Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
1702 19 Haart 1902
DE BRUIDSCHAT^
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 2094.
ZATERDAG 15 MAART.
1902.
LAND 'VAN-ALIENS
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per S maanden f l.OO.
franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regela 50 et. Elke regel
meer 7% ct. Groote lettera naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinadag- en Vrgdagavond
ingewacht.
En zoo zien wij den Stadhouder op
treden, niet in de eerste plaats om de
kroon van Engeland, die zoo weinig
aantrekkelijks had, te bemachtigen, doch
om Engeland en de Republiek beide te
vrijwaren voor de aanslagen, die in
stilte tegen hen gesmeed werden. Yoor
het „Je Mantiendrai" van de Prinsen
vlag vlood Jacobus naar het Fransche
hof en onder het gejubel der Britsche
natie werden "Willem en Maria tot ko
ning en koningin uitgeroepen. Frank-
rijks koning liet zijn bondgenoot even
wel niet los en eerst een oorlog van
negen jaren besliste ten voordeele van
den nieuwen stand van zaken. Immers
bij den vrede van Rijswijk in 1697
zag Willem zich niet alleen als koning
van Engeland erkend, doch zijn mach
tige tegenstander moest hem zelfs het
Prinsdom Oranje terug geven, dat deze
hem in 1685 bij de opheffing van het
Edict van Nantes had ontnomen.
Waren de beide ouders van den
koning-stadhouder aan de kinderpokken
gestorven en was hij zelf in 1676 door
dien geesel der zeventiende en acht
tiende eeuw aan den rand des grafs
gebracht, ook zijne gade bezweek in
1695 aan dezelfde ziekte en haar ter
eere richtte Willem een monument op
in de Abdij van Westminster, waar
ook, doch vergeten, de vrouw rust, die
boven de zorg voor haar kind de glans
van het Hof had verkozen.
Nog eenmaal zou Lodewyk onder
vinden, wat het beteekende zich ge-
geplaatst te zien tegenover den licha
melijk zwakken Oranjevorst, van wien
de geneesheeren mochten verklaren, dat
hij het op het bankroet der medische
wetenschap toelegde, daar hij hardnek
kig den spot scheen te drijven met de
fatale termijnen, die hem jaar op jaar
gesteld werden en telkens als een fenix
uit zijn assche herrees. Waar ook Lode-
wijks staatkunde hare netten spande,
overal vond zij Willem tegenover zich
en zoo groot was de bezieling en de
kracht die van hem uitging, dat de
onvermoeide strijder Paus en Keizer
aan zijn zijde zag en het groot verbond
van 's Grravenhage in 1701 bijna geheel
Europa wist te plaatsen tegenover Frank
rijk en Spanje, die alleen in Beieren
een bondgenoot vonden en zich in den
FEUILLETON.
In Bressigny, de stad van den tninbouw,
woonde Jnlius Allain, een gewezen ambte
naar van de belastingen. Zjjn vrouw bad
hem een dochtertje geschonken, doch stierf
kort daarna, waardoor de zorg voor zjjn
kind thans dubbel zwaar op hem drukte.
Het was een zware plicht, doch de man
hield zooveel van het kind, dat hg zich ge
heel opgewassen toonde voor de taak, welke
hem door den dood der moeder opgelegd
was.
Achter het huis had Allain een grooten
tuin, waarin prachtige Truchtboomen ston
den en alle mogelgke groenten door hem
geteeld werden, waardoor zjjn vermogen
aanmerkelijk aangroeide.
Een merkwaardig toeval had de man
echter tot rozenkweaker gemaakt.
Vóór het huisje stond nameljjk een ro-
zenboschje van verschillende soorten. Op
zekeren dag nu had de goede man eenige
zaadkorrels verzameld, in een pot gezaaid
en de teere plantjes, die er uit opgeschoten
waren, langs den tninmunr gezet. In het
derde jaar brachten zg eindelgk knoppen
voort. Onder de vele eenvondige en half
volle bloemen was er ook een van buiten
gewone regelmatigheid, heerljjke volheid en
diep purperroode klenr, die tegen den kelk
n zwart overging.
