Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Het verborgen testament.
M 3022.
V ertrouwen.
Uitgever: L. J. YEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 21 JUNI.
1902.
,lj^ land van alten*-
YOOB
Dit blad versch^nt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentien ran 16 regels 50 «t. Elke regel
meer 71/, ct. Groote lettere naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
"Welk antwoord zouden we moeten
geven op de vraag, of naar one oor
deel de bekende voorschriften der huma
niteit in de hedendaagsche maatschappij
volledig zijn toe te passen?
Een ontkenning ligt voor de hand.
We hebben in 't algemeen geen hoogen
dunk van de menschheid om ons heen
en met een gepaste hoeveelheid zelf
kennis maken wij voor eigen persoon
geen uitzondering. Heider staat het ons
voor den geest, hoeveel er aan ons zei
ven Dog ontbreekt, hoezeer we tekort
schieten in ernst, in waarheidszins, in
onbaatzuchtigheid; maar tegelijk met
die bekentenis verklaren wij ook, met
volle overtuiging, dat het met verreweg
de groote meerderheid onzer natuur-
genooten, althans wanneer we mogen
afgaan op hetgeen wij van hen weten,
niet beter is gesteld. Integendeel, bij
vergelijking zouden wij, volgens onze
schatting, geenszins naar de inferieure
merken wordeD verwezen.
Laten wij aannemen dat het zoo is.
Stelen doen we niet, van stelselmatig
liegen hebben we een afkeer, het leven
onzer naasten hebben we nooit be
dreigd. Derhalve, er bestaan minderen
dan wij.
En zou nu in een wereld, die aldus
is samengesteld, de onbegrensde men-
sehenliefde het bezielende element kun
nen zijn, zouden we al die lui van
min alloooi, waaronder misdadigers van
hoogen en lagen rang, ontuchtigen en
dronkaards, zouden wij die allen
maar hebben te aanvaarden als broe
ders en zusters, en er geen bezwaar
tegen mogen inbrengen, met hen gere
kend te worden tot één groot gezin?
Want dat is toch eigenlijk de zaak.
Of wij hechten aan die woorden, zoo
vaak gebezigd bij openbare godsdienst
oefeningen en in beschouwingen van
zedekundigen aard, weinig beteekenis en
gebruiken ze als versleteh klanken,
bf wij verstaan er wel degelijk onder,
wat er mee gezegd wordt. In het eerste
geval zou het eerlijker zijn er maar
afstand van te doen, de menschen
hebben elkander al zoo lang met frazen
FEUILLETON.
14)
Dat is afgehandeld, mjjnheer de baron 1
Wanneer moet ik de reis aanvaarden?*
•Morgen vandaag nog, alB dat moge
ljjk is.<
•Laten wjj het dan op morgen stellen.
Ik heb nog eenige zaken te regelen, en n
moet mg nog een aanwjjzing op uw ban
kier geven.*
Welzeker, ik zal u die geven.*
Met een beleefde buiging en onder vrien
delijk glimlachen nam de zaakwaarnemer
het orderbriefje in ontvangst, waarop de ban
kier hem een groote som gelds moest uit
betalen.
>Zoo, mijnheer de baron, ik dank u;
morgen in de vroegte ga ik op reis en bin
nen weinige dsgen zult u van mg vernemen,
of dat vermeends dorp Frati bestaat of niet,
ik heb de eer, mjjnheer de baron
Wilt ge niet een kleine verfrissching
•Zeer vriendeljjk, baron. Inderdaad zou
ik gaarne
De baron schelde en beval den binnen-
tredenden bediende, mjjnheer Tirschner naar
de eetzaal te geleiden en hem een ontbjjt
voor te dienen. Later moest het rjjtuig voor
komen om dien heer weer naar het station
te brengen. Nogmaals maakte de zaakwaar
nemer een diepe buiging en volgde toen
den bediende naar de eetzaal. Willy von
Alten brak herademde, zoodra hg weer al
leen was.
Weldra zat mjjnheer Tirschner in bgzon-
der goeden luim aan een voortreffelijk ont
bjjt in de groote zaal, waar de heerljjke
geur der bloemen uit het park door de
openstaande vensters drong.
om den tuin geleid, laten wij beginnen
de dingen te noemen zooals zij wer
kelijk zijn. In het laatste, dan dringt
zich de vraag, in den aanvang gesteld,
met nadruk bij ons op, en zij we ver
plicht daaromtrent tot een vaste mee
ning te komen.
