Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Hommelerwaard.
HERINNERING.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 24 OCT.
1903.
M 2262.
lakd VAN ALT&^
TOOK
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
(Slot.)
Als wij die gave der herinnering niet
haddenDan ging het leven zoo vluchtig
voorbij, dan ontglipte het ons, zonder
iets goeds achter te laten.
Eigenaardige gave, den mensch ge
schonken! Nu we alles zoo op een af
stand zien, nu er zoovele jaren over
heen zijn gegaan, zien en hooren we
de dingen, de menschen ook anders.
Verdwenen zijn vele scherpe kanten,
waaraan we toen ons hebben gestooten;
afgevijld zijn de scherpe hoeken, die
zooveel pijn bezorgden; de menschen,
de dingen verloren het onaangename,
het harde, we zien ze onder uw toover-
licht, vriendelijke herinnering, en de
scherpe hoeken worden rond, dat gelaat
neemt een andere uitdrukking aan
het goede is gebleven, en wat niet goed
was, verdween voor altijd. We zijn
zachter geworden in ons oordeel. Menige
zielen wond, die veel smart veroorzaakte,
sluit zich; het wordt alles beschenen
door de toorts der dankbaarheid en der
vergevensgezindheid, lichtend in ons hart.
Hoe beklaag ik, onder dien vriende
lijken indruk, hen, die de marmeren
urn der herinnering hebben stuk ge
slagen of in een hoek gezet, omdat zij
slechts oogen hebben voor het heden!
Vergeten, moedwillig vergeten is het
kenteeken van een oppervlakkigen geest,
van een alledaagsche ziel. Neen, we
willen niet de slaaf zijn van de vluchtig
voorbijgaande ure; we zien terug, we
houden ze vast, menschen, dingen, droo-
men, om ze nog eens en nog eens te
vragen naar hunne bedoeling, hunne les.
In ons hart de herinnering te bewaren
van dingen, welker spoor uit de zicht
bare wereld verdwenen is, dat is een
der hoogste voorrechten van den mensch,
die hij niet ongestraft verwaarloost.
De herinnering is een groote kracht.
Zoo is het voor den enkele, maar
zoo ook voor geheele groepen van men
schen.
Wee het volk, dat zijne geschiedenis
vergeet; de bekoring, die het zien op
het goede uit het verleden geven kan,
niet gevoelt; de vrucht van heilzame
ervaring laat verloren gaanDe helden
van vroeger hebben hunne schaduw
zijde gehadmaar nog eens vol bewon
dering te staan voor hunne groote be-
FEUILLETON.
2)
DOOR
C. PARKER.
II.
»U is op mjjn woord vermakelijk.*
De persoon tot wien deze woorden gezegd
waren, bloosde een oogenblik en antwoorde:
«Vrooljjk, niet waar? zeer vrooljjk. Maar
het gebeurt niet alle dagen dat eene arme
kerel zooals ik, in de gelegenheid is een
l Engelschen lord te amuseeren.*
Milord* fronste de wenkbrauwen zonder
evenwel het sarcastische van deze woorden
te begrjjpen. Hjj leunde tegen den hoek van
den gemakvollen eerste klasse spoorwagen
en zweeg gedurende eenige minuten.
«Hoe heeft u mjjn naam kunnen weten
vroeg bij plotseling aan zjjn mede-reiziger.
«Ik heb niet gezegd dat ik dien wist,*
was het antwoord. «Aan boord hoorde ik
uw knecht u «mylord* noemen en er is
een kroontje op uw valies en zoo begreep
ik wat u is. Dat is alles.*
«Heeft u dan ook van Calais af de reis
mede gemaakt. Ik heb u niet opgemerkt.*
De andere trok de schouders op.
«Zeer waarschijnlijk niet. Het zou zelfs
zeer vreemd zjjn, indien u mjj gezien hadt,
want den geheelen tjjd ben ik in mjjn hut
gebleven.*
«Zeeziek?*
«Ja, zeeziek* antwoordde de andere, »ik
kan nooit het Kanaal oversteken zonder
Zeeziek te zjjn.*
ginselen, zich uitlevende in machtige
persoonlijkheden, is eene rijke les, tot
bezieling aansporende.
Wee het volk, dat niet op die wijze
zijn geschiedenis eert!