Deze gebeurtenis verwekte veel opzien
snder ce bloemenliefhebbers van het land;
an heinde en ver kwam men de roos van
len goeden Allain bekgken en een rozen-
weeker bood hem er twee daizend francs
oorlog van 1702'13 zulke gevoelige
slagen zagen toegebracht, dat alleen
verdeeldheid onder de bondgenooten in
staat was ten deele de vernedering uit
te wisschen, die Willems staatkunde
aan beide rijken had toegebracht.
Want wel zag Lodewijk bij den vrede
van Utrecht in 1713 zijn kleinzoon
bevestigd op den troon van Spanje,
doch wat dit eens zoo machtige rijk
nog van de 17 Nederlanden bezat moest
het afstaan aan de Oostenrijksche linie
van het Habsburgsche Huis, dat reeds
eeuwen achtereen in Frankrijk zijn ge-
duchtsten tegenstander had gezien.
Het is Willem III niet vergund ge
worden dien uitslag te beleven. Reeds
den 19 Maart 1702 was hij ontslapen.
Den 14en dier maand deed hij een
wandelrit in zijn park, waar het paard
in een molshoop stapte, viel en zijn
berijder afwierp, die met gebroken sleutel
been werd opgenomen.
Zijn zwak gestel, dat de vermoeie
nissen van zoo menigen veldtocht had
getrotseerd, bleek niet bestand tegen de
toenemende koortsen, doch zijn geest
bleef helder en werkzaam tot hij den
adem uitblies en gaf nog leiding aan
den oorlog, die eerst na zijn dood ge
voerd werd.
Hoe innig hij zijne gade had lief
gehad sprak duidelijk uit het medaillon
met een haarlok, die hij als een talis
man op het hart droeg en oprecht waren
dan ook de tranen, die aan zijn sterf
bed gestort werden.
De kleine Republiek, die hem in 1672
hare Tedding dankte, verhief hij tot de
politieke sterrewacht van EuropaEn
geland, dat hem eert als den handhaver
zijner godsdienstige en staatkundige
vrijheden, richtte hem ter eere een stand
beeld op; Europa erkent hem als den
held
„Die 't lot, dat d' aard verbeidde, een
eeuw heeft uitgesteld
En onverdacht mag zeker het oordeel
heeten, dat Engelands geschiedschrijver
Macauly uitspreekt, waar hij zegt:
„Sedert Octavius had de wereld geen
voorbeeld gezien van een zoo vroegtijdig
ontwikkeld staatsmanstalent. Ervaren
diplomaten stonden verbaasd bij het hoo-
ren der gewichtige opmerkingen, welke
de prins op 17-jarigen leeftijd over open
bare aangelegenbeden maakteToeB
hij 18 jaar oud was, zat hij in de raad
zaal der vaderen van het gemeenebest,
voor, die met bljjdschap werden aangeno
men.
Dit onverhoopt geluk bracht hem op een
gedachte, die hem vroeger nooit was inge
vallen.
Hg had zich het reeht voorbehouden zgn
roos een naam te geven en noemde ze de
»Ronw van Simplicia*, minder om ds don
kere schakeering dan ter herinnering aan
zjjne nog altjjd betreurde vrouw.
Als men bem vroeg, waarom de roos niet
naar zjjne zoo geliefde dochter heette, dan
antwoordde hg
O, die zal wel aan de beurt komen. De
roos, die haar naam krjjgt, zal zóó mooi en
zóó eigenaardig zjjn, dat men over honderd
jaar nog van Jujjn Jeannette zal praten. En
van toen af wgdde hg zich met ljjf en ziel
aan de rozenkweekerjj.
De zoo rgkelgk vruchtdragende appel- en
pereboomen vielen een voor een onder zgn
bjjl; de groenten verdwenen allengs en alles
moest voor de rozencultunr wjjken.
Jeannette woonde dageljjks met vochtig8
oogen nieuwe slachtingen bjj. Ze was nog
te jong om de stoffelijke schade te bereke
nen ze betrenrde de gevallen offers alleen
als vrienden van haar kindsheid, wier koste-
lgien rgkdom zg bewonderde en welker
sappige vrachten haar gelaafd hadden.
