Hel Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Bomnielerwaard.
M 2063.
Een lekker bontje.
FEUILLETON.
De moord in den sneltrein.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heu8den.
WOENSDAG 27 NOV.
1901.
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke re^e
meer 71/» ct. Groote letters oaar plaatsruimte.
Adrertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Dat men het pas aan den arbeid
zijnde ministerie met allerlei verzoeken
om nieuwe wettelijke bepalingen om
trent verschillende onderwerpen, of om
afschaffing of verandering van bestaande
wetten, als het ware zou overstelpen,
was te voorzienen het moet erkend
worden, dat het gebouw onzer wetgeving
verscheidene bouwvallige appartementen
bezit, die noodzakelijk eens dienen te
worden opgeknapt.
Onder de wetten van ouden datum,
die het in den laatsten tijd het hardst
te verantwoorden hadden, behoort ook
de zoogenaamde jachtwet, van 1857,
op welker intrekking sterker dan ooit
wordt aangedrongen.
In oude tijden was men in de Ne
derlanden een groot vriend van zooge
naamde heerlijke rechten; dat wil zeggen
men schonk aan de edellieden en de
hoogwaardigheidsbekleeders des lands
onderscheidene voorrechten, waaraan de
goederen van anderen onderworpen
waren. Zoo was het ook met de jacht,
die niemand, op zijn eigen grond zelfs
niet, mocht uitoefenen. De jacht was
voor den adel en de hooge ambtenaren.
Klachten daarover zullen wel altijd
zijn gehoord. Hoe dit ook zij, de staats
omwenteling in het laatst der achttiende
eeuw, maakte aan de voorrechten van
den adel een einde. Het jachtrecht werd
uitdrukkelijk aan iederen grondeigenaar
op zijn eigen grond toegekend; maar
deze toestand heeft slecht zestien jaar
geduurd. De oude jachtrechten werden
in 1815 aan de voormalige bezitters der
oude heerlijkheden teruggeven en de
adel en de hoogstaangeslagenen in de
grondbelasting konden veel gemakke
lijker, dat wil zeggen goedkooper, een
jachtakte krijgen dan andere menschen.
In 1857 is men een anderen weg
ingeslagen. Er kwam toen een jachtwet
tot stand, met een tweeledig doel. Ten
eerste om aan den staat, zooals trouwens
reeds het geval was, een voordeel voor
de schatkist te bezorgen, door de be
lasting, die wij kennen onder den naam
van uitgifte van jachtakten. In de tweede
plaats om den wildstand ten behoeve
van de jagers in stand te doen blijven.
Tot bereiking van dit laatste doel is
de jacht slechts gedurende een klein
deel van het jaar geopend; mag zij
niet met alle middelen en op alle wijzen
worden uitgeoefend, enz.
21)
»Neen, zeker niet! Uw broeder bracht
mgn man in de gevangenis, waar hg ellen
dig omkwam, en hg heeft nog zooveel meer
slechte dingen gedaan. En nu zal ik mgn
wraak op u uitoefenen om hem daardoor
te kwellen. Gg houdt den mooien Elliston
zeker voor een monster, maar ik wil u laten
zien, dat hg nog een onschuldig kind is in
vergelijking met Martha Skarlet.*
•Zwjjg vrouwzei Nelly haar op be
velenden toon in de rede vallende. »Ik heb
geen lust om naar uw gezwets te luisteren.
Geef mg den sleutel van dit duivelsche holle
En als om nadruk bg te zetten aan hare
woorden, hief zg de revolver op. Die vrouw
scheen haar niet als een gevaarlgk wapen
te beschouwen, waut zg antwoordde slechts
met een honend gelach.
Vooruit!* zei Nelly dringend. »Ik heb
geen tgd meer. Legt den sleutel naast de
deur en ga daar in den hoek staan. Hoort
g|j het?* De stem van het meisje klonk zoo
ernstig, zoo dreigend, dat Martha toch ver
legen begon te worden met de zaak.
Begin geen gekheid!* riep ze geërgerd
4 uit.
