Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bomnielerwaard. M 2220. De Goudgraver. EVEN. Uitgever: Ll. J. YEERMAN, Heusden. ZATERDAG 30 MEL 1903. LAMB VAM ALTEN^ VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel meer 71/» ot. Groote letter» Baar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Na menigen strijd behaalde de na tuur de zegehet rijk van koude en duisternis werd overwonnen. Het pink sterbloempje breekt het zachte groen der malsche weiden. Het zonnetje speelt door het lover. Hart en gelaat keeren zich blijde naar de gezegende bron van zooveel heerlijkheid en rijkdom. Een schoone tijd is aangebroken want het dankbare hart geniet nu den rijkdom van het stoffelijk leven. Alles juicht; moeiten en bezwaren vallen lichter. Aan de vreugde van het heden paart zich de hoop der toekomst. De vruchtbare moeder-aarde maakt zich intusschen gereed, om zich te be laden met de heerlijkste schatten, tot welker inzameling de nijvere hand des menschen zich weldra zal uitstrekken. Het Pinksterfeest is het feest van den oogst, die veel vlijt, en inspanning vordert; die menigen droom vervult, maar ook menige hoop teleurstelt, die menigmaal beschikt over het wel en wee van een gansch volk en die dit vooral leert, dat de mensch niet maaien zal waar hij niet gezaaid heeft en niet zal oogsten waar hij niet arbeidde. Leven is arbeiden, uitgaan voor onze taak, zaaien en planten. Leven is ook, het stoffelijk bestaan vereenigen met een redelijk en zedelijk beginsel. Op zedelijk gebied bloeien ook bloemen en schijnen zonnen; de mensch ver heugt zich in de geuren en stralen en voelt zich bezield en aangevuurd om het zijne toe te brengen tot den grooten oogst. Het Pinksterfeest is een zegefeest, waarop een groot deel der menschen- wereld den aanvankelijken triomf her denkt van het hoogere levensbeginsel over het louter stoffelijk bestaan. De aarde heeft ongeveer twee duizend malen haren jaarlijkschen loop om de zon volbracht, steeds, te midden van de verschrikkelijkste beroeringen, terwijl de oorlog en het ruwe geweld om zich heen grepen, en de volken verzonken waren in onwetendheid of zich over gaven aan een wuft en zinnelijk be staan, het beginsel van reine mensche- lijkheid in oorspronkelijke, schoone eenvoudigheid gepredikt werd. En nooit is een meer treffend getuigenis afgelegd, dan toen die eenvoudige predikers op traden voor de verbaasde blikken der wereld, voor de treffende juistheid van het woord, dat, waar de mond zwijgt FEUILLETON. 7) >Ik zal n de waarheid zeggen; ik ben journaliste. Maar, dit is niet mijne gewone werkzaamheiddaar echter de redacteur van de >Post< ziek is, en uijjn collega niet tea- kenen kan, zond men mg. Wat ziet u mg verbaasd aanHebt u nog nooit van dames-redactrices gehoord?* Nooit; ik wist niet dat dames zich met zulke werkzaamheden bezighielden.* »Töch is het tegenwoordig iets zeer ge woons,* hernam zg op levendigen toon >zoudt u er iets op tegen hebben, dat ik u interviewde? Daar ben ik eigenlgk voor gekomen, hoewel ik weet, dat gjj er niet op gesteld zjjt, en reeds verscheidene jour nalisten de deur hebt gewezen. Maar ik zal het zeer kort maken en goed op mjjne woorden letten.