Eenige malen wilde zg voor haar bjjzon-
dere lievelingen in de bres springen; doch
haar anders zoo zwakke vader toonde zich
onverbiddelijk, hg schudde het hoofd, deed
een krachtigen houw tegen den boom en
mompelde
Je bruidschatJe moet me ja brnidschat
laten verdienen, Jeannetje! Met appels en
peren kan ik de voor jou verlangde twintig
duizend francs niet krjjgen. Ik heb een
ernstig, bedachtzaam en scherpzinnig,
zoo goed als de oudsten onder hen. In
zijn 21e jaar, op een dag van jammer
en verschrikking, werd hij aan het hoofd
der regeering geplaatst. In zijn 23e was
hij als staats- en krijgsman door gansch
Europa bekend Een moed, zooals
"Willem bezat, is inderdaad een hooge
zeldzaamheid. Hij is op alle mogelijke
wijze op de proef gesteldde kansen
des oorlogsvelds, wonden, pijnlijke en
terneder drukkende ziekten, woedende
zeeën, het dreigend en gestadig gevaar
van sluipmoord, maar niemand heeft
ooit kunnen ontdekken, wat de prins
van Oranje gevreesd zou hebben."
B.
Buitenland.
Dinsdagavond had te Antwerpen een ma
nifestatie plaats, georganiseerd door de voor
standers van het zuiver algemeen stemrecht.
Liberalen, socialisten en Christen-demo
craten namen er aan deal. De stoet was
waarlgk ontzagwekkend. Op ruim 25.000
mag het getal deelnemers worden geschat.
Een half uur hadden de betoogers noo-
dig ora voorbg te trekken. Op het stadhuis
werd een deputatie ontvangen door den heer
burgemeester Jan van Rjjswjjck, die een
verzoekschrift in ontvangst nam, om der
Regeering te overhandigen.
Daarna had ïq het lokaal Eldorado* een
meeting plaats, waar redenaars van de drie
partgen vlammende speechen hebben afge
stoken. De soeialistische Kamerleden Van-
derrelden en Farnémont kregen het leeu
wenaandeel van den bjjval.
Heel de staf van het liberale leger was
aan het hoofd van den stoet.
Deze betooging heeft zeer veel indruk
gemaakt.
Geen onlusten zjjn te betreuren geweest
al werd daar een oogenblik zoodanig voor
gevreesd, dat gansch het politiekorps en de
gendarmen waren geconsigneerd en de pro
cureur des Konings in het gerechtshof ze
telde.
Het noordelijk gedeelte van Pargs is
Maandag-avond in opschudding gebracht
door een zeer hevigen brand, uitgebroken
in een groot hnis op den hoek van de rue
Moj|tmartre en de rue d'Uzès. De brand
werd tegen 9 nnr opgemerkt in het zjjde-
magazjjn van Brach en Blum, dat de tweede
en derde verdieping van het gebouw beslaat.
Er ontstond een soort paniek, en het duurde
10 minuten voordat de eerste brandspuit bg
de hard was.
Op de eerste verdieping was een restau
rant gevestigd. De vgfde werd bewoond door
Mesnrpur, den bekenden Pargschen afge
vaardigde. Er woonden nog verscheidene
andere gezinnen in het huis.
Toen de brand uitbrak waren nog een
30-tal mannen en vrouwen op het atelier
van Brach en Blum aan het werkvoor de
meesten was het al te laat om langs de trap
te vluchten. De overigen liepen naar het
balkon en in de verwarring sprongen er
dadelgk enkelen op straat, esn jonge man
werd daarbg zoo ernstig gekwetst dat hg
naar de Charité overgebracht moest wor
den. De anderen werden door de brandweer
gered.
Mesnrear was thuis. Zgn vrouw en kin
deren verschrikten zoo hevig, dat zg bgna
uit het venster waren gesprongenMesnrear
slaagde er echter in hen en zichzelf voor-
loopig in veiligheid te brengen op het dak,
waar zjj later gered werden. Hij heeft bij
den brand alles verloren wat hg bezat, o. m.
zgn boekerg en eene merkwaardige verza
meling handschriften. Een tjjd lang dacht
men dat eene 80-jarige dame, mevrouw
Lemoine, die op de zesde verdieping woonde
en reeds naar bed was gegaan, door Mesu-
reur gered was, maar later vond men haar
verkoold ljjk in de painhoopen.
De brand breidde zich weldra over de
naburige huizen uit. Er zgn er vjjf verbrand
of zwaar beschadigd voordat men de vlam
men meester wasde schade is zeer aan
zienlijk, naar schatting 30 millioen francs.
