Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
M 2076.
FEUILLETON.
De Vrouw van den Dokter,
Uitgever: L. J. YEERMAÏÏ, Heusden.
ZATERDAG 11 JAN.
1902.
Noli me tangere.
took
A
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
franco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Schrik niet, lezer, van deze verschrik
kelijke Latijnsche woorden, we zullen
ze dadelijk in onze moedertaal over
zetten. Ze zijn waarschijnlijk uit het
Hebreeuwsch afkomstig. In het vierde
evangelie verschijnt de Verrezene aan
Maria van Magdala, die Jezus aan de
stem herkennende, eindelijk herkent.
In de vreugde des wederziens valt ze
voor den Heer neer en wil zijne knie
omvatten, doch Hij weert ze af met de
woorden:* „raak mij niet aan." Dit nu
heet in 't Latijn noli me tangere. Sedert
noemt me de voorstelling dezer scène
Noli me tangere, evenals de lijdende
Christus voor Pilatus bij de schilders
Ecce home heet, naar de woorden van
den Romein: „Zie, den mensch!"
In de botanie heeft men bovenstaande
uitdrukking ingeburgerdze noemt noli
me tangere een soort van mimose, welke
de eigenaardigheid heelt van bij de
minste aanraking hare blaadjes naar
boven samen te vouwen. Wij noemen
die plant kruidje-roer-mij-niet. De bal
samine behoort ook tot dit geslacht,
omdat haar zaaddoosjes, rijp zijnde, bij
aanraking openspringen en de zaadjes
rondstrooit.
Het kruidje-roer-mij-niet wast echter
niet alleen in de plantenkassen en beu
kenwouden, het groeit aan alle oorden,
in het wild en als cultuurplant. Iedere
vereeniging, ieder onderhoud heeft zijn
noli me tangere.
Hebt ge het wel eens aangetroffen
in het huisgezin in den vorm b.v. van
een lieftallig meisje? Ieder, die het kind
voor 'teerst ziet, heeft geen woorden
van lof genoeg over haar aanvalligheid
en voorkomendheid. Ze zal voor eiken
vreemde door een vuur loopen. Maar
er moet geen steentje, geen stroohalmpje
in den weg liggen of ze toont humeur,
een humeur van de minst pleizierige
soort. Yan broer noch zus, van vader
noch moeder kan ze een woord ver
dragen, dat maar in de verte naar een
aanmerking zweemt, of ze heeft een
bits woord gereed en slaat de verzenen
tegen de prikkels. Hardheid noch zacht
heid hebben op dit kruidje-roer-mij-niet
eenigen invloed, 't Zit in 't bloed, zeggen
welmeenende vrienden, maar ondertus-
Naar het Duitsch van
FRIEDRICH THIEME.
3)
Langzaam richtte zjj zich op en wendde
haar ljjkwit gelaat tot hem. Is het dood
>Get is dood, en mjjne eer als dokter is
met haar gestorven,* ging hg met sombere
stem voort. Nu heet het, dokter Brünner
amuseerde zich op een bal »terwjjl eene
vertwijfelde moeder iedere seconde op zjjne
komst wachtte.*
»En en had het gered kunnen wor
den, als jjj er gisterenavond heen waard
gegaan?* stamelde zjj.
Misschien.*
»Misschien, neen, zeker, niet waar Theo
zeker.*
In zjjn zwijgen lag voor haar de bevesti
ging harer woorden, zjj sprong op en wilde
wegvluchten. Haar man pakte haar met
sterke hand beet en trok haar zacht maar
zeker op de sofa terug. Hg ging naast haar
zitten, nam hare hand vast in de zjjne en
vroeg zacht maar scherp: »Waar wil je
heen, Else?*
Waarheen?* naar haar, naar haar, naar
die ongelukkige, beklagenswaardige moeder.
Op mgne knieën wil ik haar om verge
ving smeeken. Ik wil het haar en de ge
heels wereld openbaren, dat jjj onschuldig
bent en dat ik, een plicht vergetend, licht
zinnig schepsel alleen de schuld draag, o,
laat me, laat mei*
Zg wilde hem ontvluchten, hg liet haar
echter xuet los, drakte haar integendeel
schen zitten de ouders er mee en 't kind
zelf ook.
