Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. OVERLADING. M 2200. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 21 MAART. 1903. lArn VAN ALTENA YOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer 71/» ot. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond ingewacht. H. (Slot.) "Hef woord doet ons denken aan de schipperij. Wanneer een schuit een in houd heeft van 25 ton en men wil er 30 ton instuwen, dan is men bezig het te overladen. Dat is duidelijk. Doch even duidelijk is het, dat een vaartuig van aanmerkelijk grooter afmetingen niet slechts 30, doch wel 40 of 50 ton kan laden zonder gevaar te loopen, naar de diepte te gaan. Menigeen wordt in zijn jeugd geprest, het pad der wetenschap op te gaan, terwijl zijn geestelijke ver mogens maar zeer middelmatig zijn. Menig kuiken wordt door de ouders die immers altijd gaarne in hun uil een valk willen zien voorbestemd, om te paradeeren in het hok der goudlaken- schen, om met Hildebrand te spreken, terwijl moeder Natuur blijkbaar heeft gewild, dat het op zou groeien tot een heel ordinaire kip, kakelende en graan tjes pikkende als haar soortgenooten. Schuilt daarin niet een groote fout? Yroeger gold de traditie, dat de zoon in het vak, het beroep, de nering van den vader moest opgeleid worden. Deze gewoonte is uit de mode geraakt. Tegen woordig stelt de burgerman zich tot ideaal, dat zijn zoon, misschien zelfs zijn dochter, iets aanzienlijker, iets def tiger moet worden dan hij, een hoogeren sport op de maatschappelijke ladder moet bereiken, dan hem ooit gelukt is. Nu is dit ongetwijfeld een zeer nobele as piratie, die onaangevochten moet blijven, wanneer het betreft jongelieden, die naar aanleg en karakter de voorspelling wettigen, dat ze later een goed figuur zullen maken in den kring der gelet terden. Daar hebben we het eenigst denk bare criterium. De wereld vloeit over van middelmatigheid, en nu is het niet goed, een heel gewoon kuikentje te willen zien opwassen toteengoudfaisant. Doch veel is er voor te zeggen, dat voor kranige, wetenschappelijk aangelegde, ernstig gestemde jonge menschen uit den kring van de stoffelijk minder be deelden, beter de weg moest openstaan, om te komen tot waar hun gelukkige aanleg hen heen wijst. Dit is de alge- meene fout in de beroepskeuze: niet het individu geeft den doorslag, wan- FEUILLETON. 52) Beatrice keek haar met groote oogen aan. *Is het de waarheid? Bertha? Is het mogeljjk? Scheiddet ge op den huwelijks dag?* Die vraag sneed Bertha door de ziel, maar ze bleef uiterljjk kalm en antwoordde met een zncht: ♦Ja, op den huwelijksdag scheidden wjj om eerst door den dood weer vereenigd te worden. Ik zal u alles vertellen, maar van daag niet. Er zgn twee jaren over heenge gaan, maar ik kan er nooit over spreken, zonder me zelve verwjjten te doen. Ik dank God, dat wg in vrede van elkaar geschei den zgn, maar ik zal het me zelve nooit kunnen vergeven! Er volgde een lange, pgnlgke stilte. ♦Sedert wanneer zgt ge in New-York vroeg Beatrice eindelgk, ea dit bracht het gesprek weer op dreef. Bertha vertelde van rusteloosheid sedert den dood van haar echtgenoot, van haar bezoek aan haar va der, van haar verlangen om hier in New- York iets te vernemen omtrent oom en tante Stuart en van haar toevallige ontmoeting met Charles. Hjj zal wel verwonderd geweest zgn, toen hg u daar zoo onverwacht voor zgn oogeD zag staanU ♦Volstrekt nietzei Bertha. Hjj wist, dat ik hier was. Hg had bet in de vreemde- lingenljjst gezien.