M 2187.
1903.
eerbied.
Uitgever: L. J. YEERMA.H, Heusden.
Woensdag 4 febr.
FEUILLETON.
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprjji: per 3 maanden f 1.00.
franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nmmers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel
meer 7ct. Groote letters naar plaatsruimte.
AdYertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
In verschillende omstandigheden van
het leven gevoelen wij een natuurlijken
aandrang, om door uitwendige teekenen
te doen blijken, dat wij iets of iemand
hooger stellen dan andere menschen of
andere dingen; dat wij zekere rechten
of aanspraken van zedelijken aard er
kennen.
Wij noemen dat eerbiedsbetoon en
zelfs, wanneer die betooning alseen bloote
formaliteit moet worden beschouwd, doet
zij ons weldadig aan. Die het hoofd
ontbloot bij het voorbijgaan van een
grafwaarts gaanden stoet, zal wel geen
spotter wezen.
En als wij die grijze, eenigszins ge
bogen figuren ontmoeten, met de ernstige
en toch vriendelijke trekken, die ge
tuigen van het naderend einde van een
langen levensdag, dan gevoelen we ons
onwillekeurig gedrongen het hoofd te
ontblooten of een beleefden groet te doen.
Het schijnt wel, dat de mensch aan
zeker eerbiedsbetoon behoefte heeft.
Geheel nieuwe vormen hebben de
oude vervangen en wij denken geheel
anders dan onze voorvaderen, bij het
zien van dezelfde dingen ofhethooren
uitspreken van dezelfde namen. Maar
daaru't volgt niet dat de menschen van
den nieuweren tijd zich geheel hebben
losgemaakt of zouden kunnen losmaken
van wat ernstige menschen in vroeger
tijd vereerden. In werkelijkheid is op
dit punt zeei weinig veranderd.
Dit schijnt slechts een stelling te
wezenmaar dan ligt daarvoor toch een
afdoend bewijs vlak voor de hand. Daar
b.v., waar men gebroken heeft met oude
vormen of begrippen, en nog geen nieuwe
heeft aangenomen, wordt er toch ijverig
naar gezocht. Men gevoelde behoefte
naar iets waarom allen zich kunnen
vereenigen die, in eerbied voor het hooge,
het verhevene, nog iets meenen te kun
nen vinden wat kracht geeft, en den
door allen gevoelden ofschoon door nie
mand verklaaiden dorst leseht.
Men beklaagt er zich wel eens over,
dat in onze dagen de eerbied verzwakt,
dat meu minder respecteert, omdat men
meer gelijkheid gevoelt. Daar is wel
waarheid in. Men spreekt zijn meerderen
anders aan; men veronachtzaamt vor
men die vroeger niemand verzuimde.
Dat komt in heel wat sociale verhou
dingen uit. Waarlijk, men maakt zoo
heel veel omslag niet!
39)
>18 het uw vrjje wil om miss Bertha Dar-
rtll te nemen tot uw wetiige huisvrouw?
Antwoord dan met duideljjke stem ja
Zoo sprak de priester tot den graaf.
»Ja!< antwoordde de graaf met heldere
stem. Toen deed de priester de vraag aan
Bertha.
»Ja! kloak het van haar lippen.
De ringen werden gewisseld, de geeste-
ljjke sprak den zegen over het paar uit
en de plechtigheid was afgeloopen.
Nu was zjj niet meer miss Bertha Dar-
rell, zjj was gravin Norton en er was
niets gebeurd van al wat zjj gevreesd had.
Het paar ging de sacristy binnen en daar
werden hun namen in het register geboekt.
Een krii g van vrienden drong om hen
heen en wenschte hun har telg k geluk. Ber
tha beantwoordde allen met een beminne-
jjken lach, terwjjl graaf Norton stil en stom
naast haar stond. Het scheen wel of zjjn
blik zekeren angst voor haar verried, maar
neen, daarin vergiste zjj zich zeker.
Aan den arm van haar echtgenoot vsrliet
zjj de kerk, en in een lange rjj équipages
keerden het bruidspaar en de bruiloftsgasten
naar het slot Powsjjs terug, waar hun een
groot feestmaal wachtte. Allen waren vroo-
ljjk gestemd, alleen de graaf was somber.
