Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
RICHARD COBDEN.
Misdaad en Boete.
UitgeverL. J. YEERMAN, Heusden.
M 2328.
WOENSDAG 15 JUNI.
1904.
Oorlog tusschen Japan en Rusland.
LANB^AN ALTEN/-
TOOK
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementaprgi: per 3 maanden f l.OO.
franco per post zonder prgsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel
meer 71/» ot. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
(1804—1865).
IL Slot.
Ook in het parlement streden Cob-
den en Bright hun ontbaatzuchtigen
strijd voor wat een volk in de eerste
plaats noodig heeft om zich te ont
wikkelen: de vrijheid van handel en
van verkeer. Ook daar trokken zij heftig
te velde tegen een stelsel, dat belas
tingen heft ten gunste van bepaalde
klassen en dat in de beurs van parti
culieren een gedeelte doet vloeien van
hetgeen uitsluitend voor 's Rijks schat
kist behoort bestemd te zijn.
Aan Cobden's onvermoeide werk
zaamheid was het te danken dat in
1842 door den Minister Robert Peel
aanvankelijk de rechten werden ver
laagd. Van toen af bracht elk jaar hem
dichter bij de overwinning. De treurige
toestand des volks, tot welks verbe
tering de strijd was begonnen, kwam
den vrijhandelaren te hulp. In 1845
deed een aardappelziekte in Ierland
den geheelen oogst mislukken, en een
algemeene hongersnood stond voor de
deur. Yan alle zijden eischte men
openstelling der havens voor vreemde
goederen en granen. Eindelijk zwichtte
de regeering voor den steeds krachtiger
wordenden aandrang en werd de in
trekking der graanwetten den 26sten
Juni 1846 bekrachtigd.
Met zelfvoldoening kon Gobden op
zijn werk terugzien, en al komt de eer
van de afschaffing der graanrechten
hem niet uitsluitend toe, naar waarheid
kon de minister, Sir Robert Peel, ver
klaren dat aan dezen maatregel voor
altijd Cobden's naam zal blijven ver
bonden als de naam van den man die,
uit zuivere en belangelooze bedoelingen
handelend, met onvermoeide geestkracht
de zaak der handelsvrijheid heeft be
pleit.
Zoo was dan de zege bevochten, doch
Cobden's werkzame natuur liet hem
geen rüst. Nu het beginsel had gezege
vierd, nam hij deel aan de verdere
toepassing ervan. In 1849 werden de
scheepvaartwetten afgeschaft, waardoor
de büitenlandsche vaart werd bevrijd.
In 1853 vielen de rechten op nog 133
artikelen, in 1860 verdwenen die op
boter, kaas en nog andere zaken, in
1161 die op papier, in 1869 het laatste
kleine recht op graan, terwijl met het
verdwijnen van het invoerrecht op sui
ker in 1874 in Engeland het stelsel
van vrij handel yolkomen werd gehul
digd.
FEUILLETON.
6)
Berkels kuikte; dat «misschien* scheen
hem vrjj wat meer op zjjn gemak te doeu
geraken.
Welnu*, vervolgde de vroiw, «hg was
het reeds bjjna ontkomen, en ik zou hem
aan de grens met ons kind opwachten.
Maar even aan dezen kant, geen tien mi
nuten van de grenzen verwjjderd, werd hg
door de Fransche ambtenaren ontdekt en
vervolgd. Hg beproefde nog, te ontkomen
ik zag, hoe zjjn paard onder hem neer
stortte, en hoe hg toen te voet voortsnelde.
Bjjna was hg aan de grens, toen een Fran
sche kogel hem deed vallen. Ik liep naar
hem toe, en hg had nog slecht de kracht,
mg toe te fluisteren: Breng mgn ring
naar Berkels in Arnhemhg Meer
kon mgn arme man niet uitbrengenhg
stierf eenige oogenblikken lat?r in mjjne
armen.*
»Is dat alles vroeg Berkels na eenig
zwjjgen in koortsachtige spanning.
Alles. Is het niet genoeg?*
«Ik bedoel, of nw overleden man niet meer
zeide, dau hetgeen ge mg verteld hebt.*
«Neen, geen enkel woord. Wat zon hg
dan nog meer hebben moeten zeggen?*
Doch niet alleen in eigen land diende
Cobden de zaak der handelsvrijheid.