* neer er moet gekozen worden, wat een jongen worden zal, doch eenerzijds de eerzucht of beter gezegd de ij delheid der ouders en anderzijds de economische zwakheid, de armoede der familie waar uit de jongen gesproten i3. Hier wacht men nog altijd op een verdere door voering van het schoone beginsel gelijk making der ontwikkelingsvoorwaarden dóir hebben zich dwaalbegrippen ge nesteld in de opvatting van onze sa menleving. Hoe weinigen toch bezitten de kracht, om hun illusiën te overwinnen. Hier is een vader, die rijk geworden is in een weibeklanten winkel. Het staat vast bij hemzijn zoon moet iels worden, d. w. z. moet gaan studeer en. Met zekere minachting ziet hij neer op zijn eigen verleden. Hij is rijk en klopt op zijn welgevulden buidel. Hij spreekt niet meer als Mijnheer Duifhuis, welbekend uit „de Pastorie van Mastland," die bang was zijn zoon tot werken aan te sporen „hij behoefde 't voor zijn brood immers niet te doen," doch is het eens met Janus Tulp„Op de centen komt het waarachtig niet aan." Als het niet al te goed wil vlotten op de school, dan ligt dat bepaald aan de onderwijzers. Een betere, duurdere school moet opgezocht, geld is er genoeg. En de onderwijzers worden aangepunt, de botte hersenen te kneden, dit phe- nomeen te cultiveeren. Het lukt niet al te best. Matigjes blijven do rapporten. De vader, in zijn ijdelheid gekrenkt, wordt knorrig, de moeder verdrietig, het slachtoffer zelf heeft een ondragelijk lot te verduren. Met kunst en vlieg werk, veel privaatlessen, harde behan deling dikwerf, bereikt men eindelijk een mager resultaat. Is het wonder, dat de beklagenswaardige alle kentee- kenen gaat vertoonen van overlading? Maar aan wie de schuld? Waar de remedie te zoeken tegen de kwaal? Zeker niet in de school. Daar is een zoon gesproten uit een aristocratische familie. Zijn geslacht mag bogen op tal van beroemde voorouders. Ook hij is voorbestemd, den roem te verhoogen zijns naams. Ook hij moet eenmaal getooid worden met de acht bare plooien van den toga, ook zijn kruin zal eenmaal de deftige baret dragen, ook hij zal eenmaal zijn Zeer geleerd, Weledelgestreng of Edelacht baar. Dochde knaap blijkt een botterik te zijn. De kostschoolhouder »En hg heeft er ons niets van gezegd! Dat is afschuwelijkriep Beatrice veront waardigd. ♦Ik geloof niet, dat hem daarover esn verwgt kan gedaan worden,* meende Ber tha. ♦Ik moet oogsten, wat ik gezaaid heb. Niet alle menschen zgn in hun liefde zoo onbaatzuchtig als gijl Maar gg zgt ten minste gelukkig, niet waar Beatrice? Is kapitein Hammond daar ook niet een beetje de oorzaak van?* Beatrice kleurde. ♦Nu ja, waarom zou ik het verzwijgen? Met Kerstmis gaan wg trouwen 1* Beatrice Hjj deed reeds aanzoek vóór het onge luk ons trof. Toen kon er natuurlijk geen sprake van zgn. Maar nu zgu de omstan digheden verbeterd en de zgne ookl* Bertha omhelsde haar. Allen hadden ka rakter getoond in dagen van nood en on geluk, allen hadden hun vrienden ter zjjde gestaan zjj alleen had hen verlaten. Wjj vestigen ons in Schotland,* vertelde Beatrice verder. Mama bljjft natuurlijk hg Charles en Stella komt bg haar mjjn plaats innemen. Denk je ook niet, dat ze een goede zuster zal zjjn?< Nog voordat Bertha koH antwoorden, trad Charles binnen. Zgn gelaat had een roode kleur, was dat van de frisache lucht of van iets anders? Het begon intusschen donker te worden. Beatrice stak de lamp aan en maakte nog eenige kleine toebereidselen voor den avond- maaltgd. Hebt ge 't haar gezegd?