De naam „broeder" sluit ontzaglijk
veel in. Ontleend aan het familieleven,
drukt hij een zeer innige betrekking
uit. Broeders moeten alles voor elkander
over hebben, niets het hunne willen
noemen, waarvan de ander niet zijn
deel heeft, hun wederzijdsche belangen
geheel vereenzelvigen. Wat den een
bedroeft, moet den ander doen lijden.
Gij, fatsoenlijke, gezeten burger, die
de plaats, u aangewezen in het maat
schappelijk verkeer, op waardige wijze
vervult, die als voorbeeld van plicht
betrachting wordt aangewezen door
velen, op wiens uitwendige handelingen
geen smet kleeft, die misschien reeds
menige eere-opdracht, u door uw mede
burgers gedaan, op verdienstelijke wijze
hebt ten uitvoer gebracht, onge
twijfeld zijt gij er niet op gesteld, op
één lijn te worden geplaatst met dien
berooiden landlooper, die van geen orde
of regelmaat weten wil, wiens groezelig,
afschuwwekkend gelaat, de sporen dra
gende van allerlei dierlijke uitspattingen,
op de signalementskaarten der politie
zorgvuldig is beschreven en wiens zede
lijk peil lager staat dan dat van den
inboorling van Nieuw-Guinéa. Niemand
zal dat van uw zijde een ongepaste
hooghartigheid noemen. Men zal niet
vergen, dat gij hem een plaats aan uw
tafel inruimt, hem logies aaubiedt iu
uw woning, hem uitnoodigt in uw ge
zelschappen. En toch een broeder
doet men dat wel, niet waar?
Er is dan ook onderscheid te maken
tusschen de letterlijke en de figuurlijke
beteekenis van de woorden in de men
schen taal. Meestal spreken wij in beel
den, die de ware gedachten slechts bij
benadering uitdrukken. De intimiteit,
die het ware karakter is van de be
trekking tusschen echte broeders, en die
wij ook uitstrekken tot wijdere kringen
dan dien van het huisgezin, is alleen
bestaanbaar als zekere eischen van ge
lijkheid in karakter, in opvoeding, in
beschaving, in moreele hoedanigheden
Met het innig welbehagen dat hg steeds
gevoelde, wanneer hg zulk een familiezaak
te behandelen had, ledigde hg jniet een glas
rooden wjjn, toen da vleugeldeur tegenover
bem openging en een dame met trotsche
figuur binnentrad.
Tirschner sprong van zjjn stoel op en
boog eerbiedig. Hg bad mevrouw Rogalla
von Alten brak herkend.
•Laat ik u niet storen, mgnheer,* sprak
de barones met nederbuigende minzaamheid.
•Ik wilde slechts even zien, of de bediende
goed voor u gezorgd heeft.*
>0, mevrouw, geef u gean moeite
De slimmerd begreep dadelgk wel, dat
die vriendelgke bezorgdheid slechts een voor
wendsel was, om ongestoord te kunnen
spreken, zonder dat haar komst in het oog
liep. Het vermoeden lag voor de hand, dat
zjj gaarne die mededingster naar het bezit
van Altenbrak van de baan geschoven zou
zien. Hg wilde de barones op gang helpen,
want hg zag, dat zg moeilgk een toepas-
Belgk begin kon vinden. Hg begon dus:
Mevrouw de barones heeft z^ker wel
van haar echtgenoot vernomen, dat ik mor
gen naar Italië ga om te onderzoeken, of
de bewering waarheid bevat, dat mevrouw
Montelli met den overleden baron Yon
Altenbrak een wettig huwelgk heeft aan
gegaan.*
Rogalla kleurde. Dus Willy had nog geen
onherroepelijk besluit genomenHjj laveerde
nog; hjj was nog te winnen voor haar
plan om de bewjjzen te vernietigen. Zg
gevoelde een zekere voldoening; zjj was nu
zeker van haar overwinning. Zg wilde den
kleinen, sluwen man echter niet latsn be
merken, dat tusschen haar en haar man
oneenightid bestond, en daarom zeide zjj
zeer koel en bedaard
Zoo was bet tenminste tussehen mjjn
echtgenoot en mg afgesproken. Daar ge
echter in zaken veel ervaring hebt opge
daan, zou ik over deze aangelegenheid gaarn e
uw oordeel vernemen. Zou de bewering,
dat er een wettig huwelgk gesloten i»,
waarheid bevatten of niet?*
De slimmerd glimlachte en haalde de
schouders op. »Wia kan met zekerheid die
bewering tegenspreken? Het is altjjd nog
mogeljjk, dat mevrouw Montelli de waar
heid spreekt, ofschoon er, vreemd genoeg,
geen papieren voorhanden zjjn.*
Bij deze laatste woorden deden zgn toon
en de uitdrukking van zgn gelaat Rogalla
het bloed naar de wangen stjjgen.
