Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bomraelerwaard.
Recht en Plicht
M 2361
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 8 OCT.
1904.
Oorlog tusschen Japa i en RÏÏsIanli,
UNB VAN.AtfÜ""'
YOOB
Dit blad verschjjat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.06.
franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
rummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 60 et. Elke regel
meer 71/, ot. Groote lettere naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinadag- en Yrjjdagavond
ingewacht.
Onze tijd is een rechtzoekende tijd.
De werkman strijdt voor zijn recht
op een behoorlijken rusttijd, de ambte
naar eischt het recht van volle critiek
op de handelingen der overheid, de vrouw
vraagt gelijkstelling in rechten met den
man.man en vrouw te zamen komen
op voor een hooger loon. De innigste
verzuchting in tal van kringen is een
bede om recht, en kreten van veront
waardiging klinken door in de pers,
daveren in vergaderzalen, waar men
rechten meent aangetast. Op dit ver
schijnsel te wijzen, is niet hetzelfde als
er den staf over te breken.
Een der minst ^ïstbare rechten
van den mensch cp rep» wijze
voor zijn recht op te komen en de
kracht, die uit hei streven naar verbe
tering spreekt, is sympathieker dan de
zwakheid der berusting. Maar wie buiten
den strijd staat, wordt soms getroffen
door verschijnselen, die ontsnappen aan
de aandacht der strijdenden. Daarover
zich te uiten M: een recht van den on
partijdiger! toescHouwer.
Onze voorvaderen hebben gestreden
voor het recht hun God te mogen dienen
volgens de inspraak van eigen gewetoü,
ze hebben al wat het hunne was opgezet
in den kamp om godsdienstvrijheid, fin
nu nog staren we vol bewondering naar
die forsche, knoestige figuren, voelen we
onze kracht stijgen, als we ons inden
ken in dien strijd van recht tegen on
recht, van vrijheid tegen dwang. Maar
wij zijn ook niet blind voor de fouten
onzer voorouders, en op één daarvan
is maar al te vaak gewezen. Eischt het
recht op vrijheid van geweten en ge
legt u den plicht op ook <|ie vrijheid
aan anderen te gunnen. In 't betrachten
van dien plicht zijn ze vaak te kort
geschoten.
En hoe zal het nageslacht over ons
oordeelen? „Recht voor Allen" is een
pakkende leuze. Aan ieder het recht
fid te worden van zijn vakvereeniging
Geen patroon moet het wagen zich tegen
dat recht te kanten, geen vereeniging
van patroons mag dat doenZeer juist
ingezien. Maar als nu een kameraad,
een mede-ambtenaar, van dat recht geen
FEUILLETON.
27)
»Wat is er dsn?* vroeg ik ongeduldig.
»Pstl Bjj mijn liefde voor moeder zweer
ik jeSelim ligt in het hoppriëeltje
san Hanna's voeten nedergeknieldHi, hi,
hil<
Ik greep hem met beide handen aan en
mjjn vingers drongen diep in zjjn schouders.
Zwijg, blijf hier! Geen woord erover,
versta je me? Bljjf hier, ik zal er zelf heen
gaan; maar houd je mond en zeg er aan
niemand een woord over, als je leven je
lief is!«
Kazimierz, die anders de zaken allereerst
van den vrooijjken kant opvatte, schrikte
van de doodeljjke bleekheid, welke mjjn ge
laat bedekte, en bleef met open mond op
dezelfde plek staan, terwjjl ik als een ra
zende in de richting van het hoppriëeltje
stormde.
Ik sloop haastig en slniperig als een
■lang, tusschen de magnolia-struiken door,
welke het prieeltje omringden, en kwam
onopgemerkt naderbjj. De schuttingen van
het prieeltje bestonden uit dunne, kruise
lings over elkander geslagen latten, zoodat
ik alles kon hooren en zien. De rol van
luistervink scheen mg dat oogenblik vol
strekt niet afkeurenswaardig. Ik duwde de
bladeren zachtjes op zjjda en legde het oor
tegen een der latten.
>Er is iemand in de nabjjheid,* fluisterde
Hanna met gedempte stem.
sNeen dat is het ruischen der bladeren,
gebruik wentcht te mètken, staat hem
dat toch zeker ook vrij? Wordt dat
wel altijd ingezien
Aan een overtuigd vereenigingsman
het recht, de plicht misschien, den bui
tenstaander door kracht van redenen
tot toetreding te bewegen. Maar laat
het daarbij dan ook blijvenNiet den
andersdenkende vervolgen tot hij, ver
moeid van 't gemaal, zich ten slotte
laat inlijven bij een vereeniging, waar
voor hij niets gevoelt! Niet hem boy
cotten, wanneer hij voet bij stuk houdt
en niet wil binnengaan in de vereeni
ging, waaraan geheel uw hart hangt!