Tevergeefs trachtte hjj zich te bevrjjden van
den last, die hem drukte. Hjj trachtte zjjn
dank te betuigen, ook dit mislukte. Er volgde
een drukkende, pjjnljjke stilte en aller oog
Maar, laat ous wat dieper iu de zaak
doordringen.
Men zegt: de aanhankelijkheid van
den werkman jegens den patroon is
verminderd en deze wordt besproken,
beoordeelden veroordeeld als ieder ander.
Goed; maar als men wat van nabij
kijkt, dan ziet men dat de vraag, of
een persoon eerbiedwaardig is, bij den
werkman wel degelijk gewicht in de
schaal legt. Wordt de patroon niet meer
gerespecteerd omdat hij de patroon is,
hij wordt het nog wel, wanneer de
ervaring leert dat hij een zeer goed
patroon mag genoemd worden.
Waar is het dat in den socialen strijd
onzer dagen, in hoofdzaak door zekere
leiders gevoerd, een strijd die vaak de
harmonie blijvend verstoord, op de vraag
hoe iemand is, niet veel gelet wordt.
Dat betreuren wij natuurlijk; maar het
verschijnsel zelf bevat voor ons een
lichtpunt.
Immers, wanneer die volksleiders hun
meening voorop stellen, een meening
die telkens door feiten weersproken
wordt, dat geen vooruitgang denk
baar, geen opheffing van beginselen
mogelijk, geen overwinning der begin
selen van rechtvaardigheid en billijkheid
bestaanbaar is, zonder worsteling en
strijd, dan is het geen wonder, dat er
van betoonen van achting niet veel
terecht komt. Het is een eeuwige waar
heid dat de haat verblindt en hier al
thans wordt haat genoeg gezaaid. Als
wij toegeven aan onze slechtere ge
voelens, dan schijnen wij ons zeiven
zoo groot toe en dan lijkt de tegen
partij ons zoo klein, dat wij haar nood
zakelijk over het hoofd moeten zien.
't Is duidelijk genoeg, dat in zu'k
een toestand geen eerbied kan worden
gekweekt voor elkanders persoon en
evenmin voor elkanders gevoelen en
belang. Maar de toestand zelf bewijst
dat hij valsch is en daarom ook, dat
nog niet alle gevoel van respect is ver
dwenen.
Trouwens, zou dat wel anders kun
nen zijn?
Ieder mensch wil stellig geëerbiedigd
worden, b.v. door zijn eigen kroost. Ook
de werkman zou, als hij later een hooger
positie innam, door zijn onderhoorigen
gerespecteerd willen worden, en niet
alleen maar in dien zin dat zijn bevelen
worden nagekomen, maar 't liefst ook
omdat men hemzelf acht.
Trouwens, ieder vindt het even na-
richtte zich op den graaf.
Ieder voelde zich verlicht, toen eindeljjk
het bruidspaar zich terugtrok om de laatste
maatregelen voor de reis te treffen. Bertha
verwisselde haar bruidstoilet tegen een
smaakvol reistoilet en bjj 't afscheid lachte
zjj met evenveel gerustheid als te voren.
EigeDljjk was men verwonderd over de on
verstoorbare kalmte, waarmede zij in het
rjjtuig stapte. Er volgde een vaarwel van
alle kanten, de dames wuifden met haar
zakdoek, nogmaals boog Bertha uit het por
tier en bracht den achterbljj venden een
laatsten groet, en toen was het voor bjj.
Bertba leunde tegen de kussens van het
rjjtnig, dat hen weldra aan het station
bracht. Na weinige minuten bracht het
stoomros hem in vliegende vaart verder.
En daar zaten de jonggehuwden naast el
kaar! ze hadden geen woord gewisseld.
Weer kwam die gedachte van 's morgens
bjj haar op. Ja, hjj vreesde haar! Hoe
vreemd keek hjj haar aan, hoe angstvallig
bletl hij op een afs'and van haar! Hoe
duideljjk bleek, dat hjj opzetteljjk uit het
raampje zat te kjjken om niet naar haar te
zienVVus hjj na reeds waanzinnig of zou
hjj het worden Zjj waagde het niet hem
aan te spreken. Achteloos keek zjj ook door
het raampje naar buiten, ooch plotseling
dacht ze weer aan die voorspelling omtrent
het geslacht der Nortons, en ze kon die
gedachte maar niet verjagen.
