Het Land van Heusden en AHena, de Langstraat en de Bommelerwaard. BIT MHIISTÏLSIL Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. M 2285. ZATERDAG 16 JAN. 1904. VAN voob Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonaementiprgi: per S maanden f 1.00. ranco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel meer T1/* ot. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. I. Nü weldra door onze Tweede Kamer het ontwerp van een nieuwe Drank wet in behandeling zal worden geno men, is weer meer de aandacht van elkeen, die niet geheel staat buiten den strijd tegen „Koning Alcohol", gericht op de wijze van drankbestrijding, die algemeen bekend is onder den naam van het Gothenburger stelsel. De strijd tegen de oude volkskwaal, het drankmisbruik wordt in de laatste jaren met steeds grooter ijver gevoerd, en laat het ons met dankbaarheid er kennen, niet geheel zonder sukses. Ter wijl in 't jaar 1891 het drankverbruik in ons land 9 L. per hoofd der be volking bedroeg, was 10 jaar later deze gemiddelde hoeveelheid met bijna 1 L. verminderd. Doch moge de strijd ook in vinnig heid en volharding toenemen, mogen ook de honderdtallen der kampvechters zich vertienvoudigen, de vijand is niet zoo spoedig verslagen. Nog zijn er in ons land een 24000-tal inrichtingen met het recht van vergunning, terwijl het door de wet vastgestelde maximum slechts 16000 is. De afname van het aantal vergunningen gaat wel geleidelijk, doch veel te langzaam, een bewijs, dat het beroep van herbergier en koeghou- der nog zoo slecht niet is. In 't alge meen geeft het kleinste kroegje een bestaan, beklante herbergen flinke kost winningen en werpen aanzienlijken café's groote winsten af aan eigenaars en be woners. Het aantal gelegenheden nu, waar sterke drank getapt wordt, zoo veel mogelijk te verminderen en tevens in de overblijvende „vergunningen" het gebruik van sterken drank zooveel doen lijk te beperken, ziedaar het doelwit van het zoogenaamde Gothenburger stelsel. Zeker heeft dr. Wieselgren, toen hij zijn manier van drankbestrijding uit dacht, niet bevroed, dat hij de stad zijner inwoning daardoor een zekere ver maardheid zou bezorgen. Evenmin zal hij hebben vooruitgezien, dat zijn gees teskind op zoü groeien tot zulk een forschen reus. Hij toch was slechts een zeer gematigd drankbestrijder en was voor zich al tevreden, wanneer het kwaad in zijn allerergste gedaante werd ge stuit. Daartoe meende hij in Gothen- FEUILLETON. 25) C. PARKER. Een bediende kwam binnen met een pre senteerblad in de hand, waarop thee en an dere ververscbingen stonden en door de be weging die hierdoor werd vproorzaakt, ver anderden de gasten van houding. Terwjjl de aandacht der anderen hierdoor was afgeleid, zag ik lord Alton naar mjjn vader toegaan en iets in zjjn oor fluisteren. Mjjn vader scheen te schrikken en ik zag dat zjjn gelaat op een vreemde wjjze ver trok. Hg scheen te aarzelen, toen stond hg op en volgde lord Alton naar het raam. Zjj bleven een poosje daar staan praten, terwjjl mjjn vader steeds toehoorde en daar na, als hadden zjj dat overeengekomen, liepen zjj het tuindeurtje uit en kwamen in den tuin. Ik had nauweljjks den tjjd om mg achter een boschje te verbergen. «Nu, mylord, hier worden wjj niet be luisterd,* zeide mgn vader op een zachten, onderdrukten toon, «misschien kant u mg na verklaren waarom u hierheen zjjt ge komen.* «Hier zoo goed als overal,antwoordde lord Alton. «Ik behoef u echter al heel weinig uitleg te geven. Ik wilde u slechts één vraag ir!oen.