En toch gebeuren zulke daden van
fanatisme in ons kalme Nederland.
Neen, niet enkel buiten hetvereeni-
gingslokaal, ook daarbinnen. Zoolang
daar aan ieder het recht wordt gelaten
vrij voor zijn meening uit te komen,
kan er goed werk verricht worden.
Maar dat houdt op, zoodra daar een
meet lerheid komt, bij wie de overtuiging
is versteend tot 'dogma, een fanatieke
bent, die den tegenstander het spreken
onmogelijk maskt, het leven moeielijk.
Dat zulks terroi isme niet anders dan
verderfelijk werkt, kaa men pok nu
reeds inzien, terwijl men de uitingen
er van vóór zich ziet.
Heeft men ooit zoo dikwijls als in
de laatste jaren hooren herhalen: „De
grootste vrijheidsschreeuwers, de ergste
tyrannen En heeft een alleszins tot
spreken bevoegde hxr. niet onlangs nog
noodig geacht te waarschuwen tegen
„imperialisme der overtuigingen?"
Het lijdt geen twijfel, na weer twee
eeuwen zal men in ons geslacht dezelfde
bekrompenheid zien, die wij in ons
voorgeslacht afkeuren. En men zal dan
wijzen op feiten, die dieper sporen na
lieten, dan die waarop in 't voorgaande
gewezen werd. Het woord werkstaking
te noemen moge hier als betoog gelden
„Recht voor Allen" goed begrepen, is
een schoone leuze. „Dwingt ze om in
te gaan", half verstaan, is een verfoei
lijke imperialistische inblazing, vrucht
van hartstocht en bekrompenheid.
Tusschen rechten en plichten bestaat
een nauw verband. Alleen wie plichten
vervult kan rechten doen gelden en wie
uitbreiding van verkregen recht wenscht,
moet de motieven daarvoor vinden in
de vervulling van z'n plicht.
Maar er bestaat groot verschil in
positie bij den strijd om recht en 't
antwoordde Selim.
Ik keek door het groene loover in het
prieeltje. Selim lag niet meer geknield voor
Hanna, maar zat naast haar op de bank.
Zjj was bleek, zeer bleek, hield de oogen
gesloten en liet haar eenigszins vooroverge
bogen hoofd op zjjn arm leunen. Hjj om
armde haar innig en drnkte haar vol liefde
en zaligheid aan zjjn borst.
>Ik bemin n, Hanna, ik bemin n!« her
baalde hjj op bartstochteljjken toon, terwjjl
zjjn lippen de hare zochten; zjj verbette
zich wel een weinig, alsof zjj den kus wilde
weigeren, maar eiudeljjk ontmoetten hon
lippen elkander toch en bieren ling, zeer
lang het scheen mjj eeuwig toe 1 op
elkander gedrukt.
Het was, alsof zjj elkander alles, wat zjj
te zeggen hadden, in dien kus mededeelden,
omdat een gevoel van bedeesdheid hun den
mond sloot. Zjj bezaten wel moed genoeg
om te kussen, maar niet om te spreken.
Te midden van de doodsche stilte, die in
deze omgeving heerschte, hoorde ik hun
beider haastige en hartstochteljjke adem
haling. Geruimsn tjjd bleef alles stildaar
na fluisterde Hanna: sGenoeg, genoeg, ik
kan u niet meer in de oogen kjjken; laat
ons van hier weggaan
Zjj wendde het hoofd af en trachtte ziek
nan zjjne omarming te ontwringen. >0,
Hanna, wat overkomt mjjl Wat ben ik
gelukkig 1« riep Selim uit.
>Kom mede; men zou ons hier kunnen
verrassen l«
Met fonkelende oogen en met wjjd ge
opende neusgaten sprong Selim overeind.
>Liat de heele wereld maar komen,
antwoordde hjj»ik bemin u en zal het
iedereen in het gezicht zeggen 1 Ik weet
zelf niet, hoe dit in zjjn werk is <?«g»an;
vervullen van den plicht. Om rechten
te veroveren vereenigt men zich, voert
men den kamp in hoofdzaak gemeen
schappelijk, wordt de mensch een kud
dedier. Tegenover zijn plicht staat de
mensch alleen.
