Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. De Goudgraver. 'Oude en nieuwe tucht. Uitgever: L.. J. YEEEMA.H, Heusden. M 2236. ZATERDAG 25 JULI. 1903. IAM0 VAN ALT^N^ VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprjjs: per 3 maanden f 1.00. franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer T1/* et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Tucht moet er zijnin 't huisgezin, in de school, in de fabriek, in elke ver gadering. Tucht moet overal zijn, waar een aantal menschen zijn samengekomen om een gemeenschappelijk doel te be reiken. Tuchteloosheid doet elke men- schenmenigte in een ordelooze bende verkeeren, tot niets goeds in staat. Tucht moet in 't bijzonder heerschen in leger en vloot. De mindere heeft de voor schriften van den meerdere op te volgen, heeft zich te houden aan de verbods bepalingen, in 't algemeen belang ge schapen, die de meerdere verplicht is te handhaven. Tucht is het geestelijk cemeDt, dat de duizenden individuen doet samenkleven tot één krachtig lichaam, in staat om te doen, wat zijn roeping is. Zonder dat cement zou het leger een juxtapositieeen los bijeengeworpen hoop, een berg zand gelijk zijn, afbrok kelend door de golfslagen, wegslinkend door de ademtochten van den windmet dat cement een rots, weerstand biedend aan de hevigste schokken, stand hou dend bij de heftigste schuddingen. Een goede tucht in 't leger vertienvoudigt zijn waarde. Een dwaas, wie het zou willen ontkennen. Doch er zijn twee soorten van tucht. Volgens de vroeger meer algemeen heer schen de begrippen staat de mindere als volmaakt onmondig, blindelings gehoor zaamd wezen tegenover den superieur. Hij heeft de regelen van orde niet in de eerste plaats in acht te nemen, omdat de dienst het eischt, doch enkel, omdat hij mindere is, zonder meer. In dien mindere wil men geen mensch met in dividualiteit, met karakter, met aanleg en wil, doch eenvoudig een levende uniform, een willoos ding. Een soort van heiligen eerbied, zich openbarend en uitend tot in wijze van oogopslag en houding, moet worden aan den dag ge legd, zoodra de mindere met de meerdere in aanraking komt. Elke zelfstandig heid, elke zweem van vertrouwelijke toenadering om van iets als gemeen zaamheid niet eens te spreken wordt daarbij geschuwd als iets ongehoords. Een simpele vraag, zelfs een gunstige kritiek geldt voor inbreuk op de tucht. Dat is de tucht van lood, zwaar drukkend op de schouders van hen, die hebben te gehoorzamen; te zwaarder drukkend, FEUILLETON. 23) En toen was het plotseling, of een rate lende donderslag hem verdoofde. Het was, alsof al zjjne luchtkasteelen in puin uit de wolken vielen, alsof de blanwe hemel asch- grauw werd, en de vèrklinkende walsmuziek in een treurmarsch veranderde Onafgewend rustte zjjn starend oog op de gestalte van een breedgeschouderd heerzóólang, tot ook deze zjjn blik op hèm vestigde. Dat was de eenige verschrikkelijke pjjl, die het Noodlot tegen hem in harden had, en ja, het had hem hier te Ascott op hem los gelatenin de gedaante van kapitein Francis Hij, die het geweten had, zou gewis de reuzenkracht van Trent's zelfbeheersching bewonderd hebben; want in de volgende minuut, was hg zichzelve weder meester. De beide msnnen naderden elkander, en bleven beide geljjktjjdig stilstaan, terwjjl Ernestine vol verwondering yan den een naar den ander keek. »Ik wenschte u wel even te spreken, Trent,* zei kapitein Francis, voor de dame buigend. Binnen yjjf minuten zal ik aan de au- dere zjj de van de muziektent bh' u komen, zei Trent. Francis boog en begaf zich daarheen, terwjjl Trent Ernestine verder geleidde. »Uw vriend scheen u plotseling te over vallen,* z<nde zjj. »'c Is iemand, mtt wien ik ginds in