lid Land van Heosden en Allena, de Lanptraal en de liomnielenvaard. M 2030. FEUILLETON. Kaleb en Kohra Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 3 AUG. 1901 De droogmaking van de Zuiderzee in verband met de uitbreiding van het gemeentelijk grondbezit beschouwd. LANB VAN ALIENS TOOK Dit blad verechjjHt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprjjs: per 3 maanden f 1.00. Franco per poet zonder prjjiverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentien van 16 regels 50 et. Elke regel meer 7*/« Groote lettere naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Als een merkwaardig teeken des tjjds mag zeker wel worden vermeld, dat de leden der Staatscommissie, benoemd bij Koninklijk besluit van 8 September 1892, tot het in stellen van een onderzoek omtrent een af sluiting en droogmaking der Zuiderzee in hun verslag, aangeboden den 14den April 1894 san de Koningin-Weduwe-Regentes, uitspraken hebben nedergelegd, in overeen stemming met de denkbeelden van de voor standers van landnationalisatie, opgevat in den zin van uitbreiding van den gemeente lijken grondeigendombeperking der mo nopoliën, die slechts een gering aantal personen ten goede komen ten koste van de geheele gemeenschap en exploitatie van datgene wat ten algemeenen nutte wordt tot stand gebracht door de gemeenten zelve en niet door particuliere maatschappijen of bijzondere personen. Op de vraag op welke wijze moet de droogmaking der Zuiderzee worden tot stand gebracht? luidde het eenparig antwoord der leden van de Staatscommissiedoor den Staat. De uitgifte van bjjna 200.000 H.A. maag delijken bodem, waarop, behalve de Staat der Nederlanden, niemand «enig recht kan doen gelden, van een twaalfde provincie ter groote van Noord-Holland na aftrek van de woeste gronden en der dninen en waarvan de bodem, bjjna over zjjn gau- scbe uitgestrektheid zal gelijk staan met de zware kleigronden der IJ-polders, moet uit den aard der zaak de aandacht der anti monopolisten dubbel waard zjjn. In de eerste plaats adviseert de Staats commissie, dat voor de acht gemeenten, onder elke waarvan vier dorpen zullen ressorteeren, zullen worden beschikbaar gesteld als on- vervreemdbaren, eeuwigdurenden eigendom 25.000 H.A. land. Deze gronden mogen nimmer worden ver kocht aan bonwspeculantenze zjjn bestemd om door de gemeenten te worden bebouwd, terwjjl de arbeiderswoningen in het belang der minder be leelden door de gemeenten zullen worden geëxploiteerddan zal voor komen worden, dat de werklieden worden weggedrukt in vuile, vieze krotten, ver van de werkplaats of de fabriek, in de onge zondste en minst vrooljjke gedeelteu der gemeenten gelegen. Ten einde te voorkomen, dat de groote grondbezitters, landspeculanten en kapita listen zich meester maken van een nieuwe provincie in bet hart van ons vaderland en ter voorkoming van vreemden, ongewensch- ten invloed van buiten, adviseert de Staats- ANDRÉ THEURIET. 