« «Als het een vraa' is waarop ik ant woorden kan zal ik bigde zya dit te doen,* zeide mjju vader kalm. burg een Zweedsche stad, de woon plaats van dr. Wieselgren een her- bergmaatschappij op te moeten richten, die door aankoop zich successievelijk meester moest maken van alle drank- neringen in de stad. Men had dan behalve vele bijkom stige, dit groote voordeel, dat de mono poliewinsten van den drankhandel niet meer in de zakken van particulieren vloeiden, die, door eigenbelang gedreven, het gebruik van sterken drank, op aller lei wijzen trachtten aan te moedigen. Na aftrek van een zeer matig dividend aan de aandeelhouders, werden de win sten gestort in de gemeentekas, zoodat alle burgers der stad de voordeelen gezamenlijk genoten en de belastingen aanmerkelijk konden inkrimpen. Weldra werd het practische denkbeeld, ont sproten aan Wieselgren's brein, in ver schillende Zweedsche steden nagevolgd en we kunnen gerust aannemen, dat niet altijd en overal de zucht tot het tegengaan van drankmisbruik de edele drijfveer was. In menige stad zag de burgerij in het Gothenburger stelsel een welkom middel, om de gemeentekas te vullen, en den belastingdruk te ver lichten, zonder meer geheel tegen de bedoeling des ontwerpers. Zonder te beweren, dat Wieselgren's schepping in Zweden geheel zonder invloed is ge bleven op het drankvraagstuk, valt het toch niet te ontkennen, dat in dien vorm het Gothenburger stelsel niet aan zijn bedoeling kon beantwoorden. De belangen der belastingbetalende burgerij waren te nauw verbonden aan het debiet van sterken drank om te mogen ver wachten, dat van den boezem dier burgerij en dus ook van de herberg- maatschappij zelf, welker aandeelhouders tevens burgers der stad waren, een krachtige actie zou uitgaan ter beteu geling van het kwaad, dat men heette te bestrijden. In Noorwegen, dat altijd met eere genoemd wordt, waar sprake is van drankbestrijding, in Noorwegen verbe terde men het stelsel van Dr. Wiesel gren aanmerkelijk. Daar werd bepaald, dat de overwinsten der herbergmaat- schappijen besteed moeten worden aan nuttige doeleinden, zoodat allerlei lief dadige instellingen profiteerden van de volkszonde. Op den keper beschouwd, werd het bezwaar door deze regeling slechts verschoven. In de plaats der belastingschuldigen traden nu als be langhebbenden bij de zaak de legioenen «Dat kunt u zeer zeker, M. de Feurget* antwoordde lord Alton ernstig, «en ge wichtige dingen voor mg, hangen van uw antwoord af, het heeft gedeelt«ljjk betrek king op dingen die reeds lang geleden zjjn gebeurd.* Mgn vader neeg met het hoofd an lord Alton vervolgde «Het is een vreemd ding, M. de Feurget, dat wjj elkaar hier moeten ontmoeten. In dien het waar is, wat men mg verteld heeft, dan is in dezelfde laan daarginds ongeveer twintig jaar geleden een drama afgespeeld, waarin mijn vadar een zeer ongelukkige rol speelde. Ook was daarbg een mjjuheer de Feurget. Zjjt gjj die mjjuheer de Feurget?* «Ja die was ik.« Mjjn vaders stem was kalm en zonder uitdrukking, toch kon ik zjjn gelaat, dat door de maan werd verlicht, doodsbleek zien worden. «Dus n waart de secondant van den graaf d'Augeville, u waart M. Victor?* «Ja. Niet omdat ik geloofde dat zjjn zaak rechtvaardig was, maar omdat er niemand anders bjj de hand was. Overigens had hjj eenig recht op mgn hulp.* »U waart een huisvriend, M. Je Feurget kende zjjn dochters?* «Ja, ik was met een van haar verloofd.* «En u heeft haar getrouwd?* >Ja!< «Dat was Marie, niet waar?* «Ja. De andere, Cecile, was met uw vader getrouwd.