Welnu, mjjnheer Tirschner, wanneer
dat huwelgk werkeljjk gesloten mocht zgn,
verschaf ons dan zoo mogeljjk het oor
spronkelijke bewjjsstuk daarvan; dan is
meteen aan onzen twjjfel een einde,* sprak
zjj, zich met geweld tot kalmte dwingende.
Verlaat u geheel op mg, mevrouw.*
Op dat oogenblik trad de bediende weer
binnen en meldde, dat h«t rjjtuig gereed
stond. Tirschner stond op en boog eerbiedig
voor de barones. Deze beantwoordde zjju
groet met een trotsch hoofdknikje.
•Tot weerziens dus, mgnheer!*
•Mevrouw zal over mg tevreden zgnl*
antwoordde de kleiiae man glimlachend.
Toen verwjjderde hg zich snel en bjjna on
hoorbaar.
Rogalla bleef alleen. Triomfeerend blikte
zjj in het rond. Nu wist zjj, dat zjj haar
doel zou bereiken.
IX.
Willy en zgn vrouw zaten in de veranda.
De uitmuntende eensgezindheid die vroeger
steeds tusschen de echtgenooten had ge-
heerscht, was weder geheel hersteld. Nadat
Tirsehner de reis naar Italië had aanvaard,
had Rogalla al hare beminneljjkheid ten
toongespreid, want zjj billjjkte de handel-
wjjze van haar man geheel, wel begrjjpende,
dat de vernietiging der papieren, die Edu-
zijn vervuld, als er een groot aantal
punten van aanraking zijn. Wij kunnen
eenvoudig niet leven met menschen, die
in al deze opzichten te ver beneden
ons staan wij en zij begrijpen elkaar
niet, gevoelen niet genoeg dat er toch
iets gemeenschappelijks is, en het
cement, dat de menschen verbinden
moet, het onderling vertrouwen, ont
breekt geheel en al.
Het vertrouwen zon men ooit kun
nen onderstellen, dat te zien verheffen
tot het leidend beginsel, hetwelk aan
al onze betrekkingen, met allen die tot
hetzelfde geslacht als wij behooren, ten
grondslag ligt?
Maar dat lijkt er immers niet naar
Wij schenken, en zeer terecht, ons ver
trouwen alleen aan hen, die wij nauw
keurig kennen, en die door hun dage-
lijkschen levenswandel hebben getoond,
het te verdienen. Wie onpractisch ge
noeg zou zijn, zich niet met wantrouwen
te wapenen tegenover de boosaardig
heden, die ons op elke schrede beloeren,
zou heel spoedig komen tot de erkenning
van zijn dwaasheid. Het is niet gera
den het hol van een tijger binnen te
gaan, en evenmin zou het aanbeveling
verdienen, goedgeloovig zijn bezittingen
prijs te geven aan den eerste den beste,
die er zich wat van wil toeëigenen.
Wie het een poos wil uithouden in onze
maatschappij, moet voortdurend op zijn
hoede zijn.
Dat zijn we dan ook, bij al onze
handelingen. Geld geven we niet ter
leen zonder behoorlijke borgstelling,
althans niet zonder een deugdelijk be
wijsstuk, waarmee we, zoo noodig, in
rechten kunnen optreden. Bij het aan
gaan van verbintenissen, vertrouwen we
niet op het woord of de belofte, maar
we zorgen voor een nauwkeurig con
tract, in een vorm die ons den steun
van de wet verzekert, zoo er inbreuk
op wordt gemaakt. Zulks geschiedt niet,
omdat wij in de meening verkeeren,
steeds jnet deugnieten te doen te heb
ben; ware dit het geval, de man van
eer zou stellig moeten weigeren, ander
onderpand dan zijn woord te geven.
