Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelervvaard. DWALING. Het verborgen testament. Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden. M 3041. WOENSDAG 27 AUG. 1902. 'f/fi'ïff r hii LANÖ VAN ALJEN& VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementiprgi: per 3 maanden f l.OO. Franco per poet zonder prgrrerhooging. Afzonderlijke nummers 5 eent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters Baar plaatsruimte. Adrertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Van den normalen, den geestelijk- gezonden men8ch is een der meest in het oog vallende eigenschappen deze, dat hij begeert te weten. Slechts de zinnelooze en de afgeleefde menschen trachtten niet naar weten. Zij nemen niet meer op wat het oog ontmoet, voeden zich niet meer met hetgeen hun wordt medegedeeld, zijn voor dat alles onverschillig. En een vertrouwbare krachtmeter van den geest is dan ook de mate van belangstelling, die men koestert voor onbekende zaken. Door te dringen in dat onbekende, het onbetreden terrein onderzoeken, zich er vestigen en van daar nieuwe ontdek kingstochten te doen, is het volgen van een aandrift, welker sterkte de maat staf is van het geestelijke leven. Niet alleen de vurigheid van dien drang, maar ook zijn regelmatige wer king. Van het oneindig vele, dat geweten kan worden, is slechts een klein gedeelte bestemd, aan één persoon in eigendom toe te behooren. We hebben een keus te doen; de aard en de richting dier keus worden bepaald door onzen aanleg in de eerste plaats, door de gelegenheid in de tweede. Het is zeer verklaarbaar dat de man, die zich bezighoudt met den loop der hemellichamen en de wet ten bestudeert, waardoor die loop wordt beheerscht, volstrekt geen belang stelt in hetgeen archief-onderzoekingen aan het licht brengen omtrent de geschiede nis der diplomatie in lang vervlogen tijden. Zijn dorst naar weten heeft een bepaald doel gevondenzich daarmede bezig te houden, bevredigt hem vol komen. De richting van zijn zoeken en van zijn denken heeft hij voor zich- zelven nauwkeurig afgebakend. Op dien weg voortgaande, hoopt hij het eind doel, de kennis der waarheid, naderbij te komen. Indien het nu maar vaststond, dat al die zoekenden zich bewogen langs de rechte lijn, die het punt van uitgang verbindt met bet onzichtbare doel! Maar ook die lijn moet eerst gezocht worden. Wij doen nieuwe waarnemin gen, merken nog niet omschreven ver schijnselen op en brengen ze in verband met hetgeen we reeds weten. Daardoor wordt de lijn verlengd, naar het schijnt. Doch of de richting hetzelfde blijft, dat moet nog bewezen worden. Het nieuwe stuk maakt zeer dikwijls, zonder dat FEUILLETON. 33) Zg kende zgn gevoelens; zij wist, dat hg geen vlek zou dulden op het wapenschild zjjner voorvaderenzg wist, dat haar broe der niet slecht was. Zg kende zgn edel moedig karakter, dat, helaas, door de om standigheden wat lichtzinnig was geworden. Maar een openhartig, eerlgk woord had bg hem nog altgd plaats gevonden. Daarom schreef zg hem een briefzg verzocht hem naar Altenbrak te komen, om al deze ver warde zaken tot een bevredigende ontknoo ping te brengen. Deze brief krniste met een telegram van Hariy, luidende»Ik kom vandaag of mor gen naar Altenbrak. Mevrouw von Altenbrak was niet weinig verbaasd, toen haar zoon bg haar binnen trad, zonder vooraf aangemeld te zgn. »Lieve tjjd, Harry, waar komt ge van daan?