Sedert den val der graanwetten werd
het vraagstuk van Vrij handel of Be
scherming een der voornaamste, waar
mede alle landen zich zouden hebben
bezig te houden. Yan dien tijd hield
Cobden zijn oog op de büitenlandsche
staatkunde gevestigd. Yast overtuigd
dat door den band van wederkeerige
handelsbelangen de vrede tusschen de
volken duurzaam zou worden bevorderd,
bepleitte bij steeds de internationale vrije
handelspolitiek en werd hij bestrijder
van de oorlogszuchtige staatkunde der
partij, waartoe hij behoorde. Steeds
verhief hij zijn stem tegen inmenging
in de zaken van andere landen, steeds
streefde hij er naar om voor Engeland
den vrede te bewaren. Een der resul
taten hiervan was het handelsverdrag,
in 1861 met Frankrijk gesloten, waarbij
door zijn toedoen en dat van zijn Fran-
schen geestverwant, Chevalier, de Fran
sche tarieven aanmerkelijk werden ver
laagd. Het gevolg was een snelle ver
meerdering van den handel tusschen
Engeland en Frankrijk, tot voordeel
van beide landen. Tot dank voor deze
tweede weldaad, zijn volk bewezen,
wenschte de regeering Cobden te beloo-
nen, doch de onbaatzuchtige man wilde
hier niet van hooren en weigerde elke
belooning, evenals hij korten tijd te
voren een aanbod om als minister deel
te nemen aan de regeering, ondanks
de op hem van alle zijden uitgeoefende
pressie, van de hand had gewezen. „De
eenige belooning die ik begeer" al
dus schreef hij in zijn antwoord op het
vereerende aanbod „is, dat ik moge
blijven leven om getuige te zijn van
een verbetering in de betrekkingen tus
schen de twee groote nabuurstaten, die
door het handelsverdrag nauwer wordt
verbonden."
Het was hem echter niet gegeven
zijn wensch voor nog talrijke jaren te
zien vervuld, en de zegenrijke gevolgen
van het stelsel der vrijheid van handel
in vollen omvang te kunnen aanschou
wen. Te midden van zijn werk stierf
hij den 2den April 1865 te Londen.
Behoeven de resultaten van zijn ar
beid nog te worden bewezen? Moet
dan nog steeds bewijs worden geleverd
voor wat door een ieder, wiens oog niet
door baatzucht en eigenbelang is ver
blind, kan worden waargenomen „Er
is geen woonstede in het land," aldus
werd bij de onthulling van Cobden's
standbeeld te Bradford gezegd, „waar
door zijn werk niet meer levensgenot
is gekomen, geen hut waarvan de be-
»Ik dacht, dat hg u misschien de reden
had medegedeeld, waarom hg wilde, dat
ge mg dezen ring zoadt brengen. Hebt ge
hem bjj u?«
«Zeker, hier is hjj,« antwoordde zjj, lang
zaam een fraaien ring van den vinger
nemende en hem dien overreikende.
«Het is inderdaad zgn ring,* zeide Berkels,
het kostbare sierraad eenige oogenblikken
aandachtig beschonwende. «Indien wg na
slechts bet doel wisten, waarmede hg mg
gezonden is. Kant gjj het mogelfik ook
vermoeden?*
»Ja,< antwoordde zg zacht. «Ik heb er
gedurende mgne lange ziekte, want ik
ben zwaar ziek geworden na den moord,
op mgnen man gepleegd menigmaal over
gedacht, en ik geloof, zjjne bedoeling ge
raden te hebben.*
«Ik zal gaarne nwe meening hieromtrent
vernemen.*
Mogelgk is het a bekend, dat ik geheel
alleen op de wereld sta.*
«Neen, dat wist ik niet.*
«Weina, het is zoo. Ea daar al onze be
zittingen zgn verbeurd verklaard, ben ik
thans bovendien doodarm, zoodat ik met
mgn kind zelfs aan het allernoodigste ge
brek heb.*
«Thans begrip ik de bedoeling van uwen
overleden echtgenoot volkomen I* riep Ber
kels uit, alsof hem nu plotseling ean licht
opging. «Heine rekende op mgne vriend
schap, en ik zal toonen, dat hg niet ten
onrechte daarop gebouwd heeft. Maar ver
won ers niet meer werk hebben gekre
gen en voor wie naast een ruimere
keuze van goedkoopere levensbehoeften
de loonen niet zijn verhoogd."
