Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Bij den aanvang van het jaar 1902. »i FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. M 2073. WOENSDAG 1 JAN. 1902. 1 I VOOR Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per S maanden f l.OO. Franco par poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Adrertentiën van 1G regels 50 ct. Elke rege meer ll/s ct. Groote letter» naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinadag- en Vrijdagavond ingewacht. Een goed Nieuwjaar, Dat bidden wij thans voor elkaar! 'tls aller wensch en beê, Geweld uit 's harten grond; Ja, wat het hart ontglee, Dat spreekt thans onze mond, Voor 'tjeugdig kind en voor den grijze, In de armste hut en ten paleize, Den Vorst en ook den bedelaar, De onnoozele eenvoud en den wijze, Wie juicht of zit in droef gepeize, Een goed Nieuwjaar! Een goed Nieuwjaar, Lief Vaderland! Dat God U spaar', „O, dierbaar plekje grond, „Waarop onze adem gaat; „De plek, waar eens ons wiegje stond, „Wellicht ons sterfuur slaat." Mijn Vaderland, wil nooit vergeten, \)at Eendracht vormt een sterke keten, Die bindt in 't grootst gevaar; s ^t „Houw en Trouw" uw lijfspreuk heeten S»4'pal voor Vrijheid van Geweten! feen goed Nieuwjaar! Een goed Nieuwjaar! Wilmina, Hendrik, Vorstlijk paar, Dat waarlijk Voorsten zijt. Wij zijn waarachtig één! De Smarte treft, de Vreugd verblijdt En U èn ons meteen. O, Hendrik, Prins der Nederlanden, Houd rein de parel, in Uw handen Gelegd, bij 't echtaltaar. Wee, die Uw kleinood aan durft randen! - U wenscht het volk der Noordzeestranden Een goed Nieuwjaar! Een goed Nieuwjaar! Rechtvaardig God, o maak dat waar „Voor 't Volk, vol heldenmoed, „En toch zoo lang geknecht! „Het heeft geofferd goed en bloed „Voor Vrijheid en voor Recht!" De velden, die van bloedwalm dampen, De kindren, stervend in de kampen, De mannen van die heldenschaar Och, wachtte hen, na zooveel rampen, Tot loon, nü ze om hun Vrijheid kampen, Een goed Nieuwjaar! Een goed Nieuwjaar, O, Vorsten, blind voor het gevaar, Dat langzaam komt, maar wint; Balddadig rijt Gij stuk De band, die Vorst aan Volken bindt, Tot beider ongeluk! Miljoenen stemmen roepen: Vrede! Gij, Enklen, lacht om onze bede, En hemlt met den Geweldenaar. Och, spreekt, en 't zwaard keert in zijn schede, De Rust keert weer. Gij wint er mede Een goed Nieuwjaar! Een goed Nieuwjaar, Oud-England, schild en beukelaar Van Vrijheid eens en Recht, Maar thans door Goud en Macht Zoo diep verlaagd, zoo laag geknecht, Schier reddeloos ontkracht! Hoe zijt gij toch zoo diep gevallen; In gansch Euroop de minst' van allen Geacht, geëerd, voorwaar! Gijzelf wilt Vrijheid? Gun ze aan allen, Dan hoort ge ook U weer tegenschallen Een goed Nieuwjaar! EEN VERTELLING DOOR PH. L. »Ze komen allemaalzei oom Bramen rjjn aardig oud gezicht glom van genoegen, v,snt bg hield van gezelligheid. Bovendien dezen oudejaarsavond was er bijna een kink in den kabel gekomen, want Toetie, ooms lievelingsnichtje, was heel ziek geweest en moest zich nog erg ontzien; en een feestje zonder haar was niet denkbaar voor oom Bram. Gelukkig was alles nog boven ver wachting goed afgeloopen en mocht zjj weer uit, en V8D de partjj zjjn. Zoo juist was ze het komen zeggen. Zelf, om oom te verrassen, en nu had oom de juffrouw bin nengeroepen om haar 't goede nieuws mee te deelen en haar nog eens op 'fc hart te drukken voor de noodige consumptie zorg te dragen. Want het was nog een ouder- wetsche goede boel bjj oom Bram: na de kerk werden er appelbeignets en warmen wjjn gepresenteerd en men ging met een H"vig glas evan 't oude in 't nieuwe*, Gigs geworden in de praktjjb, had oom Bram