Het Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Brieven uit Amsterdam.
M 2077.
FEUILLETON.
DE WARE JOZEF.
UNB,vah.alten^
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 15 JAN.
1902.
VCX)B
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprjjs: per S maanden l.OO.
Franco par post zonder prjfaverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regale 50 et. Elke regel
mear 71/, ct. Groote lettere naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinadag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
Waarmee dezen brief aantevangen?
De onderwerpen dringen zich bij getalen
aan mij op. Laat me met de kunst
beginnen. De afd. Amsterdam van de
Maatschappij van Toonkunst heeft gis
teren en heden aan leden en belang
stellenden laten hooren dat ook het tegen
woordige Nederland nog muzikale zonen
telt. Ze heeft de goede gedachte gehad
eens een uitvoering op touw te zetten
van werken uitsluitend van landgenooten.
Toonkunst heeft in haar afdeelingen
veel gedaan voor buitenlandsche kunst,
maar van de onze heeft ze zich niet
bijster veel aangetrokken. Yroeger heette
het dat we niet veel zaaks bezaten,
maar tegenwoordig is dat niet vol te
houden, nu een Zweers symphonien
schrijft en een Diepenbroeck Te Deums
toonzet, zoo schoon als er wellicht nog
nimmer gecomponeerd zijn; nu we
althans twee orkesten bezitten (Amster
dam en Utrecht) in staat schoone mu
ziekwerken ook schoon te vertolken.
Een toonkunstenaar is tegenover andere
artisten in slechte conditie. Wanneer
hij zijn schepping voltooid heeft, is dat
wel een groote, doch nog maar een
eerste stap. Een schilder zendt in dit
geval zijn werk naar de expositie, een
dichter leest zijn werk voor; de toon
kunstenaar echter is afhankelijk van
een orkest, dat zich over zijn werk
ontfermen wil. En hoe lastig dat is,
heb ik eens door een componist hooren
vertellen. Hij had een stuk voor orkest
geschreven en zocht daarvoor een gezel
schap, dat hem de eer wilde gunnen
het uit te voeren. Na hier en daar te
vergeefs aangeklopt te hebben, nam de
directeur van een militaire kapel het
ter inzage aan. Weken gingen voorbij
Hij waagde eens aan te kloppen en ja,
daar gewerd hem de uitnoodiging op de
repetitie te komen. Hij mocht zelf diri-
geeren. Maar nu geschiedde in erge
mate, wat altijd geschiedt als een orkest
onder een vreemden directeur speelt:
de leden steken den gek met hem, niet
in woorden, maar in een massa valsche
noten en opzettelijk aangebrachte ver
minkingen. 'tWas zoo verschrikkelijk,
dat hij zijn eigen werk niet herkende,
en eindelijk de stok neerlei en zich
wegmaakte.
PAUL LINDAU.
1)
Iu de tuinkamer van een klein met vrien
delijk groen omrankt huigje van eene noord-
duitiche Universiteitsstad zaten op een Au-
gustus-achtermiddag twee heeren voor het
sehaakbord.
De oudste der twee, wiens stramme hou
ding en bjjzonder nette kleeding den vroe-
geren militair kenmerkten, scheen een goede
vjjfiiger te zjjn. Zjjn bruinachtig rood, van
eene uitstekende gezondheid getuigend ge
laat, werd omlijst door zilvergrijze haren en
baard. Zjjn krachtig geteekende trekken
spraken van e«n open en vast karakter,
terwjjl de uitdrukking der onder de boisteli»
ge wenkbrauwen t« voorschjjn komende
schitterende oogen, de breede bjj de geringste
opwinding dikker wordende aderen op zjjn
voorhoofd, alsook zjjne haastige bewegingen,
welke de stijfheid van zgn rechterarm nog
meer deden uitkomen, van eene gaa' rdheid
bljjk gaven, die wel geschikt kon zgn, weer
spannige soldaten onder tucht te houden,
doch in den huiseljjken kring dikwjjls vrjj
lastig kon zjjn.
De tegenover hem zittende persoon bood
eene opvallende tegenstelling met hem aan.