Heeft Cobden dan tevergeefs geleefd
en gewerkt, zou men bijna geneigd
zijn te vragen, waar men ziet dan ook
hier te lande pogingen worden gedaan
de protectie weer binnen te halen? Wij
weigeren zulks te gelooven. Yeeleer
mag worden vertrouwd dat ook hier
Cobden's geest zal blijken te leven,
dat met warmte zal worden gestreden
voor het behoud van de vrijheid ook
op het gebied van den handel, dat men
ook hier wensch t te streven naar het
grootsche doel van den man van Vrij
handel en Yrede tusschen de volken
der aarde.
Buitenland.
Schout-bjj-nacht Togo meldt, dat een
deel der Japansche vloot 7 dezer de kust
bg Kaiping beschoten heeft en daarbjj een
oorlogstrein, die zuidwaarts naderde, terug
dreef. De Russen voerden troepen aan en
wierpen verschansingen op, blgkbaar den
kende, dat de Japanners gingen landen.
Kleine kanonneerbooten beschoten daarop
de Rassen, die met het graven bezig waren,
en berokkende, naar zg geloofden, aan
merkelijke schade.
Uit Nioe-tsj wang, 12 Juni: Men verzekert
dat de Japansche strijdmacht die te Poelan-
tiëu (Port Adams), op Liao-tong, was
achtergelaten, om een zuidwaartsche be
weging van de Rassen te stuiten, aange
vallen is en, na een terugtocht in scbjjn
gedaan te hebben, de Rassen is omgetrokken.
Dezen zouden 800 man verloren hebben en
nu terugtrekken op Kain-tsjou.
Volgens den correspondent van de «Daily
Mail* in het Japansche hoofdkwartier, zou
den de Japanners niet alleen Sioe-jen en
Saimatse bezet hebben, maar ook Buntsjou,
136 KM. ten O. van Moekden en Liao-
wa-ling, 8 KM. ten N.W. van Sioe-jen.
Te Petersburg heeft men vernomen dat
de Japanners niet alleen een straatweg van
de Jaloe naar Feng-hwang-tsjeng, maar ook
een lichten spoorweg aanleggen. Deze laat
ste zou in het regenseizoen groote diensten
kunnen bewgzen voor een aanvoer van
voorraden.
Uit Tokio, 13 Juni: Admiraal Togo
gun mg, n vooraf mgne innige deelneming
te betuigen in uw groot eu smarteljjk ver
lies.*
Hg stond op, trad naar haar toe en
drnkte haar de hand.
Er kwam een trek van weemoed en
dankbaarheid op het bleeke gelaat der arme
vrouw, en een traan blonk in haar oog,
toen Berkels vervolgde: «Allereerst moet
gg en uw kindWaar is het kind
Zg opende den "doek en tooude hem
zwggend het knaapje, dat nog altjjd ge
rust sliep.
Moet gg en uw kind van kleederen
verwisselen en u een weinig verkwikken.
Er zal onmiddellijk een kamer voor u in
gereedheid worden gebracht, waar gjj al
het noodige vinden zult. Daarna zal ik n
aan mgne vrouw voorstellen. Ik twjjfel er
niet aan, of gg beiden zult spoedig vrien
dinnen zgn. Voor het overige zullen wg
verder zien.*
Hg reikte haar nogmaals de hand, die
zg thans met warmte drukte, waarna zg
op bewogen toon zeide:
«Ik wist niet, dat mgn man zulk eenen
vriend had.*
Waarom keerde hg zieh plotseling zoo
haastig om, terwgl hem het bloed naar de
wangen steeg en daarop een gloeiend rood
te voorschgn deed komen? Schaamde die
man zich voor hetgeen hg deed aan de
weduwe van zgn gestorven vriend?Of voelde
thans reeds den giftigen angel, dien
hg ziehzelven in de borst had gedrukt?
meldt, dat de Russen met 3000 manschappen
en 20 kanonnen Jin-kou ontruimd hebben,
wat het gevolg is van de beschieting van
Kai-ping.