als medicus zoo zpn eigen ideeën over de verderfelijke invloed va* de alcohol, maar bovenal was hg de lenze toegedaan, dat alle overdrijving schaadt. Daar bjj, de gastvrijheid heeft ook zjjn eischen, vond hg oom Bram was een rechtgeaard student ge weest, op tjjd present op 't examen-appèl, i maar ook van zessen klaar als 't een fuif j gold. En nu op zgn ouden dag kon hg nog jen goed glas waardeeren en met gratie ichenksn aan de vrienden. Als juffrouw Fokken» nn uit de school had willen klappen, lad zg wel kunnen vertellen, dat de goede oude dokter niet het kleinste gedeelte van zjjn goed gevulden wgnkelder voor een «der, gansch niet vroolgk soort klanten gebruikte Dentelvoorde was nog niet >p het ben gdenswaardige standpunt van allerlei philantropische inrichtingen en ge nootschappen te bezitten, fondsen tot on dersteuning van behoeftige kraamvrouwen en herstellende zieken* en dergeljjke, >en de arme zielen hebben het toch even goad noodig*, vond oom Bram, als een veront schuldiging. Toen de juffrouw de deur achter zich ge sloten had, trok dokter Belford zjjn nichtje voor het raam, zoodat het volle licht op haar gezichtje viel. »Toet«, zeide hg, haar met zgn oude praktjjksoogen* scherp aan ziende, »je bent nog niet weer do oude. Ik zal je na nieuwjaar weer eens onder han den moeten nemen. Die snuiter van der Beukenhorst heeft je niet goed afgeleverd. De drommel hale die satansche influenza ook, om mij juist te pakken te nemen, toen gij mg noodig hadt. En hg heeft je veel te vroeg nit laten gaan ook! Ik heb dadelijk wel gedacht, dat voor dat jonge mensch geen professoraat was weggelegdHet is ook een vervloekt werk, dat iedereen tegen woordig maar studeert, die maar een paar grein goede hersens heeft. Laat ze die dan gebruiken om met succes krenten te wegen of een balans uit te rekenen inplaats van men8chen te verknoeien 1* Toetie draaide zich verontwaardigd om. Haar straks nog betrokken gezichtje was hoogrood gekleurd. »Maar oom, hoe vreese- ljjk onedelmoedig van u, om zóó over een nieuwen, jongen collega te oordeelen. En dan zoo ongemotiveerd en onrechtvaardig. Dokter Ter wol de is héél knap, en een héél wetenschappelijk man!* Zg zag oom aan, half uitdagend, half verlegen, want zjj ge voelde zich op gevaarlijk terrein en haar angst maakte haar overmoedig. Oom Bram, die, als een echte ondeugende oude plaag geest, haar eerst met een lachje had aan gehoord, zich verkneuterend om haar ernstig gezchtje bjj haar gewichtige, met aplomb geuitte beweringen, voelde opeens iets als berouw over zgn ruwen nitval. Het vriende lijke gezichtje van zgn lieveling stond zoo bedruktEn wat was dat nu tranen?.... Akelige, oude brombeer dat je bent*, dacht oom Bram, szoo'n lief, aardig meisje aan 't schreien te brengen Zou ze heusch,zoo'n vreemde snoes haan om zgn zonnetje te komen weg kapen, zoo'n indringer....* Haast begon bg in gedachten weer te zondigen. Maar bg zeide niets en schelde, dat den koetsier gezegd zou worden om Bles in te spannen het coupéetje. Toetie was opgestaan, knoopte haar duffeltje dicht en spelde het coquette kleine matelotje op het dikke, springerige haar, te vergeefs beproevend de weerbarstige lokjes terug te strgken. Het anders zoo vroolgke gezichtje stond nog wat strak. »Dag oom, tot vanavond dan!* En ze stak haar netgeschoeid handje toe. Oom meesmuilde. »Neen, neen, kindje, ik breng je even thuisik moet nog naar een patiënt in je buurt, en 't is veel te koud geworden. Die avondlucht ljjkt je niets om door te loopen!