aan raking kwam,* antwoordde hg, >ik had naarmate de mindere meer beschaafd en meer ontwikkeld en naarmate de superieur ruwer aangelegd en minder wel-opgevoed is. Dat is de tucht, waar aan de oude snorrebaard met heel zijn ziel nog hangt, zonder welke, zijns in ziens, het leger- le gronde gaat aan slordigheid, vitzucht, boersche manieren, kortom aan alle denkbare ondeugden, die men in politieke kleeren met zich om mag dragen, doch die in de kazerne contrabande zijn en moeten blij ven. Dat is de oude tucht. Doch er is nog een andere, een nieu- werwetsche, om zoo te zeggen. Er is nog een tucht, die worstelt in het diep besef van solidariteit, voor welken kring der maatschappij het moge wezen. Een zeker aantal personen hebben te bevor deren éénzelfde doel; ijveren voor één zelfde zaak, éénzelfde ideaal. Om dien kamp naar behooren te volvoeren en om met grond te kunnen verwachten dat men succes hebbe, is onmisbaar het gehoorzamen aan zekere wetten, bepa lingen, orders, in 't algemeen belang gegeven. Uit dat solidariteitsgevoel spruit een tucht voort, die in elk individu den mensch in zijn waarde laat en daarom verre staat boven de ijzeren tucht van 't oude regime. Deze nieuwere tucht, om het zoo te blijven noemen, ziet in een gelid geen rij marcheerende uniformen, doch erkend, dat onder eiken soldatenjas het hart van een mensch klopt, reageerende op elke ruwe beje gening, gevoelig voor elk betoon van minzaamheid. In de kazerne is in de latere jaren de nieuwere geest werkelijk in niet onbeduidende mate doorgedrongen. Ver schillende officieren gaven niet slechts door geschriften van hun gevoelens blijk, maar toonden die ook in hun omgang met lager-geplaatsten. De afstand werd minder onmetelijk en onafzienbaar dan vroeger 't geval was. De gevallen, waarin de soldaat zich overgeleverd zag aan de soms boosaardige grillen van een supe rieur, wetend dat elk protest zijn toe stand slechts verergeren kon, kwamen minder voor. Het geslacht der oude snorrebaarden, der ijzervreters, die bet oude systeem nog aanhangen, begint te slinken. De invoering van den alge- meenen dienstplicht werkt als een ge wichtige factor in de ontwikkeling der zachtere gevoelens, waarbij telkens op nieuw het onzinnige, onverstandig harde niet verwacht, hem hier te ontmoeten.* »In West-Afrika?* »Er zjjn meer vreemde streken dan Afri ka,* lachte Trent, »en ik ben zoowat overal geweest. Doch, hier is de villa No. 13. Ik hoop u heden avond to zien.* Zjj boog, en Trent keerde terng. In plaats echter, dat hjj zich terstond naar de aan gewezen plaats begaf, trad hjj een verver- schings-salon binnen, en bestelde een glas brandy. Hjj dronk het in ééa teug ledig, en toen hjj daarop jjlings de inrichting ver liet, was het hem, of hjj daar wel eenige uren had doorgebracht, zoo snel was zjjn verleden aan zjjn geest voorbjj getrokken, tot op dit voor hem zoo beslissend en hache- ljjk oogenblik vlk had niet verwacht, u zoo spoedig in Engeland te zien, kapitein Francis,* zeide hjj, op een bank naast deze plaats nemende. »Ik had niet gedacht Engeland ooit weer te zieD,« antwoordde Francis: »ik heb ver nomen, dat ik het behoud van mjjn leven, in 't laa^sts gevecht met de wilden, aan u te danken had.* »Ocb, dat zou ik voor elk ander óók ge daan hebben,* zei Trent schouderophalend, »daarvoor zgt ga mjj geen dank verschul digd, want om u de waarheid te zeggen, hoopte ik later, dat ge aan uwe wonden sterven zoudt.* >Dan hadt gjj, in plaats van mjj dag en nacht te verplegen, mjj op zeer makke! jjke wjjze, en zonder dat het ooit iemand gewaar zou zjjn geworden, uit den weg hebben kunnen ruinen. Gjj wist toch hoe ik, als gevolmachtigde der Regeering, over nws concessie dacht!