Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Waardeering. Broeder en Zuster. Uitgever: L.. J. Y1EBMAH, Heusden. M 2308. OENSDAG 6 APRIL. 1904. Oorlog tusschen Japan en Rusland. UNi VAN alten/ ▼OOR Dit blad versch^nt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. franco per post zonder prgsrerhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. In de menschalijke samenleving is tot bevordering van de goede verhou dingen een onmisbaar vereischte onder linge waardeering. En toch, hoe weinig wordt ze ge vonden Is er niet veeleer een algemeene nei ging onder de menschen, om alles wat een ander doet gering te schatten en af te keuren? Hoort maar eens den een over den ander spreken. Het is maar zelden een spreken met waardeering van zijn per soon en arbeid. Yeelal is het een spre ken, dat den persoon, wien het geldt, aan een gestrenge kritiek onderwerpt. Een waardeerend woord is zelfs wel eens de aanloop voor een geringschat tend woord. De man heeft veel goeds zoo heet het dan gewoonlijk en veel is er in zijn persoon en werk te waardeeren, maar En dat „maar" wordt dan zoo uitgerekt, dat er heel wat volgen kan, waardoor het zoo ge waardeerde goede, geheel in de schaduw komt te staan. En de man, die zooveel goeds heeft, wordt onder het scherpe mes der kritiek totaal afgemaakt. Het is inderdaad een booze trek in de menschelijke natuur, om meer de gebreken dan de goede eigenschappen in een ander op te merken en uitsluitend naar die gebreken zich een oordeel over hem te vormen. En de vijandige bedoeling hiervan komt het meest daarin uit, dat men het liefst achter zijn rug over zijn ge breken spreekt en zich beijvert om hem in de schatting van anderen zoo laag mogelijk te doen dalen. Echte liefde of vriendschap zal, de gebreken ziende van een ander, daar over met hemzelven spreken en hem zooveel mogelijk onder het oog zoeken te brengen wat hinderlijk is in zijn doen, met het doel om hem beter te maken en détardoor te doen rijzen in de schatting van anderen. „Een vriend, die mij mijn feilen toont," zong van Alphen. En al bedoelde hij daarmee in de eerste piaats, dat hij zoo iemand als een waar vriend be schouwde, er ligt toch ook in opgeslo ten, dat het aanwijzen van gebreken tot de rechte vriendschap behoort. Nu is het helaas waar, dat niet ieder een er tegen kan, om op zijn gebreken te worden gewezen. Er zijn er misschien betrekkelijk maar weinigen, die het vriendelijk opnemen, als ge wat op hen hebt aan te merken. Yooral wie een hooge gedachte van zichzelven heeft, neemt het al spoedig kwalijk, als hem een gebrek of verkeerdheid onder het oog wordt gebracht. Eigenliefde, zelf overschatting, een misplaatst gevoel van eigenwaarde, lichtgeraaktheid, prikkel baarheid, ja, wat kan al niet worden opgenoemd, dat een dankbaar aannemen van een berisping, een vermaning, een wenk, in den weg staat! Maar zie, nil heeft ook de vriend, die een ander zijn feilen gaat toonen, zijn waardeering uit te spreken voor hetgeen buiten die feilen voor goeds in hem gevonden wordt. Rechte waardee ring daarvan baant als vanzelf den weg voor het woord, dat een afkeuring moet uitspreken. Waardeering is inderdaad een onmis baar vereischte voor de goede verhou dingen in de menschelijke samenleving. Waardeering moedigt den man met ondernemingsgeest aan tot volharding, waar tallooze moeilijkheden zich voor doen op zijn weg. Waardeering sterkt den zwakke in zijn poging, om met zwakke kracht toch nog iets tot stand te brengen. Waardeering doet opoffering en in spanning, voor zoo menigen arbeid ver- eischt, voorbijzien en ten slotte vergeten. Waardeering