Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Boramelerwaard. Broeder en Zuster. M 2312. 1904. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. "WOENSDAG 20 APRIL. Oorlog tusschen Japan en Rusland. Dit blad versch^at WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per S maanden f 1.00. franco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentien van 16 regels 50 et. Elke regel meer TVs Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Het wachtwoord van onzen tijd is: vooruitgang. Slechts die het wachtwoord kent, kan verder gaan. moet het echter niet alleen ken nen; hij moet het begrijpen. Er is een tijd geweest, waarin kennis en geld zoozeer het deel van enkelen waren, dat bijna niemand zich kon opwerken uit den algemeenen toestand van afhankelijkheid. Toen kennis en beschaving het deel van meerderen werden, begonnen daar door de verhoudingen in de maatschappij te veranderen en langzamerhand ont stond dat streven naar vooruitgang, dat thans tot een algemeenen wedloop is geworden. Ieder wil hooger op. De ouders wil len hun kinderen een betere positie verzekeren, dan zij zelf konden innemen. Ieder droomt er van, zich op te werken, de zaken uit te breiden, betere inkom sten te verkrijgen, op ruimer voet te leven en het in alles verder te brengen dan anderen. In zooverre dat streven het gevolg van een ontwaakt zelfbewustzijn is, moeten wij het onvoorwaardelijk goed keuren; ook op stoffelijk gebied kan het de bestemming van den mensch niet wezen om zijn bestaan werktuigelijk voort te slepen. Wij mogen en moeten wel tevreden, doch niet in alles vol daan zijn. Werkloosheid voert tot ach teruitgang en daarbij mogen wij vooral niet vergeten, dat de krachtsinspanning van den enkelen mensch om zich door kennis en vlijt in de wereld baan te breken, ten slotte tot welzijn van het algemeen strekt. Maar er is ook wel veel schijn. De zucht naar vooruitgang ontaardt wel eens in een wedloop, een concurrentie. Men zoekt den vooruitgang vaak in de uitwendige gedaante der dingen, 't Is wel eens een bloote zucht om na te volgen en mee te doen, die we alom aantreffen. Gemakkelijk is dit met een voorbeeld op te helderen. Wij stellen ons een meisje voor, tot den dienstbaren stand behoorend en dus verplicht in eigen onderhoud te voor zien, en dat er zich op toelegt om veel kennis te verzamelen en uit te munten in practische bekwaamheid, om later als huishoudster, of op welke wijze dan FEUILLETON. ook, de zorg voor een gezin op zich te nemen. Wij noemen dat streven naar vooruitgang en merken daarbij op, dat dit streven van zelf reeds vooruitgang is. Maar wanneer dergelijke onderge schikten zich haar stand en werk scha men en maar gauw trachten om, zon der zich ernstig op iets toe te leggen, ergens een plaats als juffertje te bekomen, dan wordt voor haar de levenskans be slist minder. Mogen zij al eens een kans hebben op een eigen huishouding, dan is het er veelal een, dat het voorbeeld geeft hoe een huishouding niet moet zijn. Het is stellig geen vooruitgang, wanneer de vrouw dagelijks hare on wetendheid bij de eenvoudigste toepas sing der huishoudkunde toont, en de man, ook al een halve heer, met min der verdienste en hooger levenseischen dan een gewoon werkman, vrij wel even ongeschikt is voor zijn maat schappelijke plichten. De valsche zucht naar vooruitgang, heeft ons voor een groot deel beroofd van een der nuttigste en noodzakelijkste bestanddeelen der samenlevingeen goed dienstpersoneel. Natuurlijk zijn er goede uitzonderingen, maar zij bevestigen toch den regel. Met het handwerkspersoneel dreigt het denzelfden weg op te gaan. Een heer-achtig