Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. M 2034. FEUILLETON. Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden. ZATERDAG 17 AUG. 1901. Kaleh en Kohra WIELEREN. LAMB VAN ALTEH* VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per S maanden f 1.00. Franco per poat zonder prjjaverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Adyertentien yan 16 regela 50 et. Elke regel meer T1/* ct. Greote lettera naar plaateruimte. Adyertentien worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavord ingewacht. Toen de fiets bp ons te lande zjjn intree deed, werden er ook al spoedig wedstrijden uitgeschreven. Deze hadden een gewoon verloop, men sprong op zpn »kar« trapte wat men trappen kon en wie 't best trap pen kon, won het. De strjjd werd uitslui tend met de beenen uitgevochten. Later is dat, tegelpk met de enorm» toe name van fietsen geheel anders geworden. Tegenwoordig komt 't, zoo te zeggen, bp den wedstrijd meer op 't hoofd dan op de beenen aan en een rjjder, die er eenvoudig op losjaagt zonder zijn tegenstanders in 't cog te honden, heeft aan 't doel gekomen, zelden recht van meespreken meer. Het wieleren is een kunstvaardigheid, zoo geen kunst geworden, die zeer zorg vuldig ingestudeerd moat worden en waartoe een ongemeen strenge voorbereiding, het z.g. trainen vereischt wordt. Laat ons eens nagaan wat men daardoor zoekt te bereiken. Bjj de wedstrijden tegenwoordig worden de eerste ronden gewoonlijk in langzaam, dikwjjls zeer langzaam tempo afgelegd. Eerst tegen 't eind komt er wat leven in, wjjl dan ieder zich een goede plaats verzekeren wil tegen de eindkamp. Deze goede plaats is niet de eerste, zooals men allicht denken 9 zou, maar een tweede of derde en nu is het de kunst zich deze te verzekeren. Er behoort groote handigheid, een scherpe blik, een ras besluit en dikwijls ook onverschrok ken moed toe, die te behalen. De ervaring leert dat de aanvoerder bjjna altpd ten slotte achterblijft. Dat wordt duidelijk als men nagaat dat deze te kampen heeft met den tegenstand der lucht. En toch is dit niet de hoofdreden. Deze is van anderen aard. Een mensch voert meer uit wanneer hp een medestrijder voor zich ziet, dan wanneer bjj als 't ware tegen de lucht vecht. De aan de spits rjjdende trekt de volgenden met zich voort; zjj volgen hem alsof ze magnetisch aan hem verbonden zjjn en kunnen daarbjj hun krachten sparen, zoodat ze tegen 't eind den voorrjjder in halen. In Frankrijk, welks hoofdstad met recht als de hoogeschool in 't vak wordt aange merkt, heeft men een truc ontdekt, welke hem, die ze toepast een groot voordeel be- Naar het FranschJ DOOR ANDRÉ THFURIET. 8) Ladislas antwoordde niet. «Waar heb ik deze vrouw gezien,* fluis terde hjj met eene gesmoorde stem, >is het een droom?* >En te moeten denken, dat hare fijn ge bouwde voeten zich door het stof der groote wegen hebben gesleept en hare kleine han den zoowel 's zomers als 's winters in h«t bosch hout hebben gesprokkeld om een vuur te kunnen stoken 1* riep Schmitt uit, die zeer gevleid was door de vermeende be langstelling die Ladislas zpn werk schonk. Vader, Timotheus en ik begrepen dat het voor Laditlas eene geheel andere vraag, dan die der kunst betrof en sloegen hem zonder een woord te spreken gade. Hjj was bleek en het klamme zweet pa relde hem op zpn voorhoofd. >Hier zpn nog meer sehetsen van gitano's die ik met een enkele streek heb gemaakt,* zeide Schmitt, terwjjl hp eenige vluchtige schetsen op de tafel legde; »dit zjjn maar gewone typen zooals die van de Holle Rots* in net Senoresdal; zjj trekken onze aandacht door het vreemde in kleeding en gelaat, doch alleen het schoone is moeiljjk weer te geven.