* »Ik wist zeer goed, dat gjj van af onze earste ontmoeting in die hut, een gevaarljjk en onmenschkundige van de voormalige ideëen op het stuk van krijgsdiscipline aan den dag treedt. De beslissende strijd tusschen de oudere en nieuwere begrip pen ten aanzien van de legertucht nadert met rassche schreden. Buitenland. De »Figaro« bevat een lang verhaal, onderteekend door de heer O. Bertie Marriot. No. 654, dat is het nnmraer waaronder deze Engelschman, die sedert een aantal jaren als correspondent van Britsche bladen te Parjjs is gevestigd, gedurende 57 dagen in het krankzinnigengesticht te Charenton is opgesloten geweest. Volgens zjjn mede- deeling is hjj op 10 Nov. j.l. tegen 2 uur uit zjjn woning in een rjjtuig gelokt onder voorwendsel dat de commissaris van politie hem wilde hooren over een zaak zjjn vrouw betreffend», die even te voren vrjj geheim zinnig had gehandeld en verdwenen was. Tevergeefs trachtte hjj in het drukste deel van Parjjs uit het rjjtuig te komende twee personen, die hem waren komen halen, hielden hem tegen eu zoo werd hjj naar Charenton gebracht en opgesloten, zonder dat dien dag de directeur of eea geneesheer zich om hem bekommerde en zonder dat men hem gelegenheid gaf iets voor zjjn bevrjjding te doan. Brieven die hjj aan den Britschen gezant en aan zjjn aivokaat schreef, werden niet verzonden. Eerst den volgenden dag werd hjj onderzocht door den geneeskundige die een week later verklaarde, dat hjj hem niet voor krankzinnig hield. Toch duurde het nog 50 dagen alvorens werd ontslagen. Of geljjk uit enkele uitdrukkingen valt af te leiden zjjn vrouw hem heeft doen opsluiten, wordt niet duideljjk gemaakt. Vermeld wordt enkel nog dat een geneeskuudige hem te voren een korte poos had bezocht en dat hjj tegen deze een proces heeft ingesteld als schuldig aan de onwettige opsluiting. Een herbergierster te Zwjjndrecht bjj Ant werpen, sedert een jaar gehuwd, is, terwijl haar man uit werken was, door een land- looper, die om bier gevraagd had, vermoord. De moordenaar heeft enkele franken kunnen stelen. Men verdenkt een zekeren Cappaerts uit Kieldrecht, dicht bjj onze grens. Sedert 30 Mei was uit Charlottenburg te vjjand voor mjj waart; het lag echter niet in mjjn karakter, een machteloos tegenstander te dooden. Doch, wat hebt ge mjj nu te zeggen »Luister,< antwoordde Francis, sik ben geen ondankbare, en er dos niet bepaald op uit, om je leed te doen. Maar gij moet mjj zeggen, wat ge met Vill Monty gedaan hebt?* »Weet gjj niet waar hjj is?< vroeg Trent haastig. »Hoe zou ik dat kunnen weten?* Welnu; toen ik naar Attra terugkeerde, was Monty verdwenen naar Engeland gevlucht, en tot nu toe heb ik nog niets van hem vernomen. Ik was van plan ge weest, hem zelf tmê naar Londen te nemen. Maar hjj is zóózeer veranderd, dat hjj niet vertroQwd is, allesn rond te zwerven.* »Ook ik heb van Mr. Walsh vernomen, dat stil vertrokken is.« »Ja; of hjj kwam alleen hier, en dan is het zeer vreemd, dat er nog niets van hem vernomen is, ot hjj is in de macht van Da Souza gevallen.* »De broeder van Oom Sam?« Trent knikte bevestigend. »En welk belang heeft die daarbjj vroeg Francis. »Hjj is een groot aandeelhouder in de Company,* antwoordde Trent, »en dus zou hjj, zoo bjj dit wilde, ons allen in groote onge legenheid kunnen brengen. Volgens mjjne meening, zou Da Souza tot alles in staat zjjn, teneinde Monty onschadelgk te maken, tot hjj zjjne aandeelen van de hand heeft ge daan.