heft den mensch op tot het standpunt, dat hij als vrucht en loon van ijver en toewijding mag innemen. O, er is in de waardeering zulk een kostelijk element voor een gelukkig en gezegend leven. En dit geldt op ieder gebied. Het geldt voor uw persoonlijk leven; voor het leven van uw huisgezinvoor uw beroepslevenvoor uw kerkelijk en maatschappelijk en staatkundig leven; het geldt voor alle mogelijke verhou dingen, die zich in het menschelijk leven denken laten. Terwijl geringschatting bijzonder de ondeugd is van den hoogmoedigeis waardeering bijzonder de deugd van den ootmoedige. Buitenland. Volgms berichten nit Kobe, zjjn op dit oogenblik 260,000 man Japansche troepen in beweging. Bovendien zjjn er 60,000 man onder de wapens in de garnizoenen, de re serve-soldaten 3do klas niet medegerekend, FEUILLETON. 10) «Atilla,* zei Lonise Martinowna, haar zuster een schotel met gebak toeschnivend, «die broodjes kan ik je aanbevelen; met versche boter smaken ze heerljjk.* Atilla stak aarzelend de hand nit. «De broodjes zgn heel groot,* meende zg. »Cato, wil je er een met mg deelen?* Iwan lachte laid. «Men kan hooren, dat ge uit een land komt, waar men zich over elk kruimeltje bedenkt, Atilla,* zei hg op overmoedigen toon. «Bjj ons neemt men het niet zoo nanw wat overblgft, is voor de honden. Jammer, dat Diana niet hier is.< •Kan ik nog altjjd niet de kleine hond jes zien, oom?* vroeg Cato, »zjj moeten toch al flink gegroeid zjjn.« «Dat zgn zg ook, mgn duifje,* ant woordde Iwan, «maar ik vind niet goed, dat je dicht bjj Diana komt; zg is zoo woedend als een duivel, sedert zg jongen heeft, en ja bent haar geheel vreemd.* >Zg moest toch weten, hoe graag ik met haar wil kennis maken,* zei Cato lachend, «na alles, wat men mg van haar heeft verteld, ben ik heel nieuwsgierig. Van welk ras is zg, oom? Ik houd mser van groote konden dan van kleine.* Diana is een deansche hond,* ant woordde Iwanhet deed hem klaarbljjkeljjk genoegen, Cato's belangstelling in zgn lieve lingsdieren waar te nemen. Als je 't gaarne wilt, zal ik ja een van de jongen ten ge schenke geven, die is dan van zgn jeugd af aan je gewend.* Cato keek met een eenigzins twjjfelachtigen blik naar haar moeder, want het scheen haar een beetje onnatuurlijk, de stille pro fessorswoning met zeo'n levendigen gast te verrijken. «Hebt u nog andere mooie honden be halve Diana, oom Iwan vroeg het jonge meisje, om de aandacht van Diana af te leiden. «Zeker, je zult ze alle leeren kennen. Hoor eens,* zoo wendde hg zich tot zgn schoonzuster, «het kind heeft aanleg tot edele hartstochten. Men zou zeggen, dat zjj ze van haar vader had geërfdNietwaar, het is een ongerijmde gedachte, dat zoo iets uit een studeerkamer zou te voorschijn komen?* Er lag zoo iets beleedigens in zgn toon, dat alle aanwezigen er onaangenaam door getroffen werden. Atilla beet zich zwjjgend op de lippen, terwgl Louise Martinowna vuurrood werd. Cato begreep niet, waarom haar moeder met zoo'n verlegen gezicht zat zg wist slechts, dat haar ooms woorden een bedekte beleediging van haar vader in hielden. Iwan lachte nog steeds, alsof hg iets bjj- zonder aardigs had gezegd en aan dat alles had zjj schuld door haar onnutte, kinder achtige vragen 1 In heftige opbruischende ergenis riep zg uit: «Als ik iets doms of ongepast gezegd Advertentiën van 16 regels £0 et. Elke regel meer T1/» ot. Groote letters naar plaatnuimtS. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. daar dezen nog niet gemobiliseerd zgn. Da groote staf verheimelijkt nog het plan van den veldtocht, maar men gelooft hier dat de Japansche troepen in drie legercorpsen zullen opereeren. De Japansche overheid heeft duizenden paarden gerequireerd. Een vrjj talrjjke ruitermacht zal dan ook waar schijnlijk elk corps vergezellen. Paarden en ruiters ljjkeu niet op te kunneu tegen Eu- ropeescbe ruiterg, maar de Japansche offi cieren zeggen dat hun ruiterg tegen hare taak zal opgewassen zgn. Het grootste deel van de Japansche artillerie die naar Korea vertrekt, schjjnt geen grof geschat te zgn, maar Japan bezit toch verscheidene batte rijen grof geschut dat even ver draagt als de beste veldstukken. Buitendien heeft Japan verscheidene batterjjen bergstukken. De algemeene dooi heeft in Korea en Mantsjoerjje de wegen onbegaanbaar ge maakt. Een telegram uit Kief zegt, Ine men daar in militaire kringen eenigszins verrast was door Koeropatkin's aanvraag, zoo kort na zjjn aankomst in Mantsjoerjje, om nog vier legerkorpsen. Elk Russisch legerkorps op voet van oorlog telt 60,000 man, zoo dat het hier de mobilisatie en overbrenging van niet minder dan 240,000 man geldt. Men denkt, dat de overweging, dat hjj met meer dan «en Japansche legermacht te doen heeft, Koeropatkin tot zjjn besluit heeft genoopt, naast de wetenschap, dat hg 150,000 man alleen noodig heeft voor een behoorlijke bewaking van de spoorwegen, en het gevaar van een Chineeschen aanval op zjjn flanken. Neemt men daarbjj aan, dat het inderdaad het voornemen van den Rnssischen opperbevelhebber is om in ge regelde gevechten de Japanners met een overmacht vernietigende slagen toe te bren gen, dan is het verlangen naar nog vier legerkorpsen volkomen begrijpelijk. Maar deskundigen hebben een heel zwaar hoofd in de mogelijkheid om van Europa nit een leger van meer dan 400,000 man te ver zorgen. De vier nieuwe legerkorpsen znllen wor den geleverd door de militaire provincies Wilna, Kief en Warschau en door eenige midden-Russische garnizoenen. Op uitdruk kelijk «erlangen van Pleuwe, den minister van binnenlandsche zaken, zal Zuid-Rusland niet verder van garnizoen ontbloot worden. Het Russische telegraaf agentschap ver neemt nit Port Arthur: Het vereenigde heb, lach mjj dan uit, zooveel u wilt, oom Iwan, maar om mgn goeden, onden papa moogt n niet lachen, dat duld ik niet Een plotselinge, doodeljjke stilte volgde op die woorden. Cato had zich tegenover Iwan Iwanowitsch met een ongehoorde vrjj- heid uitgedrukt, en iedereen vreesde voor het volgende oogenblik. Het was een ver lichting dat men jnist naderde voetstappen vernam. Twee personen kwamen het huis nit, het waren de intendant Rndenko en Tischko, die belast was met het toezicht der honden. Iwan fronste het voorhoofd; hg had nu genoeg van honden gehoord. a Wat is er?« vroeg hg den indentant op ruwen toon. «Ik heb n iets onaangenaams mee te deelen, Iwan Iwanowitseh,* begon hjj aar zelend. Tischko had Diana uitgelaten, zooals gewoonljjk, maar ongelukkig vergeten, de deur te sluiten. Nu is intussehen Stellka naar binnen geslopen en heeft vier van de jongen geworgd. Diana kwam er bjj en heeft zich op Stellka geworpen. We konden de twee honden slechts met moeite van elkaar scheiden.