Och er zijn zooveel „Kruidjes-roer-
me-niet" onder de menschen. In het
gezellig onderhoud onder beschaafde
lieden wordt daarmee rekening gehou
den. Zoo zal men wanneer een mis
maakte tegenwoordig is, vermijden te
spreken over lichaamsgebrekenwanneer
lieden, van verschillende godsdienst bij
een zijn, blijft deze buiten de onder
werpen van gesprekwanneer kinderen
tegenwoordig zijn, leidt men dit niet
op dingen, die voor de ooren van on-
mondigen, ongepast zijn. Bijna iedere
familie heeft haar wondeplek, een treffend
sterfgeval, een verloren zoon, een zede
lijke nederlaag, en 't moeten al onzachte
of moedwillige handen zijn, die deze
wonden aanraken, dat ze bloeden.
Soms kan 't dienstig zijn zich als
een noli me tangere te vertooneD, al
is men de meest meegaande mensch van
de wereld. Ge komt op reis te zitten
tegenover een wildvreemde, die u na
minzame begroeting, tot slachtoffer zijner
nieuwsgierigheid kiest en u met eene
vloed van vragen overstelptwaar komt
ge vandaan Waar gaat ge heen Kent
ge mijn vriend Jansen? Waar hebt u
die reistascb gekocht? Is u getrouwd?
Hebt u kinderen En eer men 't merkt,
is men tot op 't hemd uitgevraagd en
in ruil voor deze sehaamtelooze uit
plundering, ingewijd in de verleden en
tegenwoordige omstandigheden van den
vrager. Noli me tangere is het eenige
middel om zich een ongewenschten
examinator van den hals te schuiven.
Heilig zij voor ieder, die op den naam
van beschaafd mensch aanspraak maakt,
het noli me tangere des familielevens,
der goede zeden, der persoonlijke over
tuiging. Ligt niet een diepe zin daarin,
dat de Yerrezene het eerst de vrien
delijke vermaning gesproken heeftraak
mij niet aan?
Buitenland.
De Troonrede die graaf Bülow Woens
dag, tot opening van den Pruisischen Land
dag voorlas, herinnert aan de slechte toe
standen op oeconomisch gebied die het jaar
1901 gekenmerkt hebben, waardoor het
in zjjn geheel niet als gunstig kan worden
beschouwd. De ontvangsten van de staats-
vaster tegen zich aan en vertelde haar met
veranderde, weeker stem: »Het kind leeft,
het leefde tenminste nog, toen ik het ver
liet.*
Het leeft* schreeuwde zjj bjjna, >het
leeft* o, Theo zou het big ven leven?
»Ik hoop het, maar het zwakke levens-
vlammetjè was zoover afgebrand dat het
door het minste windje uitgeblazen kon
worden. Een half uur later zou ik te laat
gekomen zgn, als ik dit niet reeds geweest
ben. De volgende uren moeten beslissen.
Vanmiddag krjjg ik eene boodschap en zal
er dan wellicht nog eens heen moeten rij
den.*
»Oh, Theo, ik zal niet eerder rusten,
voordat ik dat arme, kleine wezentje buiten
gevaar weet. Oh, redt het, lieve, beste man,
redt het ook om mjjnent wille I Ed, en
weder verhinderde Bnikken haar om voort
te gaan, terwjjl zg de armen om zgnen hals
sloeg en hare tranen zgne wangen nat
maakten, »vergeef me, Theo. O, kan jemjj
vergeven, of wil je mg van nu af verachten
en haten?*
De dokter antwoordde met goedigen ernst:
»Ver zg dit van mg, Else, moge het nood
lot maar niet onbarmhartiger zgn dan ik.<
>0, Theo, beste, eenig beste man, ik
dank uNooit, nooit zal ik weer zoo iets
doen, zeker niet!*
»Dat vertrouw ik, Else, anders zou ik
niet zoo spreken. Uw berouw is mg daar
voor borg. Ik weet wel, dat de gevolgen
van uwe daad u niet bewust waren. Om ons,
menschen, loeren de demonen van het on
heil, en nemen gretig ieder zwak oogenblik
dat wjj hen aanbieden. Daarom moeten wjj
oplettend zgn. Uw misstap had voor mg
vreeseljjker kunnen zgn dan voor jou of
kan het nog worden. Gjj speeldet onver
antwoordelijk met mgne eer. Als het kind
Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel
meer ll/9 ct. Groote lettere naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
sr
spoorwegen zullen belangrijk onder de
raming bljjven. Op de begrooting voor 1902
zgn de ontvangsten van de schatkist lager
geraamd dan in het loopende begrootingsjaar.