* riep ze verrast nit. >Er is toch geen ongeluk gebeurd? Ik kon, helaas, het geld nog niet zenden; op het oogenblik komt bet zoo slecht gelegen, als maar mogelgk is; maar ik heb toch al stappen gedaan om «c »Laat het geld nu maar rusten, moeder,* antwoordde Harry, wiens jeugdig gelaat zoo'n ernstige uitdrukking vertoonde, als Rogalla nog nooit bg hem had opgemerkt. >Ik heb mjjn schuldehcher gesprokenhg zal nog eenigen tgd wachten. Ik kom we- crens e«n anS»r« zaalr. we het ontwaren, met de bekende lijn een hoek, en het eerste volgende, ge- rakeu wij geheel uit den koers. Niemand is er, die er ons opmerkzaam op maakt, tenzij een ander ook dezelfde waarne mingen heeft gedaan en ze op een andere manier aansluit. Dan komen de twee tot verschillende conclusiën, waar van ook alweer niet is uitgemaakt, dat één van de twee juist is. Beiden kunnen dwalen, de een naar rechts, de ander naar links. Eerst dan, als zeer velen met de meeste nauwgezetheid en zelf- critriek, dezelfde onderzoekingen hebben volbracht, zal de juiste verlenging van de lijn van het weten kunnen worden geconstrueerd. En zoo is het altijd gegaan, zoo zal en moet het gaan ook in de toekomst. Door dwaling komt de mensch de waar heid nader. De boom der kennis heeft vele wor tels, diep in den grond zich uitstrek kende. Zij loopen in verschillende rich tingen, maken de grilligste figuren, krommen en buigen zich schijnbaar zonder maat of orde, vormen een warnet van wat men zou kunnen noemen rede- looze en onzinnige vertakkingen. Toch zijn zij ten slotte op één punt samen gekomen het is daar, waar de rechte stam zich boven den grond verheft en opwaarts gaat, het licht te gemoeten langs al die voor het oog verborgen kronkelwegen, die geen van alle de ware richting volgen, ontvangt toch de stam zijn tweede voedsel. Er is geen wetenschap, welker ge schiedenis niet door dit beeld wordt uitgedrukt. Duizenden begrippen zijn en worden nog! door de menschen aangenomen en gehuldigd, waarvan men later met zekere verbazing vraagt hoe het mogelijk is dat zij ooit in iemands brein zijn opgekomen en door anderen op gezag zijn aanvaard. Dwaling is des menschen lot, en dat wordt menigwerf betreurd. Het zou, meent men, een groot geluk zijn, als we het land der waarheid konden be reiken langs een lijn, recht uitgelegd als een spoorweg. Het schijnt zoo, maar hot is zoo niet. De wortels moeten zich kronkelen om voedsel te verzamelen. Het vinden is een heerlijk loon, maar slechts dan, wanneer het de vrucht is van het zoeken. En dat onderstelt het vooraf niet weten, waar het begeerde voorwerp zich bevindt. Dikwijls komt men er dicht bij, zonder het nog te ontdekken; men draait er »Ge maakt me werkeljjk nieuwsgierig.* >Neem mg niet kwaljjk, als ik u voor- loopig daarvan niets naders kan mededee- lenik moet eerst met vad^r raadplegen.* »Ocb, je vader I Die is zoo lusteloos, lieve Harry, dat ge bg hem weinig gevoel voor je moeilijkheden znlt vinden. Zit het hier En mevrouw von Altenbrak wees lachend op haar hart. »Bjj jelui, jongelieden, is ge woonlijk geld of liefde in het spel.* »Toch moet ik traehten bg vader belang stelling te wekken voor mgn aangelegenheid*, antwoordde de jonge officier ernstig. »Die laat zich beter door mannen afhandelen; mocht het mg niet gelukken, met vader tot een besluit te komen, dan eerst zal ik uwe hulp inroepen.* »Maar mjjn hemel, Harry, ge toont een ernst, die bjjna komiek isIk wil me niet in je geheimen indringen, maar ik geloof toch, dat ik je altgd m>t raad en daad ter zjjde heb gestaan.* »Daar dank ik u van ganscher harte voor, moeder. Maar, zoo mogelgk, zou ik u in deze aangelegenheid willen verschoonen.* »Nn, zoek dan heil bg je vader,* ant woordde mevrouw Yon Altenbrak geërgerd. Onaangename dingen heb ik in dea laat sten tgd genoeg gehad; ik heb geen behoefte aan nog meer onaangenaams. Maar ik hoop, dat de aangelegenheid, zooals ge noemt, ja niet zoo in beslag neemt, dat ge voor je moeder niet eens een vriendelgk woord over hebt.