* >Ik denk er evenzoo over,* zeide La dislas, >die gewone Zigeunertypen hebben bezorgt. De Franschen noemen die «demar- rage ze bestaat daarin dat de rpder een goede plaats in de rjj tracht meester te worden, tegen het eind bliksemsnel vooruit schiet en daardoor zooveel wint, dat nie mand hem meer inhalen kan. De eerste, die deze streek toepaste, was Jacquelin. Na hem hebben tal van rjjdsrs, ook onze Jaap Eden, zpn voorbeeld gevolgd. Men noemt dit rpden naar de Fransche school. Bjj de Italiaansche bestaat de kunst daarin de binnenzjjde der baan te houden en in de laatste ronden geen medestrijder voorbjj te laten. De laatsten aan de buitenzjjde rjjdende, moeten een grooteren weg afleggen en daardoor meer kracht aanwenden. Men spreekt ook nog wel van een Duit- sche methode, die eenvoudig in de kracht der beenen schuilt en waarbjj de rjjders van 't begin aan, zoo snel mogelpk voort spoedt. Behalve deze in groote trekken beschreven wpzen van rpden, heeft de fietser nog op tal van zaken acht te geven. Hp moet nauwkeurig op zpn mederjjder acht slaan, opdat die niet met een onverwachte spurt er van door gaat. Hjj moet verier zorgen, dat hjj niet tot trekpaard gebezigd wordt, maar zich een goede plaats verzekeren. Ver der moet hjj bekend zjjn met de bekwaam heden zjjner vjjanden, met huu eigenaar digheden en bjjzondere kunstgrepen en vóór alles, moet hjj zelf rjjden kunnen. Tot dit alles moet de traininghem ge schikt maken. Daartoe behoort in de eerste plaats dat zjjn natuurlijke vaardigheid tot de uiterste grenzen ontwikkeld wordt, wat ten deele door een zorgvuldig geregeld dieet, in hoofdzaak echter door voortdurende oefe ning, baden, massage en gymnastiek ge- schindt. Wat het dieet betreft, geldt voor den rjjder het voorschrift: ken u zeiven. Men heeft vroeger wel gemeend daarvoor een algemeene regel te kunnen aangeven en een eenvoudige vleeschvoeding voorgeschre ven, tegenwoordig laat men den rjjder ge bruiken wat hem smaakt en wel bekomt. Vetvorming wordt uitsluitend tegengegaan door massage, baden, rjjden en andere lichaamsoefeningen. Absoluut verboden zjjn scherpe specerpen, evenzoo alcohol, terwpl met tabak voorzichtig omgegaan dient te worden. Het eigenlijke trainen wordt in 't voor- geene andere verdienste dan dat ze schil derachtig zijn en ik wenach u geluk, want, uit dat oogpunt beschouwd, wpzen ze op een groot talent, waarde kunstbroeder.* Toen hjj Schmitt zjjne schetsen teruggaf, nam hjj er plotseling een op en riep uit, >Waar hebt ge dien persoon gezien?* «Die teekening is niet van mij; mjjnheer Michard, mjjn meester, dien ik vfiftien jaar geleden heb opgevolgd, heeft mp zjjne por tefeuille met schetsen nagelaten als eene herinnering aan OBze vriendschap. Deze heb ik daaronder gevonden. Mp dunkt het moet geljjken, al heb ik het oorspronkelijke niet gezienhet is met krachtige trekken uitge werkt. Mjjnheer Michard heeft veel gereisd, vooral in Spanje en Italië. Misschien kent gjj den persoon, die hierop is afgebeeld, mpnheer Gerard?* «Het is Zuehetto,* zeide vader, nadat hp er een blik op had geworpen; «ik herken zpn laag voorhoofd, zjjne breede jukbeen deren en bruine oogen. Hg was een flink muzikant en kwam dikwjjls met zjjne ka meraden in mjjn winkel om viool- of bas snaren uit te zoeken, ik verzeker je dat hg er verstand van had. Michard heeft hem geschilderd, toen hjj met zpn grijzen vilten hoed op en een takje heide in zpn knoops gat, aan den zoom van 't bosch stond. De eik, in wiens scbadnw hjj staat, is zeer goed weergegeven, zpne bruine bladeren vertoo- nen de najaarstinten. De bandiet staat op de loer en ziet onderzoekend om zich heen zpn karabjjn is Z3ker in de struiken ver borgen.