Och neen, de ondervinding van jaren
en van eeuwen heeft de noodzakelijk
heid van dergelijke voorzorgsmaatrege
len meer dan voldoende bewezen en wij
onderwerpen ons daaraan, al sluiten zij
ook een erkenning van menschel ij ke
zwakheid in.
En als nu beweerd wordt, dat het
algemeen gemis van onderling vertrou
wen een afdoend bewijs is van de on
mogelijkheid, om de hoogere zedelijk-
heidswet in haar geheelen omvang toe
te passen, dan ja, dan gaan wij toch
maar voor een klein gedeelte met die
stelling mede. Want zij is de vrucht
van een oppervlakkige beschouwing der
werkelijkheid, meer niet.
Het vertrouwen is niet het uitgangs
punt, het is de kroon, het sluitstuk. We
kunnen er niet mee beginnen, we moeten
hopen er mee te kunnen eindigen.
(Slot volgt.)
Buitenland.
Te Parjjs is bericht ontvangen, dat een
marine-officier, twee sergeants en tien Se-
n'galeesche fuseliers in Fransch Gninea
tusschen de plaatsen Kanakry en Kuruna
vermoord zgn.
In het Fransche district Oloron (Beneden-
Pyreneeën) zjjn aardschokken waargenomen.
Ook te Cartbagena, in Spanje, is nn een
aardschok gevoeld.
In de bnurt van GieRzen (Duitschland)
heeft een vreeselgke ramp plaats gevonden.
In een der werken van de maatschappijen
voor briketten-fabrikatie »Friedrichsgrabe«
bjj het dorpje Stringen ontstond een zich
snel uitbreidende brand, waarbjj 3 arbeiders
in de vlammen omkwamen en verscheidene
anderen ernstige brandwonden kregen, maar
wat ernstiger is, volgens de eerste berichten
zouden zich nog meer dan 70 personen in
de onderaardsche gangen van de •Fried-
richsgrnbe* bevonden hebben op het oogen
blik dat de brand uitbrak.
Kolonel Isan-bei, hoofd van onderwjjs op
de militaire school te Konstantinopel, is te
Stamboel door een Albanees midden op
straat met zes revolverschoten neergeveld.
Men kent de beweegredenen tot den moord
niet.
Zware regens hebben overstroomingen in
ard von Altenbrak in het familie-arohief
had nedergelegd, toch niets hielp, zoolang
de oorspronkelijke bewijsstukken niet ia
hunne handen waren. Wanneer Margherita
het oorspronkelijke trouwbewgs kon toonea,
dan viel er een hatelgb licht op Willy's
handelwjjze, die dan zoolang aan zgn
schoonzuster en haar kinderen hun erfdeel
had onthouden, dat was waar; doch zij
hoopte in dien tusschentgd haar echtgenoot
geheel te winnen voor haar plan om die
papieren te vernietigen.
En die berekenende vrouw scheen haar
doel steeds nader te komen. Hoe langer
Willy het genot smaakte van Altenbrak te
bezitten, hoe moeiljjker het bem zon vallen
er afstand van te doen en hoe minder hjj
zon terugdeinzen voor alle middelen om in
het bezit er van te big ven. Dat Margherita
niets van zich 1 et hooren, wekte er toe
ease, dat hg zich veilig gevoelde; hjj ge
loofde, dat zjj den moed miste om tegen
hem op te treden, daar zg geen bewjjzen
had. Misschien ook liet de vrouw wel met
zich onderhandelen en was zjj tevreden,
wanneer haar een onbezorgde toekomst
werd gewaarborgd. Kruimelig of gierig zon
hg tegenover die vrouw niet zgn, o neen,
volstrekt niet. Hg wilde voor haar zelfs
een groot kapitual vastzetten, als zjj van
alle aanspraken op Altenbrak afstand wilde
doen. Maar wat kon toch de reden zgn
van haar terughouding, die Willy soms
zooveel angst veroorzaakte?
Deze gedachten hielden hem nu weder
zóó bezig, dat hg er eindelgk met Rogalla
over sprak.