Nu en dan keek zjj naar den man, wiens
echtgenoote zjj nu was. Hjj had haar uit
liefde genomen, uit hartstoctiteljjke liefde
En de dag van haar huweljjk verliep koud
en vreugeloos. Wat zou het huweljjk met
dezen man haar brengen?
Zjj bereikten Wales. Aan het station
iuurlijlc, te worden gerespecteerd, als
vader of moeder, als werkgever, als
overheidspersoon, enz.; alleen dus reeds
om het enkele feit, dat zekere omstan
digheden hem boven anderen hebben
gesteld. Zóó plaatst men zich op het
standpunt, dat zelfs de louter vormelijke
eerbied niet verzwakken mag.
Wanneer men aanvangt, om dit stand
punt terstond voor zichzelf in te nemen,
en er in geen geval van af te wijken,
dan zal het spoedig blijken dat de drang
naar eerbied voor wat werkelijk eerbied
waardig ismisschien wel sluimert, maar
geenszins gestorven is.
Wanneer wij gerespecteerd willen
worden, dan zullen wij in de eerste
plaats moeten beginnen met ons zeiven
te respecteeren, en daaraan ontbreekt
het nog wel eens. Laat ons ijverig zoe
ken naar alles wat eenige waardeering
verdientdan zullen wij zeer veel vin
den: menigen kleinen, verborgen en
begraven schat. Zoeken wij zóó, dan
ontmoeten wij menig groen plekje op
ons wereldreisje en vinden telkens de
bevrediging voor een gevoel dat immer
op den bodem der menschenziel leeft.
Buitenland.
Te Antwerpen zjjn nieuwe plannen voor
nitbreidiag van de havenwerken gemaakt.
Het fHandelsbl. van Antwerpen* meidter
over
De groote werken ten noorden der haven-
instellingen omvatten 2.650.090 kubieke
meters uitgravingen, 315.000 komieke meters
uitbaggering en 2.965.000 kubieke meters
aanaarding. Da dokken zullen een diepte
van 9 m. 35 bjj normalen stand hebben.
De te bouwen kaden hebben een totale
lengt.' van 2572 M. 30.
De werken moeten voltooid zjjn binnen
4 jaar. Voor eiken dag vertraging moet de
aannemer 300 fr. betalenvoor iederen dag
dat bjj spoediger het werk voltooid heeft,
krjjgt hjj 300 fr. premie.
De totale raming van de kosten is
8.785.000 fr.
Men gelooft dat de twee werken: tns-
«chendokken en zeesluis, tegeljjkertjjd aan
besteed zullen kunnen worden.
De nieuwe sluis zal 180 meters lengte
op 22 meters breedte hebben.
Het lot van prinses Lonise van Coburg,
koning Leopold's dochter, die zich in een
Carnaroon wachtte een rjjtuig, dat hen naar
buiten bracht. Daar lag de villa, waar zjj
eenigen tjjd zouden bljiven. Haar kamenier
en de kamerdienaar waren daar reeds om
den graaf en de gravin te ontvangen.
Op den arm van haar echtgenoot leu
nende trad Bertha het huis binnen. Onmid
dellijk trok ze zich terug om wat uit te
rasten. Met eenige onsamenhangende woor
den verliet da graaf haar hjj wilde voor
het diner nog een sigarette rooken en een
wandeling doen. Bertha was alleen
Zij trok haar handschoenen uit, en giog
in de kleine, maar smaakvol gemeubileer
de woonkamer van de benedenverdieping.
Daar was niemand. Zjj nam plaats in een
leunstoel bjj het geopende venster en staar
de doelloos in de verte, waar de maan met
zjjn bleek schjjnsel de zee verlichtte.
Terw jjl ze daar zoo zat, werden haar
oogleden al zwaarder en zwaarder, haar
oogen vielen dicht en zjj verzonk in een
diepe sluimering.
En ver van het buis, waar zjjn jonge
vrouw toefde, dwaalde graaf Norton aan
het strand rond in de eenzaamheid. Als
een ontvluchte geleishiaf snelde hjj voort,
als ware zjjn eenige gedachte: Niet weer
naar het bagno!
Plotseling bleef hjj staan; bjj had een
besluit genomen. Hjj knielde en de handen
ten hemel heffende, bad hjj. Alleen God
hoorde hem... daar viel hjj in zwjjm.