4) Geheel Nancj stroomde naar de zitting eene menigte Zigeuners waren als getuigen gedagvaard, maar zjj verbeelden zich klaar blijkelijk dat men hen ook wilde vervolgen en waren daarom de bosschen in gevlncht, men heeft ze moeten opsporen en daarna zjjn ze op een grooten Elzasser wagen on der politiegeleide naar de gerechtszaal ge bracht. Zjj spraken geen van allen Fransch, en daar de gewone tolk hnnne taal, die uit 't Duitsch, 't Itali ansch en 't Spaansch was samengesteld, niet verstond, waren Boestel en ik de eenigen, die hen zoo wat konden begrjjpen, daar wjj in de provincie woonden en dageljjks met hen in aanraking kwamen. De president wees ons aan om hnnne ge tuigenis voor de jury te vertalen, nadat ons de eed was afgenomen. Ik zal nooit de woorden der beroofde moeder vergetenzjj was eene nog jonge vrouw, die ondanks hare lompen waarljjk schoon was, hare houding had iets indrukwekkends. Zjj be schuldigde Geisse niet, doch wel haren man. Hjj heeft het kind uit mjjne armen ge rukt,riep zjj uit. >Ik kon het niet belet ten, want bjj is sterker dan ik, en boven dien was ik bang om het arme wezentje te bezeeren. »Kaleb hoort mjj toe,« zeide bjj, waarop ik hem antwoordde: »Neenl ik commissie slechts in de uiterste noodzake lijkheid tot den verkoop der gronden over te gaan. Zjj stelt voor de 200.000 H.A. aan 10.000 brave, werkzame liefst on bemiddelde arbeiders of kleine boeren. De Staat zal dan voor de huurder bouwen een woonhuis, een schuur en stalling voor het vee. Het zal noodig zijn, dat de Staat de gronden laat taxeeren, op hun reëele waarde aan die schatting zal het werkelijk produc tief vermogen per H.A. en per jaar worden ten grondslag gelegd, waarbjj tevens reke ning moet worden gehouden met de polder- lasten en het kapitaal, dat noodig zal zjjn voor het bouwen van woningen, stallen en schuren. Nu laat zich hooren, dat als een boeren zoon of een flink arbeider, die zoo goed als geen contanten heeft, van den Staat aan vaardt een drooggelegd stak land ter grootte van 20 H.A., welk land door een doel matige bemaling zal worden drooggehouden, in een polder die van harde wegen is voor zien en in alle richtingen is doorsneden met hoofdtochten en kavelslooten, om de land bouwproducten op de goedkoopste en ge makkelijkste wijze overal been te vervoe ren, wanneer hg door Staatshulp heef, ontvangen een behoorljjk woonhuis, schuur en stalling voor het vee, hjjzelf wel zal ge voelen, dat de verplichting op hem rust om voor dit alles aan den Staat een behoorlijke rente te betalen. Hier wordt als 't ware door den drang der omstandigheden een schoone toekomst op oeconomisch gebied geboren; de arme, ijve rige en oppassende werkman vraagt aan den Staat de productiemiddelen om te leven niet alleen, maar ook om in dit leven vooruit te komen, deze betaalt hjj terug met de kracht zjjner spieren, in casu met zjjn werkzaam heid. De Staatscommissie stelt voor de uitgifte der Zuiderzee-gronden naar de volgende be palingen te doen plaats hebben Van het gesehatte opbrengstcjjfer per H.A. en per jaar wordt eerst afgetrokken, wat voor woning en polderlasten is geraamd. Stel de geschatte opbrengst, om een voor beeld te noemen op f 67, de polderlasten op f 10 en het voor woning enz. verschul digde op f 12 per H.A. en per jaar, dan bljjft er f 45 netto over. Hiervan wordt op den grond gelegd als vaste cijns door den Staat te heffen, dus f 25 per H.A. Het ove rige of f 20 per H.A. wordt gekapita liseerd naar den rentevoet, waarop de Staat, zich de middelen heeft verschaft om dit werk tot stand te brengen. Wanneer wjj aannemen een rentevoet van 3ys pCt., dan krjjgen wjj voor dat percent per f 100 f 100/3.5 is f 28.6, dns 20 m. 28.6 is f 572 per H.A. Van dit kapitaal moet worden betaald een annniteit voor rente, voor aflossing en voor ben zjjne moeder, hjj gaat je niets aan, ik heb hem gevoed en op onze tochten gedra gen.