Het Land van Heusden en illena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
JU? 2298.
WOENSDAG 2 MAART.
1904.
DE STAATSZORG MET BETREKKING
TOT DEN ARBEID.
De gevolgen eener vaccinatie.
Oorlog tusschen Japan en Rusland.
TOOK
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. j
Abonaementiprji: per 3 maanden f 1.06.
franco per poet zonder prfjsverhooging. Afzonderlijke
Advertentiën ran 16 regel» 50 et. Elke regel
meer 71/» ot. Groote letten naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
IV.
liet Arbeidscontract.
De klassen van hen, die hoofdzakelijk
van bloot lichamelijken arbeid moeten
leven, zijn, door de geheel veranderde
maatschappelijke toestanden, in zulk eene
eigenaardige stelling geplaatst, dat de
gewone regelen der wet tegenover hen
öf onvoldoende zijn, öf onbillijk werken.
Er moet voor hen wezen een reeks van
bijzondere wetten of uitzonderende be
palingen, gewijd aan de belangen der
werklieden in het bijzonder, of althans
van den arbeid in het algemeen.
Verschillende van die zoogenaamde
sociale wetten zijn reeds tot stand ge
komen; andere zijn in wording; maar
hieromtrent is men het vrij algemeen
eens, dat de meest noodzakelijke wet
die is op het arbeidscontract en van
eene zoodanige wet is thans ook een
ontwerp aan de volksvertegenwoordiging
aangeboden.
De regelen, door onze burgerlijke wet
gesteld voor de zoogenaamde huur van
diensten, hoogst gebrekkig op zich zelf,
zijn gemaakt in een tijd toen er van
de zoogenaamde sociale quaestie nog
geen sprake was. Zij zijn dan ook ge
heel onvoldoende tot oplossing van die
treurige arbeids-geschillen, welke thane
tot de gewone verschijnselen behooren.
De wet bevat niet het voorschrift,
dat dienstcontracten in den regel voor
een bepaalden tijd moeten gesloten wor
den. Vandaar dat in de verhouding
tusschen werkgever en werknemer vaak
zooveel willekeur heerscht en het eigen
belang geheel den boventoon voert. Het
is gemakkelijk te verklaren, dat de tot
heden bestaande gewoonte, om zich
zonder eenige andere regeling dan alleen
met betrekking tot het loon, in eens
anders dienst te begeven, blijft voort
duren. Bij totale afwezigheid van wet
telijke verbindende voorschriften, is het
niet te verwachten dat daarin veran
dering zal komen. Een werkgever zou
er waarschijnlijk niet eens in slagen,
wanneer hij werklieden op vaste con
tracten in dienst wilde nemeD. Wellicht
zon de werkman dat als een inbreuk
op zijn persoonlijke vrijheid beschouwen.
Slechts in grootere nijverheidsonderne
mingen kaD men er in slagen een soort
van particuliere wet vast te stellen, een
reeks van voorwaarden of dienstregle
ment, waaraan men geacht wordt zich
stilzwijgend te hebben onderworpen of
dat men teekent. Met die dienstregle-
FEUILLETON.
3)
menten neemt men het niet altijd even
nauw. Aan de groote zaak zou het
trouwens niets veranderen, wanneer
daarbij alles behoorlijk in zijn werk ging.
De gewoonte om zijn werkkracht tot
wederopzeggens toe te verhuren blijft
toch bestaan en schijnbaar heeft de
werkman er weinig belang bij om naar
verandering te haken. In sommige vak
ken, vooral ook in de bouwvakken leidt
de werkman dikwijls een soort van
zwervend leven; bevindt zich dan hier,
dan daar, en zegt het zoogenaamde
contract op zoodra er maar eenig uit
zicht bestaat op meerdere, zij het ook
tijdelijke verdiensten.
Ook het omgekeerde doet zich niet
zelden voor. Voorheen zou menig werk
gever er niet aan gedacht hebben, zijne
werklieden des winters af te danken.
Men hield ze dan zooveel mogelijk aan
het werk. Het loon was natuurlijk ook
geringer; maar dooreengenomen waren
de verdiensten toch voldoende. Tegen
woordig is het vaak: alles of niets.
Laat ons, om nu die tallooze kleinere,
op zich zelf geriDge stoornissen in den
geregelden gang van het werk maar
daar te laten, eens een oogenblik stil
staan bij de groote, geruchtmakende
werkstakingen, die om zoo te zeggen
het spook der heden daagsche maat
schappij zijn.