Had de waanzin zjjns vaders hem ook
aangegrepen
Een nur lag hjj daar, toen kwam hjj weer
bjj en stond op. Zjjn gelaat toonde geen
zenuwachtige trekkingen meer, hg had de
overwinning behaald over de gedachten, die
hem kwelden.
krankzinnigengesticht in Saksen bevindt,
gaat bljjkbaar Oostenrjjbschen en Duitschen
socialisten ter harte. De socialist)'schen groep
uit, den Rjjksdagr heeft zich tot den Oosten-
rjjkschen socialistischen afgevaardigde Das-
zyaski gewend met het verzoek te hunner
beschikking te stellen de documenten be
treffende prinses Lomse van Cobnrg, welke
documenten in Daszynski's bezit zqn. De
Doitsche socialisten zjjn voornemens in den
Rjjksdag een interpellatie in te dienen, waarin
er op gewezen zal worden, dat prinses
Louise volmaakt wel bjj 't hoofd is.
De twee opeenvolgende redevoeringen van
den heer Jaurès, waarin hjj verklaarde, dat
hij bjj de aanstaande dehatten over de be
krachtiging van de verkiezing van Gabriel
Syviton in de Fransche Kamer opzienba
rende onthullingen zal doen in verband met
de Dreyfuszaak, hebben zeer de aandacht
trokken.
De socialistische leider weigert thans nog
zich verder nit te laten; hjj staat geen en
kel interview toe, om niet 't effect te missen,
dat zjjne beweerde nieuwe onthullingen in
de Kamer zullen teweeg brengen. Men ge
looft echter, dat Jaurès niet op directe wjjze
over Dreyfus wil spreken, maar veeleer
nieuwe gezichtspanten wil leveren omtrent
de rol, die sommige anti-Dreyfusards, met
name generaal Mercier, in het drama heb
ben gespeeld.
Met nieuwsgierigheid en ongeduld wacht
men op de verklaringen van Jamei.
Een jongeman uit Bochnm (Pr.) was voor
lange jaren naar Noord-Amerika vertrok
ken, zjjne vrouw en zjjn eenigst zoontje
achterlatende. Dezer dagen ontving d« po
litie in zjjn voormalige woonplaats van het
gerecht te Philadelphia het bericht, dat de
man aldaar was overleden en hjj zjjne vrouw
tot erfgename van zjjn nagelaten kapitaal,
groot 180.000 dollar, had gemaakt. Daar
de vrouw reeds overleden is, valt het ge-
herle vermogen ten deel aan den zoon, die
met bergbouw een sober stukj i brood ver
dient.
Een Italiaansch schip uit Massaue dat in
de Roode Zee langs de kust van Jemen voer,
is door zeeroovers buitgemaakt.
De Italiaansche regéering heeft van de
regeering te Konstantinopel geëischt, dat
binnen 14 dagen het schip teruggegeven,
Zoo aanvaardde hjj den terugtocht naar
de villa.
Het eerst, wat hjj zag, was Bertha, die
in een leunstoel aan het open venster sliep.
Hoe liefljjk waren haar trekken, hoe vreed
zaam! En toch trad de graaf verschrikt
terng.
>Inge8luimerd!< fluisterde hjj. >Ingeslui-
merd evenals mjjn moeder!*
Hjj stond als vastgenageld, twee, drie
seconden, toen snelde hjj naar binnen. Hjj
trad in de eetzaal. De tafel was gedekt ea
prjjkte met zilver en kristal, benevens heer-
ljjk geurende bloemen. Hjj sloeg daar geen
acht op, maar schreef haastig eenige regelen
op een blad papier, vouwde het dicht en
bracht het met loome schreden naar de
kamer, waar Bertha slLp.
Op den drempel twjjfelde hjj nog; bjj
scheen bevreesd, angstig om haar te naderen.
Eindeljjk trad hjj vooruit. Behoedzaam legde
hjj het papier op tafel naast haar, knielde
en drukte kussen op den zoon» van haar
kleed, op haar handen, op haar voorhoofd.
Juist mompelde zjj iets in haar droom.
Verschrikt sprong bjj op en verliet stil de
kamer en het huis.
Een uur later vertrok een trein van Car -
naroon naar Londen. Een enkele passagier
nam plaats in een coupé eerste klasse. Dat
wasgraaf Norton!
Was hjj waanzinnig geworden?
XXIX.