En zoo kan het gebeuren dat iemand,
die enkel met de kudde meegeblaat,
meegedraafd heeft, misschien wel mee-
gedreven is, zwelt van rechtsbesef, maar
voor zijn plicht geplaatst, een pover
figuur maakt.
(Slof volgt.)
Buitenland.
Bjj het spoorwegongeluk, dat Maandag-
mi dag met een sneltrein van Milford naar
Londen, tusschen Llandilo en Longhor,
plaats had, zjjn 3 menschen gedood en 33
gewond. De trein werd door twee locomo
tieven getrokken. Op een gegeven oogenblik
ontspoorde de voorste locomotief en rolde
ondersteboven van den djjk; van de tweede
^rd de kolenwagen omgeworpen en de
eerste peisonenwagen werd in elkaar ge
sehoven. Onder de dooden zgn de machi
nist en de stoker van de eerste locomotief.
De ~êéèi@ ilL predikant.
De grootste verliezen die de Japanners
te Port Arthur lijden, worden, volgens een
bericht uit Petersburg, veroorzaakt 1 or de
verschrikkelijke ontplomngeu
head-torpedo's, welke de belegerden onder
de gelederen van de belegeraars werpen.
Het zgn Japanscbe torpedo's, die de Russen
ter reede hebben opgevi»cht, maar, wegens
het verschil in middelljjn, niet in hnn eigen
lanceerbuizen kannen getmiken. De Rassen
gebruiken ze nu met goed gevolg t9 land.
Naar de Daily Telegraph* nit Peters
burg verneemt, doen Koeropatkin's vrienden
krachtige pogingen om hem benoemd te
krjjgen tot opperbevelhebber in Mantsjoerjje,
en zjj zullen vermoedeljk slagen ondanks
het verzet eener invloedigke tegenpartij.
De Daily Telegraph* verneemt dd. 5
October uit TsjifoeStössel bericht, dat de
Japanners den aanval oj Port Arthur den
24en en den 25en September hervat hebben.
Weer werden zjj teruggeslagen met zware
verliezen. De Japanners geven toe, dat zjj
ik ben lang met mg zeiven in tweestrjjd
geweest, omdat ik geloofde dat Henryk n
beminde an gjj hem. Maar nn is mg dit
onverschillig; gjj bemint mg, en dientenge
volge gaat hat hier om nw gelukO, Hanna,
mjjn Hanna
Opnieuw hoorde ik een kus, waarna
Hanna met teedere, bjj nu gesmoorde stem
begon te spreken»Ik gtloof het, mjjnheer
Selim, ik geloof het, mjjnheer Selim, ik
geloof het! Maar ik heb n iets te zeggen;
men wil mjj, naar het ichjjnt, naar mjjn
meesteres in het buitenland zenden. Giste
ren sprak madame d'Yves er met den
meester over. Madame d'Yves gelooft, dat
ik de oorzaak ben van den zonderlingen
toestand van den jongen meester. Zjj ver
moeden, dat hjj mjj bemint. Ik zelf zou
niet kunnen zeggen, of dit werkeljjk het
geval is, maar menigmaal komt het mg
ook zoo voor. Ik ben bang voor hem; ik
heb er een voorgevoel van dat hg ons in
den weg zal komen te staan, dat hg ons
zal scheiden, en ik
Zjj eindigde met een nauweljjks hoor
baar geflnister: »En ik bemin u toch zoo
teederl*
»Hoor eens, Hanna,* antwoordde Selim,
»geen mensahelgke macht zal on* kunnen
scheiden. Zou Henryk mjj verbieden hier
te komen, dan schrjjf ik u; ik zal wel
iemand vinden, die den brief bezorgt. Bo
vendien kan ik zelf langs den tegenover-
liggenden oever van den vjjver rjjden; kom
dus altjjd gedurende de schemering in den
tuin. Maar, gjj zult niet op reis gaan!
Willen zjj u werkeljjk wegzenden, dan zal
ik het niet toelaten, zoo waar er een God
in den hemel is! Spreek daar niet van,
Hanna, dat maakt mg woedendAch, mgn
lieve, mgn geliefde!*
ternggeslagen zjjn, en zenden nu voorne
mens zgn het beleg op kalmer wjjze voort
te zetten. In het garnizoen is enterites (ont
steking der ingewanden) uitgebroken.