* >Lk zou gaarne goed op de hoigte dezer aangelegenheid zjjn,* zeide Francis, >ik ga van de veronderstelling uit, dat Monty aan spraak heeft op de helft der som, die gjj Berljjn een 23-jarig student aan de Poly technische hoogeschool spoorloos verdwenen. De vorige week is hg in den Harz door eenige houthakkers in een rotsspleet gevonden. Hg heeft daar eenige weken als kluizenaar ge leefd en zag er vreeseljjk verwaarloosd nit. Zjjö familie uit Soest in Westfalen werd ge waarschuwd en he aft den ongelukkige, die krankzinnig schjjnt te zjjn, laten afhalen. De »Vorwarts« vertelt een verhaal, dat schoon wjj geneigd zjjn, het als een grap te beschouwen in elk geval goed ge vonden is. In 1849 was Friedrich Wilhelm IV van Pruisen, kort nadat hjj zeer strenge maatregelen tegen de Zigeuners had voor geschreven, aan het wandelen, toen een oude Zigeunerin, een bekend waarzegster, hem naderde, om bjj hem een goed woord voor hare stamgenooten te doen. Om den Koning in een goede Inim te brengen, zeide zjj dat zjj een voorspelling zou doen, welke Z. M. inderdaad goedgunstig wilde aan- hooren. De Zigeunerin verzocht den Koning het jaartal dat men toen schreef in cjjfers op te schrjjvea en dan dezelfde cjjfers van dat jaartal onder de 9 te plaatsen en erbjj op te tellentoen verkreeg de Koning 1871. Dan wordt Duitscbland een keizerrjjk, zeide de Zigeunerin. Daarna moest de Koning hetzelfde doen met 1871 en verkreeg toen 1888. Dan sterft de eerste Dnitsche Keizer, verklaarde de profetes. De twee eerste voor spellingen zjjn, zooals men zal opmerken, uitgekomen. Maar na de derde: de Zigeu nerin verzocht den Koning nog eens het zelfde te doen met het jaartal 1888, waar van de uitkomst 1913 was. Dan zal Dnitsch- land een republiek zjjn, was de laatste machtspreuk van de waarzegster. De »Vorwarts« meent dat ook deze voor spelling wel kan uitkomen; want in 1913 zal de tweede verkiezing na die van dit dit jaar gehouden worden, en dan is er k8ns dat de meerderheid van het Duitsche volk zich voor den republikeinschen regee- ringvorm verklaart! Na tevergeefs alles beproefd te hebben om de op het meer Amatovo gevluchte Macedonische opstandelingen over te halen zich te onderwerpen, gaf de overheid last de infanterie en artillerie te doen optreden. De bende werd vernietigd. Men vond 124 ljjken drjjvend op het meer. voor de Company ontvangen hebt.* »Dat bestrjjd ik in geen geval,* ant woordde Trent, »hoewel ik, met het oog op de andere financiële ondernemingen waarbjj ik betrokken ben, niet weet, boe ik een half millioen pond sterling aan con tanten zou kunnen fonrneeren, om hem af te koopen. Gjj begrjjpt zeer goed, dat in geval Monty in leven is, de door mjj be werkstelligde verkoop van het charter aan de Company, een onwettige daad is. Juist thans, nu alle kracht vereischt wordt, om de on derneming te doen slagen, kan daardoor de zaak in een reusachtigen zwendel ontaar den. Indien Monty hier, en goed bjj zjjn verstand zou zjjn, geloof ik wèl, dat wjj tot een accoord zonden kunnen komendoch toen ik hem voor 't laatst gezien heb, was hQ niet tot denken in staat. Kortom, het is een ellendig geval!* Wat verwacht gjj wel, dat ik doen zal vroeg Francis, hem scherp aanziende. >Ik heb het recht niet daarop een be paald antwoord te geven,* was het ant woord: »gjj hebt zooeven echter gezegd, dat ik u in Afrika het leven gered heb wellicht gevoelt gjj daarvoor eenige ver plichting jegens mjj. In dit geval zou ik het volgende van u verlangen. Vooraf echter moet ik u verklaren, dat ik evenmin weet waar Monty zich bevindt, als gjj. Ik zal tot Da Souza gaan, dia het waarschjjnljjk wèl weet. Zoo gjj wilt, kunt ge mjj verge zellen. Ik weusch den man voor geen pen ning te kort te doen. Hjj zal alles ontvan gen, waarop hg recht heeft, maar ik moet op kalme wjjze tot een schikking met hem komen, opdat de zaak vooral niet ruchtbaar worde. Dat is zoowel in het belang der an- deien, als van mgzelve. De heeren die tot mjjn syndicaat toetraden, schonken mjj hun