Bjjna twintig jaren jonger dan Majoor
Ehrenberg, vertoonde Dr. Bolsten zich in
zjjne geheele verschijning als een man, die
aan uiterljjke vormen slechts zeer weinig
waarde hecht. Uit zjjn met zomersproeten
Wanneer echter een orkestdirecteur
als Willem Mengelberg zijn schouders
onder de zaak zet, is voor zoo'n mis
lukking geen gevaar en zoo hebben de
Amsterdammers nu voor de zooveelste
maal kunnen hooren wat een uitnemend
kunstenaar er steekt in den componist
van Vondels reien uit de Gijsbrecht
van Amstel, onzen stadgenoot Bernard
Zweers en boe we heusch niet naar
den vreemde behoeven te gaan om een
programma saam te stellen, waard te
worden aangehoord.
Dat 't tegenwoordig haast ondenk
baar is, dat iemand begaafd met een
schoone stem onbekend zou blijven,
bewijst alweer 't geval met Johan
Schmier, den geliefden basch van het
z.g. Lyrisch tooneel, een tweede Ned.
Opera, die haar tenten in 't Paleis heeft
opgeslagen. Gelijk Rogmans uit de
kazerne in den Bosch, Urlus uit een
smederij te Utrecht, Orelio van voor de
klasse in een school te Dordt, gehaald
is binnen het gebied der Toonkunst,
zoo is Schmier, de leuke componist van
de versjes van Van Alphen, om zoo
te zeggen, van de straat opgenomen,
waar hij als reiziger in Cats-elixer
flaneerde. Schmier viert deze week zijn
25-jarig jubileum. Opmerking verdient
dat al deze zangers tot de R. K. kerk
behooren en voor 't meerendeel nog in
de koren meezingen. Schmier zingt in
de St. Nicolaaskerk, Rogmans in de
„Mozes."
Er gaat door 't gehucht een won
derlijk gerucht, het heeft in de krant
gestaan, dus zal 't wel waar zijn: de
Beurs nl. nog niet voltooid, vertoont aan
de zijde van de Warmoesstraat scheuren,
een gevolg waarschijnlijk van verzak
king. Als dat waar is, dan is de ellende
niet te overzien.
In de onderwijswereld waren ook
geruchten rond, nl. van hoofden, die
eigenmachtig met de gelden der gemeente
rondspringen. Een hunner is door B.
en W. op de vingers getikt en ofschoon
men hem in 't openbaar slechts groote
slordigheid in de administratie wil ten
laste leggen, heeft hij toch een zeer
zware straf ontvangen, daar voorgesteld
is hem te verplaatsen van een mooie,
nieuwe, dubbele school, naar een enkele
in een zeer miserable buurt. In enkele
bladen wordt gewoonweg gesproken
alsof hij diefstal bedreven heeft. Wat
bezaaid, weinig schoon gelaat, spraken
kalmte en goedhartige opgeruimdheid, eene
levensopvatting, die onwillekeurig een ieder
voor hem innam.
Dat deze zachtheid en meegaandheid der
uiterljjke verschgning echter volstrekt geen
teekeuen van zwakheid van karakter waren,
dit wisten niemand beter dan de schooljon
gens, wien hg als leeraar aan het stedelgk
gymnasium onderwjjs gaf. Zjj wisten heel
goed binnen de grenzen zjjner oogluikende
toelating te big ven, en, zonder dat bjj ge
bruik maakte van de ingewikkelde wjjze
van strafoefening, welke menigeen onder
zjjne collega's voor onontbeerlijk hield, wist
niemand zoo goed als hjj zjjne klasse onder
appèl te houden.
De wilde wingerdranken, die zich rjjke-
ljjk om deur en ramen slingerden, lieten het
daglicht slechts hier en daar in de tuin
kamer dringen, de beide heeren hadden het
schaakbord, dat tot nog toe hunne oplet
tendheid in beslag genomen had, achteruit
geschoven en keken vanuit het schemerige
vertrek in den zich in den zonneschgn ba
denden, voor hen uitgestrekten tuin.
Op het breede, met twee rjjen stamrozen
beplantte grintpad, dat midden door den
tuin liep, vertoonde zich eene in 't licht
gekleede meisjesgestalte. Dan naar het eene,
dan naar het andere rjjkbloeiende boompje
gaande, knipte zjj de volste en geurigs te
rozen af, om ze in baar mandje naar de
tuintafel te brengen, waarop eene groote
kristallen schaal tot hunne ontvangst gereed
stond.