Toch zgn de ontvangsten en uitgaven in
evenwicht, zonder dat gebruik zal behoeven
gemaakt te worden van het crediet van den
staat.
De Troonrede kondigt wetsontwerpen aan
tot verbetering van de woningtoestanden
voor arbeiders ia staatswerkplaatsea en voor
laag bezoldigde ambtenaren; betreffende
uitbreiding van het net van de staatsspoor
wegen de ondersteuning vaa den aanleg van
buurtspoorwegen.
Er zullen groote sommen gevraagd wor
den ten behoeve van de verbetering van
het kanaalnet, in het belang van handel
en verkeer. Er zal te zjjner tjjd een nieuw
wetsontwerp tot uitvoering van dit plan
worden ingediend.
Met betrekking tot de oosteljjke land
streken waar twee taLn gesproken worden,
verklaart de Troonrede dat het een kwestie
is van zelfbehoud voor den Pruisischen
staat om de politieke en oeconomische positie
van het Duitsche element ia het oosten de
hand boven het hoofd te zullan houden en
aspiraties welke tegen den staat zelf zjjn
gericht, krachtig en hardnekkig te zullen
koeren. De regeering rekent daarbjj op den
steun van de Duitsche bevolking in het
Oosten zoomede op die van het geheele volk,
dat in de achterzetting van de Duitsche
taal een aanranding van de nationale eer
moet zien.
Bjj de staatsbegrooting voor Duitschland
besprak de staatssecretaris Thulmann den
financieelen toestand en verklaarde o.a.
Toen ik vroeger als mjjn meening te kennen
heb gegeven, dat de fiaancieele toestand
nog meer zou achteruitgaan, is dit dikwjjls
als pegsimisme opgevat. Thans wordt die
meening bevestigd: do toestanden hebben
zich zelfs nog ongunstiger ontwikkeld dan
wjj konden voorzien. Ten gevolge van de
economische depressie daalden de inkomsten
aanzienljjk. De afzonderljjke bondsstaten
kunnen een verhooging van de bjjdragen
aan het rjjk niet meer dragen.
Op Oudejaarsavond vond, volgens oud
gebruik, een feesteljjke kroegjool plaats van
komt te sterven, heb ik het natuurljjk op
mjjn geweten. En dan o, Else, het is zoo
bitter om het aan te hooren, en dan nog
wel iemand als ik, die zoo met ernst zjjne
plicht vervult, dat men de armoede in den
steek laat, omdat men daaraan toch niets
verdient.*
Else weende berouwvol uit aan zjjne
borst, zjj klaagde zich aan, zjj verachtte
zich, de angst snoerde haar de keel dicht,
en dan weer voelde zjj zich een weinig ver
licht, daar het kind nog leefde en haar man
haar vergiffenis had geschonken.
Terwjjl haar man zich nog eenige uren
ter ruste begaf om zich te sterken voor den
volgenden dag, werd zjj nog door allerlei
schrikwekkende gedachten gepjjnigdhoe
zwaar moest toch wel het lot van een mis
dadiger te dragen zgn, als reeds eene on
doordachte handeling van jeugdige lichtzin
nigheid haar ziel tot zulke folteringen ver
oordeelde 1
Zjj durfde de kamer haast niet te verlaten,
uit vrees van de nieuwsgierige blikken van
het dienstmeisje te ontmoeten, alleen toen
de bel weerklonk sprong zjj op, vreezende
en hopende tegeljjk eenige zekerheid om
trent den toestand van het arme zieke kind
te vernemen.
Eene boerenvrouw bracht de boodschap
en jubelend herhaalde Else haar in de spreek
kamer van haren man, die jaist afscheid
nam van zgn laatsten patiënt en zich tot
nitrjjden klaar maakte.
Gered, Theo, gered, het kind en ik
De dokter herademde. »God zjj dank*,
zeide hg, met innigen nadruk.