* vroeg zg zacht, doch Bertha kon het toch verstaan. »Ja,« antwoordde hg eveneens zacht, »ik merkt spoedig, wat vleesch hij in de kuip heeft, maar hij zal hem wel klaar krijgen voor het admissie-examen, geen geld behoeft te worden ontzien en kan het niet in 2 jaar,, welnu men doet er desnoods 3 of 4 ove?. De min-schran- dere knaap wordt gemarteld. Hij wurmt en blokt, wordt bleek, vermagert zien der oogen. Men maakt zich ongerust. Men klaagt vreeselijk over de hooge exameneischen. Maar waar men niet aan denkt? Aan het verhaal uit de „Camera Obscura", aan de woorden die de oude Barend in de trekkas tot den heer Kegge richtte: „De natuur wil nu eenmaal niet gedwongen worden, mijnheer Ongetwijfeld heeft men recht te spre ken van opdrijving der eischen bij 't onderwijs, van geestelijke overlading, en is er veel dat niet goed is. Ongetwijfeld wordt meer en meer de gezonde, normale geestesontwikkeling opgeofferd aan het streven, om een veelheid van kennis aan te brengen, die niet slechts te omvangrijk is voor de jeugdige hersenen in 't algemeen, doch ook te zwaar, te droog, te onge nietbaar, zoodat ze in stede den leer lust aan te wakkeren, dien veeleer doodt door haar verdorrenden adem. Dit trach ten te verhelpen ligt op den Weg van iederen onderwijzer, van ieder welden kend mensch. Laten we echter niet vergeten, dat op de debet- zijde van het gesmade onderwijs staat de ijdelheid van vele ouders, die uit huu zoons liever zien groeien zwartgejaste deftig heden, zij het ook ten koste van ge zondheid en levensgeluk, dan flinke, gespierde handwerkslieden en bekwame handelaars en neringdoenden, terwijl tengevolge van economische zwakheid in de klasse der onbemiddelden menig wetenschappelijk talent verloren gaat, dat bij goede verzorging tot zegen en tot roem zou gestrekt hebben voor de menschheid, zonder ook maar eenigs- zins te hebben geleden onder de kwaal van „overlading." Het Handelsblad van Antwerpen meldt: E»n kindje van 7 maanden, een zoontje van de echtgenooten Victor Desmet, land bouwers op het gehucht Croisé te Renkum bg Meenen, is door een zeng verslonden. Om 5 ore 's avonds was vrouw Desmet bezig met voor hare woning te schuren. heb 't gezegd.* En wat antwoordde ze?« ♦Zjj antwoordde even openhartig als al tijd. Morgen komt ze hier om afscheid te nemen Het gezelschap ging aan tafel. Bertha was echter niet op haar gemak. De klove, die tu88chen haar en Charles gaapte, scheen haar zoo groot, dat die nooit eou kunnen gedempt worden. Zwjj^end zat zg daar en haar rouwkleeding deed haar schoonheid op dat oogenblik zeer voordeelig uitkomen. Bertha, wat zgt ge mooi geworden,* sprak Beatrice onwillekeurig. Niet waar, Charles?* Beatrice!* riep Bertha verwjjtend, ter wijl ze tot achter de ooreu bloosde. Charles keek haar orer de tafel eens aan op de manier van iemand, die een vreemd voorwerp nauwkenrig bekjjkt, en zei toen koel: »Ik meende dat gravin Nortoa onmoge lijk nog schooner kon worden, maar ik be ken mijn dwaling.* Telkens weer dat gravin l Waarom noemde hg haar niet bg haar voornaam? Waarom liet hg haar telkens dat verschil in stand gevoelen? Na afloop van den maaltgd bleef men nog eenigen tjjd gezellig bjjeen. Toen stond Bertha op om afscheid te nemen. Beatrice sprak nog van blijven, maar haar besluit stond vast. Charles mengde zich daar niet in. Wilt ge, dat Charles een rjjtuig voor je bestelt? Of wilt ge te voet gaan?* vroeg Beatrice. ♦Gravin Norton gaat te voet!