijgen of er
ontstaat een etterende zweer. Een wond,
waarin vuil komt, gaat etteren. In het vuil
der handen bevinden zich kiemen bjj dui
zenden, die ontsteking kannen veroorzaken.
In fabrieken en werkplaatsen, waarin met
vergiftige stoffen gewerkt wordt, komt het
dikwjjls voor dat werklieden vergiftigd wor
den en men heeft opgemerkt dat de handen
dan in d«n regel 't eerst worden aangetast.
Dat overkomt behangers en kunstbloemen
makers, wier materiaal arsenicum bevat;
verwers, lettergieters en anderen, die bjj
bun werk lood gebruiken; werklieden in
lucifersfabrieken, die door phosphor ver
giftigd worden. Opgemerkt is dat ziekte-
ROBERT EUSTACE.
(6
Wederom sparde ik al rojjn kraehten in
om hem te antwoorden, maar mjjn mond
kon geen woord uiten.
»Gjj doet uzelve slechts kwaad door u
op deze wjjze op t.e winder;.sprak hij.
>Luister thans. Ik wil en zal Miss Trefnsis
tot vronw hebben, en tot het bereiken van
dat doel, heb ik de noodige ma?.tr gelen
genomen om van uw stilzwijgen verzekerd
te zijn. Naar alle waarschijnlijkheid zult
gjj nooit meer spreken. Dank zjj mgn onbe
grensde kennis van de menscheljjke herse
nen en de hoofdwerktuigen van het brein,
viel het mjj hoogst gemakkelijk te doen wat
ik gedaan heb. Toen ik u van nacht op
het punt zag dit g*bouw te verlaten, ver
dween ook elke aarzeling bjj mjj. Ik wachtte
het oogenblik af, waarop gjj in slaap zoudt
vallen, en diende u toen de chloroform toe.
Al het overige was even gemakkelijk. Met
een ragfijn instrument maakte ik een kleins
opening door het been boven aan uw slaap,
vlak tegenover het centrum dat het spraak
vermogen regelt. Nadat ik die holte in het
been had aangebracht, stak ik er een pen
netje doorheen en verscheurde dat gedeelte
van het hersenstelsel. De uitwend ge ope-
Liag is ternauwernood zichtbaar. Men ver
onderstelt dat gjj ljjdende zjjt aan een uit
storting van bloed in de hersenen. Over
eeaig*n tjjd zult gjj in staat zjjn het bed
gevallen zich niet voordoen, waar men de
arbeiders heeft weten te beweren bjj het
verlaten der fabriek de handen met water
en zeep te reinigen.
De hand is de overbrengster van bacteriën.
Bjj eiken handdruk, bjj de aanraking van
allerlei stoffer, van kleederen, handschoenen,
neemt ze bacteriën aan en geeft er in ruil
terug. Met die bacteriën besmet ze wat ons
tot voedsel dient, en de lichaamsdeelen, als
de oogen, den neus, den mond, enz., die
er door worden betast of gewreven. Zoo
staan we voortdurend bloot ons te besmetten,
want de hand met haar tal van groeven
en haar nagels kan er een massa bergen en
is niet dan met groote zorg rein to houden.
De meeste huidziekten worden aan de handen
geconstateerd. Bekend is, gelukkig tegen
woordig slechts bjj overlevering, dat de ge
vreesde schurftmijt van band tot band over
gaat, zich een woning onder de huid graaft
en vandaar verder voortwoekert en weer
anderen aansteekt. Mebiatschheid grjjpt het
eerst de handen aan. Pokken krjjgen zjj aau
de handen, dia koeien melken, met pokzieke
uiers. Ook vaa de pest is het bekend dat
deze ziekte in v*de gevallen 't eerst aan de
handen zich vertoont.
Als vaststaand ban men dus wel stellen,
dat de handen 't meest en het eerst bloot
staan aan besmettinpszDkten en m<m dus
met-deze onontbeerlijke lichaamsdeelen voor-
z:chtig mo >t zjjn. Aanstekeljjke oogziekten
worden door de handen van het eene oog
op het andere overgebracht en de gevreesde
kraam vronwenkoorts in ziekenhuizen en par
ticuliere woningen, wordt door de handen
der behandelende personen verbreid.