* Hg stond een poos verbgsterd. Monty's dochter een journalist'.'Zg keek hem met hare zachte bruine oogen liefeljjk-vra- gend aan, en daar zg agn zwggen als aar zeling beschouwde, vervolgde zg op eenigs- zins angstigen toon: >ïk zal u waarlgk niet veel vragen stel len het zou mg zeer kunnen bevoordeelen een interview met u te hebben, 't Ls waar, ik had u voor deze teekening eerst verlof behooren te vragen. Zoo u 't wenscht, zal die de waarheid doet hooren, de waar heid zelve niet tot zwijgen is gebracht. Wel beschouwd is de wereld nooit geheel van hare verbazing bekomen en daarom wordt nog altijd tot haar het woord gericht, dat innige menschen- liefde, reine zedelijkheid en waarachtige beschaving predikt. Nog altijd wordt dezelfde stem vernomen, te midden van den oproerkreet der volken en het drei gen van den oorlog. De geest van het booze en van de duisternis zijn vol strekt nog niet overwonnen en de geest van het goede is nog niet eens tot elk menschenkind gekomen. Maar daarom blijft het Pinkster feest toch zijne onschatbare waarde be houden, juist omdat wij vertrouwen in de voortdurende overwinning van het goede. De geschiedenis der wereld ver toont ons herhaaldelijk het ontstaan en de ontwikkeling van een nieuw denk beeld of beginsel, en wij verbazen ons dikwijls over de langzaamheid, waar mede het in de gemoederen doordringt. Ja, het komt ons vaak voor, dat geen vooruitgang te bespeuren, ja zelfs achter uitgang valt waar te nemen. Toch is dit meestal slechts schijn. Wanneer wij lang vervlogen tijden met het heden vergelijken, eerst dan komen wij tot de vertroostende overtuiging, dat wij te haastig hebben geoordeeld, dat de wereld zich geenszins als in een cirkel beweegt, dat zij wel degelijk is voortgegaan op de baan die leidt naar hoogere ontwikkeling. En het is volstrekt niet alleen de vorm der dingen die veranderd is, want dhn zou de geheele vooruitgang niets beteekenen. Wel degelijk heeft zich ook het wezen der dingen gewijzigd. Daarom blijft de heerlijke zon van het Pinksterfeest ons welkom als altijd, welkom als een zinnebeeld van het goede en het reine. Het zijn in waarheid gedachten des levens, die het schoone feest van den levensoogst in elk gevoelig menschen- hart opwekt. Menig heerlijk beeld uit de geschie denis vertoont zich voor onzen geest, vol van geestdrift strijdende voor die verheven beginselen, die de wereld duur zaam kunnen houden in het rechte spoor. Leven dat doen wij inderdaad eeist dan, wanneer diezelfde beginselen ook ons hebben doordrongen, 't Is waar, treurige ervaringen op 't gebied van den zedelijken vooruitgang zijn voortdurend ons deel. Overal komen wij de ver klaarde vijanden ervan op onzen weg ik daarmede ophouden.* Eiudeljjk was hg weer iu staat te spreken. »Gjj moogt teekenen zoolang gg wilt, en er naar uw genoegen gebruik van maken,* zeide hg. >Ik ben u daar zeer dankbaar voor en het intervieuw?* »Ik ben bereid u alles te zeggen, wat gg wenscht te weten.* Zg kon nauwelgks hare ooren geloven. Men had haar den man afgeschilderd als grof, norsch en onbeleefd, en met angst had zg aan de opdracht van haren chef voldaan; met blijkbare vreugde vroeg zg dus: >Zal ik dan eerst mjjn schets voltooien, en misschien kunt u mg daarna eenige oogen blikken gehoor verleenen?* »Doe zooals gg verkiest,* antwoordde hg: >mag ik uwe teekening eens zien?* Zeker; maar zg is nog niet half gereed.* »Hebt gg er nog lang werk aan?* »Ongeveer een uur, denk ik.« »Ge zgt zeer bekwaam,* zuchtte hg. >De menschen noemen u de bekwaamste man van Londen,* antwoordde zg lachend. »Och, geld is immers geen waarborg voor bekwaamheid.