Hoe ontstaan zij Door geschillen
over loon, werkuren, toezicht, kortingen
en verschillende bijkomende omstandig
heden. Door een goed contract konden
zij in alle opzichten worden vermeden.
En hoe worden zij dan nog op touw
gezet en uitgevoerd? Meestal onvoor
bereid, in een vlaag van ontevredenheid,
zonder dat men zich van zijne eigene
krachten bewust is. Toegeven na een
schijn van bevrediging is bijna altoos
het einde en menig werkgever heeft
daarvan weer handig gebruik gemaakt
om vroeger verloren terrein te herwinnen.
Zoo gaan duizenden werkuren ver
loren. Het gezamenlijk inkomen van
werkgever en werknemers is verminderd.
De algemeene geest is slechter geworden.
Vaak moeten giften worden ingezameld,
gelden die, bestemd om tot de algemeene
welvaart mede te werken, thans worden
aangewend om een toestand te besten
digen, die juist het tegenovergestelde
bewerkt. Er wordt zelden iets anders
bereikt dan zedelijk en stoffelijk nadeel.
Dringend noodzakelijk is het dan ook,
dat de verhouding tusschen patroon en
werkman niet in de lucht zweve, maar
duidelijk blijke uit ondubbelzinnige ver
bintenissen, die de wet tot grondslag
hebben.
In den regel zal het (behalve ten
aanzien van losse werklieden) gewenscht
wezen dat de contracten schriftelijk
worden aangegaanuit het contract moet
blijken of het al of niet tot wederop
zeggens toe wordt gesloten, en zoo niet,
dan met opgaaf van den tijd en den
termijn van opzegging.
Aan de contracten tot wederopzeggens
toe gesloten, zou de wet bescherming
moeten ontzeggen.
Ook de inhoud der contracten zelf
moet rusten op wettelijken bodem. Noch
de regeling van het loon, noch die der
arbeidsuren mag ontbreken. Niets mag
bindend zijn, wanneer er niet uitdruk
kelijk van blijkt.
Waar bijzondere voorschriften het
arbeidscontract en zijne regeling be-
heerschen, moeten ook zoodanige voor
schriften worden gegeven van straf
rechtelijken aard, voor het geval van
contractbreuk, en zeer wenschelijk zou
het zijn, dit gepaard te doen gaan met
een nieuw stelsel van eenvoudig, snel
en liefst kosteloos recht, zooals de aard
der zaak dit medebrengt.
Ten slotte zou naar onze meening een
volledig toezicht, door bijzondere daar
mede belaste ambtenaren uitgeoefend de
kroon op het werk moeten zetten. Aan
de bemoeiingen van dit toezicht zouden
ook arbeidsgeschillen moeten worden
opgedragen, voor zoover het geene ge
vallen betreft, waarin strafrechterlijke
tusschenkomst wordt gevorderd.
Uit een volgend artikel zal ons blijken
dat het ontwerp der regeering in deze
niet den door ons geschetsten weg van
regeling volgt.
Buitenland»
^t-lanb VAN
nuuamers 5 cent.
•M—M—I—MBtia^MaaBMMBMaiflMMrTMiafcg^aagvnfciCW. .sv
Toen wjj opstonden, liep ik naar een oude
bloedverwante, toen Mimi mg naderde en
mg toevoegde:
Geleid mg naar het salon. Ik gevoel mg
bitter beleedigd; nooit, nooit zal ik dnlden,
dat men mjjue vrienden bespottelijk
maakt...*
III.
Ofschoon Snel eene dwaasheid gezegd
had, was hg toch alles behalve een gek.
Hg begreep, dat hg onhandig was geweest
en dat hg een betere gelegenheid moest
afwachten, om Mimi te behagen. Te nauwer-
nood was dan ook de koffie gediend of hjj
verklaarde, dat Mevr. X., de barones A.,
de markiezin B. zjjne komst met verlangen
te gemoet zagen. Na nog eenige excuses te
hebben gemaakt, groette hg Mimi taoacljjk
verlegen, drukte met innigheid de hand van
baron van Hovel en vertrok zonder zich
te verwaardigen mg goeden avond te ieg-
geD, waarvoor ik hem natuurlgk zeer dank
baar was. 't Bleek me later, dat èn mgn
oom, èn mgn vriend Snel hoogst verbolgen
waren.