* sprak Charles onverwacht. »Het is een mooie De kleine lag te slapen in zgne wieg in de keuken. De achterdeur was echter open gebleven, en de zeug, die in de weide liep, was daar langs in huis gedrongen. Zg wierp de wieg omde kleine rolde op den grond en nu begon het zwgn den knaap te ver slinden. De moeder was zoo druk aan 't werk, dat zg van dat alles niets had ge hoord. Toen zg binnenkwam, had de zeng reeds het hoofd van haren lieveling verslonden en was aan de handjes bezig. Twee vingers waren reeds afgeknaagd. Bg het zien van dat afgrjjselgk tooneel viel de arme moeder in zwijm. De staat van beleg duurt te Coimbra nog steeds voort, de universiteit is gesloten, alle handel staat zoo goed als stil. De re geering heeft de heffing der belasting tot het einde van Maart verschoven. Te Boston hebben 3000 sjouwers iu dienst van de Transatlantische ljjnen eene loons- verbooging gevraagd van 10 dollarcents (25 ct. Ned.) per uur, met ingang van 1 April. Het tegenwoordig loon bedraagt 30 dollarcents voor dag- en 40 voor nachtwerk. De agenten der maatschappij achten dien eisch dan ook onredeljjk en gelooven dat hg zal worden verworpen. Men verwacht echter, dat dan eene staking zal uitbreken, waardoor het gansche verkeer te water zal worden stilgelegd. Een Amerikaansche expeditie die door dr. Louis Klopsch, van de New-York Chris tian World op touw is gezet, om den hongersnood in Finland te lenigen, is den 17den dez*r te Haparanda, aan deZweedsch- Finsche grens aangekomen. Dr. Klopsch en zgn reisgezel Gilson Willets zgn geest driftig ontvangen. Zij zeggen dat de hon gersnood gaandeweg toeneemt en dat het heerschende gebrek alle totdusver openbaar gemaakte berichten rechtvaardigt. Tot op 62 graden NB., zelfa in het zuiden te Evensalmi, is de algemeene toestand van de bevolking verschrikkelijk. Honderden kinderen bedelen huis aan huis om brood. Er heerscht bovendien een roodvonk- en mazelen-epidemie die reeds achthonderd slachtoffers gevergd heeft. In een parochie zgn vijfduizend menschen van alles ver stoken; zg teren enkel op het beruchte ♦hongersnood-brood,* brood flset kaf en stroo erdoorheen. Sedert October heeft men avond, ik zal haar wel naar huis geleiden Zg beefde, toen zg die woorden hoorde. Weldra was zg gekleed en weder verliet zjj met hem het huis, evenals vroeger wel ge beurd was. Haar hand rustte op zgn arm, dat maakte haar reeds gelukkig. »Ach,« sprak ze, wat is alles hier weinig veranderd! Die straten hier in New-York, die bekende gezichten en gg 1 Het is, ot ik gisteren Sandypoint heb verlaten en of ge me nu eens meeneemt om mg New- York te laten zien.* Hg keek haar eens van terzgde aan. ♦Sandypoint,* herhaalde hg. Bertha, weet ge nog wat ik je toen gezegd heb? Hebt ge nooit gewenscht, dat ik toen alleen naar New-York teruggekeerd ware?* ♦Neen, dat heb ik nooit gewenscht 1* antwoordde zg openhartig. ♦Nooit heb ik verwijten gericht dan tot mjjzelve. Aan me* zelve heb ik het ongeluk van mjjn leven te wjjten. Ik heb er voor geboet, maar ik ben het te boven gekomen.* Het doet me genoegen dit te hoorenllk heb me daar dikwjjls bezorgd over gemaakt. Dit was ook de reden, waarom ik u naar uw hótel wilde geleidenik wilde uit uw eigen mond vernemen, of gg mg eenig ver wgt er van maaktet en dan ook wilde ik afscheid van je nemen.* Afscheid nemen?