Zwaar gekwetst is de jonge man, Schneider
genaamd, die van het balkon sprongzgn
toestand wekt echter geen ongerustheid. De
reddingsbrigade had een moeieljjk werk,
maar zg heeft wonderen gedaan.
De Daily Mail* verneemt uit Weenen,
dat er ook drie dames van de Poolsche
aristocratie bg de spionage-zaak te War
schau betrokken zgn. Hun heen-en-weder
trekken en hun verkwisting hadden arg
waan gewekt. Kolonel Grimm, die twee unr
na de uitspraak van het vonnis door den
krijgsraad gefusileerd is, stierf als een laf
aard, smeekende om genade. 18 officieren
zgn veroordeeld tot straffen van 10 tot 20
jaren gevangenisstraf.
blauwe roos noodigl
Toen echter de tuin kaal stond, had vader
Allain bloemen noch ooft naar de markt te
brengen en uit het huisje verdween allengs
de bescheiden welstand.
De bouw van een broeikas en de aanleg
van talrjjke mestbedden, die voor de jonge
stekken noodig waren, hadden zjjn laatste
spaarpenningen verslonden. Huis en tuin
werden mat hypotheken belast, doch de
blauwe roos vertoonde zich nog al tjjd niet.
Er stond wel onder de duizenden jonge
plantjes, die elk jaar hun kelkjes ontplooi
den, hier en daar een nieuwe specialiteit
doch zoo merkwaardig als die eerste was
er geen meer.
Deze worsteling duurde vjjf jaar, toen
brak de catastrophe los. Jeannette, die nu
haar een en twintigste jaar bereikt had,
werd gevaarljjk ziek. Ze had al lang inge
zien, naar welken afgrond de rozenwaanzin
en de eerzucht den ouden tuinier meesleep
ten en zag dnidelgk, dat achter het lokkend
droombeeld slechts ellende loerde.
Toen de oude tuinier zgn kind in gevaar
zag, was hjj aanstonds weer de oude vader.
Zgn rozen? Hg wist ternauwernood, dat
ze er nog waren. Hjj waakte dag en nacht
aan haar bed, dacht aan geen slaap en
leefde van een droog stuk brood, dat hjj
haastig opat, en daar hjj geen geld voor
geneesmiddelen had, verkocht hjj allengs
alles, wat hjj bezat, zelfs zgn tuiniersge
reedschap.
Doch alle zorgen, alle moeite was ver-
geefscb, alle gebeden nutteloos, zgn kind
stierf.
Het scheen, alsof de ziel van den grjjs-
aard met die van zgn dochter ontvloden
was. Hjj zat onbeweegljjk naast het over
schot van de ontslapene, hg zag, hoe men
de kist vernagelde, hg volgde deze op het
kerkhof, hoorde het doffe geraas van de
vallende aardkluiten, zonder dat één spier
verried, wat hg gevoelde, zonder dat een
traan zjjn bloadroode oogleden ontglipte.
Hg liep als een machine. Menschlievende
buren brachten hem naar huis.
Den volgenden morgen kwam de ge
rechtsdienaar en kondigde hem aan, dat
bg het huis verlaten moest, daar het ge
veild zou worden; zgu schuldeischers, door
zgu ongeluk geroerd, veroorloofden hem
echter de noodige meubelen mee te nemen.
Hjj maakte sprakeloos een pakje van zgn
kleeren en van die, welke zjjn dochter ge
dragen had, en ging naar de dear.
De gerechtsdienaar zeide nog, Jat hjj de
dingen mocht aanwg zen, die hjj wenschte
te behouden.
»Voor mg behoef ik niets, voor haar zal
ik een roos nit den tuin nemen, als u het
goed vindt.*
»Tien, wel honderd, als je wilt!* zeide
de gerechtsdienaar diep bewogen.
»Een enkele, en u zelf moet ze aanwgzen.*
Zg gingen den tuin in en de man van
de wet wees de hoogste en krachtigste van
de jonge planten aan.
De ongelukkige tuinier groef den rozen
struik voorzichtig uit, omwikkelde de wor
tels en de aarde met stroo, dankte deu
gerechtsdienaar en schreed met zgn struikje
in de hand en het pak onder den arm naar
het kerkhof.