* »Hjj zal rijk worden, paarden en be dienden hebben en geen honger of koude meer behoeven te ljjden zooals wjj,* zeicle mjjn man. En ik gaf hem ten antwoord Dat doet er niet toe, ik heb liever dat mjjn jongen met mjj lijdt, dan dat hg rjjk is met anderen en ik ham nooit meer zal zien. Ik houd zooveel van hem, dat hij mg wel zal vergeven dat ik zjjn ongelukkige moeder ben. Het kind schreide. Ik stond tegen de deur aan, om mjjn man den weg te versperren, maar hg duwde mg op zjj de met de woorden: »Je bent gek,* waarna hjj den kleine in den donkeren nacht weg droeg. Hierop viel ik als een blok neder en toen ik bjjkwam was ik kinderloos.* Ladislas was zjjne verontwaardiging niet meester. •Het is eene schande,* zeide hjj. En Vader, die anders de kalmte in persoon was, brak zjjn verhaal af en rilde nog bjj die h rinnering. Na eene lange stilte hernam hjj»Geisse werd vrijgesproken, daar hjj het kind niet had verkocht, doch dit nam niet weg, dat bjj totaal geruïneerd was; op verzoek van zjjn schnldeischers werd van rechtswege ge last om zjjn boedel in veiling te brengen, en zoo ben ik aan die loods gekomen.* >En weet ge wellicht ook waar die man is gebleven en wat er van hem geworden is vroeg Ladislas met eene gebroken stem. >Hjj is bjj het begin der gerechtelijke vervolging den Rjjn overgetrokken,* ant woordde vader, »het was de beruchte Zu- chfcttodoch hjj bleef niet lang buiten het bereik vaa de rechterljjke macht. administratiekosten, die de aflossing in een bepaald tjjdvak, b.v. van 35 of van 40 jaren, verzekert. Voor 85 jaar is 5 pCt. voldoende, voor 40 jaar wordt ruim l/i pCt. minder ge rekend. De betaling dezer annniteit zal ge makkelijk vallen, omdat de aard der bon- wing in een nieuwen polder vanzelf roof bouw medebrengt; mest wordt niet ver- eiscbt, en in den regel worden alle produc ten dadeljjk verzilverd. In het geheel moet per H.A. worden be taald grondrente f 25, 5 pOt. van het ver schuldigde kapitaal ad f 572, een som van f 28.60, polderlasten f 10, rente voor woning schuur en stalling f 12, dit alles te zaraen maakt een op te brengen cjjfer van 75.60 per jaar en per H.A. De slotsom der redeneering is dus de na volgende, dat men, zonder kapitalist te zjjn tegen een hunrwaarde van f 75.60 per H.A. in welke som zjjn begrepen de polderlasten en bet geleideljjk afbetalen van het kavel van 20 H.A., met daarbij behoo- rende gebouwen, in de nieuwe Zuiderzee polders eigenaar kan worden van landerijen, waarvan de qualiteit geljjk staat met het land in de Y-polders of minstens in de Groninger zeepolders. Voor belanghebbenden bjj en voor des kundigen in landbouwzaken, behoeven der gelijke cijfers niet opzettelijk in een gun stig daglicht te worden geplaatst; hierop is toepasselgk het gezegde, dat edele wjjn geen krans behoeft. (D. N.) Buitenland. Het agentschap >Pnris-Noavelles* zegt nit goede bron de volgende Kaapsche be richten te hebben ontvangen Het ziet voor het Britsche leger in de Kaapkonie er zeer treurig uit. Ondanks de verdeeldheid, die onder de Boeren heerscht, vraagt men zich thans af, wat men voor een half jaar niet gedaan zou hebben of Engeland de partjj niet gaat verliezen. Het Engelsche leger bestaat uitsluitend nit jongelieden, van de straat opgeraapt volkje, in één woord uit het uitschot der maatschappij. Deze soldaten vechten slecht. Reeds sinds geruimen tjjd zijn de goede Engelsche