Het heden is druk voor allen; voor
mannen, vrouwen en kinderende wed
strijd om er te komen is scherp, maar
die rumoerige strooming van het over
drukke heden mag ons Diet meeslee-
pen; men heeft er in te leven, zelfbe
wust, heerlijk gevoed door wat herin
nering ons leert.
Dat verleden, die herinnering is mach
tig. Wie beweert, dat het verleden niets
is, wat zal voor hem het heden zijn?
't Gaat dan immers even vluchtig voor
bij de eenige waarde der dingen bestaat
toch in hetgeen zij blijvends hebben.
Is misschien veler leven, veler doen
zoo ingericht, dat het de moeite der
herinnering niet loont?
Wat zal kind of vriend, metgezel
op 's levens weg, als gij er niet meer
zijt, zich van u herinneren? Zal het
niet anders wezen dan de vlucht van
een vogel, die hem even is voorbij
gesnord
Men spreekt over „vervlogen" dagen.
Ja, de tijd gaat snelhet blond wordt
spoedig tot grijs.
Maar menschen moeten niet „vervlie
gen." Hun kracht is het een gulden
spoor der dankbare herinnering achter
te laten, bij wie hen hebben omgeven.
Dat kunnen slechts doen, die zeiven
zoo nu en dan de bloemen uit het wel
eer tot een schoonen tuil verzamelen,
om er zich aan te verkwikken, zich er
door te versterken.
Daarom wil ik vaak mij neerzetten,
om naar u te luisteren, de aanraking
van uwen too verstaf te gevoelen, vrien
delijke fee.
Gij doet, waar ge zoovele schoone
beelden mij voor oogen toovert, mij be
seffen, dat er een heilig verband be
staat tusschen wat was en is, dat men
schen en dingen uit het weleer ons
hebben gevormd; dat het goede, wat
ons siert, voor het grootste gedeelte
erfenis* is, niet altijd dankbaar genoeg
aanvaard.
O, waar gij ons doet dwalen met de
gedachten in vervlogen dagen, willen
we de lichtstralen opmerken, die uit
dat weleer vallen op het drukke heden,
op ons. (N. v. N.)
De openhartigheid van deze erkenning
had invloed op den lord* Hg lachte toe
geeflijk, alhoewel hjj zelf er een eigen jacht
op na hield en een goed zeeman was.
«Het spjjt mjj voor u,« antwoordde hg.
«Ik ben zdf ook eens zeeziek geweest; toen
was ik elf jaar oud en ben het niet vergeten.
Een onaangenaam ding.*
Het verschil tusschen deze twee mannen
die door het toeval bjj elkander gebracht
waren op hun reis van Dover naar het
station Waterloo, was zeer op merkel jjk.
«Milord* was het type van een jongen
Engelschen edelman, een mooi gelaat dat
eenigszins gebruind was en gekleed als een
gentleman.
Zjjn reisgenoot zag er geheel anclers uit.
Zjjn haar. en baard waren hier en daar
reeds grjjs, terwijl zjjn gelaat scherpe trekken
vertoonde. Zijn houding, hoewel niet op
vallend, was flink en zjjn hoog voorhoofd
en zjjn heldere oogen gaven hem het voor
komen van iemand die veel studeerde. Ook
toonde hjj zeer zenuwachtig van aard te
zjjn. Hjj was armoedig gekleed en stak zeer
af bjj den lord.
Hg had lord Alton allerlei geestige ver
haaltjes verteld en deze was hem dankbaar
daarvoor, want de lange reis was minder
vervelend geworden. De lord besloot dan
ook hem nog meer te laten praten totdat
men aan het einddoel van de reis gekomen
zou zjjn.
>U komt toch niet van Parjjs?* vroeg
hg onverschillig.
»Ja.«
«En waart u ook op de boot? Het ljjkt
mjj toch vreemd dat ik u niet gezien heb.*
«Ik was immers in mjjn hut.c'
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
Buitenland.
De correspondent van de «Times* heeft
te Doebnitsa een onderhoud gehad met een
hoofd van de opstandelingen. Hg zeide dat
dezen de guerrilla in de wintermaanden
zouden voortzetten, om de Turken uit te
putten. Daarna zullen zjj in het voorjaar
e?n nieuwen ernstigen veldtocht op touw
zetten.