* Zg wgdde intusschen al hare aandacht aan haar werk. Plotseling werden zg op geschrikt door een schelle schaterlach, die in de laan weerklonk. Ean jonge dame met lang vlasachtig haar, opzichtig in het blauw gekleed, voerde voor een schaterend gezel schap een zeer luchtige dans uit. Trent's oogen schoten vlammen en hg was door zgn drift niet in staat, een oud-Afrikaansche tegen, vijanden die de vorderingen van een hooger levensbegiusel voet voor voet betwisten. Dat is zeker zeer treurig; maar ten slotte zal het toch wel de groote vraag wezen, of wij zelj van dat beginsel zijn vervuld; of wij zelf vervuld zijn van de blijde hoop en het vaste vertrouwen, dat de geest van het goede langzaam, maar met onbedriegelijke zekerheid de wereld doortrekt? Zoo ja, dan mogen wij ons zei ven en daar moet het heen in alle nede righeid, en ieder met eigen kracht en in eigen kring, ook rekenen tot de apostelen van het licht, in de duistere deelen van het groote wereldrijk. Buitenland. Ia den nacht van Dinsdag op Woensdag is de Engelsche stoomboot »Huddersfield«, die 's avonds om 8 uur uit Antwerpen ver trokken was naar Grimsby, op de Schelde, bjj Saeftingen, aangevaren door de Noor- sche stoomboot »üto«, die van Rotterdam kwam en bjjna oogen blikkeljjk daarna ge zonken. De bemanning is gered, doch van de passagiers werden er 26 met het wrak in de diepte gesleept. Dat er 26 menschen op het wrak achter moesten blgven is volgenderwjjze uit te leggen: Die 26 passagiers sliepen in het vooronder, juist daar waar de steven van de Noorsche boot in de Engelsehe drong. Hoogstwaarschijnlijk ziillen dus wel de meesten hunner door de naar binnen ge plooide platen verpletterd zgn. Aan een beschrgving van de tooneelen die op de botsing volgden zal zich wel nie mand wagen. Een vrouw die op het punt stond gered te worden, rukte zich uit de armen van een matroos los om haar twee kinderen nog te halen die in het vooronder sliepen Zg kwam niet meer terug. Een andere vrouw met twee kleine kinderen mistte haar echtgenoot toen zg op de »Uto* tankwam. Twee knapen zochten tevergeefs naar vader, moeder en drie zusters 1 Al die arme lieden kwamen uit Galicië ea zouden zich te Liverpool op de »Lake Erie* van de White-Star-Line voor de nieuwe wereld inschepen. Schier geen der geredden of hg heeft in deze vreeselgke ramp familieleden verloren. Van hun scha mel reisgoed werd geen stuk gered. De avondbladen doen reeds een beroep op het medelijden der Antwerpsche bevol- vloek te onderdrukken. >Dat spgt mg zeer,* zeide hg toen: »ik zal daar terstond een einde aan maken »Gg moet uw vrienden ter wille van mg niet storen,* antwoordde zg. Trent merkte echter zeer goed, dat haar stem niet meer zoo onbevangen was als tot nu toe.* >Zg zgn mgn vrienden niet,* riep hg toornig: »ik zal ze allen laten verwijderen Zg keek eenigszins verrast op, doch zag terstond aan zgn gelaat, dat hg ernstig boos was. Onthutst zamelde zg haar teekenge reedschap bjjeen en zeide: >Ik zal het thans niet gereed kunnen krjjgen indien ik echter morgenochtend zou mogen weerkomen?* >Kom wanneer gg wilt,* antwoordde hg »ik zal zorgen dat gg niet weder gestoord wordt.* >Is dat niet de schel voor uw diner?* vroeg zg, zich gereed makende om te ver trekken. Hg aarzelde een poos, doch toen scheen hg esn besluit te nemen, en zeide: »Ik vrees onbescheiden te zgn, maar wenschte u gaarne een vraag te doen. Ik heb er mgn reden voor.* Vraag gerust, Sir; zoo ik kan, zal ik u antwoorden.* »Gjj zeidet straks, dat gg journaliste zgt. Doet gg dit voor tjjdverdrjjf, of om geld te verdienen?* »Ik doe het voor mgn dagelijks brood,* antwoordde zg lachend: senders zou ik het niet zoo prettig vinden.