Een telegram van generaal Stössel van
23 September aan den Tsaar bericht:Een
aanval der Japanners, welke vier dagen
heeft gednurd, is door de heldhaftige troe
pen afgeslagen, waarbjj de vjjand ontzet
tende verliezen heeft geladen. Yan den 19en
tot 's morgens vjjf uur op den 23en heeft
de vjjand ons hevig beschoten. Hjj deed
stormaanvallen op het noordeljjke en op
het westeljjke front der vesting en op de
vooruitgeschoven vestingwerken te velde.
Alle aanvallen van den vjjand zgn de een
na den ander afgeslagen. In zgn macht
zgn nog de veldredniten bjj den tempel en
de waterleiding welke reduiten door bom
men met brisantkrnit volslagen onbruikbaar
waren gemaakt. De waterleiding zelve is
door de Japanners vernield. De laatste
stormloop op den Hoogen Berg is heden
morgen om vjjf unr afgeslagen. De vjjand
had reeds de blindeeringon bezet en
machinegeweren naar boven gehaald en
beschoot cr.s. Generaal Kodratsnko zond
een luitenant met sappenrs en vrjjwiliigers
bevel van een kolonel ar op af, die
ruet pyroryÜen^vwM« bommen ia de blin
deeringen wierpen en deze in JeTrSSi deden
springen. De Japanners vluchtten in eeh
panischen schrik, achtervolgd door vrjjwil
iigers van het vjjfda regiment onder een
kapitein. De verliezen der Japanners be
dragen meer dan 10.000 man. De :r.::-pen
vochten heldhaftig. Bjjzonder heeft zich het
vjjfde regiment onderscheiden. Naar Stössel
dd. 30 September verder bericht, is op de
bloedige stormaanvallen van 19 tot 23 Sept.
een betrekkeljjke stilte gevolgd. Thans rnkt
de vjjand langzaam voornit. Het bombar
dement uit de forten binnenin de vesting
duurt voort. Vaak worden er uitvallen ge
daan. De troepen zgn heldhaftig gestemd.
Dageljjks keeren er gekwetsten uit de hos
pitalen naar het front terng.
Graaf Okoema zeide Donderdag te Tokio,
in een redevoering, dat de natie zich zal
moeten voorbereiden op een langen oorlog,
waarvan de daar zeer moeieljjk te bepalen
is, maar die tenminste nog twee jaar zal
aanhouden en waarvan de uitgave minstens
Hg greep baar hand en drnkte die harts-
tochteljjk aan zjjn lippen. Plotseling sprong
zjj overeind en riep op angstigen toon»Ik
hoor stemmen; er komt iemand!*
Zjj verlieten het prieel ofschoon er niets
te hooren was. De stralen der avondzon
wierpen hun gouden glans over het paar,
maar mjj scheen deze glans bloedrood te
zjjn. Langzaam slenterde ik naar huis te
rug. Aan een kromming van den weg ont
moette ik Eazimierz, die op mjj gewacht
had.
»Zjj zjjn naar bniten gekomen 1 Ik heb
hen gezien,* fluisterde hjj»zeg mg nu,
wat ik meet doen!*
>Schiet hen nederriep ik met een heftig
gebaar.
Eazimierz werd rood als een roos en zgn
oogen glansden als phosphor.
»Goed!« antwoordde bjj.
»Neen, wacht, wees niet dwaas 1 Doe
nietsMeng je niet in deze zaak, en zweer
mjj op je eerewoord, dat je zult zwjjgen!
Laat alles aan mjj overl Heb ik je noodig,
dan zal ik ket je wel zeggen. Maar aan
niemand een woord er overl*
>Men zal er geen woord van mjj over
hooreD, al zou men mjj doodslaan 1*
Daarna zetten wjj zwjjgend onzen weg
voort. Eazimierz was volkomen doordron
gen van den ernst van het voorgevallene;
het scheen hem een ontzettende gebenrtenis,
zgn hart bonsde van vreugde en zgn oogen
fonkelden.
»Henryk zeide hjj. Wjj fluisterden beiden,
ofschoon er heinde en ver niemand was,
die ons had kannen hooren. Gaat ge met
Selim duellaeran?*
»Ik weet het nog niet! Misschien wel!*
Eensklaps bleef Kazimierz stilstaan en
sloeg zgn beide armen om mjjn hals.
twee milliard yen znllen bedragen. Japan
zal het volgend jaar 500 -•i Hoen
moeten leenen.
Okoema spoorde het rolk *tan ■r.jjne kracht
te sparen en sprak onwrikbaar ver
trouwen uit in het eindsncces.