soldaten, evenals de Schotsche brigades, öf gedood öf naar 't vaderland teruggekeerd, ziek of gewond. Verkenners zjjn er niet meer; de dap peren van Eduard VII weten wel, dat van de tien verkenners er acht doodgeschoten worden en zjj bedanken dus voor het baantje. Daarbij komt, dat er groote ontevreden heid heerscht ten opzichte van de betalin gen. De geregelde troepen vragen zich af, waarom zjj, dezelfde diensten bewjjzende, minder betaald worden dan de kolonialen. De mannen, die aan het front big ven, nadat hun diensttijd feiteljjk om is, begin nen te klagen; de officiereu zjju een oor- Zjj zjjn overvallen toen ztj hun roof in een afgelegen molen verdeelden, en werden allen door een krijgsraad veroordeeld ora aan de galg te sterven, zonder anderen vorm van proces. Ik heb Zuchetto daar voor de laatste maal gezien. Hjj opende den stoet onder goed geleide en schreed met de han den op den rug gebonden door de menigte.* •Toonde hjj ten minste nog moed?* vroeg Ladislas plotseling. •Ja, zepr veel,* zeide vader. »Het ge rucht liep, dat hjj bjj het opgaan der trap tot den beul zeide: »Je moet mjj De voeten met een harden ruk naar beneden trekken, want ik heb een sterken hals en ik wil geen langen doodstrjjd hebben.* De andere moet hem toen hebben geant woord »Wees maar gerust, alles zal volgens de regels gaan,* terwjjl de beulsknechten luid keels lachten. •Zoo, dan heeft hg ten minste dierljjken moed getoond,* zeide Ladislas, »het is eene deugd, zjj het ook eene van den laagsten trap.* Maar al is Zuchetto weg, dat bewjjst toeh niet dat al de Zigenners verdwenen zgn; er zullen toch wel eenige vertegenwoordigers van dat orgineele schilderachtige ras in dit land zjjn overgebleven?* Zeker, er zgn er hier nog eenige,* zeide vader tot Charlotte, die evenmin als Rosine en Madeleine een woord van dit gesprek had verloren, met de vraagWel Caarlotte, mjj dankt er zgn nog enkele Zigeuners in de omstreken van Ciarefontaiuemen zegt dat zjj, die op de feestdagen muziek in de herbergen maken, uit uwe bosschen komen?* >Ja, mjjnheer Gerard,* gaf zjj ten ant woord, >zjj wonen allen bjj elkander onder log zonder eind, waarin niet de minste roem te behalen is, harteljjk moe. Men vraaart zich met groote ongerustheid af, wat de resultaten van dezen oorlog zjjn, zelfs wan neer men 't wint. Welke winsten hebben de mjjnen gedurende deze twee jaren op geleverd De groote handelshuizen en ban ken, wat is van hen geworlen? De toestand der Boeren daarentegen is er, uit een krjjgskundig oogpunt, niet slech ter op geworden. Deze langs campagne van twee en twintig maanden heeft van hen geharde krjjgers gemaakt. Zjj weten, dat, zjj niets meer te verliezen hebben, daar hnD alles ontnomen isde onmacht der Engelschen hebben zjj leeren kennen en de wetenschap, dat zg voor hunne onafhanke- ljjkheid strjjden, maakt hen tot leeuwen. Men is er dns zoo langzamerhand toe gekomen zich de vraag te stellen, wat En geland bjj al- of niet overwinnen voor voordeel zal behalen. Hoe alleo, die nog op het slagveld van Zuid-Afrika vertoeven, naar dea terugkeer verlangen, bljjkt duideljjk uit het volgende Zestig onderofficieren en soldaten van de •Sharpshooters* (scherpschutters) bood men aan tot officier te bevorderen, zoo zjj wilden big ven. Van die zestig waren er drie, die hot aanbod aannamen. De anderen gia- gen liever naar huis. Ook de »Edinburgh Review* ziet de zaken zeer donker in. »Tot nog toe,* zegt het tgdschrift, »heeft geen buitenlandsche mo gendheid zich met de quaestie bemoeid en is de oorlog dus tot Zuid-Afrika beperkt gebleven.