Hei zal voor u een leeljjke gekheid wor
den,* antwoordde Nelly koel, >als gg niet
onmiddellijk gehoorzaamt. HaltGeen stap
dichter bg of ik schiet! Het is mgn vaste
voornemen
Nu eerst begon Martha in te zien, dat
Het Burgerlijk "Wetboek, reeds in
1838 ingevoerd, bepaalde wel is waar
dat ieder grondeigenaar zich het wild
op zijn grond mag toeëigenenmaar
dit geldt alleen voor zoover op dien
grond geen heerlijke rechten drukken,
.welke niet kunnen worden afgekocht.
Reeds tien jaren geleden heeft men
ernstige pogingen gedaan om in dien
toestand verandering te brengen. Het
wild toch is dikwijls zeer schadelijk
voor den landbouw, vooral is dit het
geval met de zich buitengewoon snel
voortteelende konijnen, die, wel is waar,
als schadelijk gedierte, mogen worden
gevangen, maar niet zonder machtiging
der Regeering.
Tegenwoordig gaat men een stap
verder en dringt meer bepaaldelijk op
afschaffing van de jachtwet aan, waar
door ieder de vrijheid zou verkrijgen
om op zijn eigen grond te jagen, zonder
daarvoor vergunning te behoeven of be
lasting te moeten betalen. Blijven dan
nog over de heerlijke rechten, die men
op gemakkelijke wijze afkoopbaar zou
willen stellen, zonder dat de eigenaar
van het jachtrecht dit beletten of ver
hinderen kan.
Kan de landbouwer daardoor van een
last worden ontheven, dan zou de maat
regel, wat dit betreft, zeer zeker aan
bevelenswaardig zijn.
Wij moeten echter wat verder zien
dan onze neus lang is en trachten alle
belangen zooveel mogelijk te vereenigen.
Met de af koopbaarstelling der jacht
rechten zouden wij ons even goed kunnen
vereenigen als met die van grondrenten
en tienden, welke reeds lang bestaat.
Alle lasten, die op den grond rusten,
drukken de waarde en belemmeren den
handel. Niemand moet tegen zijn wil
genoodzaakt kunnen worden om voort
durend die lasten op zijn erf te dulden,
waarvan hij bereid is de waarde ervan
te betalen.
Het volkomen vrijlaten van de jacht,
zonder eenige belemmering zou echter
een verstrekkend gevolg hebben, voor
eerst zou het aantal zoogenaamde brood
jagers op bedenkelijke wijze toenemen
en zouden ook overigens de liefhebbers
van een lekker boutje zooveel mogelijk
van de mildheid van den wetgever
profiteeren. Aan de algemeene veilig
heid zou dit echter zeer zeker niet ten
goede komen.
Het geheele jaar door van Nimrods
omringd te zijn en zich nergens in het
het werbelgk waar was. Een oogenblik dacht
zg er nog over om op Nelly toe te vliegen
en haar de revolver te ontrukken, maar dat
kwam haar toch ook bedenkelijk voor, want
een lichte druk op den haan kon haar den
dood brengen.
Met tegenzin haalde zij den sleutel te
voorsehgn en wierp hem woedend op den
grond.
»Stel u nu maar niet zoo dwaas aan!*
merkte Nelly op. »Ziezoo nu fliuk in den
hoek! Ja, zoo is het goed!*
De vronw met het wapen in toom hou
dende, ging het overschrokken meisje steeds
achteruit naar de deur toeze greep de
lamp en den sleutel en had ternauwernood
den tgd den drempel te overschrijden en er
den grendel voor te schuiven, toen de dui
velin onder wilde vloeken tegen de deur
sloeg.
Maar de deur gaf niet mee en Nelly
draalde niet lang om gebruik te maken van
die gunstige gelegenheid om te vluchten.
XVIII.
Met behulp van den sleutel baande Nelly
zich een weg door de grootendeels afgeslo
ten kelderholen, waarbij de lamp haar goede
diensten verleende, want in het donker zou
zg allicht den weg niet gevonden hebben.
Alles om haar heen was doodstilplotse
ling evenwel drong een half verstikt geroep
om hulp tot haar door. Aarzelend bleef zg
staan; daarop zei ze tot zich zelf, dat ze
van de oude heks niets te vreezen had en
dat iemand, die zich in ellende bevond, zeker
niet tot de vrienden van vrouw Skarlet kon
behooren.