* >Ik dank u,« zeide hg met een beleefde buiging: »Gjj komt dus morgen?* king. Geen twijfel dus of die rampzaligen zullen bijstand vinden in hun bitteren nood. Een telegram uit Madrid meldt, dat te Valdepenas, in een hótel, een kist, door een onbekende neergezet, en dia in plaats van (zooals 't etiket luidde) chocolade, 40 K.G. kruit bevatte, is ontploft. Eene vrouw en 3 kinderen werden gedood, 12 personen zwaar gewond. Uit China komen weer eens berichten van een nieuwen opstand en nieuwe onlusten; en mag men de betreffende telegrammen gelooven, dan is er wel reden den toestand als vrg gevaarlijk aan te zien. Ditmaal is het geen Boxer-beweging tegen de Euro peanen, doch een opstand in de provincie Yoennan (het Z.-W.-ljjkste deel van Cnina) tegen het Chineesch gezag; doch het be hoeft zeker geen betoog dat onlusten, vooral in een land als China, ook al zjjn zg niet bepaald tegen de Europeanen uitgebroken, toch voor dezen zeer gevaarlgk zgn en bg- zondere beschouwing noodig maken. En dat de beweging reeds een vrg ge vaarlgk karakter heeft aangenomen, bljjkt voldoende uit het feit, dat de Chineesche Regeering een edict heeft moeten uitvaar digen waarbjj op bescherming der vreem delingen wordt aangedrongen en uit het feit, dat zg aan den Franschen Consul machtiging gegeven heeft wapenen aan zjjne landgenooten uit te deelen! Berichten uit Saigon geven dan ook te kennen dat de Chineesche Regeering on mogelijk in staat is de Fransche spoorljjn te beschermenwat dit wi 1 zeggen en welke gevolgen hieruit kunnen voortspruiten is een ieder duidelijk. Frankrgk toch heeft in deze streken te groote belangen om een zoo schoone kans tot vermeerdering van macht en invloed door krachtig ingrijpen voorbg te laten gaan en het is geenszins waarschijnlijk, dat het, evenals voor drie jaren, zich zal terugtrekken of onzjjdig houden. Volgens berichten uit Zuid-Afrika lgdt lord Milner aan eene ziekte van den blinden darm, zoodat hjj binnen enkele weken naar Europa zal terngkeeren om rust te nemen. Lord George Hamilton, Staats-secretaris van Engelsch Indië, verklaarde dat van 1 Januari 1903 tot 2 Mei 1903 het aantal personen in da provincie Punjab aan de pest overleden, niet minder bedroeg dan 141,789!! Volgens een telegram uit Vladivostock Zeker; ik wensch u een goeden avond, Sir.* Trent wandelde langzaam, in diep gepeins verzonken naar het huis, plukte onderweg een witte roos en stak die in zgn knoopsgat. IX. Toen Trent in de oprjjlaan verscheen, werd hg door twee dames met luid gejubel ontvangpn. Zg merkten niets van den blik vol verachting, waarmede hg hen be schouwde. »Waar is de verstrooide kudde?* vroeg hg, toen de beide dames hem elk aan een arm naar de villa geleidden. »De oude en haar spinachtige dochter zgn inde ontvang-salon,* antwoordde Miss Mon- tressor: »och, hoe belachelijk, generaal! Het mamaatje zegt, dat zg, zoo wij hier blgven, hare Julie zal verwgderen. Ons gezelschap deugt niet voor die onschuld! En de oude geldwolf doet zich te goed aan brandy en sodawater!* Trent vroeg lachend: Verwacht hg, dat ik jullui weg zal zenden?* >Dat is zeker,* was het antwoord>maar u zult ons niet wegzenden, ter wille van zoo'n oude kat, wel generaaltje?* >Dat beloof ik je,« lachte Trent: jullui zult niet vertrekken zonder haar.