Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
M 3004.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 19 APRIL.
1902.
Groot Kapitaal en Coöperatie.
O
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per poat zonder prgsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentien ran 16 regels iO et. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
AdvertentiSn worden tot Dinsdag- en Vrgdagavon4
ingewacht.
Toen we onlang» schreven over de
Duitsehe tariefontwerpen, hebben we de
lcartels genoemd, vereenigingen van fa
brikanten, die door aaneensluiting en
gelijktijdig door uitkoop van concur
renten zich den alleenverkoop wisten te
verzekeren binnenslands en dan de pro
ductie zoo regelden, dat niet meer aan
het binnenland werd afgeleverd dan in
de behoefte voorzag en daarvoor een
hoogen prijs te bepalen, waarvan het
gevolg was, dat men de Duitsehe pro
ducten, b.v. van de staal- en ijzer-in
dustrie, in het buitenland goedkooper
kocht dan in Duitschland. Zulke Kartels
hebben ook jarenlang de suikerproductie
gedreven. In Duitschland en Oostenrijk
werden zoo hooge rechten geheven, dat
er van invoer geen sprake kon zijnde
fabrikanten regelden onderling de pro
ductie voor het binnenland en stelden
den prijs zoo hoog mogelijk en de ver
bruiker mocht betalen. Dat door dat
beperkt verbruik ook de schatkist leed,
die minder accijns kreeg, lag voor de
hand. Zoo werd in Duitschland, waar
eerst voor 2 jaar zulk een Kartel tot
stand kwam, in Oostenrijk gebeurde het
reeds in '97 de geraffineerde witte
suiker, die in 't begin van 1900 f27.50
per 100 kilo kostte in een jaar opge
dreven tot bijna f35. De raffinadeurs
boden daartoe hoogen prijs voor de ruwe
suiker, die niet werd uitgevoerd, mits
de fabrikanten zich verbonden aan geen
anderen dan aan hen suiker te leveren
en zelf geen suiker te raffineeren. Het
heeft heel wat voeten in de aarde gehad
en heel wat geld gekost, want men moest
de tegenstanders uitkoopen en met ver
nietigende mededinging bedreigen. Zoo
gelukte het hun een monopolie te krijgen
in het binnenland en gelijktijdig, door
de groote productie naar het buitenland
te voeren, dóór de markt te doen dalen.
Duidelijk bleek hier weer ofschoon
in anderen vorm het gevaar van de
vereeniging van alle producenten. Dat
wij er dure petroleum en steenkolen
door gekregen hebben, weet ieder bij
ervaring.
Nu is voorzeker de vraag niet on
gepast: Zou ook ten onzent zulk een
Kartel om den binnenlandschen ver-
bruiksprijs te verhoogen niet mogelijk
zijn? En 't antwoord ligt voor de hand,
dat juist in een klein land als dit het
gemakkelijkst gaat. Er zijn in ons land
slechts 31 suikerfabrieken en 9 raffi
naderijen en die zijn gemakkelijk onder
FEUILLETON.
Geertruida's graf
2)
Geruimen tgd aarzelde hg nog, dan
sloeg hg een smal zgpad in, dat naar het
graf zjjner moeder leidde, en stond ter
stond daarop voor een laag heuveltje. Tot
driemaal toe moest hg zich met de hand
over de oogen strgkenwas het een droom
of was het werkelijkheid, wat daar zoo lief-
ljjk voor hem lag, een zorgvuldig bggehou-
deD perkje, met in het midden een kruis
En was het werkelijkheid, dat daar een
kaars haar rossen schgn op het zwarte hout
en de witte letters verspreidde, zoodat hg
reeds yan yerre las: Maria Attenkoven,
geb. 1830 gest. 1890.
O! moedertje, moedertje! Hg hield zich
tiet langer goed; luid snikkend knielde hg
bg het graf neer, en sloeg zgn armen om
het kruis. Zoo'n onverwachte aanblikdat
was als een groet uit den hemel, als sprak
de doode tot hem uit dezs geurend» bloe
menpracht, als wilde zg hem aan het hart
drukken.
Lang lag hg zoo, in ontroering en wee
moed. Wie, wie ter wereld kon zoo voor
het graf van zgn moeder gezorgd hebben,
terwgl hg daarbuiten in den vreemde den
strgd om het bestaan voerde?