Opnieuw vernam zjj het zwakke hulpge
roep en nu ging zjj er haastig heen, stiet
vrije veld te kunnen bewegen, zonder
de gedachten dat men ieder oogenblik
een schot kan hooren, komt ons niet
zoo bijzonder opwekkend voor.
Het wild zelf zou er dan natuurlijk
veel erger aan toe zijn. Natuurlijk is
het daarom ook te doen. Goedmaar
wat zou het gevolg zijnongetwijfeld uit
roeiing binnen betrekkelijk korten tijd.
Mag dit niet heeten, het eene belang
aan het andere opofferen?
Immers, het wild is een voedings
middel, zoo goed als ieder ander. Nu
zal dat voedingsmiddel bij algeheele
afschaffing der jachtwet wel plotseling
meer algemeen verkrijgbaar worden;
doch, slechts voor een korten tijd, om
daarna geheel te verdwijnen, zonder dat
men in staat is er iets anders voor in
de plaats te stellen.
Dit zouden wij uit een economisch
standpunt zeer bedenkelijk achten.
De landbouwer zou van een last
ontheven wordenmaar daar tegenover
zou het land een voedingsmiddel minder
bezitten, de stand der broodjagers zou
naar een nieuw middel van bestaan
moeten omzien en de staat zou ten
slotte de belasting kwijt wezenongeveer
honderddertig duizend gulden per je ar.
Naar onze meening is wijziging der
jachtwet wel zeer gewenscht en mag
men met recht daarop aandringen. Ook
is af koopbaarstelling van het heerlijke
jachtrecht op de wijze als ten aanzien
van tienden, stellig in het belang van
den landbouw. Maar iedere verandering
der wet moet, dunkt ons, gepaard gaan
met verstandige maatregelen, die ten
doel hebben den wildstand zeiven in
stand te houden.
Het wild en het jachtvermaak op
kunstmatige wijze te beschermen, zooals
nu het geval is, dit ligt zeker niet op
den weg van den wetgever, maar het
ligt evenmin op zijn weg, het sein te
geven tot verdelging van alle wildwant
dan zou het omgekeerde het geval
wezen en de landbouw op zijn beurt
kunstmatig, dat wil zeggen, op onna
tuurlijke wijze worden beschermd.
Yereeniging van belangen is een
moeilijke kunst; maar vooral de wet
gever behoort zich die in de eerste
plaats eigen te maken.
Terwgl men in Engeland voortgaat zien-
deblind te zgn, is het een heuglgk ver-
de deur open en hield de lamp in de hoogte.
Op den grond lag een donker voorwerp.
Toen Nelly naderbg kwam, viel het volle
ecbgnsel van de lamp op het gelaat van
een geboeiden man.
Groote God! Richard riep het meisje
ontsteld, en toen bleef ze een oogenblik als
vastgenageld staan bg die onverwachte ont
dekking.
•Nelly, zgt gg het?« riep de gevangene,
die evenzeer ten hoogste verbaasd was.
Waar waar is die afschuwelijke heks
•Goed en wel opgesloten in een kelder.*
•Is dat uw werk?*
»Ja.«
•Gg zgt een dapper meisje!* zei Darrel.
>Sngd nu vlug mgne boeien door en laten
wg zien dat we wegkomen uit dit afschu
welijk hol.*
Nelly zette onmiddellijk de lamp op den
grond, nam haar zakmesje en bevrijdde
haar broeder van de touwen.
Geef me uwe hand en help mg om op
te staan!* zei Darrel zich met moeite op
richtende. »Ik heb een gevoel, alsof ik door
den val al mgne ledematen heb gebroken
't was dwaas van mg in znlk een val te
gaan.*
Door Nelly geleid, hinkte hg langzaam
naar eene trap toe, die naar de hoogere
verdiepingen scheen te leiden. Het geluid
van stemmen boven hen, bracht hen even
wel tot het besluit, voorloopig nog niet weg
te gaan.
Luister!* fluisterde Nelly, »er komt
iemand aan.*
Inderdaad hoorde zg dat een deur ge
opend werd en een man opluiden toon zei:
>Qoe vreemd, dat Martha zoo nalatig is
om alles open te laten. Hé, Martha, waar
schijnsel, dat in Duitschland de volksgeest
meer en meer gaat ontwaken.