* En verder niet op het krgschend gesnap der beide dames lettende, trad Trent het huis binnen. Da Souza kwam hem, fijn in 't zwart gekleed en net gekapt, tegemoet. Hg begroette Trent met blufferige, doch zichtbaar geveinsde hartelijkheid. is de terugtrekking der Russische troepen uit Manchonrge oorzaak dat de Chun-chus in de provincies Moekden en Kirin met steeds toenemende brutaliteit optreden. Zoo heeft de bekende agitator Li-dina een groote bende dezer Chun-chus onder zich, waar mede hg vrg wat onrust in Manchonrge teweeg brengtzg zgn goed gewapend, goed geoefend en dragen uniformen; daarbij zgn hun paarden in zeer goede conditie. Verder koesteren de Russische autoriteiten eenige vrees ten opzichte van de onrust barende wgze, waarop het aantal Chinee sche arbeiders, welke werk zoeken langs den Ooster-Chinaspoorweg, toeneemt; te Charlin b.v. zgn er niet minder dan 40,000, terwjjl er langs de Zuidelijke en de Noordeljjke sectie van den Manchourgschen spoorweg 50,000 Chineezen hun kamp hebben be trokken. Te Iquique in Chili is de pest uitgebroken vermoedelijk is de ziekte met een lading besmette rjjst uit Engelseh-Indië overge bracht. Maandag zgn tien gevallen van pest en drie sterfgevallen aan die ziekte aan gegeven. De adelborst HiGsner, die, zcoals men zich herinneren zal, den Hen April jl. te Essen een soldaat, Hartmann, doodde, is veroordeeld tot vier jaren gevangenisstraf, en is tevens gedegradeerd, wegens inbreuk op de voorschriften betreffende de behan deling van ondergeschikten, die in staat van dronkenschap verkeeren, en wegen» mishandeling, die den dood tengevolge had. Hüssner verklaarde, dat hjj Hartman», die dronken was en een opstootjs dreigde te veroorzaken, had willen arresteeren en hem had willen wonden, omdat zgn prestige als officier diende gehandhaafd te worden In den loop van het proces verklaarden verschillende officieren, dat Hüssner een op gewonden standje is, die altjjd met zgne kameraden overhoop lag. Men seint uit Constantinopel aan de Temps*, dat men aldaar, vooral bjj het Corps Diplomatique, zeer ongerust is voor aanslagen van Macedonische en zelfs van Armenische zjjde. Volgens de algemeene opinie loopt de Russische ambassade het meeste gevaar, terwgl voor het Franschs gezantschap weinig te vreez^n valt. De ge zanten hebben verschillende maatregelen tot beveiliging hunner ambassades besproken en dienovereenkomstig gehandeld. Minister Chamberlain heeft op den eisch >Hoe was de geldkoers vandaag, waardste vriend?* vroeg hjj. >Een achtste minder,* antwoordde Trent, de trap opgaande. »Ik wou je wel een oogenblik spreken,* zei Da Souza, hem volgende. »Z«g 't mjj maar terwgl ik mjj wasch,* antwoordde Trent op ruwen toon: »de tafel is gereed, en ik heb honger.* >'t Is betreffende die dametjes,* fluisterde Da Souza, de deur der kleedkamer sluiten de: >'t zgn een paar zeer lieve meisjes, maar beter geschikt in 't gezelschap van mannen uit de groote wereld, zooals wjj, dan van een onschuldig wezen als onze Julie; mgne vrouw zegt: wjj kunnen met ons kind niet te voorzichtig zjjn. Je begrjjpt me!« >Is je bedoeling, dat ze moeten vertrek ken?* vroeg Trent, zgn gelaat en handen afdroogende. Wat mg zelve betreft,* lachte Da Souza: >ik vind ze bekoorlijk; ik spreek hier alleen in naam mjjner vrouw. Zg zei: Mr. Trent zal mg wel begrijpen. »Wel zeker begrgp ik haar,* lachte Trent, die nu zgn toilet voltooid had: welnu, gg kunt haar geruststellen. Die dametjes vertrekken morgen. Is dat naar je ge noegen?* Da Souza greep de hand van zgn gast heer, doch Trent trok die haastig terug. >Mjjn dierbare edele MAD Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1903 | | pagina 1