* Lord Alton zweeg een oogenblik, maar ik begreep dat het gesprek nog niet uit was. Het scheen mjj toe, dat hjj zich opwond, hoe langer hoe meer, om nog een vraag te filantropen, die ozoo gaarne mee wil len werken tot het welzijn hunner medemenschen, mits het zoo weinig mogelijk kost. Waar vindt men die kwasi-filantropen niet? Hun aantal is inderdaad legio. Hoewel in mindere mate dan in Zweden, waren dus ook in Noor wegen de finantiëele belangen der bur gerij samengekoppeld met het drank- verbruik, dat men wilde bestrijden. (Slot volgt). Buitenland. De «Times* verneemt uit PekingIn diplomatieke kringen wordt algemeen het voorstel dat Rusland aan Japan heeft ge daan, onaannemelijk, vernederend en tartend, geacht. Een gezant noemde de Russisehe nota onbeschaamd. Deze houding van de Russen tegenover de kalme en waardige houding van Japan heeft, volgens den cor respondent der Times, in China de openbare meening ten gunste van Japan bekeerd. De Russische politiek heeft de Chineezen de oogen geopend en hen in Japan's armen geworpen. De «Daily Mail* verneemt nit Tokio: Het antwoord van Japan op de Russische nota is aan den Russischen gezant over handigd. Het antwoord is hoffeljjk gesteld, ademt vrede, maar is toch ferm van toon. Het herhaalt dat Japan niet kan terugtreden en Rusland's voorstel betreffende Mantsjoerjje en Korea aanvaarden. Daarom verzoekt bet Rusland dat voorstel te herzien. Japan stelt geen termjjn voor het antwoord van Rusland. Een der voornaamste, zoo niet het hoofd punt, waarop Japan aandringt, is China's souvereiniteit over Mantsjoerjje. De «Daily Mail* verneemt uit SeoelEr komen hier voortdurend vreemde troepen aan. De Amerikanen bewaken het station en de electrisahe werkplaatsen, ook omdat, de Koreanen roerig worden en een dreigende houding aannemen. Aan zevenduizend man Koreaansche troe pen in Seoel zjjn de scherpe patronen ont nomen. Er is een keizerljjk edikt verschenen, waarin het heet, dat wanneer de Koreanen hun zelfstandigheid verliezen, zjj dat zullen te wjjten hebben aan hun eigen zwakheid en ljjdeljjkheid. Een ander edikt beveelt de Koreaansche troepen, wanneer de vreemde lingen onder elkaar beginnen te vechten, zich er buiten te hoaden. Naar het heet, doen. Eindeljjk kwam die vraag haastig over zjjn trillende lippen. M. de Feurget kunt u mg dit zeggen Wanneer stierf Cecile, de vrouw van mgn vader?* Mgn vader huiverde en een schaduw scheen voor zjjn oogen te komen. «Lord Alton,* antwoordde hg, »u doet beter zulke vragen niet te doen. En in dit geval is het beter voor u, dat niet te weten. Werkeljjk, dat is beter I* »M. de Feurget, ik moet het weten,* was het ernstig antwoord. «Het is zelfs nood- zakeljjk. In dien verschrikkeljjken nacht, toen mg a valer werd vermoord, werd er ook een brutalen moord gepleegd in het ostelgk deel van Londen. Een vrouw, een onbekende vrouw werd op een uiterst ge heimzinnige wjjze vermoord door een man, die haar bljjkbaar op de meest besliste wjjze voor dat doel had opgezocht. Kunt u zich dit herinneren?* «Volkomen,* antwoordde mgn vader. «En ik heb daartoe reden.* «Juist! U heeft reden daartoe,* hernam lord Alton. »U waart om de een of andere reden belangstellend in dat geval. Bjj het onderzoek heeft u zieh zelf aangeboden om de vrouw te herkennen. U waart gelukkig, dat men u op grond, dat n haar wel eens vroeg r in het buitenland had gezien, had toegestaan de kosten voor hare begrafenis te laten betalen. U is zelf op de begrafenis geweest in gezelschap van uwe dochter, mejuffrouw de Feurget.