Ev»mzoo is te verklaren de besmetting
van personen, die cholera* en typhusljjders
oppassen. Met de handen komen se in aan
raking met door uitwerpselen of uriDe ver
ontreinigd beddegoed en kleeren en doen
dan zooveel bacteriën op det ze bjj onvoor
zichtig handelen zichzelf en anderen besrn it-
ten. Er zjjn veel gevaarlijke stoffen, waar
mee ziekenoppassers en doctoren in aanra
king komen: het sljjm van ljjders aan
diphterie, dat van longlijders, huidschilfers
van ljjders aan pokken en roodvonk, het
neusstem van influanzaljjders enz. Met al
deze stoffen worden de kleeren, het bedde
goed, het bed, de zakdoek, het huisraad
aangedaan en de handen der gezonde om-
te verlaten, maar uw spraak krjjgt gjj niet
terng, en gjj kunt uw brein ook onmogeljjk
genoegzaam beheerschen om iets neer te
scbrjjven, zelfs met nw linkerhand. Gij zijt
dus evenzeer buiten machte bet n bakende
nieuws aan Leonore Trefnsis te doen weten,
alsof v-jj feiteljjk dood waart.
»Gjj wenscht, zeker alles tot in de minste
bijzonderheden te weten, en die voldoening
wil ik u schenken. Nadat ik mjjn operatie
ten einde had gebraeht, plaatste ik u met
het hoofd tegen den haard, juist bjj een
zjjner scherpste hoeken en smeerde daarop
een weinig bloed. Gjj kunt de aandacht
trekken tot de kleine wonde aan uw voor
hoofd, door uw verpl-egster teekenen te
geven, weet wel, dat men haar vooraf ver
teld heeft, dat dit wondje door uw val ver
oorzaakt werd
Na het uiten dezer laatste woorden wendde
hjj zich om en verliet het vertrek.
Ik bleef volkomen roerloos op mjjn leger
stede liggen. De verpleegster had weinig of
niets voor rajj te doen. Mjjn eenig verlangen
was slechts alleen te worden gelaten. Altjjd
en immer op hetzelfde punt wederkeerende,
om hetzelfde pnnt heendraaiende, werd mgn
werkzaam brein zoodanig gepijnigd, dat ik
begon te vreezen er krankzinnig door te
zullen worden. Ik wist dat ik onherroepelijk
veroordeeld wasik was als in jjzeren boeien
geslagen; in den eersten bloei der jeugd,
was ik gttvonnisd tot bet stilzwegen van
het graf. Dokter Hertsiet had zgn doel be
reikt; hg zou Leonore tot vronw krjjgen
en kapitein Gifford zon, naar alle waar
schijnlijkheid, sterven.
Deze gedachten, die maar altjjd door in
een sombere processie langs mjjn geest heen
standers behandelen deze en hebben ruim
schoots gelegenheid de smetstof over te
brengen.
Menschen, die hnn handen niet vele malen
per dag reinigen en dat consciëntieus doen,
stellen zich en hun medemenschen aan groote
gevaren bloot. Geef uw oogen den kost en
ge zult winkeliers met bjj lange niet zin
delijke vingers eetwaren zien afwegen en
in nw schaaltje leggenconducteurs in den
tram znlt ge met den vinger, na dien eerst
in den mond natgemaakt te hebben, nw
kaartje zien afscheiden, om 't dan af te
scheuren; lezers, di« de leeljjke gewoonte
hebben met een eveneens in den mond nat-
gema ikten vinger de bladen om te slaan,
elk oogenblik kunt ge iets van dien aard
opmerken, waaruit bljjkt, dat men 't met
de zindelijkheid niet zoo nauw neemt en
het gevaar, dat in het overbrengen van
ziektekiemen schuilt, licht telt.