De maan scheen helder op Bertha's ge
laat, toen zjj uit haar vaste sluimering
ontwaakte. Zjj stond op, de vochtige avond
lucht deed haar rillen. Nu zjj het toppunt
van haar streven bereikt had, kwam haar
de bemanning in vrjjheid gesteld en de roo-
vers gestraft moeten zjjn.
De >Standard< verneemt uit Konstanti
nopel, dat er tot dasver minstens al vjif
Russische oorlogsschepen den Bosporus pas
seerden.
De Morning Advertiser* verneemt uit
uitmuntende bron, dat Lord Milner verzocht
heeft van zgn post in Znid-Afrika ontheven
te worden. Hg stemde er in toe op verlan
gen van het kabinet te bljjven tot het her
stellingswerk van Z.-Afrika verder gevor
derd was; naar men verneemt, keert hjj
echter niet later dan einde Juli a.s. naar
Engeland terng en zal hem een hooge po
sitie in Indië worden aangeboden.
De Engelsche bladen bevatten het ver
haal van een drama op zee.
Vrjjdagochtend werden te Liverpool aan
boord van een schip, dat daar was binnen
gevallen, vier mannen gevangen genomen.
Zjj s'aan onder verdenking van muiterjj,
moord en brandstichting.
Op het eind van het vorige jaar zeilde
de bark »Veronica<, thuis beboorende te
St. John op Nieuw-Brunswijk, van de Mis
sissippi naar Montevideo. Volgens het ver
haal van de gevangenen brak er den 20<ra
December op zee brand aan boord nit. Toen
het vuu - niet to blusschen viel, verliet de
bemanning in twee booten het schip; de
kapitein met vier man in de eene, zjj met
hun vieren en een neger in de andere. Do
boot van den kapitein sloeg om. Den 25en
December landden zjj op een eiland.
Het was een onbewoond eiland Tentora,
op de Braziliaansche kust. Drie dagen later
kwam er een stoomboot voorbjj, de Bruns
wick*. De schipbreukelingen roeiden erheen
en vroegen om opgenomen te worden. De
kapitein nam ze op en gaf de uitgehongerde
mannen te eten. Het bleken te zjjn drie
Dnitschers, een Hollander en de neger.
De >Brunswick< zette vervolgens koers
naar Lissabon. Onderw g vertelde de neger
aan den kapitein dat het verhaal gelogen
was. Een deel van de bemanning was onder
aanvoering van een Duitschen bootsman aan
het muiten geslagen en had den kapitein
en den eersten stuurman vermoord. Zjj had
den den neger met den dood bedreigd als
bjj klikte. De kapitein vertelde de ge'neele
geschiedenis te Lissabon aan den Enge'schen
dit ni*t zoo verrukkeljjk voor, als zjj zich
had voorgesteld. Haar hart geleek een steen,
zjj begon te vreezen, voor zichzelven en
voor haar echtgenoot. Hoe vreemd klonk
dat woord echtgenoot!
Maar waar was hjj
Zjj keek achter zich in het gedeelte der
kamer, waar de maan niet scheen. Neen,
jiaar was hjj niet, das moest hjj nog buiten
zgn. Zjj zou op hem wachten. Daar sloeg
de klok halfacht. Hjj was zeker al terug en
wachtte haar in de eetzaal. Zjj besloot daar
heen te gaau. Met dit voornemen ging zjj
naar haar kleedkamer, maakte dair haar
kapsel en toilet vlnchtig in orde en keerde
naar de woonkamer terug. Zg schelde en
eeu bediende kwam.
>Is de graaf reeds terug, Anton? Is hjj
in de eetzaal?*
>Mgnh-er de graaf, mevrouw, ik dacht
dat hjj hier was!* luidde het antwoord.
Bertha schudde het hoofd.
Spoedig, na ome aankomst verliet de
graaf het hnis, zooals je weet. Is hjj nog
niet terng?*
Bljjkbaar nam de verwondering van den
bediende toe.
>Mjjnheer de graaf is reeds meer dan
een uur lerug, ik heb hem zelf zien thuis
komen. Mevrouw sliep bjj het geopende
venster, toen hjj kivam. In de eetzaal schreef
mjjnheer de graaf eenige regelen, ik zag
bet papier in zjjn hand, toen hjj naar dit
vertrek ging. Daarom dacht ik, dat hg hier
was.*
Verbaasd luisterde Bertha naar d -ze woor
den, terwjjl de bediende onder het spreken
vorschend rondkeek.
Wordt vervolgd)