Toen hg zich einaelgk langzaam oprichtte
en de oogen opsloeg, ontmoette hg den blik
van twee andere oogen, en voor hem stond
één hoedje te vangen. Reeds nu bestaat
er een bond, die den prijs der suiker
bieten bepaalt en allerlei voorschriften
geeft, waaraan de verbouwers zich heb
ben te onderwerpen. Thans besloot deze
bond een aantal fabrieken dit jaar niet
te laten werken ten einde de productie
te verminderen. De gevolgen zijn, dat
er veel minder gecontracteerd wordt en
dat heel wat land, anders voor bieten
teelt gebezigd, nu voor andere gewassen
moet worden bestemd. Daar deze echter
minder arbeid vragen, wordt de toestand
voor den landarbeider zóóveel slechter,
dat reeds nu in Zeeland de gevolgen
te bespeuren zijn in vermeerdering van
landverhuizing naar Amerika. Zoo kan
een enkele groep van fabrikanten door
aaneensluiting beslissen over het wel en
wee van eene geheele streek. Zoodra de
productie van een artikel in ééne hand
is, regelt deze naar willekeur de prijzen
en is er iemand, die het waagt zich
tegen hen te verzetten» die wordt óf
uitgeboekt óf doodgeknepen.
Het kan niet worden ontkend: dit
groote gevaar voor alle nijverheid en
handel neemt met den dag toe. Men
begint het te gevoelen, dat de zooge
noemde middenstand dreigt te gronde
te gaan. Een reusachtige coalitie van
kapitalisten besluit zich meester te maken
van den alleen-verkoop van een artikel
en richt overal filialen op, die aanvan
kelijk verkoopen voor zóó lagen prijs,
dat de kooplieden in dat artikel 't moeten
opgeven en dan, als de concurrentie
gebroken is, wordt het publiek de dupe.
Hoe vele kleine bakkers in onze groote
steden zijn al niet geworden depóthou
ders van een broodfabriek, die hun be
drijf had vermoord. Yan zelfstandige
personen, die zich konden opwerken,
werden zij betaalde bedienden, geheel
afhankelijk van hun werkgever. En dien
weg gaat het meer en meer op, als niet
bijtijds daartegen wordt opgetreden door
de belanghebbenden. De eenige uitweg
daartoe is coöperatie.
Als de bietenverbouwende boeren zei
ven suikerfabrieken stichten met een
daaraan verbonden raffinaderij, dan wor
den zij de rechtstreeksche leveranciers
van den verbruiker of winkelier en dan
moeten de andere fabrieken het loodje
leggen, omdat ze geen bieten kunnen
krijgen. Als de gezamenlijke bakkers
één groote broodfabriek hadden gesticht,
zouden zij de fabriek, die nu hen ver
moordde, hebben voorkomen.
Toen de stoomvaart zich begon te
ontwikkelen, werden de veerschepen ten
doode opgeschreven. Wij kennen eeD
stad, die vroeger dagelijks een veerschip
een meisje in de kleederdracht van het land,
hem vol deelneming aanstarend. Onwille
keurig sprak hg het met het vertrouwelijk
»je« aan, dat hg in den vreemde schier
verleerd had.
Heb je mgn graf al dien tgd zoo zorg
vuldig onderhouden, lief kind?
Dat graf is het mgne, zei ze, verbaasd.
Het
Ja, het mgne, reeds vele, vele jaren.
Getroflen zag hij haar aan, de sierljjke en
toch krachtige gestalte, het lieve met fraaie
vlechten getooide kopje, met de trouwhar
tige oogen. Dat graf is het uwe herhaalde
hg langzaam. Het was hem zonderling te
moede; moe van de reis als hg was, aan
gegrepen door velerlei gewaarwordingen,
meende hg ieder oogenblik, dat alles weder
spoorloos voor zgn blikken zou verdwgnen:
hst met bloemen gesierde graf, de liefelgke
gestalte van het meisje, de gansche stille
Godstain met zgn weemoedige, tegelgkertgd
zoete herinneringen.