De eenige hoop der Macedonische aan
voerders ia thans, den tegenwoordigen toe
stand in Macedonië gaande te houden, en
aldus aan Europa te bewjjzen dat Turkjje,
in weerwil van zjjn groote wapeningen, niet
in staat is, de Macedonische kwestie op te
lossen. Zjj zijn vol vertrouwen dat dit plan
ten slotte zal slagen; zjj zjjn overtuigd dat
de mogendheden eindeljjk Turkjje zullen
dwingen, aan Macedonië zelfbestuur te ver-
leenen.
Bij het bouwen van een brug op den
Wabash-spoorweg zjju, naar uit Pittsburg
gemeld wordt, verscheiden werklieden om
het leven gekomen, doordat een gedeelte
van het jjzeren gevaarte naar beneden viel
in de Mononsatel-rivier. Tien ljjken zjjn
tot dusver gevonden. De werklieden weige
ren door te werken.
De «Times* verneemt uit MoskouRus
land zendt voortdurend over land troepen
naar Oost-Azië en neemt zjjn laatste maat
regelen om de tweejarige infanteriereserve
onder de wapenen te brengen.
Volgens de «Daily Mail* zjjn Japansche
8n Russische agenten te Londen koortsach
tig in de weer om alle beschikbare stoom
schepen te huren voor kolentransport naar
Oost-Azië. Japan heeft reeds acht kolen-
booten, van gezamenljjk 36,250 ton inhoud
gehuurd en zelfs een gninje voor de ton
vracht betaald, en Rusland heeft twee stoom
schepen gehuurd, samen matende 16.000 ton.
Telegrammen uit Ooi4-Azië luiden ook
oorlogszuchtig. Zoo heet het, dat vice-ad-
miraal Togo, bjjgenaamd de vechtgeneraal,
tot oppergezagvoerder van de Japansche
vloot is benoemd.
Verscheiden zeelui, die in dienst geweest
zjjn van Jacques Lebaudy spreken hem aan
voor schadevergoeding, zoo o. a. een zekere
Guegnin enGegoul, de eerite eischt 100,000
francs en laatstgenoemde :r. 50,000 schade
vergoeding. Gaat dat zoo door en worden
de eischers in het geljjh gesteld, dan zal
«Ach ja. Anders kan iet niet, want ik
heb naar al de lieden gekeken die met mjj
van Calais vertrokken varen. Maar kjjk
eens, is dat spoorkaartje dat daar op den
grond ligt niet van u?«
De andere sprong op om het aangeduide
kaartje op te rapen, maar lord Alton's
oogen waren scherp genoeg om te zien wat
daarop stond.
«Waarom heeft u uw kaartje niet dade-
ljjk in Parjjs genomen?* vroeg hjj, nieuws
gierig geworden. Dat kaartje is te Dover
gekocht, zooals ik zie. Is het niet waar?*
«Dat is zoo. Ik heb mjjn kaartje ergens
verloren en ik was genoodzaakt te Dover
een nieuw te nemen. Dat was vervelend,
maar er was niets aan te doen.*
Plotseling spraken geen van beiden meer.
De lord gaapte verschillende malen en nu
zjjn reisgenoot hem niet meer amuseerde,
nam hjj een krant op en ging lezen. Toen
de trein het station Waterloo binnen reed
stond hjj op met een zucht van verlichting.
«Breng mjjn bagage naar Grosvenor
Square in een rjjtuig, Burdc, zeide hjj tot
zjjn knecht. «Ik zelf zal loopen. Maar wat
scheelt je toch?* vroeg hjj op verwonder
den toon, terwjjl hjj den knecht in het ge
laat keek, «je ziet er uit alsof ja,een spook
gezien hebt.*
»'t Is niets bjjzoDders, mylord*, antwoord
de Burd terwjjl hjj de bagagu bjj elkander
zocht.
«De overtocht was nog al ruw, mylord,
en ik denk dat die mjj een weinig in de
war gemaakt heeft.*
Lord Alton, een openhartige jonge man,
nam da verklaring van zjjn knecht aan,
alhoewel hjj nog eens het bleeke gelaat be
de belasting in het rjjk van de Sahara wel
hoog worden opgeschroefd.