* Vergeef me, moeder, er maalt me zoo veel door het hoofd. Maar ik hoop spoedig weer vrger te kunnen ademen, en dan zal ik weer uw opgeruimde zoon wezen.* HH hafta r.rin band. «n ..Reu. omheen, beweegt zich in verschillende richtingen, enkel gesteund door het vast vertrouwen, dat het gevonden zal wor den. Het is die arbeid van den geest, die het geestelijk leven onderhoudt. De dwaling behoedt ons voor stilstand, scherpt het vernuft, dwingt ons om steeds rekening te houden niet slechts met hetgeen wij zei ven meenen te weten, doch ook wat door anderen ais een gewichtige ontdekking wordt op prijs gesteld. Moch ten we in rechte lijn de reis naar het land der waarheid volbrengen, dan kon den wij de oogen wel gesloten houden en zouden het, uit gemakzucht, wel doen ook; thans zijn we wel gedwongen, ze terdege open te houden. Maar nu zijn er nog eenige zonder linge dingen te constateeren. In de eerste plaats dit, dat de men schen er zoo moeielijk toe kunnen komen, zich de moeielijkheid van dwalen, voor zoover hunzelven betreft, voor te stellen. Ieder meent voor hetgeen hij als waar heid aanneemt, te moeten opkomen, er zelfs strijd voor te moeten voeren. Hoeveel verschrikkelijke twisten zijn er niet ontstaan, hoeveel vijandschap wordt er niet nog heden door aange kweekt, omdat de conclusiën van den een niet zonder nader onderzoek door den ander worden overgenomen, om dat men durft onderstellen, dat een ver nieuwde waarneming, een voortgezet nadenken mogelijk tot een andere ge volgtrekking zou kunnen lijden. Jpat is een uiting van ij delheid, de groote vijandin van harmonie onder de menschen. Maar met de dwaling, die met het étiquet der waarheid aan de markt wordt gebracht, is het iets anders; wanneer zij niet spoedig afnemers vindt, duurt het gewoonlijk niet lang of zij wordt in haar karakter herkend en ont maskerd. Laten wij toch elkanders vrijheid meer eerbiedigen. Het is des menschen recht te dwalen, want zoeken is zijn bestem ming. Waarom willen wij dit elkander beletten door te zeggenZoek niet langer, wat gij hebben moet zal ik u wel geven Een tweede opmerking is deze, dat we ons gewoonlijk schamen, als het blijkt dat wij in eenig opzicht gedwaald hebben, dat wil hier zeggen, voor waar te hebben gehouden wat later bleek onjuist te zijn. Dat is ook alweer te wijten aan onze ijdelheid: wij vinden het vervelend als ontdekt wordt, dat we „zoo dom" zijn geweest. Waarom? Kan iemand er zich een verwijt van maken, dat hij mensch is en menschelijke eigenschappen bezit? Slechts één voorwaarde moet vervuld worden namelijk dat wij ook in onze dwaling oprecht zijn. Dat wij dwalen ter goeder troüw. Dat we niets voor waar hebben aangenomen tegen beter weten in, misschien met het oog op stoffelijke voordeelen. Dat de vrucht van ons zoeken eerlijk is verkregen. Het overige moet ons onverschillig zijn. De dwaling is een hemelgave, daar zij ons opvoedt. Zij maakt ons tot ont dekkingsreiziger naar het rijk der waar heid. galla streek hem over zgu korte blonde lokken. >Denk er steeds aan, mgn zoon, alles wat ik gedaan heb, deed ik uit liefde voor jon,* sprak zij. Mevrouw von Altenbrab wist zelf niet, hoe het kwam, maar ze moest op dat oogen blik aan de oude geschiedenis denken, aan het geheime huweljjk van haar zwager. Zou Harry daarvan gehoord hebben Onmoge lijk 1 En toch als zg bedacht, dat de zoon van Eduard von Altenbrak onder den naam Eduard Montelli in haar onmiddel lijke nabijheid leefde, liep baar een zachte rilling over de leden, als de voorbode van een naderend ongeluk. Nogmaals drukte Harry een kus op haar band en zeide toen: »Nn vindt u wel goed, -lat ik heenga, moeder? Ik ga Gerda be groeten.* »Gerda zal bg je vader zgn. Hg wil zich door niemand anders laten verplegen. Ge znlt haar wel een beetje veranderd vinden.