* Ladislas kon zpne oogen niet van de teekening afhouden. Hjj ging er zelfs mede naar 't raam om de schets tot in de kleinste bijzonderheden te beschouwen, zjjne lippen jaar begonnen, per dag wordt 8 a 10 K.M. in matig tempo gereden, een weck lang. De volgende week wordt het tempo versneld, doch niet over de 21/, K.M. per minuut. Daarna rpdt hjj op de renbaan en wel, sedert eenige jaren, onder toezicht van een ervaren collega. Het geldt hier het afleggen van een tameljjken afstand in snel, vooral gelijkmatig tempo en het voortsnellen in de laatste 100 h 200 M. der baan, het z.g. spurten. Op de wielerbaan heeft ieder rjjder een hokje, waar hjj zich kleedt en na 't rpden zich 't zweet, afwrjjft en zich door een deskundige laat masseeren. Trots alle voorzorgsmaatregelen vatten de rjjders dikwpls kon en Ijjden aan de gevolgen daarvan. Oude menschen, die in hun jeugd snelrjjder* waren, treft men zelden aan. Lang houden ze 't ook niet vol. Jaap Edens naam, eens de koning der wielrijders, hoort men tegenwoordig al niet meer noemen, zoomin als de ramen van hen, die als hard rijders eenmaal op 't jjs schitterden. Buitenland. De «Baster Nachr.* verhaalt het vol gende De belastingambtenaren te Milaan be trapten een man op het heimeljjk vervoer van niet verakepnsd gedistilleerd, dat in een kar was geladen. Hjj weigerde de herkomst op te geven. Een der ambtenaren wist deze echter op vernuftige wjjze te ontdekken met behulp van het paard dat mede was aan gehouden. Hjj liet het dier 's nachts los en volgd» het. Eerst liep het paard eenige stappen heen en weder, met den kop links en rechts zoekende. Toen liep het in een bepaalde richting en langzaam verder den straatweg op, naar een dorpje, waar het een zjjweg insloeg en voor een verwjjderd gelegen hnis bleef stilstaan. De ambtenaar was natuurljjk meegeloopen en voerde het paard naar de stad terug. Den volgenden ochtend werd een inval gedaan in genoemd huis en inderdaad werd daar een geheime distilleerderij ontdekt. Van der Bilt, de schat- «n schrtrjjke spoorwegkoning, schreef zeer onduideljjk. Eens ontsloeg hjj een der beambten wegens oneerlijkheid, maar het eenige wat men op het stuk lezen kon, was de onderteekening. De betrokkene heeft het sedert jaren ge bruikt als vrjj biljet op de spoorwegeB. trilden een weinig. Eindeljjk gaf hjj Schmitt zijne sehets terug en ging weder zitten, waarna hjj hem de hand reikte en zeide »Ge komt mij zeker in Parjjs opzoeken Mpn adres isTournooistraat, bjj het paleis van Luxemburg, hier is mijn kaartje. Ge zult als mijn vriend ontvangen worden en ge kunt op rojj rekenen wanneer ik u van dienst kan zjjn.* Vader liet eenige glazen bier halen en het feest duurde tot. 's avonds laat. Het getoet op de houten kindertrompetjes en het geroep der kooplieden, die met hunne kramen op de markt stonden en zoetekoek ventten, weerklonk langs de straat. De Zi geuners waren uit »Het gouden Schaap* ontsnapt en trokken van herberg tot her berg, terwpl zjj hunne wilde muziek deden hooren. Ik heb nooit een gelaat gezien, dat meer stomme verbazing uitdrukte, dan dat vaa Nicolaas Schmitt, toen hjj twee maanden later tegenover het groote doek stond, het welk geen landschap voorstelde, zooals hjj verwacht had, maar mpn vertrek in de Ka- pucjjnersteeg bjj winterdag; de ruiten waren wit bevroren en op den houten met stroo bedekten vloer lagen tal van magere, bleeke, rillende wezens, die van koude en honger stiervenhet was een aanblik zoo vreese- ljjb, als het hoofd van Medusa. Te midden van dit tooneel stond eene jonge bleeke vrouwzjj was mager en hjjg- de naar adem. Hare zwarte lokken omga ven haar als een sluier. Zjj hield eeu kind in hare