Van het oogenblik af, waarop ik denken
leerde, heb ik het lief, en tooi ik het met
bloemen, zoo nam zg het woord. Ge moet
weten, dat toen ik nog een heel klein ding
was, dit graf mg met medelgden heeft ver
vuld, wjjt het zoo verlaten en vergeten er
uitzag. Geen menech keek er naar om, want
de eenige zoon der vrouw, die er in ligt,
is weggegaan, ver weg, ik meen heel naar
Amerika. En omdat ik zoo graag een graf
had, dat mg alleen zou toebehooren, zooals
met anderen het geval was ik wist toen
nog niets van dood en sterven heb ik
naar Amsterdam zond. Aan datzelfde
vaarwater lagen nog meer plaatsen, die
ook eens of tweemaal per week een
schip zonden. De stoombootmaatschappij
kwam en heeft alle veerschepen tot ge
wone vrachtschepen gemaakt.
In een andere stad waren de veer
schippers slimmer. Zij vereenigden zich,
kochten een stoomboot en verkochten
hun schepen en behielden voor zich de
vrachtvaart, die elders door de concur
rentie was afgesnoept. Zoo gaat het in
tal van bedrijven. Het kleine zelfstan
dige bedrijf gaat te gronde in den strijd
tegen het groote, de stoomweverij heeft
de handwevers op zij gezet. Zoo gaat
het overal, het kapitaal beheerscht den
toestand en doet dat niet uit liefde voor
't publiek, maar uit eigenbelang. Wan
neer nu de kleine kapitalisten zich ver
eenigen om gezamenlijk in 't groot te
werken, kunnen zij den strijd volhou
den, anders gaan zij onder.
En wat nog een gevaar is, is dit:
de bij zulk een groote onderneming be
kende geldschieters staan geheel buiten
de zaak. AD zij hun rente liefst
hooge krijgen, gaan hun de bij de
zaak betrokken arbeiders en beambten
volstrekt niets aan. Zij zijn voor hen
onverschillig, zij kennen elkaar niet.
Zoo wordt de band tusschen werk
gever en werkman steeds losser en krijgt
men aan den eenen kant steeds grooter
rijkdom aan den anderen kant steeds
meer verarming. Wie de gevolgen zien
wil van de macht in ééne hand, kan ze
in Amerika waarnemen. En van daaruit
komt de booze geest, die ze ons ook
hier komt brengen.
Buitenland.
Ondanks herhaalde aanzoeken van de zjjde
der stakers hebben de dokwerkers van Ant
werpen het werk nog niet neergelegd. Tal
rijke fabrieken van Antwerpen en omstreken
staan echter stil. In de kaarsenfabriek van
Borgerhont hebben patroons en werklieden
in onderling overleg besloten, dat de in
richting zou worden gesloten; de betaling
der loonen gaat evenwel door.
Te Charleroi is het aantal stakers tot wel
60.000 geklommen. Alleen kleine, afgelegen
fabrieken werken door. Om onaangenaam
heden te vermgden, hebben vele onderne
mers uit eigen beweging gesloten.
Uit Verviers komt het bericht, dat de
staking daar, behalve in de fabrieken van
Simonis, volkomen is. Ook in het Centrum
staat overal het werk stil, zooals nog nooit
grootvader zoolang gesmeekt, totdat hg mg
dit graf geschonken heeft. En nu weet je
alles. Maria Attenkoven heeft ze geheaten,
de vrouw, die hier begraven ligt, en van
daag is het juist haar sterfdag. En daarom
brand ook heden een kaars op haar graf.
Maar wie zgt ge eigenlgk? vroeg ze eens
klaps ietwat schuchter.
Hg wee» naar den naam op het kruis.
Zoo heet ook ik, zei hg: Attenkoven, An
ton Attenkoven.
Zg trad een schrede terng. Op haar ge
laat teekende zich schrik en blijdschap,
Heer in den hemel! Dan zgt gg
Ik ben de zoon. Meer kon hg niet
zeggen.
Zg sloeg de handen ineen, tranen spron
gen in haar vriendelijke oogen. Neen maar,
neen maar! herhaalde zg. Maar die is toch
in Amerika! liet zg er naïf op volgen.
Er zgn toch schepen voor den overtocht,
gaf hg laehend ten antwoord.
Zg zag hem aan, dan stak zg hem trouw
hartig de hand toe. Wees welkom, zeide
zg, met warmte. Wgl gg in 't geheel nie
mand hebt, hier, in nw oude geboorteplaats,
die u begroeten kan, moet ik het doen.