Rogalla peinsde er een poos over en
antwoordde eindelgk: »Het is inderdaad
opmerkelgk, dat die vrouw niets van zich
laat hooren. Misschien is zjj weer zoo ziek,
dat zg niet in staat is om haar aanspraken
te laten gelden. Wie weet of niet een vroeg
tijdige dood....*
noordeljjk en oostelgk Hongarjje ten ge
volge gehad.
De Szamos-rivier in Transylvanië trad
buiten hare oevers, overstroomde Dses en
vernielde een aantal huizen in het beneden
gedeelte der stad.
De naburige dorpen Betblen en Maey-
ariapos staan geheel onder water? en naar
het noorden bg Drogodund zgn een aantal
mglen spoorweg weggespoeld, telegraafljjnan
vernield en geheele terreinen blank gezet.
De schade aan den oogst toegebracht is zeer
groot.
Uit Arco (Tirol) wordt bericht, dat ook
daar de temperatuur zeer laag is. Na een
hevig onweer bleken de Judikarische Al
pentoppen weer geheel besneeuwd, zelfs tot
op slechts 1200 M. boven de zeespiegel.
Dit ging gepaard met znlk een koude be
neden, dat de thermoter te Acro daalde op
14 graden Celsius. Sedert tientallen van
jaren was in Juni geen sneeuw op de Alpen
daar waargenomen.
Volgens de Herald* zgn alle stoomvaart
lijnen tusschen de havens van de Engelsche
eilanden en de Atlantische havens stilzwij
gend overeengekomen, om een minimum
tarief voor de vrachtschepen met bestem
ming naar Europa vast te stellen.
Eveneens verklaart men, dat de Dnitsche
ljjnen geen deel van deze overeenkomst uit
maken, welke een uitbreiding is van de
regeling, die voor eenige maauden getroffen
is, en waarbjj een minimum prjjs vau 7ys
cent voor granen is vastgesteld.
Volgens den Londenschen correspondent
van de »Eveaing Post,* te New-York,
worden onderhandelingen aangeknoopt met
de »Royal Mail Steam Packet Company,*
om haar in «en combinatie met andere
Engelsche ljjnen op te nemen. De onder
neming zou ten doel hebben de combinatie-
Morgan concurrentie aan te doen.
De vereenigde kolendelvers ia de Ver-
eenigde Staten roepen een algemeene ver
gadering van hun vakgenooten bgeen. Dezen
zullen dan waarscbjjuljjk ook de algemeene
werkstaking in het gebied van de zachte
steenkool afkondigen, die nu nog in da
behoeften van de njjv8rheid voorziet.
Daar heb ik ook reeds aan ge lacht,
maar des te meer zon het onze plicht zgn,
voor de kinderen te zorgen.*
•Voorloopig ljjden ze geen gebrek, en
als de moeder kwam te storveD, is het altjjd
nog vroeg genoeg om op passende wjjze
voor de kinderen te zorgen. Ik ben de laat
ste om je daarin te hinderen.*
Nu, laten wjj dan afwachten, wat het
noodlot over onze hoofden besloten heeft.*
Met een zucht leunde Willy weer in zgn
armstoel.
Na eenig zwggen vroeg Rogalla:
Hebt ge in de laatst verloopen dagen
niets van Tirschner ontvangen?*
•Niets dan dat mjju bankier per telegraaf
gevraagd heeft, of een door mjj ondertee
kenden wissel van vjjfduizend mark aan
Tirschner mocht worden uitbetaald.»
•Vjjfduizend mark?*
Het is een groote som, maar in deze
aangelegenheid meende ik vrjjgevig te moe
ten zgn. Als de man slaagt, komt het bjj
ons ook niet op eene ruime belooniug aan.
Laten wjj du« bedaard den loop der zaken
afwachten.*
Weder volgde een diepe stilte. Maar bg
het echtpaar was de rust slechts uiterlgk;
van binnen woelde de onrust, en als beiden
door het leven in de groote wereld niet
gewoon waren geweest om zich te beheer-
schen, hadden zg zeker hun onverschillige
houding laten varen.
Willy stond eindelgk op en waudelde met
vlugge schreden op het terras heen en weer.
Dat stilzwjjgen en dat rusteloos wandelen
duurde een poos voort. Daar bleet hjj opeens
staan en keek vragend een bediende aan,
die nit het tninsalon naar bniten trad. Op
een zilveren blad reikte hg een kaartje over.
ilEllWUBMD
Wordt vervolgd).