* Na 't zooeven voorgevallene verloor Iwan na alle zelfbedwang. Een stroom van scheld woorden stortte hjj nit op den ongelnkkigen Ti»chko. Rndenkoriep hjj ten slotte woedend, «heden nog wordt Tischko zonder salaris weggejaagd, nadat hg eerst vijfentwintig zweepslagen gehad heeft Iwan Iwanowitsch wist even goed als Rndenko, dat de tjjden voorbjj waren, dat men ljjfeigenen bezat die men ongestraft Russische smaldeel verliet den 26sten Maart Port Arthur en nam zjja koers naar de Miano-tao groep. Daarbjj bemerkte men op de Nowik een stoomschip dat een Chinee- sche jonk op sleeptouw had. Het draaide pas na een tweede schot van den torpedo jager Wnimatelmi bg. Het was de Japau- sche stoomboot Hoenjen Maroe, waarop men 10 Japanners, 11 Chineezen, verschei dene papieren en dépêches en bovendien twee Whitehead-torpedo's vond. De opva rende werden aan boord van de Russische schepen genomenhet stoomschip op sleap- touw genomen en later tot zinken gebracht. Daarop sloten zich de Nowik met de torpe do-booten weer hg het smaldeel aan, dat te Port Arthur terugkwam. Den 29sten Maart is de zesde terugkeer herdacht van den dag waarop de Russen Port Arthur bezetten. Er werd een godsdienstoefening en een parade gehouden. Volgens mededeelingen, afkomstig uit Japan, is het geheele eerste korps van 't Japansche leger ontscheept en heeft in 't Noordwesten van Korea stelling gevat. De toebereidselen om een draaiende beweging tegen de Russische stellingen aan de Yaloe uit te voeren, zgn zeer ver gevorderd. Van Engelsehe en Japansche zjjde wordt thans volgehonden, dat het admiraal Togo gelukt zou zgn om in den nacht van 30 31 Maart den toegang tot Port-Arthur zjj *fc al niet te versperren dan toch te ever- aanwen*, te belemmeren, wat Toor de Rus sen natuarljjk eene zeer gevoelige teleur stelling zon zgn. De berichten omtrent dien nieuwen en gedeelteljjk gelukten aanval op Port-Artbur zgn tot dasver echter niet be vestigd. Dat het voor den Japanschen ad miraal van het. allergrootste gewicht is en bljjft om alles te beproeven wat alsnog de versperring van den toegang tot Port- Arthur, het «opsluiten* van Makaroff's schepen zon kunnen doen galakken, het behoeft n&aweljjks betoog. Men verbaast er zich zelfs over, dat Togo den vjjand zoo lang rust heeft gegnad, en die passieve honding van het Japansche eskader geeft aanleiding tot allerlei vermoedens en be spiegelingen. Waar vertoeven Togo's krach tige schepen thans? In de Golf van Liao- tang neggen sommigen waar hjj de ontschepisig voorbereidt, of in de omstreken van Inkeoe-Nioetschwang. Anderen gissen, dat het Japansch eskader moet gezocht worden in de baai van Korea, bezig om mocht mishandelen. Maar dat was hem onverschillig. Wat hinderde het den rjjken man, later een geldboete te moeten betalen, nadat hg eerst zgn toorn had gekoeld door een rnwe daad van geweld? «Rndenko, binnen een kwartier krjjgt Tischko zgn zweepslagen, en ik kom zelf kjjken, om mjj te overtuigen, dat men mgn woorden niet voor scherts opneemt.* >Sta op, Tischko,* zei de intendant, die niet waagde, tegenwerpingen te maken. Geen der aanwezigen had de pjjnljjke scène door een geluid of ean bemerking durven storen. Attilla begreep op dat oogen blik met vreeseljjke helderheid, onder welke invloeden haar zuster had geleefd en ge leden; Roman opende onwillekeurig de lip pen, maar bg was een vreemdeling, een gast, die niet het recht had, zgn stem te verheffen. Juist, toen Rndenko zich wilde verwijderen, sprong Cato op, trad voor Iwan Iwanowitsch en riep met bevende stem «Het kan n geen ernst zgn, oom Iwan, dat n hebt bevolen, Tischko te slaan, alsof hjj niet meer of minder was dan een hond. Als ge zoo'n onmenschelgke handeling laat volvoeren, dan zal ik gelooven, wat m«n altgd van de Rassen heeft verteld, dat ge barbaren zjjt en dan zal ik mama onmid dellijk verzoeken, mat mjj naar hnis te gaan.