bestaan wil er zoo graag in, en met een klein beetje onder wijs komt men al gauw op een kantoor of zoo iets, waar velen later onder vinden, dat ze zich zelf den weg van vooruitgang voor goed hebben afge sneden. Hoe weinigen beoefenen hun vak met voorliefde ea trachten zich door alle middelen meer op de hoogte ervan te stellen. Van brekebeenen en knoeiers wemelt het, en velen die het in hun plaats tot zekere hoogte zouden gebracht hebben, deden mee aan den vooruitgang en bevinden zich nu dédr waar hun de handen verkeerd staan. En wat wij hier opmerkten omtrent het dienend personeel en ambachtsgilde in het algemeen, geldt dit niet evenzeer voor menigen anderen stand en kring, zij het dan ook in gewijzigden vorm? Het streden naar vooruitgang is zeer loffelijk, maar een onmisbaar element daarvan is, te onderscheiden tusschen den uitwendigen schijn en het wezen der dingen; te zien niet op het heden en het oogenblikkelijke, maar op de toekomst en hetgeen blijft. Zeker moeten wij vooruit, moeten wij naar hooger streven en ons baan breken maar dit zal slechts d&n mogelijk zijn, wanneer wij rekening houden met onzen aanleg en onze ontwikkeling, met den stand en den kring waartoe wij be- hooren. Dit is een gulden, maar tevens een goedkoope les, want de ervaring herhaalt haar eiken dag. Het werkmans kind zal niet mogeQ blijven staan op het standpunt van zijn vader. Het zal beter onderwezen, beter geoefend en be kwamer moeten worden dan die vader maar het zal dan toch, in den regel, als werkman slagen en, als heer of halve heer, een brekebeen blijven of, in den levensstrijd ondergaan. Die het luchtruim ingaan loopen altijd groot gevaar om neer te storten en in de levenszee te verdrinken. Beter is het en vaak is hierin het geheim van den waren vooruitgang gelegen laag bij den weg te blijven, voort te gaan langzaam en met beslisten tred, met een zeker oog en vaste hand. Buitenland. mjjD. Onderwjjl waren dicht voor de haven van Port-Arthur verscheidene torpedo-jagers verschenen, die door het signaal-station en de forten om de Russische wachtsignalen werden gevraagd. U) »Je bent in bet laatste jaar wel door de Dnitscbe dweperij aangetast,zei Nata lie, bjjna verachtelijk, anders had ge je ook niet knnnen inbeelden, dat ik de reis van Moskon naar hier gemaakt had, om een meisje te leeren kennen en te hooren, dat jij als een onervaren jongen met zoo weinig waardeering over geld en rijkdom spreekt. Geld is nu eenmaal de macht, die alles mogelijk maakt. Wees een schurk, die zjjn schelmstreken met een gouden pleister be dekt en niemand zal je je plaats in de wereld betwistenEn je moet het hebben, Roman, niet als aalmoes van een rjjk man, maar omdat het je toekomt. Ik wil niet, dat mjjn zoon een deel van hetgeen hem behoort, als huwelijksgift meekrijgt, maar dat hg een arm meisje, als hg het nu een maal liefheeft, van eet zjjne meedeelt. Daar om ben ik naar Karpilowka gekomen. Roman was als verdoofd door die woorden, welke als een losgebroken stroom over hem uitgestort werden. Een vreeseljjke angst greep hem aan. Zjjn moeder was altjjd eigenaardig en zwggend geweest; haar plotselinge aan komst, die onverstaanbare, bjjna zinnelooze redeneering, op zoo'n hartstochtelgken toon geuit, verwekten een omzettende gedachte in hem. Zou zjj waanzinnig zgn? Bed aar, moeder, ge zjjt opgewonden,* zei hg, de hand op haar arm leggend. »Ik was nooit rustiger dan nu,« zei zjj en slingerde toornig zgn hand weg. Zjj wendde zich af en keek eeniare oogen- blikken zwggend naar bniten. Toen ging zjj op de bank zitten, trok haar zoon naast zich, en ging op veel veranderden, bedaar den toon voort