Hg greep haar rechterhand, drukte die
met beide handen en zag haar daarbjj diep
in de oogen. Lief kind, wat gg voor mgn
moeder en mg hebt gedaan, moge de goede
God u vergeldeD, zei hg met bevende lip
pen. Zk kan dat niet. Hadt gg mgn moeder
gekend, ge zoudt weten wat mg aan dit
graf gelegen is.
Maar zg trok plotseling hare hand nit
te voren het geval is geweestvan de Bo-
rinage valt hetzelfde te berichten; in de
bedding van Bergen wordt het getal stakers
op 40.000 geschat. Deze streken zgn bgna
volkomen rnstig, behalve Verviers zelf, waar
bg een charge in de rue Cockeril Woens
dag eenige wonden werden geslagen. De
betoogers wierpen daar met gteenen naar
de troepen.
In en oai Luik, dat tot dusverre nog niet
van harte meedeed, begint het werkvolk nu
eveneens nit de mjjnen en fabrieken weg te
bigven.
Hoe 't in de Belgische Kamer toegaat,
waar de Grondwetsherziening aan de orde
is, lezen wjj in de verslagen van de zit
tingen dier Kamer; evenals verwacht zou
worden van een Poolsche landdagi schreeuwt
men elkander beleedigingen toe, maar de
»hoofdz*ak« schiet hiermede evenmin op
als dit door werkstakingen en volksoploo-
pen geschiedt.
Donderdag antwoordden de socialisten op
het voorstel van den minister»president om
verdere discussiën te staken en tot stem
ming over te gaan, met een oorverdoovend
protest.
Onderstaande telegrammen geven hier
van een overzicht:
Brussel, 17 April. In de Kamer zegt
Vander veldeIn plaats van woorden van
kalmeerenden aard, heeft de minister nog
nieuwe tartingen geuit. De socialisten ver»
zetten zich mat alle macht tegen het sluiten
der discussies op heden, want ernstige voor
vallen zouden kunnen plaats vinden.
Anseele roept uit, dat de regeering naar
bloed dorst.
Vandervelde voortgaande, zegt: het wekt
de bewondering der bourgeoisie, dat drie
honderdduizend man gestaakt hebben.
De Smet de Nayer antwoordt, dat het
voorstel om de beraadslagingen te sluiten
zeer wjjs is en hg is big er zich mede te
kannen vereenigen.
Bertrand (socialist) roept uithet is een
wegmoffelen.
Smeets (socialist) zegt: 't zal het teeken
der omwenteling zjjn.
Vandervelde richt zich tot de bank
der ministers en spreekt met dezen.
De socialist Troclet zegt tot de ministers
gg wilt dus dat morgen het bloed stoomt.
Vandervelde zegt, dat men ten minste
aan de oppositie de gelegenheid moet geven
om bjjeen te komen, ten einde een beslnit
te nemen.
De minister-president, de Smet de Nayer
de zjjne terug. Goede hemel! daar heb ik
niet dadelijk aan gedacht! Het graf be
hoort thans aan u, want het is uw moeder,
die daarin rust. Och neem 't me niet kwa
lijk, als het injj een beetje moeielgk valt
te denken, dat 't nooit meer van mg is.
Als men zoo'n stukje grond lief gehad
heeft, als zijn eigendom, bgna een half
leven lang natnurljjk 'k behoort thans
maar leed doet 't mg toch eenigszin»,
om het af te staan. Te vergeefs trachtte zg
het gelaat af te wenden, de oogen stonden
haar vol tranen.
Lief kind, zei hg na e#n oogenblik, ge
durende hetwelk hg haar zwijgende had
gadegeslagen, mooi praten kan ik niet, dat
ligt niet in mgn aard. Maar zeggen moet
ik het je, hoe het mg te moede is. Kgk,
ge hebt jarenlang het graf daar, dat je
vreemd was, verzorgd en liefgehad, terwgl
ik, de zoon, rondzwalkte en niets voor het
graf doen kon. Willen wg dus na, op het
oogenblik waarop ik ben wedergekeerd, het
graf samen als het onze beschonwen? Als
een lieve dochter zgt ge geweest al dien
tgd, voor mgn moedertje, en zoo zal het
blgven, ook nu de zoon er weer is, goed?
Dan zgn we broer en zuster, zei zg
schnchter, hem glimlachend aanziende.
Ja, broer en zaster, zei hg met warmte.