Het blonde haar viel in tallooze krullende
lokjes van onder den breedgeranden stroo-
hoed op het voorhoofd, terwjjl het van ach
teren in een dikke vlecht afhing. Blauwe
oogen van ongemeen zachte eu schuchtere
uitdrukking behoorden tot een liefelgk ge
er eigenlijk voorgevallen is weet nie
mand, ook de raadsleden niet en daarom
is het slot in den raa'd geweest dat al
vorens een besluit zou genomen worden,
alle stukken op de zaak betrekking
hebbende, ter lezing zouden gelegd wor
den. Dit muisje zal een staartje hebben.
Nu nog een onderwerp, waarover nog
heel niet geschreven, doch dat niettemin
druk besproken is en nog wordt. Er
schijnt onder de onderwijzers en voor
namelijk onder de hoofden van scholen
een epidemische ziekte te zijn uitge
broken.
Deze ziekte openbaart zich in toenei
ging tot een der onderwijzeressen aan
de school verbonden, het drukken van
een handje bij uit- en aangaan en 't
geven van een oogje. Daarmee gepaard
gaat meer of minder afkeer van de
eigen, wettige echtgenoot en het door
brekende inzicht dat men zich in zijn
keuze vergist heeft. Men heeft die ge
vestigd als jong broekje, er niet aan
gedacht dat men nog eenmaal de ge
wichtige betrekking van schoolhoofd of
onderwijzer in de hoofdstad zou ver
vullen en nu men zoo hoog gestegen
is, ziet men eerst recht dat zij toch niet
de rechte vrouw op de rechte plaats is.
Dat is 't tweede stadium van de ziekte,
't Volgende is ongenoegen tusschen man
en vrouw en stijgende afkeer, 't Eind
is dat bij onderling goedvinden 't^paar
van elkaar gaat en er een foef wordt
uitgedacht om wettelijk te scheiden. Dat
geschiedt, meneer trouwt de geliefde
onderwijzeres en nu gaan ze samen
naar school, hij om den kost voor hun
beiden, zij om dien voor de gescheiden
vrouw te verdienen, die natuurlijk
levenslang onderhoud bedongen heeft.
Ik zou vaD deze geschiedenis voor den
voet op eenige voorbeelden kunnen
noemen, vandaar dat ik spr?k van een
epidemie. Dit en 't voorgaande is aller
minst geschikt om 't respect voor den
onderwijzersstand op te houden.
A., 12,1,1902.
J. L.
Buitenland»
Eindeljjk dan is toch het ljjk van den
vermisten zeekaptein en het rjjtaig te Ant
werpen in een der havens gevonden.
De duiker was voor de zevende maal naar
beneden gegaan, toen hg het r jjtnig ontdekte.
laat, welks eigenaardige schitterende blank
heid aan versch gevallen sneeuwvlokken
deed denken. Doch hoewel zelfs in oogen-
blikken van opwinding het jonge bloed zich
slechts zoo flauw op de wangen vertoonde,
als het teedere rood, dat het hart der witte
roos kleurt, zoo gaf het gelaat toch niet de
indruk van ziekelijkheid, daarvoor had het
een te rein en verblindend teint en was het
te zeer onbloot van scherpe of lijdende
trekken.
Het jonge meisje scheen er niet san te
denken, dat men haar van uit het huis kon
gadeslaan. Zonder er veel op te letten, had
zjj de rozen op de tafel neergelegd en, met
de eene hand licht daarop leunende, staarde
zg droomerig over de velden en weiden
heen, die zich aan den anderen kant der
lage tuinschutting, in een blauwen nevel
gehulde bergen uitstrekte.
»Wat zou men wel te hooren krjjgen,
als de gedaehten daar achter dat blanke
meisjesvoorhoofd eens plotseling geuit wer
den, zeide Dr. Holsten, de stilte afbre
kende.
Niet veel verstandigs zeker! spotte de
majoor. Waar denkt zoo'n ding aan? Aan
een nieuw japonnetje, eene andere manier
om het haar te dragen, aan het bezoek van
eene vriendin, of, als ze al heel verheven
zgn, die gedachten, hoogstens aan den held
van den laatsten door haar gelezen roman.
Soms heeft zoo'n held reeds vleesch en
bloed aangenomen I Juffrouw Hermine zou
niemand weten, wien zg de roos, die zg zoo
in gedachten verzonken aan hare lippen
drukt, zenden wil?
De majoor sprong op:
Vergeet niet, dat gjj spreekt van mjjne
dochter, die ik niet laat beleedigen.