Volgens den Petersbnrgschen correspon
dent dsr «Echo de Paris* schat de Russi
sche generale staf de strijdmacht der Ja
panners op het oorlogsveld nu op 298,000
man, waarbg 72 eskadrons paardevolk, met
375 staks veld-, 228 stuks berg- en 232
stuks belegeringsgeschut.
De «Köln. Ztg.c schat thans de geheele
sterkte van de oprukkende Japanners (die
bjj Port Arthur van het tweede legercorps
niet meegerekend) op 160,000 man met
288 kanonnen, benevens een zelfstandige
brigade artillerie met 144 kanonnen, zware
artillerie van het veldleger en een zelfstan
dige brigade ruiterg.
De «Standard* verneemt nit Petersburg:
Hier moet een telegram zgn ontvangen van
admiraal Skrydlof, meldende dat hg met
het Wladiwostoksche eskader den 7den dezer
de Japansche vloot ontmoet heeft op 30
mjjlen van Port Arthur, maar terugtrok
daar er uit Port Arthur geeu schepen naar
buiten kwamen. Den lOden dezer is hg
daarom te Wladiwostok teruggekeerd.
De «Daily Telegraph* verneemt uit New-
York: Het gerucht, volgens hetwelk een
Amerikaansche maatschappij deonderzeesche
boot Prot8etor voor 600,000 gulden aan
Japan heeft verkocht, wordt vandaag be
vestigd. De koop is al twee maanden ge
leden gesloten en de boot is thans onder
weg naar Japan aan boord van een Noorsch
schip. Aan boord van dat schip zgn ook
twee Amerikaansche deskundigen die de
Japansche zeelui zullen onderrichten in het
hanteeren van het onderzeesche vaartuig.
Uit Petersburg wordt aan de «Daily
Express gemeld
Dank zg hare krachtige pogingen, is de
Keizerin-Weduwe er eindelijk in geslaagd,
de rooverjjen bg de leger-intendance te
verhinderen. Men zegt dat reeds e8n ver
duistering van 84 millioen gulden aan het
licht is gekomen.
De «Daily Express* verneemt uit Naga
saki dd. 11 dezer (via Sjanghai 13 dezer):
De oppercensor heeft den telegraafdienst
heropend. Tokio is thans in rechtstreeksche
verbinding met de aanvoerders van alle te
veld staande kolonnes. Elke troepenmacht
is weer verbonden door een veldtelegraaf.
Zoodoende wordt elke beweging van de
Russen van den eenen generaal naar den
Dien avond zat de arme zwerfster, met
haar kind op den schoot, voor het eerst
sedert langen 4jjd weder in eene prettig
verwarmde kamer, en dien nacht sliep zg
weder, zonder koude, honger en zorg te
gevoelen.
Maar in dienzelfden nacht wentelde zich
in het fraaie huis een man onrustig op
zgne legerstede om, tevergeefs in de armen
van den slaap ziehzelven en zgn geweten
tot rast trachtende te brengen. En als hg
nu en dan in eenen liehteu sluimer viel,
kwamen benauwende droomen hem kwellen,
en hg zag dat eene schoone vrouw met
dreigend opgeheven vinger hem ernstig en
verwjjtend aanzag, terwgl eene afzichtelijke
slang hem in hare vreeselgke omwindingen
langzaam lid voor lid verbrijzelde en de
schim van Heine hem grgnzend in vurige
letters de woorden >Eerlooze diefop het
voorhoofd schreef.
III.
Een tjjdperk van twintig jaren was sedert
dien avond voorbijgegaan. Veel, zser veel
was er indien tjjd veranderd. Geen verspie
ders luisterden langer aan maren en denren
of in besloten kringen naar elk woord, dat
voor tweeërlei uitlegging vatbaar was. Geen
vreemde overheerseher dreigde langer onze
taal en letterkunde geheel te doen verdwgnen,
maar ook geene arme, onschuldige, of eer-
ljjke en vlgtige mannen werden van goed
en leven beroofd om eene misdaad, die
nimmer door hen beraamd, veel minder
anderen gemeld.