* vroeg zg verblee- kende. »Ja,« antwoordde hg, »en thans voor altjjd, onze wegen gaan ver uit elkander. Ik heb een betrekking in St. Louis gekre gen en vertrek morgen daarheen. Het is een mooie betrekking, niet alleen wat het salaris betreft, maar ook wegens het groote vertrouwen, dat in mg gesteld wordt. Met geen vleesch, melk of aardappelen gehad in de geteisterde streken. Duizenden men schen loopen barrevoets en zgn gekleed in lompen. De grond is bedekt met een dikke laag sneenw. De districten Kagani en Ulea- borg zgn het zwaarst getroffen. Ten minste tienduizand menschen leven enkel van on derstand. De helft van den veestapel is bezweken en ook de menschen sterven bg menigte. De bijdragen uit Amerika, meer dan 175,000 dollars, hebben veel ellende voorkomen. Men vreest dat de nood in April en Mei op het hoogst zal stjjgen, omdat dan de dooi de gemeenschap met de hongerlijdende bevolking zal bemoeie- 1 jjken. In de Stefanskerk te Weenen is het Mariabeeld aaa het hoogaltaar, een ge- sehenk van keizerin Eleonora, gedeeltelijk van zgu rjjken juweelentooi beroofd. De dief, die zich had laten binnensluiten, heeft zgu hand aan den rechterkant door het ijzeren hek voor het beeld weten te wringen en sloop 's morgens vroeg bg het openen der kerk naar buiten, voor een waarde van 20,000 kronen aan juweelen medene mende. De dokarbeiders te Havre hebben bg meerderheid van stemmen beslaten de sta king voort te zetten. Beide partgen weige ren arbitrage. Volgens een bericht uit Melilla zou de expeditie, door den oom van den Sultan van Marokko beraamd, die den pretendent in den rug moest aanvallen, mislukt zga. De Ka- bylen, zoo heet het, wilden nist aan de zaak meedoen. Ook uit Tandzjer vernemen de Spaansche bladen berichten dia er niet gunstig uitzien voor den Sultan. De opstand zoo wordt aan de Heraldo* gemeld maakt snelle vorderingen, en men betwjjfelt of de Sultan bg machte zal zgn, er een eind aan te ma ken. Zelfs wordt beweerd dat de pretendent weldra aanvallenderwjjs zal optreden. Uit Dresden wordt door een betrouwbaar correspondent aan de Frankf. Ztg. gemald, dat daar tegenwoordig geld wordt ingeza meld tot ondersteuning van de vroegere Kroonprinses. Een reusachtig kauaalplau wordt tegen woordig in Amerika overwogen. Zooals aan de Londensche Morning Post* uit New- Kerstmis kom ik nog even hier. Ge weet natuurïjk^wel waaromdat zal Beatrice wel verteld ïfëhlïen!* Zg dacht op oogenblik zoo weinig aan haar nicht, zij hing 200 geheel aan zgn lippen, omdat zgn steöfvhaar als muziek iu de ooren klonk, dat zg de wóorc volstrekt niet begreep. ♦Je zuster heeft me er niets van ge zegd,* antwoordde zjj eindelgk. Niet? Heeft Beatrice dat groote geheim niet uitgebazuind? Wat een wonder! Nu, het is spoedig gezegd 1 Ik kom terug voor de trouwpartjj, onze trouwpartg I In dien tjjd zal ik te St. Louis wel een woning gemakkeljjk voor ons inrichten 1 Mama gaat natnurljjk met ons meel* Nog altjjd werd Bertha door haar ge dachten zoo bezig gehouden, dat zjj de ware bedoeling van zgn woorden niet be greep. Onze trouwpartg. Daarmee bedoelde hg zeker zichzelven en het meisje! Een woning inrichten? Voor wie? Voor Stella Seton? Veel had zg reeds in het leven ge leden, maar nog nooit zoo zwaar als nu. Er verliep langer dan een minuut voor zjj kon antwoorden. ♦Ik wensch u van harte geluk, Char les!* sprak ze. Haar stem klonk zoo onvast, dat Char les haar verwonderd aankeek en zgn stap inhield. ♦Ja,< zei hg, >het is zoo het gebruik bg een trouwpartg eeu gelukwensch uit te spreken. Zjj heeft werkeljjk getoond een moedige beste meid te zgn. En wat zgn de plannen van gravia Norton? Mag ik vragen of u nog lang denkt te bljjven?* r.jr^.-*£22rrivv" in«sg'. - Buitenland. ■WWlTflUJWMIil IM—KaiPWHg——BHOI—BPCB—TMMI1IIBW IIIHH WCWP Wordt verxolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1903 | | pagina 1