Else daarentegen begon te schreien, maar
ditmaaal waren het vreugdetranen. >Denk
eens,* zeide zjj, toen zg eenigermate be
komen was, >het kind heeft, nadat jg weg
was, rustig geslapen, de koorts is verdwenen
het Jenasche studentenkorps. Te midder
nacht hield men nog plechtigen omgang
door de stad, tot op de markt, waar bjj het
slaan van twaalf een vuur opvlamde en
onder de tonen der Sylvester klokken de
studenten ronddansten. Met een vrooljjk
>Gaudeamus igitur* werd het nieuwe jaar
begroet.
Daarna trok de Akademische jeugd weer
af om opnieuw aan Cambrinus te offeren.
Ongelukkigerwjjze heeft dit bij deze kroeg
jolen nog al eens in wat al te sterke mate
plaats en zoo kwam het, dat de eandidaat
in de chemie, Held, slechts moeieljjk naar
hnis kon komen. Op weg daarheen liep bjj
den luitenant Thieme, die te Jena in garni
zoen ligt, tegen het lijf.
Held beleedigde den jongen officier door
woorden en ten slotte sloeg hjj hem met de
vlakke hand in het aangezicht De luitenant
bracht de zaak voor een raad van eer, die
bgna uitsluitend uit officieren bestond, en
er werd besloten, dat er driemaal een kogel
zou worden gewisseld. Held, als uitstekend
schermer onder de Btudenten bekend, had
ook thans liever op de sabel geduelleerd
de raad van eer wilde dit echter niet. Eene
eigenaardige plaats neemt het korps officie
ren in bjj voorkomende geschillen met de
studenten, die tengevolge van de groote re
serve, die de officieren in acht nemen, be-
trekkeljjk zelden voorkomen. Het erkent
slechts een raad van eer met vertegenwoor
digers van de korpsen, niet van de »Bur-
schenschaften.*
Bjj het duel had luitenant Thieme het
eerste schot. Bjj den derden kogel werd
Held in de borst getroffen toen hjj den arm
ophief. Luitenant Thieme kreeg een kogel
in den halsde wond is echter niet levens
gevaarlijk. Held leefde nog slechts weinige
minuten het bloed liep hem uit den mond,
zoodat hg niet meer kon spreken terwjjl
zjjn tegenstander hem ter verzoening de
hand reikte.
De Vesuvius is weer onrustig. Uit Napels
komt het bericht dat hooge vlammen uit
de binnenwanden van den krater opstggen.
Groote massa's lava en rotsblokken worden
sedert eenige dagen naar buiten geworpen,
maar vallen weder in den kraterraond terug.
Een Fransch schip, de »Max«, komende
de adem gaat rustig en regelmatig
en de arme moeder is overgelukkig. Theo,
het noodlot is van ons genomen, de hemel
heeft mijn misstap niet zoo gruweljjk willen
straffen
Theodoor omarmde en kuste haar.
Wanneer rjjdt ge er weer heen?* vroeg
Else weer.
»Om vier uur
»Dan mag ik toch mede, nietwaar?*
»Voor welk doel?*
»Ik wil de moeder om vergiffenis smee
ken, jou recht vaardigen.*
>Neen, neen, bederf nu niet weer, wat
het lot goed gemaakt hoeft. De vrouw zal
je waarschjjnljjk verkeerd begrjjpen en het
anders opvatten. Ik heb dit te laat komen
nu al voldoende verontschuldigd.*
>Maar ik mag toch wel meegaan eu de
vrouw een geschenk aanbiedenje zegt zelf,
't zjjn arme menschen, dat staat ge wel tos,
is het niet?*
De dokter knikte glimlachend. »Als je
daardoor kalmer wordt.*
En Else ging met haren man naar Gros-
zwelsen, niet alleen, maar met een groot pak
kleedingstukken, levensmiddelen eu verver-
schingen. Onderweg overviel haar nog één
maal de angst, dat het kind eens erger ge
worden kon zgn, misschien reeds gestorven,
doch toen ze met kloppend hart de woning
van de arme dagloonersvrouw binnentrad en
het kind rustig in haar wiegje zag liggen,
toen juichte het in haar binnenste van ver
rukking.
Nauweljjks kon zjj alle gewaarwordingen
onderdrukken; mot vochtige oogen stond
zg daar bjj het wiegje, het kleine, magere
handje in de hare, het bleeke gezichtje met
eene onbeschrjjfeljjke uitdrukking van rust
en vreugde bekjjkend.