* Toetie zuchtte; zg was nu liever geloopen. Oom was vandaag zoo ait zijn humeur; zy had juist zoo gehoopt, dat hg nu eens erg aardig zou zjjn en zoo'n wandeling alleen in 't schemer van den winteravond heeft toch ook iets eigen aardig aantrekkelijks vooral op zoo'n oudejaarsavond ze kon dan zoo heer lijk loopen droomen over alles over over allerlei prettige dingen thuis wa ren altgd de broertjes en zusjes.... en Idau was 't alf-gd zoo druk.... Maar ze stribbelde niet tegen, dat hielp toch niet Ia het coupcetje bleef de atmospheer even drukkend. Zg keek oom eens van torzgde aan, doch hg scheen ook erg verdiept in de beschouwing van 't winteravondland schap. Een grauwe, nog volle sneeuwlucht hing over de reeds witte velden en hoornen. In de verte schemerden enkele lichtjes van de boerenwoningen en hoorde men het blaffen van een brommenden kettinghond. Verder werd de doodsche, grjjze stilte alleen verbroken door de belletjes van Bles, wiens hoefslag dof op den bevroren landweg klotste. >Als het zoo doorgaat moeten we morgen de tikker omlaag halen er zit nog een pak sneeuw iu de lucht!*.... Oom boog zich nog wat meer van nichtje af, naar 't raampje. Daar voelde hjj opeens een koud handje op zgn arm. >Oompie, ben je boos op mg Met een ruk draaide hg zich om en wilde haar aanzien, maar 't was donker in 't rgtuig. Wat een schuchter stemmetje! Was dat zgn ondeugende vroo lgke Toetie? >Boos, op jou liefje? Omdat jjj liever een aardigen jongen snuiter je pols laat voelee, dau zoo'n oude brompot van een boeren- dokter, die je leeljjke drankjes geeft? Ik mag het jou wel vragen, hoor je, snoesje, om zóó ruw en brommerig uit te vallen tegen je, leelgke onde kerel, die ik ben! En dat tegen mgn hulp en steun, de wel doenster van mgn arme zieken, de Oompie, wil je wel eens ophouden, met mg nit te schelden Dat was de oude jolige Toet weer. Oom Bram voelde zich verruimd »Ze hebben zoo vaak naar je gevraagd, de patiënten,mgn goede juffrouw kan het alleen niet af er is zooveel noodig Toetie lachte. >Ach oom, maak het toch niet zoo erg, ik doe zoo weinig voor die zieken Ze scheen afgetrokken. Maar toen op eens, véél zachter: »Oom,u meende het toch niet daar straks van.... dokter Terwolde? Ik geloof wel, dat hg knap is.... maar 'tis natuurlijk een onzinnig oordeel van zoo'n eendje als ik ben Maar hg is heel, heel goed, oom, dat weet ikHaar stem metje wnrd bjjna fluisterend en oom voelde een zonderling gekriebel in zgn koelhg moest even kuchen. Arm klein ding, wat had ze 'fc kwaad >Ik meen er geen steek van, weineen,* zei hg ernstig en toen Op ondeugenden toon»Ik geloof, dat je een erg dankbaar patiëntje bent van collega Terwolde Hg heeft hier ook nog niet V8el kennissen hoe zou je 't vinden als ik hem ook maar vroeg om oudejaarsavond met ons te vie ren?....* Gelukkig, dat het zoo donker was in 't conpéetje! Voor alle securiteit schoof Toetie nog wat meer achterin »Zooals u wilt, oora,« zei ze correct. »Dan moet Berend even op den Beukenhorst aan rijden Hg tikte tegen het voorraam, maar haar handje trok aan zgn mouw: Brengt u mg eerst even thuis? Ik heb nog een en ander te doen Ondeugende oom Bram lachte in zichzelf. »Nu, óók goed; dan maar in 't terugko men, Berend!* En tot nichtje: »Daar zie ik jullie huis al. >Nu, dag kindje, je mond dicht houden en pak ja goed in, vanavond Maar vóór hg het portier open gemaakt heeft, houden twee ronde meisjesarmen hem stevig vast en een hoogblozend warm ge zichtje verbergt zich in zgn pels. »Dag lieve, beste oude oom! Dank je duizend maal! Je weet er alles van en zult ons wel helpen, als vader soms lastig is?»Ja, ja, en je boereapraktjjk overlaten aan dien wetenschappelgken springintveld, zeker, en den stamhouder universeel erfgenaam ma ken van dien dommen ouden oom, hé Buitenland- Over