* Mgn vader veranderde spoedig van hou ding. Zjjn oanatuurljjke kalmte had hem verlaten en hg zag er angstig, bjj na vrees- 1 wekkend uk. Het antwoord dat hjj gaf was heeft de keizer drie millioen jen onder een schuilnaam bjj een bank te Sjanghai belegd, en elders ook nog geld. De bevolking volgt dat voorbeeld. Inmiddels koopen Chineezen al het beschikbare land op. Een Engelsch- man, pas uit Mantsjoerjje teruggekeerd, vertelt dat da Russen druk oorlogstoerus tingen maken. Zjj zullen, als het tot vech ten komt, den heiligen oorlog afkondigen. De Russische soldaten zweren den dood aan de gele duivels. Twee groote schepen der Russische vrjj- willige vloot, vol troepen, zjjn Donderdag den Bosporus doorgevaren op weg naar het Verre Oosten. Over de Japansche en de Russische zee macht schrjjft een medewerker van de Köl- nische Zeitung een artikel waaraan het volgende ontleend is De Japansche marine kan tegenwoordig verdeeld worden in drie groepende slag- vloot, de kruiservloot en de schepen voor de kustverdediging. Da kern van de slagvloot wordt gevormd door zes linieschepen, van welke er geen ouder is dan 1896. Gemiddeld moeten ze 18 mjjl kunnen loopen. Elk schip is be wapend o. a. met vier kanonnen van 30.5 cm. Voorts telt deze vloot zes gepantserds kruisers van ten minste 20 mjjls vaart, met geschut o. a. van 20 cm. bewapend. Verder bezit Japan 9 kustverdedigings schepen, 25 kanonneerbooten, 17 torpedo jagers en 64 torpedobooten. Als hulpkruisers dienen in geval van oorlog de stoomschepen van de Nippon Joesen Kaisja: 76 schepen, waaronder drie hospitaalschepen; bovendien kannen nog schepen van andere stoom- vaartmaatschappjjen opgeëischt worden. De gezamenljjke sterkte van het perso neel der Japansche vloot wordt op 31000 man geschat. Het officierscorps is naar En gelsch voorbeeld opgeleid. Het heeft den naam zeer ontwikkeld te zjjn, en is groo- tendeels geschoold in den oorlog tegen China, die het zelfvertrouwen en de eerzucht onder hen sterk aangewakkerd heeft, wat vooral van belang is daar Japan in een zeeoorlog wel aanvallenderwjjs zal moeten optreden. De oorlogshavens zjjn Jokosaka, Koere, Sasebo en Maisoeri. Jokosaka, niet ver van Jokohama heeft groote dokken en werven, waarop thans een pantserschip van 15000 ton en een kruiser van 9000 ton gebouwd worden; de dokken zjjn modern ingericht, scherp en verdacht. «Hoe weet ge dat?* vroeg hg snel. «Mgn naam stond toch niet in de krant?* «Neen,* antwoordde lord Alton. «En nu mgnheer, zeg mjj om Gods wil, wie was die vrouw Er was een oogeablik stilte kort maar vreeseljjk, terwjjl ik daar stond met de oogen gevestigd op die twee mannen. Ik kon mgn hart hooren slaan. Toen verbrak mgn vader het eerst de stilte. Had het langer gadnurd, ik had zeker mjjn aanwezigheid aldaar verraden, zoo zenuwachtig was ik geworden. »U doet deze vraag met zooveel ver trouwen, lord Alton, alsof u recht daartoe hebt. Ik raad u evenwel in nw eigen belang aan om niet te zeer op de beantwoording daarvan aan te dringen.* «Ik wil een antwoord hebben,* zeide lord Alton, terwjjl zjjn lippen beefden. «Men heeft mg verteld, M. de Fenrget, dat die vrouw was Cecile d'Augeville, de vrouw van mgn vader. Is dit zoo? U kende haar en n heeft het doode lichaam gezien. Is het niet waar?* «Ja, zjj was het.* Weer werd het doodstil. Lord Alton stond daar bjj na een minnnt met de hand voor het gelaat. Ik had veel willen geven, indien ik naar hem toe mocht gaan en trachten hem te troosten. De tranen stonden mg in de oogen, maar ik mocht mgn tegenwoor digheid niet verraden. «Waarom heeft u niet willen zeggen wie de doode vrouw was?