Een en ander moge genoeg zijn om het
hooge belang te doen inzien van 't voort
durend rein houden der handen. We moeten
't onzen kinderen vroeg insprenten dat
schoone handen niet alleen netjes staan,
maar voor de gezondheid dringend nood
zakelijk zgn. Dat wjj daarin zelf voorgaan
spreekt vanzelf. Na elke gelegenheid, waarbjj
.de mogelijkheid bestond van besmetting,
behooron ze degeljjk gereinigd te worden.
Eetwaren moeten nooit dan met absoluut
reine handen worden aangevat. In de hui
zen, in hotels en scholen moet steeds ge
legenheid zjjn de handen te wasschen. Na
het b zoek van een zekere plaats is dat
dringend noodzakeljjk. Informeer maar eens
bij uw huisdoctor. Deze zal nimmer ver
geten na aanraking van een patient de
handen tw reinigen met zeep, carbol of su
blimaat voor een tweede zieke bezoekt,
omdat bjj overtuigd is, dat nalatigheid op
dit punt de scbromeljjkste gevolgen kan
hebben.
Zeep en water zp'n voor den leek de
beste voorbehoedmiddelen tegen besmette
lijke ziekten. Zegt het voort!
Buitenland.
Een geweldige brand is Donderdagmiddag
uitgebroken in het hartje van de handels
wijk van Antwerpen het Kon. Entrepöt is,
in weerwil van krachtige bluscbpogingen,
gleden, martellen mjj dag en nacht. Ten
laatste, omstreeks een week nadat ik aldus
tot machteloosheid gedoemd was, kwam
Leonore mg opzoeken. Zij zag er heel bleek
en bedroefd nit, en zoodra zjj de kamer
binnentrad en de verandering bespeurde,
welke op mjjn gelaat bad plaats gegrep n,
barstte zjj in tranen los.
»0, mjjn arme lieveling!* riep zjj uit,
»wat zjjt gjj toch ziek!*
Al sprekende wierp zjj zich naast mjj op
de knieën?
»Sta op, Leonore,* sprak een stem, die
ik geleerd had met eeD onuitsprekelijk af
grijzen te begroeten.
Dokter HertsLt was de kamer binnenge
treden.
»Deze aandoening deugt niets voor u,«
ging hg voort, >en is ook niet goed voor
de patiënte.*
>Dat is heel waarschijnlijkmaar wjj
moeten het beste hopen.*
»Zjj ziet er zoo raeelgwekkend en be
kommerd uit,* sprak Miss Trefnsis. >Let
ee.s op haar oogen; zjj schjjnen een wereld
te zeggen. Men kan het haar aanzien dat
zjj er naar snakt ons iets mede te deelen.
Misschien kan zjj het wel neerschrijven.*
Beproef het sl#chts,« sprak de heer Herts
iet. Hjj liep geljjktjjdig naar het andere
eind der kamer, nam daar een blad papier
en een potlood van de tafel en bracht beiden
naar mjj toe.
»Probeer het eens met de linkerhand,*
zeide hjj rustig.
ik blikte naar hem op en wendde een
wanhopige poging aan. Het was te vergeefs.
Mjjn geest wist zeer goed wat bjj uitdruk
ken wilde, maar de band weigerde haar
grootendeels afgebrand.
Het Entrepöt, dat van 1844/48 gebouwd
is door de Maatschappij der centrale Dokken
en ongeveer 25 jaar geleden door de stad
Antwerpen in eigen beheer was genomen,
besloeg een totaio oppervlakte van 31.650
vierk. meter. Het omvatte een reeks ont
zaglijke gebouwen met en zonder kelders,
ieder van vier verdiepingen en een zolder,
loodsen en bjjgebonwen. De gebouwen wa
ren geschikt in drie hoofd vleugels, geschei
den door binnenplaatsen, waarop kleine
kantoren en pakhuizen van den donane-
dienst waren gevestigd.
Tegen 3 uur inden namiddag zagen eenige
douane-ambtenaren rook komen uit de bo
venste verdieping in den middenvleugel. Zjj
snelden er heeD, doch weken verschrikt
achteruit: de geheele verdieping, waarin
ledige zakken opgestapeld lagen, stond van
binnen geheel in brand.