In Canada schjjnt men zeer verbitterd
o*er de arbitrale uitspraak inzake de grens
regeling van Alaska. Een Canadeesch oud
minister, de beer Sifton, die als adviseerend
lid zitting had in het sjheidsgerecht, heeft
een journalist zjjne groote teleurstelling over
de uitspraak te kennen gegeven.
Canada eischte het PortlandkanaM en
een bergstreek als grenzen. Men heeft ze
toegestaan, maar op zulk eene wjjze, dat
't er geenerlei voordeel van heeft. De Ver-
eenigde Staten zulbn nu ongeveer alles
krjjgen wat zjj hebben gevraagd, o.a. twee
steden, die uit strategisch oogpunt van
beteekenis zjjn.
De beide gevolmachtigden van Canada
wordt uit London gemeld hebben
geweigerd de beslissing van het scheiIsge-
recht, dat bestond uit een vertegenwoordiger
van Engeland, twee vertegenwoordigers van
Canada en drie van de Vereenigde Staten,
t« onderteekenen. Dit kan echter niet be
letten, dat de gevallen beslissing van kracht
is en blgft.
Sinds vjjf dagen is een schatrjjk jong-
mensch, de heer Wentz uit Philadelphia,
verdwenen. Hot laatst was hjj in de bergen
van Wice-County (Virginia). De familie
Wentz laat door duizend man de streek
doorzoeken en heeft 25.000 dollars uitge
loofd voor dengeen, die den verdwenen
jonkman levend terugbrengt, 5000 voor
wie zjjn ljjk zon vinden. Het gerucht gaat,
dat de heer Wentz vermoord zou zjjn door
ontevreden arbeiders van eene ruaatschappjj,
van welke de familie Wentz de voornaamste
aandeslhoudster is. Ook wordt beweerd, dat
hjj door roovers is opgelicht, die een losprjjs
zullen vragen.
De sneeuw is in de jongste dagen in de
omstreken van Moskou zóó overvloedig ge
vallen, dat verschillende treinen moesten
stoppen, totdat de weg vrjj was gemaakt.
In de provincie Nisji-Novgorod, waar de
kou is ingetreden, herinnert men zich niet
een zóó vroegen winter.
Volgens den correspondent ?an de Daily
Mail te Tiëntsin zon de Russische regeering
het Chineesche ministerie van buitenl in Ische
zaken verwittigd hebben dat zjj niet voor
nemens is, Mantsjoerjje te ontruimen.
De nalatenschap van koning Alexander
schouwde.
«Ik dacht dat je nu daaraan wel gewoon
moest zjjn,* merkte hjj op. «Er is brande-
wjjn in die flesch, bedien je daarvan indien
ge je niet wel gevoelt.*
«Dank u, mylord,* antwoordde Burd op
zachten toon, maar in plaats dat te doen
keek hjj naar zjjn meester die zich ver-
wgderde en met tranen in de oogen mom
pelde hjj:
«Ik moest het hem hebben verteld, maar
ik durfde niet. Arme mjjnheer Bernard, wat
zal hjj doen wanneer hjj het weet!*
III.
Lord Bernard Alton was een jonge man
van zeer grilligen aard; zelfs zjjn vader en
moeder moesten dit toegeven. Hjj had niet
de gewoonten mair ook niet de ondeugden
van de adelljjke jongelieden in Londen. Het
leven in die stad verveelde hem, reden
waarom hg bjjna altjjd op het vasteland
groote reizen maakte. Hjj was moeieljjk in
de kenze van zjjn gezelschap en zoo kwam
het, dat hg heel dikwjjls aüeen zjjn reizen
maakte.
Om niet genoodzaakt te zjjn te corres-
pondeeren, gaf hjj nooit zjjn adressen op,
maar zeide slechts, dat hjj op een bepaalden
datum zou terugkeeren, hetgeen hg altjjd
stipt deed.
Hjj was van Londen naar Rome vertrokken
met de mededeeling dat hjj op 15 Juni zou
terugkeeren en om vier nar in den namiddag
van dezen dag liep hjj over Waterloo Bridge
naar huis. Op een kleinen afstand achter
hem, aan den overkant van den weg, volgde
hem zjjn reisgenoot.
Het was een mooie middag en de Strand
van Servië zal, naar uit Belgrado gemeld
wordt, geheel worden toegewezen aan ko
ningin Nathalia, als eenige erfgename van
haar zoon. Het officieele blad zal den dan
November een desbetreffende beschikking
bevatten.