Een jaar daarna, in Jani, droeg de rozen
struik, dien de grjjsaard op het graf van
zgn kind geplant had, de eerste bloemen
en haar zeldzame kleuren trokken de aan
dacht van een kerkhof bezoeker.
De hoogeschool te Petersburg is heropend,
op schriftelijk verzoek van de groote meer
derheid studenten om hunne studie te mogen
hervatten, teneinde aan de voorjaars-exa
mens te knnnea deelnemen.
De ongerustheid in Engeland over de ne
derlaag en de gevangenneming van gene
raal lord Methuen bg Tweebosch wordt er
Diet minder op, hu nadere bijzonderheden
over het gevecht uitblgven. Alleen heeft
lord Kitchener een nadere opgave gezonden
van de verliezen, waaruit bight, dat 4
officieren (kolonel Wilson en drie luite
nants) benevens 38 man sneuvelden, ter-
wjjl tien officieren en 72 man werden ge
wond. De wonde van lord Methnen wordt
gevaarljjk geheeten. Tot Maandag was zgn
toestand vooruitgaande, doch sedert is hg
verergerd.
Het uitblgven van nadere bijzonderheden
over het gebeurde bjj Tweebosch heeft ten
gevolge gehad, dat allerlei geruchten de
ronde doen, die bljjk geven van de groote
zenuwachtigheid in het Vereenigd Konink-
rjjk. Zoo bljjft o.a. te Londen met groot#
hardnekkigheid het gerucht loopsn, dat
één van de twee colonnes, die met Methuen
tegen De la Rey moesten samenwerken en
die resp. onder bevel staan van kolonel Ke-
kewich en kolonel Grensfell, hetzelfde lot
heeft ondergaan als de colonne Methuen en
geheel in de pan gehakt is.
Men seint uit Londen aan de Figaro:*
Het gemis aan alle nieuws van het oor
logsveld wekt hier groote ongerustheid.
Met vraagt zich af wat er gebeurd is
met de colonne Grenfell, die in de buurt
van Tweebosch lag.
Men vreest dat De la Reg een grooten
slag tegen de Randmjjnen zal wagen, aan
gezien hg nu eene sterke artillerie heeft
veroverd, om krachtig offensief te kunnen
optreden.
Lady Methnon, dia haar man in Zuid-
Afrika had bezocht, was op weg naar En
geland, zg kwam juist op Madeira aan,
toen daar het bericht van de nederlaag en
de gevangenneming van den generaal was
ontvangen. De moedige vrouw besloot, on
middellijk naar Zuid-Afrika terug te keoren.
Zg kan 25 Maart te Kaapstad aankomen.
De Enropeesche pers is zoo goed als een
stemmig in uitingen van vreugde over De
la Rey's overwinning.
De rozen waren bleekblauw, erg vaal,
witachtig blauw, maar toch werkeljjk blauw.
Hjj verzocht den bewaker een stekje van
dezen struik te mogen nemen, doch deze
gaf zgn toestemming niet. De vreemdeling
bood een aanzienlijke som voor een enkel
takje, hg had echter met een stipt eerlgk
man te doen, die hem verklaarde, dat alleen
de bezitter van de roos, de vader van het
daar rustende meisje, het recht had daar
over te beschikken.
Hjj gaf echter op hot aandringen van
den man gehoor en liet vader Allain halen,
die in het armenhuis van de stad een onder
komen gevonden had.
De grgsaard verscheen spoedig en de be
waker baande voor hem een weg door de
menigte, die zich intusschen om de wonder
volle bloem verzameld had.
De liefhebber herhaalde zgn aanbod en
verdubbelde de som, die hg den doodgraver
geboden had.
Vader Allain scheen hem niet te hooren.
Hjj keek met schitterende oogen naar de
bloeiende rozen en een koortsachtige rilling
doorschokte zgn bleek en gerimpeld gelaat.
Plotseling scheurde hg met zulk een on
verwachte beweging, dat niemand hem kon
tegenhouden, den struik uit den grond,
brak dezan met de haudeu en vertrapte hem
onder den voet.
Ongelukkige!* riep de rozen vriend uit,
»wat doet ge, ik had er a twintig daizend
francs voor gegeven!*
Waartoe blauwe rozen? Waarom twin
tigduizend francs? Zg is niet meer!*
En hg knielde op het graf en weende,
weende lang.
n? wet'