met spreken. »Kom, Roman, hoor mjj aan,« zei ze, »en vóór alles, twjjfel niet aan mjjn ver stand, ofschoon de herinnering dikwjjls in staat is, mjj dol te maken. Vele eenzame jaren heb ik op dit nnr gewacht en daarom vergat ik een oogenblik, dat jjj in je on wetendheid mjj niet zondt begrjjpen.c Een koude huivering deed Roman sidde ren. Zjjn moeder sprak thans met een ras- tigheid en zekerheid, die elke gedachte aau waanzin buitensloot. Des te meer lieten baar woorden hem vermoeden, dat hg voor de poort van een noodlottig geheim stond. »Arm kind,c zei Natalie, »hoe weinig scbjjn je in staat te zgn, met het leren te kampen. Roman I ten eerste treed ik met een aanklacht tegen mezelve eoor je. Ik heet niet Natalie Laurentiewna, mjjn naam is Mawra Romanowna.* Roman richtte zich op. »Laat mg uitsprekeo. Mjjn ware naam is niet het eenige, dat ik voor je verborg. Ook jjj draagt een familienaam, die je niet toekomt, R)man enje vader leeft.* Met vr< eseljjke inspanning uitte zjj die laatste woorden en bedekte daarna 't ge zicht met beide handen. Zjj had slechts dien éénen zcou en voor diens onwrikbaar, eerljjk oordeel haar gansche leven als leugen Admiraal Togo heeft thnns, bljjkens een kort telegram uit Tokio, bevestigd dat aan het zeegevecht op den 13den dezer vooraf was gegaan een nachteljjke operatie van de Japansche torpedo-flotielje, welke ten doel had ter slniks mjjnen te leggen op de bniten- reede vaa Port Arthur, en dat de »Petro- pavlofsk* vergaan is op een Japansche Admiraal Skridlof, de nieuwe bevelhebber over da vloot in het Verre Oosten, heeft bjj de Russen den bijaaatw van den bal hond van de Russische vloot.* Zijne be noeming beduidt: vechten. Hg is onvervaard en, ofschoon een ruw man, juist van het slag mannen oader wie matrozen graag vechten. Het gerucht loopt naar de »Standard« uit Petersburg verneemt dat de Japanners twee Russische regimenten bjj de Yaloe een ernstige nederlaag hebben toegebracht. De Londensche correspondent van de »Rheinisch-Weetfalische Zeitung* heeft een brief uit St. Petersburg ter inzage gekregen, welks schrjjver van de beste officieela Rus sische bronnen gebruik kan maken. In dezen •rief wordt het volgende verhaal van het /ergaan der >Petropawlowsk« gedaan, dat /rjjwel overeenstemt met het officieele be- g^aacBP«ByKjar»CTWBnnp—i—trmtmmpK^—taap—wargeiJieMmjiMJuu^jJiaFy bloot te leggen, dat was een harde beproe ving voor haar trotsch karakter. Een donker rood had zich verspreid over Romans voorhoofd en waageu. Al zjjn plan nen voor de toekomst vielen met één slag in duigen. Wat kon hg van Iwan hopen, als hg niet eens een eerlgken naam had aan te bieden? Want slechts de schande behoeft zich te verbergen, dacht hjj. »En waarom deze deze »Deze leugen. Spreek het maar uit, wat ik in je oogen lees,* viel zjj hem somber in de rede. Alleen heb ik geleden, opdat thans mjjn zoon de staf over mg breke. Ik wist, dat het zoo aioest komen.* »Het onverwachte verdooft mjj, moeder,* antwoordde hg. Haastig begon hij heen en weer te loopen, terwjjl haar blik hem ang stig volgde. Plotseling stond hjj voor haar stil. Zjjn oogen hadden een vreemien, strakken blik. »Waar leeft mjjn vader en hoe heet hg vroeg hg langzaam. Haar lippen drukten zich vast op elkaar. Zjj haatte den naam, dien zjj zou uitspre ken, als de dood. »Hoe heet mjjn vader? Ik heb het recht, dit te weten.