De nit Engeland naar Weenen verzonden
postzak met aangeteekende brieven, die daar
niet is ontvangen, blgft zoek. Naar Amerika
is hjj niet verdwaald geraakt, men neemt
nu aan dat hjj op de Belgisch-Duihche
grens is gestolen. De zak lag tusschen negen
andere postzakken in, zonder bizonder merk
teken. Alleen de postbeambten wisten dat
hjj waarde inhield, en zoo vermoedt men
dat dezen met de dieven hebben samenge-
gespannen.
Dr. August Greth meldt men uit Nsw-
York aan de «Standard* heeft te San-
Francico proeven genomen met een bestaar-
bare ballon van zjjn uitvinding, welke uit
stekend moet geslaagd zjjn. Hg steeg tot
duizend voet, wendde zich toen naar het
Zuiden, vervolgens naar het Oosten, eindeljjk
naar het Noorden, en daalde toen neer.
Dr. Greth heeft verklaard, dat hjj met een
kapitaal van 300.000 dollars een ballon
kan maken, die zich tot elke hoogte ver
heft, een tocht van 30 mjjlen kan doen bjj
kalm weer en die zich zoo lang als men
't wenscht kan zwevende houden.
De Vesuvius is sinds Maandagavond
weer in werking. Dikke rookwolken stjjgen
uit den grootsten krater op en nu en dan
hoort men heftige uitbarstingen. De bevol
king is vrjj ongerust, maar eene bepaalde
paniek heeft zich nog nut voorgedaan.
Uit New-York wordt aan de «Morning
Post* gemoldHet schjjnt, dat de booze
tgden, welke voorspeld werden na de periode
van voorspoed der Vereeaigds Staten, in
aantocht zjjn. De grpote takken van njjver
heid erkennen, dat hun gunstige toestand
al sinds lang geheel steunt op en afhan-
keljjk is van aanzienljjke bestellingen der
spoorwegen. En deze laatste melden, dat
de achteruitgang valt waar te nemen in al
hnnne zaken en trachten hunne contracten
te doen verbreken. Zoo heeft de Pennsyl-
vania-spoorwegmaatschappjj eene bestelling
van tien millioen dollars teruggenomen, ea
het is mogeljjk, dat het plan tot aanleg
van een tunnel onder New-York wordt
opgegeven.
(een breede, drukke straat in Londen) was
vol wandelaars en rjjtuigen. Lord Alton
had bljjkbaar schik in zjjn wandeling.
Krantenjongens schreeuwden het nieuws van
hunne bladen met luide stemmen uit, maar
hjj verstond er niets van door het ramoer
der rjjtuigen. Steeds volgde hem zjjn reis
genoot die gretig naar hem keek wanneer
hjj zag dat een krantenjongen hem naderde.
Lord Alton stond een oogenblik stil om
een rjjtuig te laten voorbjjgaan toen hjj
plotseling hoorde roepen:
»Ver8cbrikkeljjke moord in West-End.
Afsehuweljjke moord van den graaf van
Alton. Vele bjjzonderheden
Lord Alton scheen een steenen beeld te
zjjn geworden op de plaats waar hjj stond.
Een doodeljjke bleekheid overtoog zjjn
gelaat, hjj wankelde en scheen te zullen
vallen. Het rumoer der rjjtuigen en het
gegons van menschenstemmen schenen hein
uit de verte te komen en het was alsof de
grond onder zjjn voeten verdween. Het werd
duister voor zjjn oog en hjj viel in zwjjm.
Toen lord Alton de oogen weer opende,
kon hjj niet begrjjpen wat gebeurd was.
Hg lag op een vreemde sofa in een vreemde
kamer en wat nog vreemder was, hjj zag
niemand anders dan een vrouw in de kamer.
Hjj richtte zich eventjes op en keek verder
rond. De kamer was groot, en netjes hoewel
niet rjji gemeubileerd. Zjjn oog bleef rusten
op het mooie vrouwenfiguur dat hjj zag.
Het meisje bloosde eventjes toeu haar
oogen de zjjne ontmoetten.
«Is u nu wat beter?* vroeg zjj, terwjjl
zjj dichter bjj hem kwam.
IIEUWSBMD
Wordt vervolgd).