Maar daar valt mg toch wat in; hg zag
haar besluiteloos aan, dat gaat toch eigen-
ljjk niet. Een dochter kant ge toch eigen
lijk niet zgn, omdat ge geen Attenkoven
heet.
En terwgl een schalks lachje om zgn
zegt, dat de regeering er het volkomen
mede eens is om sluiting der debatten voor
te stellen.
De socialist Cavrot roept, met de vniit
slaande, uit: gjj zult het debat niet sluiten.
De socialist Smeet3 gaat met opgeheven
vuist op de ministers af en roept: wg zullen
ons niet laten wurgen
De progressist Fóron zegt: het zou niet
volgens het reglement zgn de sluiting der
debatten voor te stellen, maar hg vindt
goed dat men niet uiteen gaat vóór de be
raadslagingen gesloten zgn.
De Smet de Nayer vereenigt zich hier
mede.
Men begint den kern der kwestie te be
spreken, terwgl De Smet de Nayer de ge
schiedenis der vorige grondwetsherziening
uiteen zet, zegt hg: de nieuwe herziening
is niet een wensch van het land. De socia
listen protesteeren hiertegen.
De minister-president zegt verder dat hg
niet gelooft dat het algemeen stemrecht kan
pasien bg de vrge instellingen van België.
De regeering weigert niet om in de toe
komst maatregelen te onderzoeken, die den
toestand in het land zouden kunnen ver
beteren, maar de rechterzijde wil tot ceen
enkelen prgs het algemeen stemrecht in zgn
meest eenvoudigen en strengen voruo.
De linkerzfide is op dit punt verdeeld,
alleen de socialisten willen dat.
Herziening der Grondwqt zou het land
in beroering brengen.
Een kamer, die te midden van kalm*
omstandigheden beraadslaagde, zou ona mis
schien veroorloven er toe te komen, maar
wjj kunnen die niet houden met in het zicht
de diktatnur, de algemeene werkstaking, de
beroering en geweldenarij. (Oorverdoovend
leven op de banken der socialisten.)
Troclet roept uitgg hebt de onzen ver
moordt
De minister antwoordt, dat hg op zulke
schurkerijen niet zal antwoorden.
Vandervelde zegt: gg zaait den haat,
gij zgt staatkundige misdadigers!
De Smet de Nayer zegt: zoo de regeering
toestemde in een herziening der Grondwet
zou het een verlengen van de beroering,
staking en baat zjjn. Het gaat dezen keer
om onze staatsinstelling.
Het land begrijpt dat de regeering ver
antwoordelijk is voor zgn eer tegenover het
buitenland en zgn toekomst.
Het is met deze gevoelens dat de regee
ring, van haren plicht bewnst, de Kamer
uitnoodigt het in overweging nemen van
mond speelde: er is nog wel een ander
woord als dochter, en evenmooi. Bg voor
beeld, ja, bijvoorbeeld, wat denkt ge van
schoondochter? Daarvoor behoeft men niet
met denzelfden naam op de wereld geko
men te zgn.
Een gloeiend rood had plotseling har*
wangen gekleurd. Daar komt mgn groot
vader riep zg haastig en het volgend oogen
blik was zg zgn blik ontvloden.
Weder is het een schoone lenteavond.
De nachtegaal zingt in het geboomte, za
lige, juichende liederen van liefde en ge
luk. Op de kerkhof bank zitten twee mea-
schenkinderen, die elkaar bg de hand hou
den, en niet te scheiden zgn, zooveel heb
ben zg elkaar te vertellen, in woorden en
in zoet stilzwijgen. Nu weet ik toch, op
wie ik daar ginds altjjd gewacht heb, zegt
hg, haar diep in de oogen blikkend.
En ik weet, voor wien ik mgn graf
immer zeo verzorgd hebzie hoe vredig
de kaars haar licht er over verspreidt
Weder zwggen zg een lange poos.
Dat is onze liefde, dia zoo brandt,
Truida, zegt hg bewogen.
De liefde, die over het graf heenreikt,
zegt zg zacht, Toni! past het wel, op het
kerkhof van liefde te spreken?
Hg ziet ze aan, en trekt ze dichter tot
zich. Yan onze liefde wel, die mag onze
lieve Heer zien, en wat Die zien mag, dat
mogen ook de stille dooden hier beneden
hooren, niet waar Truida? O, wat zou mgn
lief moedertje in ons geluk hebben deel
genomen (SlotJ,