* Mawra Romanowna had haar zoon harts- tochteljjk lief, maar zjj had zich in den loop der tjjden eraan gewend, hem als werk tuig harer wraak lief te hebben. Hoe, als hg een zachter gemoed had dan zjj, en de plannen zou verwerpen, die zjj voor zjj a toekomst had? De blikken van moeder en zoon kruisten elkaar. »Je vader heet lwan Iv anowitseh,* zei zjj eindeljjk. richt van admiraal Togo. Admiraal Makaroff had reeds in «en op 11 April gehouden krjjgsraad besloten, dat bjj de eerste de beste gelegenheid, dat zich een Japansch eskader voor den mond der haven zon vertoonen, dit eskader, indien het in sterkte de Russische vloot niet te veel overtrof, dadel jjk zou worden vervolgd en zoo mogeljjk tot dan strjjd gedwongen zou worden. De admiraal was tot deze be slissing gekomen, omdat alle pogingen om le Japansche schepen tot een strjjd onder de forten van Port Arthur te dwingen, mis lukt waren. Op 12 April, 'a avonds laat, signaleerden twee op verkenning uitgezonden torpedo jagers vier Japansche kruisers, begeleid door eenige torpedo-booten en een paar torpedo jagers, die tusschen den Gouden Berg en de Mixo-Tao bergen kruisten. Bjj 't aanbreken van den dag koos admiraal Makaroff met zgn geheele beschikbare vloot in noord- oo8teljjke richting zee. Na anderhalf uur stoomens kwamen de gesignaleerde kruisers iu 't gezicht en werd tot vervolging over gegaan. De Japanners trokken langzaam in de richting der Miaoto-eilanden terug. Tegen half negen ontdekte men op Makaroff's vloot plotseling de schoorsteenen van eenige groote Japansche slagschepen en kort daarna een groot aaDtal Japansche kruisers, die snel op de Russische schepen aanstoomden, met het dool de Russische schepen den terugweg naar Port-Arthur af te sluiten. Admiraal Makaroff zag dadelgk in, dat zgn eskader tegen een viervoudige over macht gevaar liep bjj een treffen ten onder te gaan en begon onmiddelljjk den terug tocht. Deze signalen werden gegeven en bleken volkomen in den haak te zgn, zoodat men ze voor de Russische torpedo-jagers hield, door admiraal Makaroff reeds bjj het in- vail n van de duisternis uitgezonden als verspieders. Ouder daze Russische verspieders bevond zich ook de >Straschny«. Thans is men er zoo joed als zeker van dat deze torpedojagers Japansche schepen zgn geweest, die voor da tweede maal niet goed gevolg de Russische signalen gebruik- De uitwerking van die onthulling op Roman was vreeseljjk. >Een kind der schande!* steunde hg ontzet. Die nitroep gaf haar de gewone trotsche houding terug, die zjj voor een oogenblik verloren had. >0 neen, mjjn zoon,* zei zjj, zich hoog oprichtend, »je moet je bezinnen, eer ja je moeder beleedigt. Je bent de wettige zoon van Iwan, de rechtmatige erfgenaam van Karpilowka. Een onafwendbaar noodlot heeft je zonder mjjn toedoen hierheen gevoerd, nu moet je in je volle recht treden. Want ik zal nooit dulden, dat je een brok als gift toegeworpen wordt, waar alles je onbe twist toebehoort.* >Ik, de erfgenaam van Karpilowka?* Roman sprak toonloos, twjjfelend, vragend keek hg zgn moeder aan. Iwan was zgn vader? Die ruwe man, dien hg noch ach ten, noch liefhebben, noch eeren kon? Hjj moest voor hem treden en zjjn recht als zoon vragen? Hoe was dat alles mogelgk? »Wees een man, Roman,* zei de krach tige stem zjjner moeder. >Is het dan zoo'n groot ongeluk, de erfgenaam van dat schoone landgoed te zgn en daardoor den weg naar je professorsdochter vrjj te zien?* >Maar ik begrjjp nog niet, hoe dat alles mogelgk is, moeder. Iwan Iwanowitsch heeft vele jaren geleden zgne eerste vrouw door den dood verloren en Louise. »Zwjjg van die vervloekte pop!