Uit Petersburg werd Maandag aan de
New York Herald gemeld:
Eiken dag brengt een opzienbarend ge
rucht. Vandaag heet het dat vier Japan
sche pantserschepen en twee kruisers ge
zonken zgn en dat aan Russisehen kant
de Retwisan naar den kelder is gegaan.
Waarschjjnlgk is dit gerucht, als zoovele
andere, pure verbeelding.
Ernstiger nieuws is dat, betreffende de
aanhoudende pogingen van generaal Koeroki
om generaal Koeropatkin'a rechter flank te
overvleugelen, waarin de militaire deskun
dige van de Birzjewija Wjadomosti de be
doeling van de Japanners ziet, om den
terugtocht van het Russische leger naar
Charbin af te snjjden. Nu de vgand op
het punt staat om Jinkou te bezetten, legt
hg het blgkbaar toe op de omsingeling van
Liao-jang. De Japanners vergeten echter
dat er dageljjks versterkingen aankomen.
Te Berljjn is Zaterdag weer een romp
van een meisje nit het water gehaald, waar
van het hoofd, de armen en beenen op
dezelfde wjjze waren afgesneden als bjj het
vorige slachtoffer. De overblijfselen zgn her
kend als die van Lucie Berlin, het negen
jarige dochtertje van een sigarenmaker.
Onderaan het lichaam, tasnehen de weeke
deelen, was de romp nog verminkt met
een diepe snede, wat doet vermoeden dat
men hier weer met een sexueelen moord
te doe» heeft.
Buren van het meisje weten te vertellen
dat het kind verleden week door een jongen
man (wiens signalement bekend is) naar
een lekkers winkel is meegetroond. Daarna
heeft niemand meer iets van het meisje ge
zien. De politie looft 1000 mk. uit voor
belangrijke aanwijzingen.
De Berljjnsche ochtendbladen melden dat
de 40-jarige soutenenr Lenz in hechtenis
is genomen, onder verdenking dat hg de
hand heeft gehad in dezen moord.
Het Handelsbl. van Antwerpen meldt
Twee meisjes van het gehucht Severdonck
speelden op den weg in het veld, toefi zjj
eensklaps aangesproken werden door een
heer, die tameljjk goed gekleed was. Het
kleinste kind vluchtte, doch het meisje Claes-
sens, 14 jaar oud, werd vastgegrepen en
met geweld in een korenveld gesleurd, waar
de schurk het arme kind schandelijk mis
handelde. Het ongelukkig slachtoffer droeg
talrijke sporen van gaweld.
Er werd dadeljjk een onderzoek ingesteld
bedreven was.
Oude menschen waren gestorven, en kin
deren waren opgegroeid tot jongelieden en
maagden. Donkere haren en volle lokken
waren grjjs geworden en uitgevallen en
veel schoons was er verwekt.
In het fraaie hnis te Arnhem zat Berkels
bg den haard. Het was weder herfst en
stormachtig, evenals twintig jaren geleden.
Qg was nn een oud, afgeleefd man, ten
minste naar zgn niterlgk te oordeelen. De
sneeuwwitte haren en de diepe rimpels in
zgn voorhoofd getuigden, dat het levsn ook
hem niet enkel vreugde on geluk had ge
baard. Vele stormen waren er over zgn
hoofd gegaan, en diepe, onuitwischbare spo
ren hadden zg achtergelaten. Zgne vrouw
was hem reeds jaren ontvallen, en op haar
sterfbed had zg hem nog toegefluisterd,
hoe gelukkig zg altgd met hem en door
hem geweest was. Nimmer had zg bemerkt,
welke worm er knaagde aan zgn hart;
nimmer was zg getnige geweest van den
folterenden zielsangst, die hem kwelde en
hem vóór zjjaen tjjd tot een zwakken,
levensmoeden grgsaard maakte. Zg was
heengegaan in de volle, zalige overtuiging,
dat hg werkelgk was, waarvoor zg hem
steeds gehouden, zooals zg hem tot haar
laatste levensuur gedacht hadeen on
kreukbaar eerljjk man, een zorgzaam vader
en een teeder liefhebbend echtgenoot.
NIEUWSBLAD
lyvsr jrg/Ttit
(Slot volgt.)