armen om het te beveiligen voor een woest nitzienden gitano, die het haar poogde te ontrukken. Die zelfa in hare Het schjjnt dat dit jaar ook de streken van het pooljjs door ongewone hitte zpn bezocht, die daar enorme massa's jjs en ijs bergen losgemaakt en in den Midden-Atlan- tischen Oceaan gedreven heeft. Dat bljjkt uit de rapporten van de kapiteins der tua- schen Europa en Noord-Amerika varende stoomschepen, die in den laatsten tjjd op de vaart naar New-Tork en Canada dozjj- nen ijsbergen van de ongewone hoogte van 150 voet zpn gepasseerd. Zoo bericht de kapitein van de Hamburg- scbe stoomboot «Toutonia,* dat hg op reis naar Montreal zeer veel zwaar pakjjs en eveneens zeer vele ijsbergen van enorme grootte heeft gezien. De straat van Belle Isle had den indruk gemaakt, alsof zp ge heel door ijs geblokkeerd was. De op de veelbezochte route van de Europeescbe post- booten thans ronddrijvende ijsbergen, zjjn natuurlpk een gevaar voor de scheepvaart, dat aan de gezagvoerders de grootste voor zichtigheid oplegt. Mej. Frieda Thoma, een Beiersche onder wijzeres, ondernam in haar zomervakantie een reisje naar Oberammergauzp viel en brak een duim. Dit belette haar niet een Alpentocht te ondernemen en Alpenbloemen te willen plukken, maar met het ongeluk kig gevolg dat zjj van een berg stortte en twee ribben brak. Zjj werd, zoodra haar toestand het toeliet, naar het dorp gebracht waar haar ouders wonen. Nauweljjks was zp daar aangekomen of de bliksem sloeg in het huis en trof haar zoo dat zp aan één zjjde verlamd werd. Nadere bijzonderheden omtrent de aan varing van de «Oceanic,van de White- Star-Line, met de stoomboot «Kir^ora* doen zien dat heide stoomers zeer langzaam stoomden en voortdurend mistsignalen deden hooren. Eensklaps zag kapitein Power van de «Kit^ora* den reusachtigen boeg van de «Oceanic* uit den mist opdoemen, en vóór hjj tjjd had om uit te wpken had die boeg zpn schip half in tweeën geppleten. De zee stroomde onmiddellpk door de reus achtige opening, die gevormd was, naar binnen. Kapitein Cameron, van de «Oceanic,* liet aanstonds sloepen uitzetten en liet van het 50 voet hooge voorschip einden touw werpen op de zinkende «Kingora;* 14 van de menschen aan boord van de «Kingora* konden zich op die wjjze reddeD, doch 7 anderen gingen, terwpl zp nog naar mid delen om zich te redden uitzagen, met het plotseling kantelende en zinkende schip naar de diepte. Eenige sloepen kruisten nog een nur op de plaats van het onheil rond zonder ech ter iets of iemand te vinden. Op de «Ocea- nie* werd onder de 1000 passagiers die aan boord waren eene collecte voor de weduwen en weezen der verdronkenen gehouden, dis 160 pond sterling opbracht. Het eenige spoor dat van de aanvaring op de «Ocea nic* gevonden kon worden was, dat eenige huidplaten een weinig ingebogen waren. ellende nog schoone vrouw slaakte een wan hoopskreet, dien men meende te hooren. «Dat is Khova,* zeide de oude houtves ter peinzend «en dat is Zuehetto.* Wjj bleven getroffen staan en zwegen als was het schouwspel dat wjj voor onze oogen hadden, njjpende werkelijkheid gewor den. Ladislas verbrak dit stilzwpgen met de vraag; «Hebt ge Khova gekend, mpnheer Ter- lot?