Te Charbin gelooft men, bljjkens e«n
telegram, nit die plaats naar Petersburg
verzonden, dat generaal Koeroki de linker
flank der Russen bjj Moekden tracht om
te trekken, terwjjl het Japansche centrum
tegeljjkertjjd tegen het Russische centrum
oprukt.
Japansche transportschepen brengen al
lerlei voorraad naar den mond van de Ja-
loe, van daar wordt alles door koelies naar
Feng-hwang-tsjeng gedragen, men is
bezig met het aanleggen van een rjjweg
van Feng-hwang-tsjeDg naar Sja-be-tse.
De Japanners moeten verscheidene brug-
gen geslagen hebben over de Liao bjj Siao-
pei-ho en trekken nu noordwaarts langs
de rivier. Het verschjjnen van talrjjke
Choenchoezen-benden bjj Hsin-ming-ting
wordt opgevat als een voorteeken van de
komst der Japanners.
Men zegt dat er nn 200.000 Japanners
iVL-.'kden tegenover Eoeropatkin staan.
Uit Petersburg wordt aan het Petit
Journal gemeld, dat twee Chineesen uit
Tsjifoe betrapt zgn bjj het wisselen van
J^rauscbe bankbiljetten. Beiden werden in
heentfmis - 'S95? daar zjj niet genoegzaam
konden ophelderen hoe~ zjj aau al «1st gëï«
kwamen.
Het wordt nu wel waarschjjnljjk dat de
Duitsche Fransche attachés, sedert een:- y
gen tjjd spoorloos verdwenen, door Ohi-
neesche bandieten vermoord en beroofd zgn.
Men kon toch weten dat de maritieme
attache's een tameljjk groote som geld bjj
zich droegen. Misschien zgn de beide offi
cieren vermoord door de bemanning van
de jonk waarop zjj zich te Port Arthur
inscheepten.
De Londensche bladen bevatten een tele
gram uit Tokio van Woensdag, meldende
dat het eskader van Port-Arthur dien middag
een nieuwen uitval heeft gedaan. Er zou
een groote zeeslag aan den gang zgn, maar
bijzonderheden ontbreken.
Yolgens een vroeger gadagteekend tele
gram uit Tokio, hadden de Russen hun
Henryk, mgn beste, dierbare, eenige
Henryk, wanneer ga met hem wilt dnel-
leeren, laat mg het dan in uw plaat I
Ik zal het wel met hem klaarspelen L -.at
mjj 't eens probeeren!*
Zooals de meeste knapen moest hjj zei 't
van heldendaden droomen, maar ik gm 'de
ia hem een broeder, die mjj waardi4 wüb,
en trok hem, cooals nooit te vbïên, n
mgn borst, terwjjl ik zeide:
»Ik weet het nog niet, mgn bes Ka
zimierz; maar ik zou in geen geva! c r
voorstel kunnen ingaan. Ik weet n< - niet
wat er zal ge'oenren; maar laat mg in 'c l
geval bjjtjj Is een paard zadelen. Ik zal hem
inhalen, hem onderweg aanhouden en met
hem tot een verklaring komen. Gjj moet
intusscheu het oog op Hanna houden zonder
haar eahter te laten merken, dat ge van
iets weet. Laat nu het paard voor mjj za
delen!*
>Neemt ge wapens mede?*
>Neen, Kazimierz, hjj heeft immers ook
geen wapens bjj zich! Neen, ik wil alleen
maar met hem spreken. Stel je gerust en
ga nu aanstonds naar den stal.*
Hjj snelde weg om mgn opdracht ten
aitvoer te brengen, ra ik keerde langzaam
naar hnis terug. Ik gevoelde mjj, alsof meu
mjj een ojjlslag op het hoofd had toege
bracht. Waarljjk, jdu kon ik wel zeggen,
dat ik niet wist wat ik deed, noch wat ik
gedaan had. Gaarne had ik het luide uit
geschreeuwd Alvorens ik de stellige zeker
heid had, Hanna's hart voor altgd verlo
ren te hebben, had ik naar deze zekerheid
gesmacht en geloofd, dat vroeg of laat
deze verpletterende last van mgn hart af
gewenteld zon worden.
NIEUWSBLAD
Een Poolsch verhaal.
a-JQ-fcixiDM Sffll Maag—-L..
■Hl lil— SU—BW—S—BWEBWWam—BBB—BO———aPDBCPCB
Wordt vervólgd'*