Er werd alarm gemaakt en weldra was de
geheele Antwerpensche brandweer aanwezig,
die ruet spoed begon te blu^schen.
iDtusschen verbreidde het vuur zich met
buitengewone snelheid, doorlat hét op de
overige verdiepingen overvloedig voedsel
vond. Op de derde verdieping lag voor meer
dan een millioen francs aan geweven stoffen
opgeslagen en dat alles vlamde in weinige
minuten weg. Het vuur vond verder een
weg naar de lagere verdiepingen, naar de
benedenverdieping en na verloop van een
half uur was de geheele uiiddenvleugel een
geweldige brandstapel.
Een ontzaglijke menigte was saamgestroomd
en werd met moeite iu bod wang gehouden
door een sterke politiemaeht en militairen.
Burgemeester Jan van Rjjswjjck, zjja sche
penen en de procureur des konings bevon
den zich op de plaats des onheils.
De brandweer deed bovenmenschelgke
pogingen, den brand te beperken tot den
middenvleugel, maar zonder succes, hoofd
zakelijk doordat de waterdruk aanvaukaljjk
niet groot genoeg was. De daken der ge
bouwen begonnen met groot gedrnisch in
te storten; de vlammen joegen een vonken
regen in de lucht en de wind dreef dikke,
zwarte wolkon over de stad.
Kort na het uitbreken van den brand was
een reddingsdienst georganiseerd. De aan
grenzende loodsen werden leeggehaald, het
materiaal en de boeken der douanen in vei-
mee8ter te gehoorzamen. Ik slaagde er en
kel in eenige onsamenhangende regels op
het papier te brengen.
>Het is haar onmogelgk,* verklaarde de
geneesheer, terwjjl hg Leonore aanzag, »en
gjj ziet wel dat het slechts een noodèlooze
marteling voor haar is het ook maar te be
proeven.*
Hg bracht daarop het papier weder weg,
en Leonore boog zich over mjj heen en
omhelsde mjj.
»Houd u he 1 rustig, litfste,* zeide zjj
vol teederbeid. Zoodra ik getrouwd ben,
moet gjj bjj mjj komen en zal ik u oppassen
en vaa liefde omringenik wil beproeven
dat weinige te doen voor u die zooveel ge
daan hebt om mjj betar te maken.*
Da tranen stroomdeo baar nog langs het
gelaat, toen zjj de kauier verliet.
Er verstreken nog eenige weken, zonder
dat zich de minste verandering in mjjn toe
stand voordeed. Gedurende" dien tjjd leerde
ik de volle beteekenis van het woord ver-
twjjfeliDg verstaan. Maar op zekeren mor
gen ontwaakte ik, om mjj heel veel beter
te gevoelen. Ik kon mjj geen juiste verkla
ring geven van de door mjj waargenomen
beterschap; maar ik was minder ontmoe
digd en mjjn ledematen wogen niet langer
zoo zwaar. Ik werd bjj onderzoek ook ge
waar dat ik den arm kon bewegen; het leed
dus geen twjjfel of de veriaraming was van
lieverlede aan het wjjken.
Voor de duizendste maal wellicht, gaf
ik mjj alle moeite om te spreken, maar in
dat opzicht was er nog hoegenaamd ge-m
verandering ontstaan. Toch vergiste ik mg
niet en was de verlamming van arm en
rechterzjjde veel minder sterk.
Toen de pleegzuster bjj mjj binnentrad,
hunkerde ik er te vergeefs naar haar toe
ligbrid gebracht. 30 waggons, propvol met
koopwaren, konden nog getrokken worden
uit een gewelf, dat onder den brandenden
vleugel doorliep. Spoedig echter moest men
met redden ophouden. Een groot stnk muur
stortte met groot geweld op de rechterbin-
nenplaats naar beneden en van toen af vie
len onophondeljjk stukken moor in. Daar-
tusschen hoorde men doffe slagen als bjj
onweer: het waren vaten alcohol, ia de
kelders opgeslagen, die in de vlammenzee
ontploften.