Eenige bladen hebben gemeld dat de vorst van Bulgarjj van Sofia vertrokken zon zjjn, zonder lust te hebben om terug te keeren, daar hjj de wjjk zou genomen hebben voor een samenspanning onder het leger. Een officieus blad verklaart dit bericht voor tendentieus en onjuist, erbjj voegende dat de Vorst naar Koburg gaat, om den 26sten dezer daar tegenwoordig te zjjn bjj de herdenking van den sterfdag van zjjn vader. In het zesde regiment infanterie van Servië, dat een zoo groot aandeel heeft gehad in het drama van Belgrado, heerscht een vol slagen mnitersgeest. Vooral de onderoffi cieren zjjn woedend, wjjl de nieuwe regeering zoo slecht hun heldendaden heeft belodnd. Peter I is hierover zeer ontstemd. De commandant van den generalen staf heeft aan de hoofdofficieren een vertrouwelijke mededeeling gezonden en voor de troepen is een dagorder uitgevaardigd. Daar Engeland tot nu toe geweigerd heeft betrekkingen aan te knoopen met de Ser vische regeering, heeft Peter I besloten, het Servische gezantschap te Londen op te heffen. Tweeduizend werklieden aan de werk plaatsen der OostenrjjkschHongaarsche spoorwegmaatschappij te Aniaa hebben 't werk gestaakt. De overige 3000 zullen waarscbjjnljjk dat voorbeeld volgen. De arbeiders wenschen afschaffing der druk kende contröle en verhooging van het standaard-loon. Uit Temesvar zjjn 2 com- pagniën soldaten naar Anina vertrokken. Tot nu toe is alles rustig. De »Times* verneemt nit Weenen, dat het conclave spoedig afgeloopen zal zjjn, daar er slechts weinig candidaten zjjn. De voornaamste van hen zjjn vooreerst de kar dinalen Gotti en Oreglia, daarna Rampolla en Vanutelli. Van kardinaal Oreglia wordt ge zegd, dat, zoo hjj jonger was dan 75 jaar, zjjne kansen zeker zeer groot zouden zjjn, maar nu heeft, volgens den >Times«-cor- respondent, kardinaal Gotti de meeste kan sen. Kardinaal Vanutelli ljjdt aau doofheid. Het zou, volgens de »Times«, dus hierop neerkomen, dat öf kardinaal Gotti, öf kar dinaal Oreglia tot Paus zal gekozen worden. Ook wordt de naam van kardinaal di Pietro door den >Times«-correspondent genoemd. vertrouwen, en dat wensch ik niet te ver liezen.* Francis bewaarde een geruimen poos het stilzwggen. >Het is mogeljjk,* zei hg toen, »dat gjj een eerljjk man zgt. Daarentegen zult gjj moeten toestemmen, dat deze ver onderstelling van mjjne zgde, zeer zwak is. Laat ons even terugdenken aan onze eerste ontmoeting. Ik was er als getuige bjj tegen woordig, toen u de concessie door den ko ning van Bekwando verzekerd werd. Inge volge de inkleeding van het stuk, waart gjj Monty's eventueele erfgenaam, en Monty lag beschonken, in een klimaat, waar sterke drank en de dood hand in hand gaan. Gjj laat hem in het woud achter, proclameert zjjn dood, en treedt als eenig eigenaar op. Ik vindt hem daarna in leven, en doe voor hem al wat ik kan, en daarmede is het eerste bedrjjf afgespeeld. Doch wat volgt daarna Ik verneem dat gjj millionnair zgt; des niettegenstaande weet gjj, dat Monty in leven is, doch als ik weder te Attra kom, is hg svermoffeld* Ik wil weten waarheen! Gjj zegt dat ge 't niet weetdat moge waarheid zjjn, maar 't klinkt zoo niet!* Zichtbaar bedwong Trent zjjn opkomenden toorn, doch Francis vervolgde, zonder zich daarom te bekreunen: »Nu wensch ik niet bepaald uw vjjand te zjjc, Scarlett Trent, of je in ongelegenheid te brengen; doch ziehier mjjn ultimatum: Breng Monty binnen een week te voorschjjn, en open besprekingen met hem, om hem als eerljjk man te behandelen, en ik zal zwjjgen. Indien gjj echter na verloop van een week niet daaraan voldaan hebt, zal ik alles aan zjjne familie openbaren.* Wordt vervolgd). iiimiuB

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1903 | | pagina 1