Acht h dan de onderstelling, dat uwe
dochter haar hart kan verloren hebben, eene
Onmiddelljjk werden maatregelen genomen
om het boven te halen. Het rjjtuig was
geheel verbrijzeld, het voorste bovengedeelte,
en de voorwielen lagen eenige meters van
het rgtuig af. Dit laatste was in slechten
staat; sommige planken kon men afbrokke
len als een stuk droog brood.
De koetsier moet zich van poort hebben
vergist en in het water gereden zgn.
Het rgtuig lag op een viertal meters van
den kaaimnnr op eene plaats waar de bo
dem met ruim een meter sljjk is bedekt.
Om 2 uren werd het lgk van kapitein
Rossander ontdekt. Het uurwerk van het
slachtoffer was stil bljjven staan op 5 uur
17. Het lgk was afzichtelijk blauw. Da on
gelukkige lag met de armen krampachtig
verwrongen en een nagel afgerukt. Ook de
hoed van den koetsier is reeds bovengehaald.
Het lgk van den kapitein lag op 20 me
ters afstand vau de plaats waar het rgtuig
werd gevonden.
De dokter, die de eerste lijkschouwing
deed, verklaarde niet de minste sporen van
geweld te hebben ontdekt.
In de 'orieventasch van den kapitein was
eene som van 160 frank in bankbriefjes,
en in een zjjner zakken vond men 17 frank
en eenige centiemen in verschillende munt.
Nadat het ljjk van den kapitein was bo
ven gehaald is de duiker nog eemaal naar
beneden gegaan; ditmaal haalde hg den
haverzak van het paard op.
Het is een wonder, dat de duiker er nog
is geslaagd is, het lgk van den kapitein te
vinden. Het lag onder de modder bsgraven,
en slechts een der voeten kwam er nog uit.
Zoodra het lgk van den kapflein werd
bovengehaald, heeft de firma Sasse bevel
gegeven, op al de Zweedsche schepen de
vlag half top te hangen.
Verscheidene andere schepen hebben dit
voorbeeld gevolgd. Meer dan waarschjjnlgk
zal men de onderzoekingen naar den koetsier
niet voortzetten, daar het parket de over
tuiging heeft dat er geene misdaad is ge
pleegd.
Op aanvraag der familie en van de reederjj
zal het lgk van kapitein Rossander naar
zjjne geboorteplaats Kalmus worden over
gebracht.
Voisin, een soldaat te Rennes, werd in
1892 doos den krjjgsraad ter dood veroor-
beleediging?
Haar hart verloren! Laat mjj toch met
rust met zulken onzin, bromde de Majoor.
Helene is nog op en top een kind
Op achttieejarigen leeftjjd?
Op acbttienjarigen leeftgd, ja zeker! Mjjne
dochter heeft geen enkele gedachte, die ik
niet zou mogen weten
Nu, dat is kras gezegd. Anders maken
de jonge meisjes nu juist niet hunne vaders
tot de vertrouwden hunner hartsaangelegen
heden.
Legt gjj het er op toe mg boos te maken,
Mjjnheer de dokter? Dat schuchtere ding,
dat als ik er bg ben, den mond nauwelgks
durft open doen, zou het wagen zonder
mjjne toestemming verliefd te worden
Jnist, omdat ze zoo schuchter is
wilde de Dr. antwoorden, maar de Majoor
viel hem in de rede met; Nu heb ik er
genoeg van, Dr.; we zullen eens dadeljjk
onderzoeken wat er van uwe praatjes waar
is Hermine! riep hjj, met harde en
doordringende stem den tuin in.
Het jonge meisje schrikte op uit haar
gepeins. Haastig schikte zg de rozen in de
schaal en kwam, het zware voorwerp met
beide handen voorzichtig vasthoudende, den
tnin door en den gang in.
Bljjf daar staan! granwde de vader haar
toe, toen zg juist over den drempel wilde
stappen. Kgk mg eens goed aan! De Dr.
daar beweert dat je in staat zoudt wezen,
mg te bedriegen en achter mjjn rag een
minnarjjtje aan te knoopen.
Plotseling schrikte zg, wendde de blauwe
oogen ontsteld van den rader naar den Dr.,
even wankelde de schaal in hare handen
en viel daarna met laid gekletter op den
grond.