* Hariy ging naar den vleugel van het slot, waar de vertrekken van zgn vader waren. Met vluggen tred stapte hg door de lange gang, waarvan de maren versierd waren met de portretten zgner voorvaderen, van den gepantserden ridder der kruistochten tot deD knappen garde-dragonder van den tegenwoordigen tgd. De laatste van de rg droeg deze uniform. Het was Eduard von Altenbrak. Een oogenblik bleef Harry voor dit por tret staan. Ja, de gelijkenis tusschen dit portret en Ednard Montelli was onmisken baar. Die zelfde groote, schitterende blauwe oogen, datzelfde golvende blonde haar, het- spoor, dat daar pas is gelegd, schuld aan het ongeluk. Onder de gekwetsten is de beroemde vio list prof. Joachim, die van Kenlen af in een slaapwagon reisde. Hjj werd van zgn bed geslingerd en kreeg een hoofdwonde, die door een dokter in den trein werd verbonden. Buitenland. Het station Schandelab bood Dinsdag ochtend een schouwspel van groote ver woesting. De sneltrein Vlissingen-Kenlen- Berljjn, die 's ochtends om 5.33 van Bruns- wjjk vertrekt, was jnist Schandelab voorbjj, toen hjj uit het spoor vloog. De eerste lo comotief, waarvan de koppeling gebroken was, werd links van den spoordgk geslin gerd, de goederenwagen volgde haar. De tweede locomotief vloog rechts den djjk af en woelde zich daar vast in het zand. Van de volgende drie Nederlandscbe D-rjjtuigen schoven er twee geheel in elkander, terwjjl de tenders van de twee locomotieven raid den in den wrakhoop kwamen te liggen. De drie sporen op de plaats zgn geheel en al vernield, en de dgk is overal opgewoeld Het is een buitengewoon gelukkig toeval dat er geen menschen om het leven geko men zgn. Van de reizigers, die met behnlp van menschen uit de bnnrt nit de vensters van de ineengeschoven coupé* gebaald wer den, is niemand ernstig gekwetst. De ba- gagemeester, die uit den goederenwagen ge slingerd werd, verstuikte zjjn voet; de hoofd- conductear in denzelfden wagen kreeg slechts lichte kwetsuren. Een machinist, die onder de overbljjfsêleu t9 voorschjjn is gebaald, had verwondingen aan hoofd en handen. Van Brunswjjk nit vertrok dadelijk een hulptrein met personeel en twee dokters. (Dergelijke treinen staan tegenwoordig dag en nacht met verbandmiddelen, domme krachten enz. aan de groote stations in Pruisen klaar.) Men zal wel 4 dagen noo- dig hebben voor het wegruimen van den wrakhoop. De oorzaak van het déraillement is nog niet gevonden. Misschien is een nieuw zg- trekken om den mond >Als er onrecht is gepleegd, zal ik dat weer goedmaken!* sprak Harry vastbeslo ten tot zichzelven. »Op de nagedachtenis van u, mijne voorvaderen, zal geen vlek rustenRein en onbevlekt zjjn ons wapen schild en onze eer! Dat beloof ik u!« Na deze belofte schreed Harry verder. Hg gevoelde zich krachtiger, nu hg den voet in bet ouderljjk hnis bad. Hjj gevoelde zich ééa met die mannen, wier portretten hem van den maar schenen toe te knikken, en wier eer ook zgn eer was. Nog geloofde bij niet aan een misdaad van zjjn ouders, maar hg gevoelde, dat het noodzakelijkheid was, de zaak volledig op te helderen. In deze stemming kwam hg bg Gerda. Maar wat verschrikte hg, toen hg de ver andering bemerkte, die in de laatste dagen bg zgn zuster had plaats gegrepen. Schrei ende sloeg zg de armen om baars broeders hals en verborg haar bleek gelaat aan zgn borst. Haar slanke gestalte trildehet duurde gernimen tgd, eer zg zooveel kalmte had herkregendat zg haar broeder alles in goeden samenhang kon vertellen. Broeder en zuster zaten in de kamer naast het schrijfvertrek van hun vader. De deur van het schrijfvertrek was door een zwaar gordjjn afgesloten; toch hoorden zg nu en dan een zacht gekerm of een kramp achtig