Ik zocht een toevlucht ia de bibliotheek
dn Mimi liep mot mg mede. Ik vatte hare
hand, ronder een woord te sprekenik ge
voelde dat zjj beefde. Mimi was bleekhare
oogen stonden vol tranen wat mg aangaat,
mgn hart klopte en toch was ik zóó bigde,
dat ik gevoelde hoe ik tegen geheel de
wereld opgewassen was.
Baron van Hovel kwam mede met een
afgemeten pas binnen; hij plaatste zicb
tegenover mg en kruiste de armen. Mimi
keek mg aan en trok hare hand niet terug.
•Neef,* sprak de magistraat, »weet gjj
wel, dat gg heden avond ten schandaal
hebt gemaakt in mgn huis en dat ik zoo
iets uiet van u kar. afwachten!*
Waarde oom,* antwoordde ik koeltjes,
•ik heb over uw voorstel, mg heden morgen
gedaan, nagedacht, ik kan n dat buitentje
niet afstaan.*
>Dan breek je je woord.*
»Neen oom; ik ben meer dan ooit ge
neigd, het gestand te doen. Mimi wil dat
buitentjeze zal 't hebben.
>Ik hond van geen raadsels,* hernam
mgn oom, terwgl hg zich op de lippen beet.
>lk spreek geen raadsels, oom; als Mimi
't goed vindt zal zjj binnen eene maand
meesteresse van het kleine landgoed zjjn,
onder eene voorwaarde slechts dat zg mg
niet verjaagt.*
»Zjjt gg gek?* vroeg baron van Hovel.
>Ja oom,* riep ik opgetogen uit; >ik
ben de ellendigste of de gelukkigste mensch.
Spreek Mimi, beslis over mgn lot, wilt gg
mgne vrouw zjjn?*
v i i n i iiiii—is wr—>~n—i"ni'Tr'iiTn"'""'"*™*~irr—
De Times, die met groote kosten er een
correspondent op nahoudt met een eigen
schip en een eigen inrichting voor drandlooze
telegrafie zoodat de berichten van het
oorlogsterrein over Wei-hai-wai en verder
langs den Engelschen kabel gezonden kun
nen worden, zonder door de Japansche cen
soren bekeken te worden heoft uit Taje-
moelpo weer een lang telegram ontvangen,
met vrjj veel belangrgks. Wjj laten het hier
in hoofdzaak volgen.
De Japanners zoo seinde deze bericht
gever Zondag hebben in de laatste dagen
hier slechts voorraad, transportpersoneel en
paarden aan wal gezet, deze laatste ten geta
le van 4500. Het geheele aantal troepen,
hier ontscheept, bedraagt 20,000, met inbe-
In plaats van te antwoorden, smolt Mimi
weg in tranen «n wierp zich om den hals
van haar vader.
•Ongelukkige zei de baron, »bemiut
gg hem? Waarom hebt gg mg dit Hiet
vroeger gezegd?*
Maar papa,* zei Mimi te midden van
hare tranen glimlachende, >ik kon hem toch
niet vragen?*
IV.
Heden zgn wg drie maanden en vier da
gen getrouwd. Gisteren hebben we 't kleine
buitentje verlaten, waar wg, o, zoo geluk
kig waren. De couranten gewaagden van
felle konde wg hebben er buiten niets
van bemerkt, 't Was zoo warm, zoo prettig,
zoo gezellig ik begrgp tug niet, waarom
de menschen niet trouwen. Die ongelukki-
gen, ze begrgp n dan niet 't geluk een lieve
vrouw de zgne te kannen noemen.
We waren in de stad teruggekeerd. De
eerste man, dien ik op straat ontmoette,
toen ik voor 't eerst uitging, was Snel. Ik
deed alsof 'k hem niet zag, ten einde hem
geen leed te varoorzakea; hg liep mg eehter
tegemoet met lachend gelaat en de hand
uitgestrekt.
Besta vriend,* sprak hg, >'t is mg hoogst
aangenaam u te zien. Waarachtig ik
neem 't je niet kwaljjk. 't Is je schuld niet
ik, ik heb een der tielangwekkenste
ontdekkingen van onze eenw gedaan. Ge
weet, we zgn nu eenmaal de martelaren
der wetenschap.*
grip van de 12e diviai» en van ean deel van
de 5e divisie. De garde is nog niet aange
komen. D« artillerie bestaat uit zes battsrjjen,
tot de 12e divisie behoorende. Vgf paarden
zgn voor elk van de stukken berggeschut
gespannen.