* riep zjj heftig. >Als ik morgen kwam, om mjjn rechtmatige plaats in te nemen, kon zjj met scbimp en schande weggejaagd wor den. Haar echt is ongeldig, zoolang ik leef. ten om ongehinderd aan den ingang van de haven zelfwerkende mjjnen nit te zetten. Tegen acht uur bereikte de Russische vloot de buitenhaven, dicht door de Japan ners vervolgd. Admiraal Makaroff had juist zgn officieren in zjjn kajuit verzameld om verdere bevelen te geven, toen voor de >Petropawlovsk« een reusachtige waterzuil opsteeg, gevolgd door een vreeselgke ont ploffing, die binnen eenige seconden door drie andere ontploffingen werd gevolgd. De mjjn had de ketels getroffen. Deze waren gesprongen en daarna was de ammnnitie- kamer in de lucht gevlogen. Het zware slagschip zwenkte een halren slag om zgn middelpunt en barste daarna uiteen, waarna de zware stukken als lood zonken onder het gedonder van de Japan sche kanonnen, die juist naast de westeljjke invaart van de binnenhaven het bombarde ment begonnen. Had de ontploffing een paar honderd meter verder plaats gevonden, dan zou het slagschip ook nog den ingang van de bianenhaven hebben versperd, die thans, ondanks de vertwjjfelde pogingen der Japanners, nog altgd open is. Bjjna alle in de onmiddellijke nabgheid van het vlaggeschip volgende gepantserde en torpedo-booten snelden dadeljjk toe, om de opvarenden van de »Petropawlovsk«, die op 't water zichtbaar waren te redden. Velen van hen werden vreeselgk verbrand opge pikt. Het reddingswerk werd zeer bemoeiljjkt, omdat de Japanners doorgingen met schie ten. De toestand was te hacheljjker, daar een deel der Russische schppen reeds de binnenhaven bereikt hadden, terwjjl een andar deel nog buiten aan het vuur vau de overmachtige Japansche vloot was bloot gesteld en de Japansche torpedobooten on versaagd ondar het vuur der Russische for ten torpedo's op de Russische schepen af schoten. De >Pobjeda«, die het vlaggeschip volgde, werd door een dezer torpedo's op de waler- ljjn getroffen en helde een oogenblik zeer overstag. Hoewel de Japanners onmiddelljjk een hagel van geschut-projectielen op de •Pobjeda* richtten, gelokte het de Rnssische bemanning het schip zwaar beschadigd da binnenhaven in te loodsen, en zoo in vei ligheid te brengen. Ondertns8chen waren de als verspieders uitgezonden Russische torpedo-jagers ach tergebleven eu kwamen nu als laatste iu Dikwjjls heb ik met mezelve gestreden als, het verlangen wakker in mg werd, den bastaard Lubim op zjj te schuiven en jou in zjjn plaats te stellen. Nu heeft de hemel gericht. Lubim is dood en jjj bent, waar je behoort te zjjn.* >En ik moet nu de ljjdende Louise den doodsteek geven en daardoor een scheiding maken tusschen Cato en mg Gjj verlangt veel moeder, «zei Roman bitter, >terwjjl ik nog in 't geheel niet weet, wat u aan leiding gaf u u, nu ja, u voor dood uit te geven.* zJe zult het ervaren, mjjn zoon. Misschien zal je toegevender zjja, als je alles weet. Maar vrees niets, ik verlang niet, in het leven terug te keeren en de Duitsche te verjagen. De straf, aan Iwan's zjjde te leven, is harder dan eenige anrere. Alle papieren, die je als wettig erkennen, zgn zorgvnldig bewaard en zullen je bjj onderhandelingen met je vader van dienst zjjn.* Zjj opende een kistje met een sleutel, dien zjj om den hals droeg en nam er een pakje besehreven bladen uit. >Lees dit, Roman. Hierin zul je alles vinden, wat je noodig hebt te weten. Ik schreef de geschiedenis van mjjn levenden dood op, Roman, opdat jjj ze eens zondt kunnen lezen en mg vrgspreken. Want veel en dikwjjls plaagde mjjn geweten mg en 't was een bittere gedachte, dat ik niet den dood verkozen had boren de eventueele verwenschingen van mjjn zoon.* Zjj schoof het licht naar hem toe. >Je kunt hier bljjven lezen, Roman. Niemand zal je storen. Vader Afanassi slaapt en ik heb behoefte aan rust ua de reis.* (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 1