een afschuwelijke misdaad te Hof- stade bg Dendermonde, in België, meldt het Handelsblad van Antwerpen Een dronkaard, V., was thuis gekomen. Zijne vronw deed hem eenige opmerkingen, waarop de woestaard in gramschap ontvlam de, de ongelakkige bg het haar greep en haar rond de kamer sleurde. Ten gronde geworpen, verbrijzelde de dronkaard baar 'den neus en de tanden met stampen, schopte haar gelaat aan stukken, wierp haar daarna op het bed en sloeg er op met al wat hem onder handen viel Op de noodkreten der ongelukkige snel den de buren toe en de lafaard nam de vlucht. Het slachtoffer werd verzorgd, een dok ter ontboden, doch deze verklaarde dat all* hoop op het leven is beweken. Het parket van Dendermonde, dadelgk verwittigd, kwam met de gendarmerie van Aalst ter plaatse en het monster werd aan gehouden in een schuur, waar hg zgn roes uitsliep. Zwitsersche vrouwen, ten getale van 43,615, hebben een »open Kerstbrief aan de vrouwen van Groot-Britannië en Ierland* gericht. Daarin heet het; »De ondergeteekonden, Zwitsersche vrouwen (moeders en dochters), teokenen in naam van beschaving en Chris tendom plechtig verzet aan tegen de wroede behandeling en de uitroeiing van vrouwen en kinderen der Boeren; zg wanschen hun hartelijke instemming en dankbaarheid te betnigen voor al wat reeds voor de concen tratiekampen in Zuid-Afrika gedaan is, en zg verzoeken ernstig de vrouwen van Groot- Britannië om op een spoedig einde van het onuitsprekelijk .Ijjden van de onschuldige vrouwen en kinderen der Boeren en van de verschrikking en de bloedstorting van Maar nichtje peeft hem zóóveel zoenen, dat de booze woorden in zgn baard gesmoord worden, dan wipt ze vlug het rgtuig uit, en 't tuinhek in: een rank, vroolgk figuurtje, scherp afcelynd tegen't sneeuw landschap. Veerkracht en leven spreekt uit haar bewegingen. sDrommelsehe kerel,* bromt oom Bram, maar er kowit iets wazigs voor zgn oogen. »Zjj zal tenminste een ge lukkigen Oudejaarsavond hebben!* mom pelde hg. Oom Bram is maar een oude vrijer, doch hg heeft het hart op de rechts plaats. En Toetie is zgn lievelingsnichtje. En dan heel, heel onder in 't achterste laad je van zgn schrijftafel ligt 't portretje van die andere Toetie sJuffrouw* zegt hg, thuis komend, met een gewichtig gezicht: »Is alles in orde? Zgn de appelbeignets goed bro3? Eu is er wgn genoeg? En o ja, er is toch nog Moet en Chandon in den kelder?* >Gunst, dokter wie is er zóó erg aan toe?* Juffrouw,* en 't goede mensch zet groote oogen op bg den barschen toon van den anders zoo vriendlijken doktar, »ik vraag, of er nog Moet en Chandon is?« >Champagne, dokter?* Ja juffrouw, Chant' pagnel* Eu de ouderwetsche glazen, de kelken, van moeder, stof u die eens voor zichtig af. En oom Bram stapt zgn studeer kamer in, ziet het visiteleitje na, sluit de deur, en kucht. Oudejaarsavond is zoo'n rare avond. Je mag nu zeggen»lk voor mg hecht niet aan die dingen... nu ja... natuurlijk, het is maar idee maar je voelt toch wel wat bijzonders. Er komt zooveel in je hoofd op Wacht, de Rotterdammer* en de sMedicinische Neuïgkeiten* moet hg nog even inzien vóór ze komen Maar och, er is zeker niet veel bijzonders in van avond En als oom Bram dat heele onderste laadje van zgn bureau opensluit, er 't kleine verbleekte photographietje voorzichtig uit neemt en er lang op bljjft turen, dan pruilt de statige Minervaen de vroolgke cu- pidootj-s, die den spiegel op de schoorsteen vasthouden, lachen «- - gsgrg- ¥*•- Nichtje is eigenlijk heel deftig »Abra« hamine* gedoopt, maar omdatnu ja, oom Bram heeft óók zgn zonden gehad

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1902 | | pagina 1