Mevrouw zou misschien ook graag zoo'n
van Glasgow, is in aanvaring gekomen met
de »Wallawalla«. Het laatste schip zonk
en zeven en veertig der opvarenden kwamen
in de golven om. Doch het meerendeel
werd gered.
Zes man der ekwipage konden zich op
een vlot redden en werden na veel ont
beringen doorstaan te hebben door de Des
patch* opgepikt en naar Trimidad gebracht
een reddingsboot met zeven passagiers
landde vjjftien mjjl noordeljjk van Trimidad.
De lotgevallen der geredden moeten vree-
seljjk zjjn geweesteen der vlotten dreef
geruimen tjjd twae voet onder water; op
een ander werd een stoker krankzinnig.
Yan één reddingsboot en één vlot weet
men nog geen bizonderheden.
Op het wrak van de »Wallawalla« moest
men een gezin, uit 5 personen bestaande,
die liever samen verdronken dan gescheiden
te worden, achterlaten.
De Ieren hebben opnieuw van bun Pro-
Boergezindheid doen big ken door te Ha
milton Mande, ter gelegenheid van een
meeting van den afgevaardigde John Dillon,
een Transvaalsche vlag te ontplooien, waarop
stond: vSncees aan de Boeren!*
De politie heeft de vlag in beslag ge
nomen en deze na een hevig gevecht ver
scheurd.
Hoewel de officieele mededeeling der onder-
teekening van het vsrdrag tusschen Chili
en de Argentjjnsebe republiek, door de beide
regeeringen, zich nog laat wachten, kan
het incident toch wel als gesloten beschouwd
worden. Officieus is uit Buenos-Aires naar
Parjjs geseind dat de regeering uit Santiago
een nota ontvangen had, waarbjj het pro
tocol gewjjzigd werd overeenkomstig op
Argentinië's verlangen.
Bjj een verschrikkelijk spoorwegongeluk
te New-York zgn vgftien menschen om
gekomen en een kleine vjjftig gewond. De
ramp gebeurde om tien minuten over achten,
terwjjl de menschen op weg naar de stad
waren voor hun zaken. Een exprestreiu uit
South Norwalk had stilgehouden in den tun
nel onder de 56ste straat, wachtende op
het sein om het station binnen te loopen.
Een locaal-trein reed op hem in en zgn
locomotief verbrjjzelde den laatsten wagen
klein, lief wezentje in een wiegje hebben,*
zeida de moeder, die zich de ontroering van
de jonge vrouw niet anders kon denken.
»Er is ook niets heerljjker op de geheele
wereld, en al is men nog zoo arm, voor
zgne kinderen heeft men zgn laatste stukje
brood bewaard. O, als u eens wist, hoe het
mg gisteravond te moede was, en hoe nu
>Ik kan het mg voorstellen,* zeide Else
zacht, terwjjl ze een lietdevollen kus op tiet
bleeke voorhoofdje van het kind drukte.
Toen pakte ze hare geschenken uit, heer-
ljjkheden, die men in de armoedige woning
nog nooit gezien had. »Veel te mooi en
veel te kostbaar voor ons,* verzekerde de
vrouwzg durfde al die mooie dingen haast
niet aannemen en ook haar man weigerde
lang; beiden lieten zjj zich echter toch over
halen en men kon zien, welk eene vreugde
die garen hun bereidden.
»God zegene n er voor,* lieve mevrouw,
riep vrouw Fliednern, die, daar zg spraak
zamer was dan haar man, zulke zaken al
tijd beredderde, en de vrouw van den dokter
diep bewogen de hand drakte. »Gjj zjjteene
engel, lieve mevrouw, moge de Hemel a
eens in uwe eigen kinderen zegenen!*
Een donkere blos bedekte Else's gelaat
verlegen zocht zjj den blik van haren man,
die echter met het kindje bezig was en over
het wiegje gebogen stond; een verwensching
van de moeder had haar niet meer kunnen
treffen dan deze onverdiende lof.
In 't vervolg werd in gaene dokterswo
ning de >lei< nauwkeuriger bjjgehonden
dan bjj Dr. Brünner en niemand is zelfs
tegen de armste zieke zoo lief en goed als
de mooie, jonge mevrouw Brünner!
{Slot).
«CBPglIllllMiBjWWWSMMBMB—BS—S—M—a—BB—BtWBBr*«