Ontscheping van troepen op beperkte
8chaai, naar men gelooft heeft ook plaats
op de knst ten zuiden van Hai-dzjoe (ten
noordwesten van T^jemoelpo). Deoutschespte
troepen zullen erenwgdig aan den weg naar
Peking oprukken, om zich te voegen bg
die welke reeds in den omtrek van Hoang-
dzjoe (aan den mond van de Tatoeng) zgn
op die wgze spaart men vgf dagen marsch
uit.
Achtduizend mau troepen met eenige
kanonnen zouden reads van Seoel naar
Pinghang oprukken, waar thans 150 Ja
panners aangekomen heeten te zjju.
Uit PingjüDg wordt geseind dat zich den
24en een afdeeling van 40 Russische sol
daten te Soe-man, op 32 KM. ten noorden
van de stad, vertoond heeft. Men heeft geen
vertrouwbare aanwijzingen over da bewe
gingen van dat Russische detachementde
Koreanen sahatten het aantal Rassen die
tot op 21 Februari de grens overgetrokken
zgn, op 3000, waarvan er 1000 te Wi-tsjoe
«ouden staan, 1000 te Tsjang-sen en de
overigen verspreid in kleine afdeelingen.
Nu het koude jaargetijde ten einde loopt,
beginnen de wegen slecht te worden; men
zegt dat de troepen ten zuiden van Seoel
veel belemmering ondervinden op marsch
vandaar ongetwijfeld gaat de ontscheping
ook minder haastig.
Tsjinampo (aan den mond van de Tatoeug),
zal binnen twee weken jjsvrjj zgn.
Tusschen Pingjang en Soe-man is het
land betrekkelijk vlak. De hoogten op de
zuidelijke grens vormen een tameljjk be
langrijke strategische positie, die de Japan
ners gedeeltelik bezet hebben. Het aantal
daar aanwezige Japanners wordt iederen
dag grooter. Men mag aannemen dat alle
troepen die ontscheept worden, zich naar
dat punt zullen richten, waar de Japanners
zich versterken zullen om hun basis te be
veiligen, die zg voornemens zgn, te Tsji-
nampo te vestigen. De uitvoering vaa dat
plan zou verdaagd worden in afwachting
van het resultaat der krijgsverrichtingen
tegen Port Arthur. Een belangrijk succes
zou de Japanners in staat stellen om een
flankbeweging uit te voeren tegen de Rus
sische landmacht tusschen Port Arthur en
de Jaloe.
Men zou zeggen dat de Japanners geen
Wat praat je nu, mystieke man?*
Arme vriend, wilt gij mjj dan niet be
grijpen? Gg wilt dan niet inzien, dat mgn
ongeluk en uw geluk nijju werk zjjn? He
laas, ik wist 't niet, toen gg bg mjj kwaamt.*
Zeg eens, Snel, wees nu duideljjk.*
»0,« antwoordde hg, >als ik dat artikel
van von Gekenbach maar eer had gelezen.*
Maar ik heb het gelezen.*
Waar dan
•Ten uwent, terwjjl ik bg n wachtte.
•O, noodlot. Na zult gg toch alles
wel begrjjpen
•Integendeel, ik begrgp er niets van!*
Begrgp je dan niet, dat ik de vaccine,
waarmede ik je inentte, nam van den arm
van
Van wie?*
Van freule Mimi, uwe vrouw.*
•Na is alles opgehelderd,* riep ik nit.
•Snel, gg zelf hebt mjj uitverkoren
Zonderling... 't Is een comadie.*
Ik lachte nog inwendig, denkende aan
de trenrige figuur, die mgn medeminnaar
had gemaakt. Plotseling echter kwam een
zonderling denkbeeld in mjj op. Eene rilling
voer mg door de leden.
Doctor,* vroeg ik, »gjj scheert den gek
met mg, niet waar?*
•Integendeel; ik spreek in vollen ernst.