Inderdaad is te allen tgde gebleken, dat
de vrjjheid door niets beter gediend is dan
door de verdrukking.
In dagen van >laat maar gaan* zijn geen
energieke en vastberaden pogingen te wach
ten. Alles gaat zjjn kalmen gang en de
kleine uitbarstingen van toorn kannen vrjje-
ljjk zich een weg banen. Hoe heel anders,
zooals reeds zoo lang in Duitschland ge
schiedde. waar men van hoogerhand alle
Engeland antipathieke gevoelens den kop
zoeht in te drnhken, als de volksgeest zich
eindelijk niet langer geweld laat aandoen.
Het is inderdaad merkwaardig, dat de
provinciale autoriteiten noodig oordeelden,
van hoogerhand natnurljjk hiertoe aange
zet, te wjjzen op de mogelijke breuk, die
tn8schen Engeland en Dnitschland hierdoor
kon ontstaan.
Dat deze anti-Engelsche agitatie xich niet
alleen tot het volk bepaalt, doch ook de
eminentste persoonlijkheden, welke Duitsch
land bezit, zieh aan de spits stellen, bljjkt
wel nit namen als professor Mommsen en
van den grooten schilder Lenbach.
Zelfs verzekert men, dat graaf Von Bülow
de meening van de meerderheid der Duit-
scher8 deelt en zgn meening niet onAer
stoelen of bank°n zal steken als men hem
in den Rgksdag interpelleert.
Onder het opschrift>Ook een opinie*
ontleent de »Spectator« aan Conan Doyle,
d9n bekenden schrijver der detective-serie
Sherleck Holmes, de volgende merkwaardige
uitspraak over de Engelschen
Maar die Engelschen! A! Neem een
Goth, een Hun, een Vandaalmeng die
door elkaar en doe er een Barbargschen
roover bgneem dan dit schepsel en maak
bet dronken en gg hebt een Engelsch-
man. Welk oord is voor hen beveiligd?
Overal kunt gg ze vinden, behalve in den
Hemel.*
In den gemeenteraad van Roquebrnne,
nabjj Mentone, hadden eenige leden den
burgemeester bjj den prefect der Zee-alpen
aangeklaagd van onregelmatigheid bg de
uitvoering van openbare werken. De prefect
beloofde een onderzoek, maar de gemoederen
waren zoodanig verhit dat het in de zitting
van Zaterdag tot een hevige woordenwisse
ling kwam en een der raadsleden zgn re-
zgt gij
Die zal wel haar reden hebben, waarom
zg dat doet,* viel een tweede mannenstem
in. >Daar beneden is zeker iets niet in
orde, zoo waar als ik Nick Brown heet.
Ik heb hier een ouden kerel in zien gaan
en gg kunt mg gerust gelooven, 't was
niemand anders dan de hond, dien wg bei
den liever onder, dan boven den gron l
zonden wenschen.*
•Ge bedoelt toch niet Darrel?*
Wien dan nog anders?
>0 zoo, laten we dan maar eens spoedig
de boel gaan nakgken
Doe de lamp uit,* fluisterde de detec-
tice zgne zuster toe. Het meisje gehoor
zaamde, maar de mannen boven hadden
eene lantaarn bg zich en naderden de trap.
Doodsbleek, maar vastberaden stond Nelly
naast den hulpeloozen broeder, de revolver
gereed houdende om te schieten.
Als we ons maar onder den ingang
konden verbergen,* prevelde Darrel.
Zg beproefden het, maar het was te laat.
De drie mannen boven hadden hen reeds
opgemerkt en kwamen nu haastig de trap af.
Eindelgk den vogel gevangenriep de
een, in wien Nelly en Richard onmiddellijk
den roodharigen professor herkenden. »Nu
is het nit met het jagen.*
Als Darrel alleen geweest was en in het
volle bezit van zgne ledemateH, had hg
nog wel eens kans gezien om te ontvluchten.
Na den zwaren val evenwel bespeurde hg
eene ontzachelgke krachteloosheid in zjjn
beenen, waardoor het hem onmogelgk was
te big ven staan.
Halt!* Dat zei Nelly, die met schitte
rende oogen de revolver op de schurken
richtte.
volver trok en den burgemeester en diens
adjunct doodschoot an 2 raadsleden ernstig
verwondde. De moordenaar, voormalig adju
dant der jagers, is in het gebergte gevlucht,
waar hg thans door de gendarmerie wordt
opgespoord.