* Als Engeland zich echter bljjft uitpu tten, zal dan te eeniger tjjd geen buitenlandsche mogendheid, welke tot nog toe voor de macht van het Britsche ftjjk beducht was, gevonden worden om e n woordje mee te praten Hoe Engeland zjjn dapperen beloont kan men zien uit het volgende Den Zuid-Afrikaanschen oorlog, die vol gens Lord Milner niet door toedoen der kapitalisten en speculanten ontstaan is aldus wordt uit Londen aan de »Voss. Ztg.« geschreven leeren de Engelschen nu van de minder aangename zijde kennen en dit draagt niet weinig bjj tot ontnuchterin van het publiek, dat niets liever wenscht dan een eervollen vrede. Terwjjl in de dokken te Southampton een hoofdzakeljjk uit vrouwen en meisjes be staande menigte op de aankomst van gene raal Baden-Powell wachtte, die er ziek en vermagerd aankwam, kwamen onder stort regens in den als Horseguard-Parade be kenden kleinen tuin te Londen eenige duizenden Yeomen, dat zgn nit den oorlog teruggekeerde vrjjwillge ruiters, natuurljjk te voet, bjjeen, om van den koning hun gedenkpenning in ontvangst te nemen. On- de zoogenaamde Holle Rots*, op twee mjjlon afstunds van ons. Vader verbiedt hun wel het groene hout te branden, maar zjj storen zich daar niet aan en maken er toch groote hoopen van om het te doen drogen 's nachts kan men het scbjjnsel van hun vuur op den Bremheuvel zien.* »Is dat ver?* vroeg Ladislas. Drie rajjlen, mjjnheer,* antwoordde C har- lotte, »dan moet ge dan weg lang9 de beek •de Zwarte Ben let nemen.* •Nu is het mjjn vaste voornemen er eens heen te gaan,* riep Ladislas uit, Laten wo met elkander gaan,* zeide Thimotheus. »'t Is na bjjna drie maanden geleden dat ik moeder heb gezien, mjjnheer Gérard. Morgen is het Zondag, zoadt ge mjj willen toestaan dat ik hen vergezells, ik verlang er zoo naar, om mjjne ouders te omhelzen!* •Zeker, dat begrjjp ik best,* zeide vader bewogen. »Je kunt zelfs je eerste twee maan den loon voor hen meenemen, Charlotte, dat zal hun wel genoegen doan. Het eenige bezwaar is, dat jullie 's morgens vroeg moe ten vertrekken en morgenavond zonder man- keeren om tien uur weer thuis moeten zjjn.* We zullen om drie uur gaan,* zeide mjjn kameraad; >ik belast mjj met het dragen van Charlotte's mandje, dat wjj op den terugweg met druiven uit den Claire- fontainschen wjjugaard zullen vullen.* Lidislas, Timotheus, Charlotte en ik wa ren den volgenden ochtend voor zonsop gang op weg naar Clairefontainehet was wellicht eerst drie our. Wg gingen het wapenplein over, waar nog de grootste stilte heerschte. Timotheus liep voorop; hjj had zjjne geveer 80 waren niet verschenen, hiervan hadden 30 aan den koning het vroeger vermelde schrijven gezonden. In verschillende dagbladen zjjn in den laatsten tjjd vele klachten van Yeomen ver schenen, die door de autoriteiten van hun vaderland, wnarvoor zij geleden en gestre den hebb-n, op bekrompen, gierige wjjze behandeld waren. Een onderofficier, die 18 maanden ge streden heeft en zes maal gewond werd, heeft 33 p. st. gekregen van de 107 p. st., die men hem schuldig was. Een andere, met 7 kinderen te Padding- ton wonende oud-gediende heeft niet eens 15 p. st. ontvangen en zjjn kameraden, die hem 9 p. st. zonden, moesten voor hem en zjjn noodljjdende familie zorgen. Een