hoesten. Vader zit in zgn leuningstoel te slapen,* fluisterde Gerda; >ge znlt er van schrikken, als ge hem ziet; zgn lange gestalte is ge bogen en hg is vreeselgk mager geworden. Ach, Harry, als ik hem zoo afgemat en stil daar zie liggen, denk ik dikwjjls, dat ij reedsjdood is! Het is ontzettenden In het Zwitsersche fabrieksstad je Arbon komen Zondags gewoonlijk de Italiaansche arbeiders uit den omtrek hunne collega's bezoeken. In een kroeg kregen een paar twist, en toen de Zwitsersche waard hen er uit wilde gooien, keerjje zich dé woede der geheele bende tegen hem. Een te hulp ge roepen politieagent werd door een woeden den man van het Zuiden een vinger afge beten, en waard plus helpers werden hun kroeg uitgegooid. De heele Arbonsche politie, een mannetje of vjjf, kon niets beginnen tegen de bende, en zoo liet men ze dien eersten nacht on gemoeid. Den volgenden avond boden Zwit sersche werklieden zich s\an, om de politie vrijwillig te versterken en gezamenljjk toog men er op nit. Bg eone waardin Sartori had zich de bende Italianen verschanst en de Zwitsers hebben er formeel storm geloopen. Er is gevochten en geplunderd en de ver ontwaardiging der Zwitsers is gestegen, zoodat Dinsdagavond de opgewondenheid zoo groot was, dat men uitplundering van alle Italiaansche kronen vreesde. In over leg met den burgemeester, werd de brand weer gerecruteerd en voor een Italiaansche restauratie, waar de menigte zich verzameld had, op het volk gespoten. De natte nit elkaar gespoten Zwitsers richtten nu hun aanval niet langer tegen de Italiaansche kroeg, maar tegen de brandweer, die jam merlijk werd toegetakeld door een hagel van steenen. De politie chargeerde, maar werd zelf teruggedrongen en nn werd ook het restaurant gebombardeerd. De waard schoot een paar keer met losse patronen, maar de menigte liet zich daardoor niet afschrikken. De brandweer werkte met 2 stralen, maar ook dat mocht niet baten. Oorverdoovend was het gebrnl der monigte. Toen werd er door de politie-agenten met scherp gescho ten. Een paar personen werden licht gewond. Intusschen werd de alarmklok gelnid en kwam de brandweer met al haar spuiten opzetten, zoodat weldra 3 stralen, later 5, het plein vrjj konden honden. 's Nachts werden enkele rustverstoorders, nu d'e vree8eljjke verdenking!* Heeft vader daar nooit op de eane of andere manier op gezinspeeld?* Gerda rilde, als onder den indruk van een vreeselijke gedachte. Zg liet het hoofd op de borst zinken en fluisterde bgna on hoorbaar: »Neen, Harry, dat heuft hg niet gedaanMaar ia ijlkoortsen heeft hij om Ednard von Altenbrak geroepen en he n om vergiffenis gesmeekt. Hg wilde weer goed- maken, wat hg misdaan had. O, Harry, het is vreeselgkDaarom heb ik dag en nacht bg hem gewaakt, dat geen vreemde ooran die onvrijwillige bekentenis zonden hooren. Maar hg is wakker gewordenhg roept me!« Bereid hem voor op ragn komst, Gerda.* Gerda snelde naar haar vader, maar wei nige oogenblikken later kwam zg terug en zeide tot Harry: »Vader wil je dadeljjk zien; hg was zeer verheugd, toen ik hem vertelde, dat ge hier zjjt.« Harry moest ziGh geweld aandoen om niet in tranen uit te barsten, toen zjjn vader hem de vermagerde hand toestak. Als een zieke, wieüs laatste uur nabjj is, rustte Willy von Altenbrak in zgn leuningstoel, tot aan de borst bedekt met dekens, ofschoon een flink vuur in den haard brandde. Buiten scheen de zon heerlgk warm, maar de boom»n in het park beschaduwden de kamer, zoodat er eene voor den zieke on behagelijke koelte zon geheerscht hebben. Zoo echter was het aangenaam van tem peratour in de kamer, voor Harry bgna te warm. Wordt vervolgd). NlElTWSBLtl

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1902 | | pagina 1