Te Clarence hadden een dame van 62
jaar en een jongmensch van 20 jaar hun
hnwelgk aangekondigd. Er werden zooveel
spotliederen op dit huwelijk gemaakt, dat
de bruid zich ophing ten huize van een
vriendin. De bruigom sprong daarop in het
water en verdronk.
Het Russische ministerie van binnen-
landsche zaken publiceert in de Staatscou
rant een uitvoerig rapport over de maat
regelen, genomen tot steun van de bevolking
in de door het mislukken van den graan
oogst geteisterde districten. De regeering
heeft tot nn toe hiervoor eene som van
14,214,258 roebels nitgegeven.
Omtrent het oproer in de ZuH-A-reri-
kaansche Republieken wordt uit Washington
d.d. 25 Nov. geseind; De Columbiaansche
zaakgelastigde alhier ontving hst volgende
telegram uit Panama, afgezonden door den
dienstdoenden gouverneurDe opstande
lingen zgn bg Cnlebra en Emperada ge
heel en al verslagen. De gouverneur rukte
in den afgeloopen nacht naar Colon op.
Het verkeer, dat gisteren gestoord was, zal
heden worden hersteld.
Toen lord Roberts Zaterdag te Aldershot
de troepen had geïnspecteerd, die naar
Zuid-Afrika moeten vertrekken, en nog
eenigen tgd over het kazerne-terrein rond
wandelde, waar een aantal burgers en sol
daten naar een voetbalwedstrijd stonden te
kgken, stelde «en der toeschouwars drie
hoera's op generaal Bulier voor. Het ge
volg daarvan was, dat de opperbevelhebber
overal waar hg zich vertoonde uitgefloten
werd.
Men meldt uit Bloemfontein, d.d. 22 Nov.:
Er is een begin gemaakt met het stelsel
om gewezen soldaten en anderen te koloni-
seeren op land in de Oranje-kolonie. Eenige
gewezen yeomen zgn van hier vertrokken
om zich neder te zetten op gouvernements
hoeven in het district Taba 'Nchn.
Uit Pretoria wordt geseind, dat Lord
Kitchener gelast heeft ieder soldaat te velde
op Kerstmis een plumpndding, een pint
•Is dat niet de mooie kleine, die als
heldin optreedt?* riep de professor spotach
tig. >Mgn beste kind, ik raad n aan om
geen tegenstand te bieden, want bg eene
eerste poging tot verzet is het met n gedaan.
Wees dus voorzichtig.*
Dat zeggende kwam bg dichter bg hen.
•Niet verder!* zei het meisje.
•Ja, geen stap dichter bg herhaalde Dar
rel met een zwakke stem. >Levend willen
wg niet in nwe handen vallen. Maar ik
waarschuw u! Het huis is omringd door
politie-agenten, als ge ons een haar
krenkt, znlt gg het gedacht moeten boeten.*
Zeg na niet zulke onwaarheden!* zei
de professor hem in de rede vallende. Dat
doet toch niemand, die zoo dicht bg den
rand van het graf isl*
Wilt ge ons nn eindelgk doorlaten?*
vroeg Darrel ongeduldig.
Stuart Rocky lachte luid.
Wat een vraag, mgn beste man! Gg
schgnt mg w&arlgk niet te kennen.*
Denkt gg dat? Ik weet zeer goed, dat
ge u voor een professor of iets dergelgks
uitgeeft, maar dat is slechts een masker.
Neem uw roode baard weg en ik wed, dat
we dan
•Vooruit jongens! Op hem los!* zei
Rochy, Darrel wederom in de rade vallende
en zich tot de mannen wendende. Deze
wilden juist gevolg geven aan het bevel,
toen een schot klonk. Een van de spitsboe
ven wankelde en viel neer.
Ik ik ben getroffen!* kermde hg.
Dat heeft die meid gedaan!* zei Nick
Brown woedend en voordat Rocky het be
letten kon, had hg zgn pistool op net jonge
meisje gericht en afgeschoten.
Buitenland.
»rs m nivrei sui iimi'—m—■a—aaaa—mmjbiwb—
Wordt vervolgd