kreupri*, die in Zuid-Afrika een been verloor, heeft 6 p. st. gekregen en het Ministerie van Oorlog bleef hem nog 3/i van zjju in Zuid- Afrika verdiende soldjj schuldig. Hoeveel van de 70.000 huiswaarts ge keerde Roldaten geheel uitbetaald werden, wordt niet gezegd. In de meeste gevallen maakt het ministerie van oorlog van de uitvlucht gebruik, dat de papieren en andere stukken tot vaststelling der identiteit nog niet ontvanger, zjjn. Generaal Baden-Powell, die van plan is in Engeland uitgediende soldaten en Yeo men voor zjjn troep aan te werven, zal er niet licht in slagen onder de veteranen, wier billijke eischen niet ingewilligd werdea, re- craten te vinden. Dat de Chartered Com pany eveneens haren soldaten de geheele soldjj niet uitkeert, bljjkt uit een brief ia de Chronicle.* Van de hem toekomende 150 p. st. heeft een vrjjwilliger niet eens volle 6 p. st. ge kregen, van deze som werden de kosten van een triegram naar Bulawayo nog afgetrok ken. De hebzncht der kapitalisten big kt voorts uit de onthullingen over hetgeen de De Beers Maatschappij van het ministerie van oorlog vorderde. Cecil Rhodes is, zooals bekend, het hoofd der als de »De Beers* bekende diamant mijnen in Kimberley, waarvan de verdedi ging door kolonel Kekewitch zooveel van zich heeft doen spreken. De »De Beers-Mjj.* vorderde voor voorschotten gedurende de belegering 300.000 p. st. en onder de af zonderlijke posten bevond zich een van 20 p. st. voor een krans op het graf van een staf-officier, 70 p. st. voor een huurrjjtuig voor een ia dienst dnr maatschappij zjjuden verslaggever, 788 p. st. voor Kaffarloopers, die Rhodes dagbladea uit Modderrivier brachten, 25 p. st. voor verschot aan Cecil Rhodes, door iemand die een brief naar Mafeking zou brengen. Het ministerie van oorlog zond deze vor deringen aan de »De Beers-maatschappij* terng, die deze tot 55.000 p. st. terugbracht. Ook deze vordering is door het ministerie viool in een lederen zak over zijn schouder hangen; Charlotte volgde hem mri haar mandje aan den arm en ik schreel naast Ladislas, die te paard zat, voort. Ladislas beschouwde het landschap, dat zich voor zjjne oogen ontrolde, met stille aandacht en vroeg mjj toen: Wat voor een oud gebouw ligt daar aan onze linkerhand. Dat is de pannenbakkerjj van Comman dant Charpentier; hoewel hjj blind is, kan hjj niet anders dan voor een aan den ven- sterknop opgehangen spiageltja zgn toilet maken, zoo groot is de kracht der gewoonte. Vormen die witte op den heuvel gelegen huisjes een dorp?* •Ja, men noemt ze de Hutten van het Eikenbosch; de burgerlieden uit Pfalzburg gaan daar op de Platte Rots 's Zondags met hunne familie koffiedrinken.* De landeljjke herberg van vader Mathis en het huis van den ouden hout/ester Perlot lagen midden in het bosch, juist aan de plaats, waar de bruisende stroom zich in den Zinsel stort. •Ik ken deze landschappen van vroeger er ontwaken herinneringen in mjj, die nooit geheel zgn uitgewischt. Tegen vjjf uur was het volkomen dag geworden en bemerkten wjj het met mos begroeide dak der houtresterswoning aan onze rechterhand. Michel Perlot en Marie-Anne verschenen met uitgebreide armen op dea drempel der houtvesters woning en riepen Zjj is het,* waarop Charlotte in hnnne armen vloog. Timotheus had er tranen van ia zjjne oogen. IIIIWIIUI Naar het Fransch DOOR Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1901 | | pagina 1