Maar als de vaccine zulk een nit werking
heeft, zeg mg dan in 's hemels naamhebt
gg ook anderen met die stof ingeënt?*
•Zeker,* luidde zgn antwoord, terwgl
een diabolisch glimlachje hem op de lippen
zin hebben om een bepaald veldtochtsplan
vast te stellen dat een marsch door Korea
zon meebrengen, zonder eerst getracht te
hebben, zich in het bezit te stellen van het
schiereiland Liao-toeng.
Tot zoover de correspondent van de
•Times*; zgn berichten en beschouwingen
zjjn van gewicht juist op dit oogenblik, nu
een telegram van generaal Stoessel te Port
Arthur bewjjst, hoe ernstig meu aldaar den
toestand inziet.
Deze commandant heeft Zondag te Port
Arthur een dagorder uitgevaardigd, waarin
de verdedigers van de vesting en de ver
sterkte rayons, en de bevolking er aan her
innerd worden dat de Japanners het bezit
van Port Arthur tot een zaak van nationale
eer hebben gemaakt. Uit de hardnekkige
aanvallen der Japanners en de beschieting
d8r vesting en van verscheiden baaien maakt
hg op, dat de vijand voornemens is, op het
schiereiland te landen on ean poging te doen,
de vesting te veroverenmislukt dat, dan
zou hjj den spoorweg toch willen vernielen.
De vjjaud vergist zich echter, zegt generaal
Stoessel, onze troepen weten en ik zeg
het aan de bevolking dat wjj niet zullen
wjjken on tot het uiterste zullen strjjden.
Ik als bevelhebber zal nooit bevel geven
om terug te trekken, weet dat wel; de
minder dapperen moeten zich maar laten
doordringen van de overtuiging, dat het
noodzakelijk is, tot den dood toe te strgden.
Wie zonder te strgden vlucht, zal zgn leven
niet redden. Er is geen uitweg: aan drie
zjjden is de zee; aan den vierden kant de
vjjand.
Alles schjjnt dus inderdaad aan te dui
den, dat de Japanners voornemens zgn »snal
toe te slaan*, geljjk een Japansch minister
dezer dagen zeide.
Van belang is de tjjding van een formeel
Japansch-Koreaansch verdrag, in werkelijk
heid gelijkstaande met de afkondiging van
een Japansch protectoraat over Korea. Dat
redt voor den vorm de clausule in de Ja-
pansch- Russische afspraak en het Japansch-
Engelsche vardrag, waarbjj de regeering te
Tokio zich verbond, de zelfstandigheid van
Korea niet te zullen aantasten.
Het spreekt overigens van zelf dat de
Koreanen zich aan 't hnn opgedrongen
tractaat slechts zoo lang zullen houden, als
de Japanners in Korea de baas bijjven; zoo
niet, dan zouden zjj met evenveel gelijk
moedigheid een Russisch protectoraat moe
ten aanvaarden. Intusschen is 't voor de
Japanners een geenzins verwerpelijk voor
zweefde, >zes jongelui hebikermedeingeëut.*
Waar zgn ze?« riep ik nit. >Ik duld
geen medeminnaars. Noem mjj hen zeg,
heb medeljjden, noem mjj hen?*
Stel je gerust, de oudste van de mede
minnaars was zes maanden, maar pas
op over twintig jaar!*
Toen ik te huis kwam, vertelde ik na-
tuurljjk aan mjjn vronwtje, wat Snel me
had medegedeeld. Ik heb geen geheimen
voor mjjn vrouw en 'k bevind mg er wel
bg. Ze heeft om mjj gelachen; daarna knste
ze me en zei, dat Snel een gek was, even
zoo groot als die von Gegenbach en dan
is er nog esn, die voor de twee anderen
niet onderdoet. Ik lachteik ben 't altjjd
met mgne vrouw eens. Natuurlgk! Ze heeft
altgd geljjk.
We gingen zitten en spraken over het
reisje, dat we in de volgende vacantie zonden
ondernemen. Eensklaps verbleekte ze.
Wat scheelt je, mgn lieve?* vroeg ik
op innigen toon, terwgl ik mgn arm om
haar middel sloeg. »Zjjt gg niet wel?*
Zg zag me met een on ver ge telg ken glim
lach aande hoogste zaligheid lag in hare
oogen daarop deelde ze me een geheim
mede een geheim, dat mjj te dier is, om
't hier te herhalen. Wat Snel me zei,
zal ik niet vergeten. Die von Gegenbach
heeft me angst aangejaagd; als 't esne dochter
is, dan kies ik zelf de vaccine.
{Slot}.