* vroeg lord Alton weer. Mgn vader trok de schouders op. «Wat zon daarmede gewonnen zjjn. Ik de werkplaatsen leveren wapens en alle ver dere materiaal. Koere ligt bjj Hitosjima, aan de binnenzee, het bezit twee dokken, een geschntgieterjj en twee fabrieken vau pant serplaten. Sasebo ligt aan de noordweste lijke punt van de eilandengroephet is het steunpunt van het sterkste Japansche smal deel. Het heeft groote depots voor kolen, pro viand en uitrusting, en ketel- en machine fabrieken. Deze rjjkdom aan steunpunten, waar een vloot alles vindt wat zjj tot herstel noodig heeft, is voor Japan bjj een oorlog met Rusland van het grootste gewicht. Ras- land heeft daarentegen in Oost-Azië slechts twee steunpunten, van welke Wladiwostok misschien weinig bedniden zal omdat die haven niet jjsvrjj is en ook te ver van het waarschjjnljjkeoorlogsterreinligt.Intusschen heeft Rusland de laatste jaren alles gedaan om zjjn ander maritiem station, Port Arthur, te volmaken. Het is een sterke vesting ge worden, alles is er vernieuwd, forten en zware knstbatterjjen beschermen de haven. De Russische vloot in Oost-Azië is in het afgeloopen jaar aanzienljjk versterkt. De slagvloot telt 7 schepen, maar het grootste bljjft nog vrjj ver beneden het grootste van de Japansche linieschepen. Ook aan snelheid staan ze, met 16 mgl, ten achter bjj de langzaamste van de Japansche linieschepen. De bewapening, staat ongeveer geljjk met die van de Japansche sehepen. Engelsche deskundigen beweren echter, dat de pantse ring der Japansche schepen beter is. Rus land heeft 9 groote gepantserde en beschermde kruisers. De geringste snelheid heet 18 mgl te bedragen. De drie grootste kruisers en een van de kleine liggen te Wladiwostok. Voorts zjjn vjjf kruisers 2e klasse beschik baar maar slechts twee loopen sneller dan 20 mgl en zeven kanonneerbooten (twee gepantserde), twee torpedojagers en omstreeks 40 torpedobooten. De sterkte der bemanningen bedraagt ongeveer 14,000. Bjj de bovenstaande opgaaf zjjn de ver sterkingen die voor de beide zeemachten nog onderweg zjjn, niet meegerekend. Naar uit vertrouwbare bron wordt gemeld, werd van Parjjs uit reeds voor eenigen tjjd aan de Engelsche regeering medegedeeld, dat Frankrjjk op grond van het tractaat van bondgenootschap met Rnsland slechts dan tot aetief ingrjjpen gedwongen en be- wist dat je vader om den tain geleid was en dat hjj hertrouwd was. Ik wilde dat ik toen in staat ware geweest naar hem te gaan en hem te troosten, maar ik heb het niet gedurfd.* «En, M. de Fenrget, hoe kon n weten dat die vronw nw schoonzuster was?* «Dat zal ik n zeggen. Jaist voor mgn vronw stierf, had zjj ontdekt dat haar zus ter nog leefde en zjj deed mjj beloven, dat ik alle mooite zon doen dat zjj niet naar Engeland zon gaan om zich daar te gaan wreken. Ik ontdekte dat zjj naar Londen was gegaan en ik volgde haar. Ik las in de bladen het bericht van den moord op een vreemde vronw. Instinctmatig ging ik er been en herkende haar.* Lord Alton scheen nog iets te willen vragen, maar de moed scheen hem daartoe te ontbreken. Eindeljjk vroeg hg op een zachten, zenuw- achtigen toon: «Heeft n eenig idéé, wie de moordenaar kan zjjn?* Deze vraag bracht mgn rader geheel in de war. Hg werd wit als krjjt en kon geen antwoord geven. Eindeljjk antwoordde hjj schor: «Het is beter, dat wjj dit onderwerp la ten rnsten. Elkeen mag zjjn eigen gedach ten daarover hebben, maar het is niet noo dig, om daarover te spreken. Laat ons naar binnen gaan, ik heb mjjn gasten reeds lang genoeg alleen gelaten.* Lord Alton stond daar als versteend. Mgn vader liep op hem toe en de handen op zjjn schouders zettende, zeide hjj ■W. a—éIIIi'BIIHii HViff TwnCTIgTPC.'i DOOE Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 1