* «Welzeker,* zeide hp, «geheel Pfalzbnrg kent haar, ik ontmoette haar vroeger bjjna iederen dag, hetzjj in het bosch, hetzjj op den grooten weg, als ik mpn rapport in de stad ging uitbrengen. Zjj vertoonde zich hier voor 't eerst in het jaar 1815, toen na de ontbinding van 't Loireleger allen met groot verlof naar hnis werden gezonden. Wat was zjj een schoon meisje met hare lichtbruine gelaatskleur, donkere oogen, en weelderig zwart haar, dat door spelden met greote zilveren knoopea bjjeen werd gehou den en hare tot op de schouders hangende oorringen. Wat danste zjj goed, terwpl ze zich in de henpen heen en wear wiegde en wat lachte zjj, zoodat hare kleine, witte tanden zichtbaar werden, en als zjj bare rinkelbom deed klinkenMen Btampte met de voeten, klapte in de handen en riep: «Bravo, leve Khova, leve Khova 1* Als zp met haar bakje rondgiDg en zeide: «Kom heeren dames toe maar,* regende het stuivers. Niemand kou haar die kleinigheid weigeren, ieder stak de hand in zpn zak. Niet waar, Boestel? «Dat zou ik denken 1 Khova was wjjd en zjjd iQ den omtrek bekend, hare kame raden volgden haar, als ware zjj hunne ko ningin, naar alle kermissen die langs den De Parjjsche Matin* wjjst op de waar schijnlijkheid dat de regeeringen der Boeren republieken eindeljjk zouden besloten hebben kaperbrieven uit te geven. Deze kaperbrief bevat o.a. 't volgende De toegezegde belooning bedraagt 80 en 40 ponden sterling per ton waterverplaat sing der buitgemaakte of in den grond ge boorde Engelsche oorloge- of koopvaardij schepen. «Gjj zult de Engelsche schepen, die op het oogenblik van deze verklaring zeilende zpn, eerbiedigen. (Natuurlpk worden hier alleen de koopvaardijschepen bedoeld). «De betaling zal plaats hebben binnen 14 daag na het teekenen des vredes, uit de van de Engelsche regeering geëisebte schadevergoeding. «In geval na de waarschuwing voor het gevaar dat de Engelsche schepen loopen en dat gel jjk staat met een boycot der Engel sche vloot, de vrede geteekend en de onaf hankelijkheid der beide republieken erkend mocht worden, zullen uwe onkosten u wor den vergoed en u bovendien een som van 40,000 worden toegekend voor uwe tus- schenkomst. «Wat betreft de in den grond geboorde schepen, waarvoor gjj geen tastbaar bewjjs zoudt kunnen leveren, zal het voldoende zpn dat gjj vooraf hebt kennis gegeven van uw plan om ze aan te vallen, opdat hun verdwjjnen aan een aanval door uwe sche pen kunne worden toegeschreven. «Behoudens de verplichting om den han del der onzjjdiga vooraf te waarschuwen en de schepen te eerbiedigen, die geen ken nis dragen van het gevaar, zult gjj alle middelen kunnen aanwenden, welke gjj Rjjn gehouden warden, terwjjl zp op hunne instrumenten bliezen, dat hunne wangen tot aan de ooren kwamen. Zp deden goede zaken met haar; het ia onbegrppeljjk, hoe die valsche Zuehetto haar heeft kunnen verleiden 1* «Alles gaat voorbjj; aan alles komt een einde,* hernam de onde houtvester, «en nu «Nu is zjj dood,* voltooide Ladislas haas tig. «Dood Neen dat niet,* antwoordde Perlot droevig; «maar de arme vrouw is er treurig aau toe, zoodat ik vrees dat zjj met de laatste herfstbladereu zal heengaan.* Wjj keken hem verwonderd aan. «Zjj ligt sedert twee of drie weken in mpn stal.* Hjj zag dat wp allen oplettend luisterden en vervolgde; «Laatst kwam ik tegen zes nur 's mor gens van mjjn rondgang cn wilde naar huis gaan, toen ik Dagobert van verre hoorde blaffen; mpn eerste gedachte was, dat hp een egel ontdekt zou hebben, en ik liep haastig naar hem toe. Wat zie ik eene in lompen gekleede, bleeke vrouw, die in de heg vaD onzen boomgaard lag uitgestrekt. Zjj zag er zoo vervallen uit, dat ik haar overleden waande. Ik riep Marie-Auna na tuurlpk. Eerst wilde mjjne vrouw niets van haar weten. «Het is eene Heidin,* zeide ze. «Beidin of niet, wjj kunnen geeu schep sel van den goeden God aan onze deur laten omkomenje ziet dat die ongelukkige vau honger sterft, haal dus spoedig een pot melk. Verlies geen tjj f, want de stak kerd haalt nauweljjks adem mwiiui it nu "m«ui BtiaMttJiafiW'awaaflBMMwwauaMWi iinin aa——twea (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1901 | | pagina 1