Plotseling veroorzaakte het gerucht, dat
een menschenleven was verloren gegaan,
groote opschudding. Het gerucht bleek over
dreven een brandweerman, die op een dak
was geklommen, kreeg een balk op het hoofd
en viel naar beneden. Met vrjj ernstige
kwetsuren werd hjj door zjjn makkers opge
nomen en naar een veilige plaats gebracht.
Ook eenige werklieden bekwamen lichte ver
wondingen.
De pogingen van de brandweer tegen de
enorme vuurzee bleken intusschan vergeefs;
de kleine donanegebouwen vatten vuur en
kort daarna deelden de vlammen, die door
den wind over de rechterbinnenplaats werden
gejaagd, zich ook mee aan den rechtervleu
gel van het Entrepöt.
Toen ontstond een paniek; men haalde
de schepen in de nabjjheid weg en in de
huizen der aangrenzende straten begonnen
de verschrikte bewoners bun geheele hebben
en bonen uit de vensters te werpen. De
politie trachtte hen tevergeefs tot bedaren
te brengen.
De burgemeester liet, toen bleek, dat de
Antwerpensche brandweer niet tegen het
vuur was opgewassen, naar Brussel en Me-
chelen telefoneeren om hulp.
Om 6 uur kwamen 30 brandweerlieden
uit Mechelen met een stoomspuit en hun
hulp was broodnoodig, want op dat oogen
blik vlamde het vuur ook uit den rechter
vleugel van alle zjj den op.
Ieder oogenblik stortten zware muurbrok
ken met hevig gewald naar beneden en de
vlammen in de beide vleugels, die lucht
kregen door de verdwjjnende muren, ver-
eenigden zich tot een angstig grooten vnur-
oceaan. Om kwart over zeven begonnen ook
de gebouwen te branden, die aan de uiterste
zjjde van den rechtervleugel staan. De hitte
was toen zóó groot, dat de boomen iu de
te roepen: »Ik ben beterende,* toch moeten
mjjn oogen haar iets dergeljjks hebben ge
zegd, althans zjj boog zich over mij heen
en sprak op opgeruiraden toon
»Wel, komaan! Gjj begint weer op a*
oude ik te gpljjken.*
In de hoop haar opmerkzaamheid gaan
de te maken, hief ik mjjn arm ongeveer
een hand breedte op.
»Dat is prachtig,* zeide zij verbaas L
>Ik moet dit dadeljjk aan dokter Hertsiet
gaan vertellen.*
01 dwaze, die ik geweest was haar mjjn
aanvankeljjke beterschap ta doen raten!
Zonder eenige kwade bedoeling zou d« goede
ziel mjj immers wederom gaan overleveren
aau de duivelsche wetenschap van mjjn fol
teraar Hoezeer had die man geljjk gehad,
den dag toen hjj mjj te verstaan gaf dat
het mjjn ongeiak was steeds gehoor te ge
ren aau mjjn earste opwelling!
Maar God waakte over mg; want, op
het oogenblik zelf dat zjj zich ging verwg-
deren, bleef zjj plotseling nadenkend stil
staan.
»Ik geloof eigenljjk dat ik boter zal doen
met hem heden niet lastig te vallen,* zeide
zjj, »het is zjjn trouwdag. Maar, zuster,
wat hebt gjj eeu zonderlinge uitdrukking
van gelaat. Gjj hebt zulke raadselvolle
oogen; nooit te voren zag ik menscheljjke
oogen waarin zooveel opgesloten lag. Moge-
ljjk vergis ik mjj, maar ik verbeeld tujj dat
gjj niet op dat huweljjk gesteld zjjt. Wat
zal ik u zeggen? Miss Trefusis is zeer ze
ker een beeldschoon jong meisje; maar dok
ter Hertsiet van zjja kant is zoo knap, ie
kundigste chirurg vaa onzeu tjjd. Hg is
wel is waar veel ouder dan zjj, doch
DOOR
Hö bewaarde een oogenblik hat stilzwij
gen en ging toen voort.
Wordt vervolgd.)