De Majoor lachte schaterend
Daar heb ge het antwoord, Dr.; alleen
deeld. Gelukkig echter deinsden de autori
teiten voor de toepassing van de doodstraf
terug en is Voisin's straf in dwangarbeid
veranderd. Nu bljjkt toch, dat Voisin on
schuldig is geweest aan de misdaad waar
voor hjj werd veroordeeld. De procureur van
de republiek heeft aan Voisin laten weten,
dat bjj het hof van cassatie revisie van het
vonnis is aangevraagd.
Uit niet volkomen onverdachte bron
een telegram uit Weenen aan de Daily
Mails komt de voorspelling van een op
handen zjjnde érnstige crisis in Servië. Er
zoude nameljjk groote ontevredenheid heer-
schen onder de geheele ambtenaarswereld en
in het gansche leger, behalve het garnizoen
van Belgrado. Sedert maanden hebben noch
de ambtenaren, noch de militairen betaling
gehad. Verscheiden officieren zouden sleebts
een klein deel van hun traktement over 1901
ontvangen hebbes. Alleen het garnizoen van
Belgrado zoude goed betaald worden omdat
het moet dienen tot bescherming van het
Hof.
En dit alles wordt geweten aan koningin
Draga's schuld.
In Bosnië, in de nabjjheid van Dolina,
is een hoogst belangwekkende opgraving
gedaan.
Diep in den grond is daar een heele s'ad
van paalwoningen ontdekt, die volgens
het blad, waaraan we deze mededeeling ont
kenen zou dateeren van ongeveer de 12e
eeuw vóór Christus
Reeds zgn vier gave huizen gevonden,
waardoor voor het eerst een duidelgk beeld
te krjjgen is van de bouworde dezer soort
van woningen.
Voorts zjjn er urnen gevonden, aarde
werk, huisraad van hertshoorn, wapens van
jjzer en brons, die een hoog denkbeeld ge
ven van de beschaving, welke de bewoners
reeds gehad moeten hebben.
Hoogst interessant is ook het overblijfsel
van een sehip, van een uitgeholden boom
stam gemaakt. Hierop zonden ook sporen
van verf gevonden zgn.
Dit schip wordt 3 eeuwen ouder geschat
dan onze jaartelling.
De krjjgsraad te Jena heeft luitenant
Thieme, die onlangs den student Held in
een tweegevecht heeft doodgeschoten, ver-
bet onderstellen van zulk eene mogeljjkheid,
maakt haar zoo aan 't schrikken, dat zg,
wat zjj in hare handen heeft, laat vallen.
Heb maar geen spjjt van die schaal, kind
je zult eene andere en veel mooiere hebben.
Die scherven daar hebben mg een pak van
't hart genomen.
De Dr. was, toen de schaal op den grond
viel, opgesprongen en hielp, op de knieën
liegende, ijverig om de scherven op te rapen.
Er werd geen woord tasschen hen gewis
seld, maar hars oogen verloren bjjna hunne
angstig vragende uitdrukking, toen zjj zjjn
open, geruststellenden blik ontmoette.
Hg had een zakdoek nit zjjne zak ge
haald om een der scherven van stof te ont
doen en daarna gaf hjj deze, haar betee-
kenisvol aanziende, aan Hermine over. Zjj
aarzelde een oogenblik om er naar te grjj-
pen en keek schnw naar haren rader; daar
na echter pakte zg scherven en rozen haas
tig bg elkaar en verliet, zonder om te kg ken,
haastig de kamer.
U hebt eene zonderlinge manier om het
vertrouwen van uwe dochter te winnen
met deze woorden wendde de Dr. zich, nadat
zg verdwenen was, tot den Majoor.
Zjj is aan mjjne wjjze van doen gewend,
Dr. Ik heb haar altjjd goed ontzag weten
in te boezemen.
En daarom verwacht n waarschjjnlgk,
dat nwe dochter nit lonter kinderlgk ont
zag ongetrouwd zal blgven?
En waarom niet? Ik zal wel tegen den
jniaten tjjd een geschikten man veor haar
kiezen. Hjj wenkte den Dr., die hem drif
tig in de reds wilde vallen toe te iwjjgen
en ging opgewonden voortIk heb het ge
zien wat er van komt als zoo'n jong ding
voor zich zelve wil kiezen. Ik weet niet of
ik u wel eens van flersaine's moeder ver
telde? Wordt vervolgd).
EUW1ILA0
DOOR