* Zg stond hoog opgericht en keek hem strak aanhaar geheele verschjjning sprak kracht en vastbeslotenheid uit. De heer van Karpilowka was aan derge- ljjk optreden niet gewoon. Zgn oogen scho ten vlammen; tweemaal hief hjj de hand op, als wilde hjj het wezen, dat hem tegen sprak, met 'n hevigen slag vernietigen; zich gereed te maken tot het uitzenden van nieuwe branders en tot het voorbereiden van een nieuw plan. In de baai van Korea hebben de Japan ners verschillende kolenstations en ook pun ten van troepenlanding weten te vestigen. Zjj hebben er het eiland Nan-San-Shao, bg Dalny, mitsgaders de Elleat- en Hayantan- eilanden, meer in oostelgke richting gelegen, bezet. En admiraal Togo's plan zon nu hierin bestaan om een gansche flotille van kanonneerbooten nit te zenden om zich van de Yaloe-monding bg Antoeng meester te maken, tene inde een aanval der Japansche landtroepen op Wjjoe te steunen. Van Japansche zjjde zon men das tot een dabbelen aanval, aan de land- en zee- zjjd», overgaan, in welk geval de positie der Russen hacheljjk genoeg zon knnnen worden. In verband hiermee jaist is 't van zooveel beteekenis, dat het Port-Arthnr- eskader zjjne vrjjheid van beweging behonde. Om de bedoelde manoeuvre te knnnen wa gen, dient Togo het eskader van Makaroff tegen te honden, en men mag dns aanne men, dat de Japanners alles in 't werk znllen stellen om ten slotte in hnnne po gingen om «de knrk op de flesch* te doen, te slagen. Men zegt, dat een Rnssisch transport schip met een lading vleesch in blik, be stemd voor Wladiwostok en varende onder Chineesche vlag, door twee Japansche krui sers is aangehouden en naar Nigata opge bracht. De Rassen brengen Nioe-tsjwang in goeden staat van verdediging. Tal van mjjnen zgn in de Liao gelegd, en aan de riviermonding liggen eon dozjjn met steenen gevulde jonken gereed om op het eerste sein in den grond geboord te worden ter versperring van den toegang. Tweeduizend Chineezen verlaten de stad. Yan Russische of Japansche oorlogsschepen bemerkt men niets. Te Nioe-tsjwang liggen zeventien koopvaardijschepen. Yolgens berichten uit Pingjang zgn Ja pansche verkenners Zondag Wi-dzjoe bin nengerukt. Zjj vonden de stad door de Rus sen verlaten. In overeenstemming met het uit Pingjang bevestigde bericht, dat de Rassen Widzjoe, en daarmee den Koreaanschen oever van den benedenloop der Jaloe, ontruimd heb ben, komen nog andere berichten. Central News vernam uit Parjjs dat de Russen over daarna liet hg ze langzaam zinken, want Cato verdroeg zgn blik zonder beven. Iwan Iwanowitsch had een waardige tegenstander gevonden. Onder de vreemde invloeden, die haajr omgaven, ontwaakte bg Cato een wilskracht en een zelfstandigheid, die zg tot nn /toe nooit had getoond en men kon Haar aanzien, dat niets haar kon bewegen, <sen stap terng te wjjken. Toen gebeurde iets, dat men in Kairpi- lowka nog nooit had beleefd. Langzaam verminderde de vreeseljjke spanning in Iwari's gelaatstrekken, en zich naar Rndenko e;n Tischko wendend, zei hij: «Rndenko, ik schenk Tischko zgn zweep slagen, hjj kan zgn salaris ontvangen, maar heden nog verlaat hij Karpilowka en mag mg nimmer weer onder de oogen komen. «Ben je nu tevreden?* vroeg hjj Cato met een half lachje, ja hg scheen bjjna een soort bewonderende bevrediging te ge voelen over de energie van 't jonge meisje. «Er zit een goede dosis wilskracht in het meisje, Attilla,* zei hg, «en het is jam mer, dat zg geen jongen is. En gg, jonge man,* zei hg, zich plotseling tot Ro man wendend, «wensehtet gg xooeven iets van mg?< Roman kon in zgn verwarring slechts eenige woorden uitbrengen. Het was das het scherpe oog van Iwan niet ontgaan, dat hg onwillekeurig van zgn stoel was opge staan, toen Cato door den toorn ran haar oom bedreigd scheen. NIEUWSBLAD Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 1